Bijgewerkt: 30 april 2025
Of een psychische stoornis voor jou als welwillende ouder ertoe leidt dat je kind de omgang met jou kwijtraakt, hangt af van hoe de stoornis de feitelijke omgang beïnvloedt, en of dit ertoe leidt dat de andere ouder of een ‘instantie’ juridiseert. Het hangt daarmee primair af van jouw eigen gedrag.
Het is belangrijk om eigenaarschap te blijven nemen om je psychische stoornis zo min mogelijk je kind, de andere ouder en de communicatie tussen jullie als ouders te laten belasten. Je gedrag moeten zijn afgestemd om de aard, duur en intensiteit van de psychische stoornis.
Er zijn oplossingen en in principe is omgang voor het kind altijd veilig vorm te geven. Dit gaat dan door de omgang (tijdelijk) te laten begeleiden, eventueel door een professional.
De andere ouder heeft nooit het recht om eenzijdig omgang te staken puur vanwege het gegeven dat je bent gediagnosticeerd. Dit kan alleen een rechter beslissen. Wel kunnen de zorgen zo groot zijn dat het eenzijdig staken ‘verontschuldigbaar’ is.
Enkele tips:
- Zorg eerst voor de basisveiligheid voor je kind en blijf voldoen aan de 14 voorwaarden voor goed-genoeg-opvoederschap. Neem daarvoor onvoorwaardelijk eigenaarschap.
- Blijf je ook conformeren aan de ouderschapsnormen.
- Probeer zo welwillend mogelijk te blijven communiceren en verwacht geen begrip van de andere ouder voor je stoornis. Begrip verdien je en kan je niet eisen.
- Ben je het vertrouwen van de andere ouder kwijtgeraakt, probeer dan concreet te maken wat de verwachtingen over en weer zijn en zet het ook op schrift.
- Als er afspraken met de andere ouder op schrift staan, deel deze afspraken dan ook met een vertrouweling die mee bewaakt of je je er aan houdt (en of de andere ouder zich eraan houdt).
- Je kind heeft recht op een optimale fysieke, cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling. Is er iets dat dit mogelijk bedreigt? Werk aan oplossingen, eventueel met hulp. Soms betekent dit inderdaad dat omgang (tijdelijk) begeleid moet plaatsvinden.
Wordt je omgang door de andere ouder voor de rechter gebracht, dan kan het gebeuren dat de rechter de Raad voor de Kinderbescherming vraagt om een (beschermings)onderzoek te doen. Daarvoor kunnen door de rechter bijvoorbeeld de volgende onderzoeksvragen aan de raad worden meegegeven:
- Hoe beoordeelt de raad het welzijn van de vader, de moeder en het kind in brede zin op dit moment?
- Zijn er contra-indicaties voor een zorg-/contact-/omgangsregeling tussen de ouder met de psychische stoornis en het kind, gelet op de bij deze ouder aanwezige problematiek, en zo ja, welke zijn dat en op welke wijze kunnen die al dan niet worden ondervangen?
- Is het mogelijk om het kind (op dit moment) te leren om te gaan met het gedrag van de ouder, en zo ja op welke manier is dat het meest in zijn/haarbelang? En is het daarbij juist wel of niet in zijn/haar belang om een zorg-/contact-/omgangsregeling te bepalen tussen hen en deze ouder?
- Indien een zorg-/contact-/omgangsregeling tussen de ouder en de kinderen is aangewezen, hoe kan deze vorm krijgen, zodanig dat daarbij de draagkracht en het belang van het kind voorop staat? Is hierbij professionele begeleiding nodig en zo ja, aan welke begeleiding wordt gedacht?
- Is de uitoefening van het gezamenlijk gezag van de ouders in het belang van het kind? Lees in dit kader ook: Verlies ik door mijn psychische stoornis het gezag?
Er kan bijvoorbeeld ook een onderzoek worden gedaan of het ouder-/opvoederschap ‘goed genoeg’ is, zoals in deze uitspraak. Ook kan verlangd worden dat er een persoonlijkheidsonderzoek wordt ondergaan, zoals in deze uitspraak.
Afhankelijk van de ernst van de situatie kan uiteindelijk de beslissing zijn, dat er geen omgang wordt vastgesteld, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Limburg, dat de omgang wordt ontzegd, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch of dat de omgang in handen wordt gegeven van de andere ouder, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Amsterdam. We zien vaker dat de omgang (tijdelijk) in frequentie wordt teruggebracht. Zijn beide ouders instabiel, dan kan dit leiden tot een uithuisplaatsing van het kind.
Reken niet op begrip van instanties of van de rechtspraak. We zien regelmatig dat mensen die dit treft qua ouderschap zeer ver achterop raken en ook jaren in onzekerheid blijven, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch. Hierin wordt o.m. beschreven dat alleen de rechtbank-procedure al bijna 5 jaar in beslag had genomen.
Neem altijd eigenaarschap, zoek hulp en wees transparant, ook naar de andere ouder. Dit niet doen kan ertoe leiden dat er geen omgang wordt vastgesteld en dat langs die weg bijvoorbeeld diagnostiek wordt afgedwongen, zoals in deze uitspraak.
Tot slot: Is er een samenloop met middelengebruik, dan kan het nóg lastiger zijn om omgang op hang te houden of weer op gang te brengen. Een voorbeeld van zo een situatie lees je in deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam waarin het kind van 6 jaar na scheiding bij de vader woonde en aan de moeder een ‘ultieme poging’ werd gegund om de omgang weer veilig opgestart te krijgen. Lees in dit kader ook: V&A: Betekent drugsgebruik einde omgang?
Lees ook dit
- V&A: Ik heb ernstige zorgen. Toch de omgang nakomen?
- Richtlijnen Jeugdhulp: Goed genoeg opvoederschap
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.