Bijgewerkt: 17 november 2024 | Leestijd: 10 minuten
Als je de rechtspraak rondom ouderverstoting volgt, dan kan je één duidelijke conclusie trekken: Tref je de ene rechter, dan heb je als verstoten ouder (in spé) geluk. Tref je de andere, dan heb je pech en raak je mogelijk defintief de band (en het contact) met je kinderen kwijt. Dit kan zo niet langer. De familierechters moeten met één (genderneutrale) aanpak komen hoe de ‘band-bevorder-plicht‘ van ouders te handhaven.

Voor deze opinie worden twee uitspraken uitgelicht. Deze laten duidelijk het contrast zien waarmee de getroffen kinderen en de verstoten ouders (in spé) in de Nederlandse familierechtspraak moeten omgaan. In de ene wordt oudervervreemding (lees definitie) wel vastgesteld (zij het in andere woorden) doch uiteindelijk niet gesanctioneerd. In de andere wordt het ook vastgesteld (zij het in andere woorden) en wel gesactioneerd.

Twee vergelijkbare situaties, twee anders handelende rechters

Rechter handelt niet bij oudervervreemding

Een kind van (inmiddels) 13 jaar zit al jaren klem tussen haar beide ouders. Ze heeft heeft geen contact met haar vader en heeft daarvoor 11 gronden gegeven. De rechtbank concludeert echter dat er sprake is van ouderverstoting (door de moeder, red), doch grijpt uiteindelijk toch niet in en wijst het verzoek van vader voor omgang af.

De rechter beargumenteert dit door te verwijzen naar pagina 90 van het rapport van het Expertteam Ouderverstoting waar volgens de rechtbank samengevat het volgende staat:

De effectiviteit van de maatregel om het contact met de verblijfsouder (hier de vrouw) (tijdelijk) te verbreken en intensief in te zetten op (tijdelijk) verblijf van de minderjarige met de andere ouder (hier de vader), die in enkele landen buiten Nederland wordt toegepast, is slechts met casusbeschrijvingen onderbouwd. De Nederlandse therapeuten die door het Expertteam zijn gesproken, zijn van mening dat het weghalen van een kind bij de ouder waarvoor dat kind heeft gekozen voor dat kind een traumatische ingreep zou zijn.

De rechtbank stelt vervolgens nog een gezinsgerichte aanpak aan de moeder voor, teneinde tot een oplossing te komen. Hier gaat ze echter niet op in. In plaats van hieraan alsnog een gevolg voor moeder te verbinden, leidt dit voor de rechtbank samengevat tot de volgende conclusie:

De rechtbank ziet onder de gegeven omstandigheden geen mogelijkheden om onder de huidige wet- en regelgeving verdere acties in te zetten. Een ouder kan niet worden verplicht tot het meewerken aan therapie en andere interventies op het gebied van ouderbegeleiding en psycho-educatie.

Volledige uitspraak

Behandelend rechter: mr. C.A.R.M. van Leuven (eveneens vrm. voorzitter Expertteam Ouderverstoting)

Meer uitspraken als deze tref je aan in het rechtspraakoverzicht van de Special: Ouderverstoting.

Rechter handelt wel bij oudervervreemding

Twee kinderen van 13 en 10 jaar wijzen hun moeder volledig af na scheiding. De kinderen staan onder toezicht echter de hulp komt niet goed van de grond omdat de kinderen aangeven niet in gesprek te willen met hulpverlening. Volgens de uitspraak ziet de GI een vader die situaties uitvergroot of uit zijn verband rukt naar de kinderen. Ook corrigeert hij de oudste onvoldoende als zij weer eens was weggelopen.

Moeder heeft voor zichzelf hulp gezocht echter ondanks haar inspanningen is de situatie alleen maar verder verslechterd en is de ouderonthechting toegenomen. Het is niet de verwachting dat hulp wel het gewenste effect gaat hebben.

Om een doorbraak te forceren bepaalt de rechter het hoofdverblijf van de kinderen bij moeder. Tevens bepaalt de rechter dat de vader tenminste 3 maanden geen contact heeft met de kinderen. De overweging van de rechter is zo baanbrekend in de Nederlandse familierechtspraak dat deze hierna integraal is opgenomen:

De rechtbank zal verder bepalen dat de kinderen tenminste de komende drie maanden na deze beschikking geen contact mogen hebben met hun vader. Daarna, maar pas als de kinderen hun moeder niet meer afwijzen, kan het contact met de man langzaam en stapje voor stapje door de gezinsvoogd worden hersteld en kan worden toegewerkt naar een zorgregeling die via een weekend per veertien dagen uiteindelijk zal kunnen uitmonden in co-ouderschap. Of die laatste stap ooit bereikt wordt is afhankelijk van hoe de situatie zich ontwikkelt. Voor de redenen voor deze beslissing verwijst de rechtbank naar hetgeen hierboven in de nummers 3.3 tot en met 3.7 is overwogen. Zodra de situatie van ouderonthechting niet meer aanwezig is, dit ter beoordeling van de gezinsvoogd, kan ook de vakantieregeling in werking treden zoals door de vrouw is verzocht. De rechtbank zal dit zo beslissen.

Hoewel dit niet zo in de beschikking is genoemd past de rechter hier ook toe hetgeen op pagina 90 van het rapport van het Expertteam Ouderverstoting is verwoord; samengevat: in de VS en het VK, indien sprake van ouderverstoting, 3 maanden geen contact met de coalitieouder.

Volledige uitspraak

Behandelend rechter: mr. M.A.A.T. Engbers

Meer uitspraken als deze tref je aan in het rechtspraakoverzicht van de Special: Ouderverstoting.

De familierechtspraak moet nú met één aanpak komen van oudervervreemding

Het kan zo niet langer. De kinderen die dit treft en de verstoten ouders (in spé) kunnen en mogen niet afhankelijk zijn van de willekeur van welke rechter (en welke zittingsvertegenwoordiger van de raad) ze treffen. Er moet één aanpak komen van oudervervreemding.

Op deze visiepagina wordt beschreven hoe we een oplossing voor ogen zien. Samengevat moet de coalitieouder gehouden worden aan haar/zijn plicht om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen (en daarin ook resultaten te boeken). Blijven resultaten uit, dan moet het systeem doorpakken. Mr. Engbers van Rechtbank Midden-Nederland toont (overigens herhaaldelijk) aan dat er wel degelijk een weg is en er zijn eerder uitspraken geweest die een vergelijkbare lijn laten zien zoals van mr. H.J. Wieman-Bart van Rechtbank Rotterdam.

De rechtspraak moet de learnings uit die uitspraken omvormen tot één gevalideerd beleid bij (dreigend) verlies van de band (en het contact) tussen een kind en een ouder als gevolg van oudervervreemding. De rechtszekerheid van de kinderen die dit treft en de verstoten ouders (in spé) moet weer worden gewaardborgd. Bovenal mag vervreemders geen uitzicht meer worden geboden op mogelijk succes; iets dat vele rechters met hun beslissing in vergelijkbare situaties nu nog wel uitdragen. Lees in dit kader ook de opinie: Familierechters moeten de argumenten voor hun beslissing beter wegen.

Of de uitspraak van Marieke Engbers van Rechtbank Midden-Nederland een uitvloeisel is van een ingezette verandering, zal de tijd leren.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Lees ook dit

Meer opinie

Draag bij aan onderzoek

Heb je in je eigen situatie een (ongepubliceerde) beslissing waaruit blijkt dat de betreffende rechter wel ingreep bij oudervervreemding zoals in het voorbeeld van Rechtbank Midden-Nederland hierboven? Stuur hem dan in via de onderzoekspagina. Zorg dat je vóór het insturen alle persoonsnamen van jezelf, de andere ouder en je kind(eren) verwijdert. Voor meer informatie over anonimisering, lees ook de anonimiseringsrichtlijn van De Rechtspraak.

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.