Bijgewerkt: 27 februari 2025
Niet-welwillend gedrag in vechtscheidingen kent vele verschijningsvormen. Het kan zich manifesteren over de as van het kind, op inter-ouderniveau, professionals beïnvloeden of derden in de privésfeer manipuleren voor de eigen negatieve doelen.
Niet-welwillend gedrag in vechtscheidingen leidt tot kinderen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en kinderen die voor hun leven beschadigd raken. Het is een vorm van kindermishandeling en geestelijk geweld. Niet-welwillend gedrag betekent dat de ouderschapsnormen en/of andere wettelijke plichten, zoals informatie– en consultatie, door de betreffende ouder niet worden nageleefd.
Niet-welwillend gedrag is in de meeste gevallen ook bijzonder belastend voor de welwillende ouder en diens omgeving. Daarmee is het ook een vorm van (potentieel strafbaar) psychische geweld/intieme terreur van de ex-partner en diens thuissituatie, waartoe bijvoorbeeld ook kinderen behoren. We zien geregeld dat het kind als wapen wordt ingezet, bijvoorbeeld door zelfbepalend gedrag door het kind bij de andere ouder te stimuleren of door het kind te ‘kopen’.
Voorbeelden van niet-welwillend gedrag uit de praktijk
1. Over de as van het kind (= kindermishandeling)
- Oudervervreemding met ouderverstoting door het kind als uiteindelijk doel. Dit kan zich in vele vormen van ‘loyaliteitsbeïnvloedend gedrag’ manifesteren dat tot doel heeft de “emotionele banden” tussen het kind en de andere ouder te frustreren. Anders gezegd geeft die ouder het kind geen emotionele toestemming. Het manifesteert zich bijv. in:
- Het kind ‘kopen’; met aandacht, leuke uitjes in de contacttijd die het kind met de andere ouder heeft of meer (niet-leeftijdsproportionele) verantwoordelijkheden. Dit zien we met name bij alleengaande ouders, voor wie het kind ‘alles’ is. Hiertoe behoort ook bijvoorbeeld het opzettelijk handhaven van ruime(re) opvoednormen, wat met name bij puberende kinderen ertoe kan leiden dat deze gevoed worden om de confrontatie aan te gaan met de ‘striktere’ ouder.
- Het promoten / niet-ombuigen van disloyaal gedrag van het kind naar de andere ouder.
- Het delen van eenzijdige beslissingen met het kind, voorafgaand aan overleg of overeenstemming tussen de ouders.
- Het kind eenzijdig steeds meer gekleurde informatie geven over (in)acties van de andere ouder, of gedrag dat het kind observeert bij de andere ouder – in reactie op (in)acties door de niet-welwillende ouder – ‘ontvangen met met geveinsde liefde’.
- Continue aanwezigheid in het kind (wanneer het kind bij de andere ouder is), bijvoorbeeld i.v.v. herhaaldelijk WhatsApp-contact (ook al is dit op initiatief van het kind zelf), postkaartjes, aankondigingen van planbare ‘leuke gebeurtenissen’ waardoor het kind gevoelsmatig wordt weggetrokken en/of niet volledig kan landen bij de andere ouder. Lees ook: Ex heeft veelvuldig contact met ons kind wanneer bij mij. Wat nu?
- Het (in het bijzijn van het kind) opzettelijk kwaadspreken over de andere ouder of anderszins twijfel bij het kind creëren over de goede intenties van die ouder of diens geschiktheid.
- Het kind iets moois voorspiegelen dat het voormalige gezin betreft, en wat correspondeert met de diepste hartenwens van het kind (lees: normalisering ouderrelatie), doch wat gezien de voorgeschiedenis onrealistisch is en waarbij de andere ouder ook niet is betrokken, met het doel dat die ouder dit afwijst en daardoor het kind teleurstelt.
- De andere ouder buitensluiten door het kind (zonder overleg of overeenstemming met de andere ouder) actief te mandateren dat deze volledig zelf bepaalde keuzes kan maken (bijvoorbeeld keuze voor middelbare school/sportclubs/bedtijd/buitenland-vakanties).
- Het tijdens overdrachten in het bijzijn van het kind een ouderlijke discussie starten waarbij het kind als ‘schild’ wordt ingezet.
- Disproportioneel kindbeschermend gedrag op basis van een niet-gefundeerd standpunt dat het kind alleen veilig is bij deze ouder (en niet bij de andere); het cultiveren van een symbiotische relatie.
- Verschuilen achter ‘de wil’ van het kind; stellen dat “het kind zich niet laat ompraten/aan de haren laat meetrekken”. Richting het kind stellen dat deze vanaf 12 jarige leeftijd zelf kiest, dan wel aansturen op een keuzemoment. Een ‘keuze’ van het kind niet ombuigen.
- Geen enkel extra omgangsmoment toelaten. Het nodeloos strikt zich houden een vastgestelde regeling. Onverdeelde studiedagen bijvoorbeeld nooit laten toevallen aan de andere ouder, maar ook niet bij bijzondere gebeurtenissen bij de andere ouder of in diens familie/gezin.
- Het niet bevorderen of actief frustreren van de hechtingsband tussen het kind en bijvoorbeeld een grootouder, stiefouder, halfbroertjes/zusjes. Veelgebruikte tactiek: ‘Leuke’ activiteiten plannen op bijvoorbeeld verjaardagen, zodat het kind op die momenten niet bij de andere ouder kan zijn (zonder ‘loyaliteitsdruk’).
- Herhaaldelijk zonder overleg schrappen van omgang met ‘ziekte van het kind’ als argument, terwijl toegang wordt geblokkeerd en er ook nooit compensatie voor gemiste dagen wordt aangeboden.
- Communicatielijnen (tijdens vakanties) blokkeren waardoor er geen (vrij) contact kan zijn tussen het kind en de andere ouder (en diens zijde). Het ook niet bevorderen van periodiek tussentijds contact.
- Controlegedrag met betrekking tot de thuissituatie van het kind bij de welwillende ouder. Ook wel het inzetten van het kind voor ‘spionageactiviteiten’. Het meegeven van trackers of telefoons met het doel belastende informatie te vergaren. Willen bepalen met wie het kind (niet) omgaat bij de andere ouder.
- Kind-eigen diagnostiek richting het kind ontkennen (bijv. door weerstand in het kind aan te wakkeren tegen een onderzoek/hulpverlening geïnitieerd door de andere ouder).
- Het stapsgewijs wegverhuizen van de sociale context van het kind, bijvoorbeeld naar de omgeving van een nieuwe relatie of baan. Het doel is een verhuizing, die een wijziging in de zorgverdeling noodzaakt.
- Ouderlijke titels (papa/mama) voor nieuwe partners; dat kinderen ouder bij voornaam noemen wordt niet gecorrigeerd.
2. Op (inter-) ouderniveau (= kindermishandeling omdat het kind hierdoor in een onveilige situatie blijft)
- Meest voorkomend: Intieme terreur door middel van dwingende controle (in het Engels ook wel coercive control, post-separation control en post-separation abuse). Het uit zich in o.m.:
- Een dringende regiebehoefte, directieve projectie van eigen regels en pestgedrag. Het heeft tot doel om de inter-oudersituatie niet tot rust te laten komen. Steeds opnieuw worden nieuwe strijdterreinen geopend of ze worden steeds fijnmaziger gemaakt.
- Eigenrichting; bijvoorbeeld door zich niet te houden aan uitspraken van een rechter en/of door de gezagsverplichtingen tot overleg en toestemming te negeren.
- Het negeren van de ex-partner als persoon, door bijvoorbeeld stiltebehandelingen, communicatiestops, ‘uitvallende’ communicatiemedia of blokkades. Geen normaal antwoord geven op normale vragen. Geen updates tijdens vakanties/verblijf van het kind bij die ouder, of bij ziekte. Het niet verstrekken van adresinformatie waar deze ouder met het kind feitelijk woont (hoewel in beginsel verplicht bij gezamenlijk gezag). Geen contact toelaten tijdens de verjaardag van het kind.
- Niet meewerken aan DNA-onderzoek ten behoeve van vaststellen afstamming van het kind.
- Het niet-steunen, dwarsbomen of negeren van positieve acties en voorstellen van de welwillende ouder op inter-ouderniveau of kind-gericht.
- Het niet ruimhartig voldoen aan de informatieplicht en ook consultatieplicht.
- Het (financieel) uitputten van de welwillende ouder door veelvuldig procedures te starten of uit te lokken, zonder aantoonbaar consistent welwillend gedrag daaraan voorafgaand. Lees ook: V&A: Wat is vexatoir procederen?
- Dwarsliggen met als doel om de thuissituatie van de andere ouder te destabiliseren, of om negativiteit in de omgangsmomenten te projecten die het kind daar heeft. Dit kan rechtstreeks richting het kind zijn of via de andere ouder (of diens omgeving). Hieronder valt ook onduidelijkheid laten bestaan/creëren of een omgang wordt nagekomen, danwel hoe laat wordt het kind wordt gebracht/gehaald.
- Een grote mate van rigiditeit: Flexibiliteit verwachten/flexibel zijn wanneer het de eigen belangen dient, doch geen wederkerigheid betrachten. Ook wel samen te vatten als: Gunsten worden aanvaard, normale verzoeken worden afgewimpeld.
- Twijfel laten bestaan of het kind beschikbaar/bereikbaar is bij belangrijke gebeurtenissen aan de zijde van de andere ouder (huwelijken/uitvaarten/ziekte van een ouder), ook in combinatie met communicatieblokkades wanneer het kind bij deze ouder is, of het dwarsbomen van aanwezigheid.
- Treitergedrag door het openen van een nieuw strijdterrein (via het kind) te insinueren; bijvoorbeeld het kind warm laten lopen voor een zgn. verhuizing naar een plek die een verandering van de zorgverdeling noodzakelijk zou maken, met het doel dat deze daarover bij de andere ouder vertelt.
- Het schrappen van omgangen en/of overdrachtsmomenten op basis van een zelfgecreëerde urgentie, bijvoorbeeld om het kind een bepaalde behandelaar te laten zien en of ‘ziekte’ als argument te hanteren.
- Verbale agressie, stalking, fysiek geweld, valse aangiften en meldingen bij de politie.
- Bijkomend gedrag:
- Niet-welwillende ouders ontkennen dat er sprake is van een loyaliteitsconflict in het kind omdat het gebrek aan loyaliteit tussen het kind en de andere ouder (vanzelfsprekend) uitsluitend het gevolg is van gedrag van de andere ouder naar het kind. Het eigen aandeel daarin wordt ontkend, zelfs wanneer de oorsprong aantoonbaar niet bij die ouder is.
- Het buiten zichzelf plaatsen van oorzaken en oplossingen. Wanneer hulpverlening betrokken is en het kind bijvoorbeeld geen contact heeft met de andere ouder, alle eigen acties afhankelijk stellen van initiatieven van/regie door hulpverlening.
- Het refereren naar onverifieerbare eigen inspanningen in plaats van naar concrete inspanningen en resultaten.
- Het aanvoeren van allerlei excuses om het gebrek aan eigenaarschap te verbloemen, bijvoorbeeld het dwarsbomen van vooruitgang onder verwijzing naar ‘het verleden dat ouders onderling hebben’ en (vermeend/onbewezen) negatief gedrag van de andere ouder daarin.
- Niet-welwillende ouders vinden een vermindering/beëindiging van de omgang tussen het kind en de andere ouder altijd de beste oplossing. Ze nemen ze geen eigenaarschap v0or de omkering en kunnen geen/onvoldoende positief eigenaarschap aantonen in de aanloop.
3. Richting of door middel van professionals. Lees ook de opinie: Intieme terreur en dwingende controle door systeem-triangulatie.
- Onrechtvaardige karakterisering van de andere ouder. Zonder objectieve onderbouwing (waartoe ook behoort transparantie over het eigen gedrag) bij professionals het beeld wekken dat de andere ouder bijv. lijdt aan een psychische aandoening (Cluster B, A en/of C).
- Het belemmeren van juiste feitenvinding door het onvolledig of onjuist weergeven van feiten en gebeurtenissen zowel ouder-kind als ouder-ouder. We maken soms mee dat er valse documenten worden gecreëerd en handtekeningen worden vervalst.
- Kruimelpad-communicatie; Impliciete verwijten en insinuaties vermengen met (zogenaamd) positief bedoelde berichten. Anticipeert er op dat professional onvoldoende in staat zal zijn om context (en werkelijke bedoeling) te doorgronden.
- Het aannemen van de slachtofferrol; het steeds blijven verwijzen naar (onbewezen) historische negatieve gebeurtenissen op ex-partnerniveau of ‘angst’ die er zou zijn voor de ex-partner.
- Eigen inspanningen en resultaten afhankelijk stellen van ‘wat hulpverlening wil/zegt te moeten doen’, geen/marginaal eigen initiatief of zelfwerkzaamheid tonen.
- Professionals – zoals huisarts, school, speltherapeut, kinderpsycholoog, kindbehartiger, politie, jeugdbeschermer, raadsonderzoeker – voorzien van eenzijdige, onjuiste of onvolledige informatie en hen daarmee op het verkeerde been (trachten te) zetten. Professionals die deze ouder niet naar de mond praten, worden uitgeruild voor andere professionals.
- Het inplannen van afspraken voor het kind met medische hulpverleners/artsen/specialisten in de tijd van het kind met de andere ouder, zonder afstemming met de andere ouder, laat staan medische noodzaak. Een afspraak waarbij die ouder dan aanwezig moet/wil zijn (lees: en contact wil hebben met het kind).
- Het seksualiseren naar derden van normale dagelijkse verzorging bij een baby of jong kind.
- Het inzetten van verklaringen of standpunten van professionals in een rechtszaak, veelal zonder dat deze professionals wederhoor hebben gepleegd bij de andere ouder en ook zonder dat ze zelf weten dat hun standpunten daarvoor worden ingezet.
- Minachting van bepalingen, aanwijzingen en beschikkingen van officiële instanties, zoals van de rechtspraak of van een Gecertificeerde Instelling wanneer wel gehouden aan de ouderlijke plichten. We zien zeer geregeld dat ouders uitspraken van de rechter aan hun laars lappen.
- Het opzettelijk opgeven van een onjuiste (geslachts)naam bij geboorte, zie o.a. deze uitspraak van Rechtbank Limburg.
4. Richting derden
- Het besmetten van de sociale omgeving van de andere ouder (bijv. school/sport/wijk/zakelijk) door kwaad spreken of het creëren van twijfel rondom de (goede) intenties, capaciteiten en geschiktheid van die ouder; bijv. contactverboden veinzen, op het schoolplein en in het eigen sociale netwerk kwaadspreken over de andere ouder.
- Het benaderen van de werkgever van de andere ouder om een ‘misstand’ te melden.
5. Overig
- Zonder overleg en instemming van de andere ouder, én zonder objectieve zwaarwegende noodzaak op basis waarvan aannemelijk is dat de uitkomst van een eventuele gerechtelijke procedure niet kan worden afgewacht, met het kind wegverhuizen/onderduiken tijdens lopende procedures over omgang en/of ouderlijk gezag en/of tijdens hulpverleningstrajecten en/of ondertoezichtstellingen. Het wegverhuizen/onderduiken kan bijvoorbeeld tot doel hebben om de mogelijkheden voor omgang in te perken en/of om de schijn van een zwaarwegende noodzaak te wekken en/of om een wisseling van hulpverleners te forceren.
- We zien regelmatig dat wegverhuizen tactisch wordt ingezet door ouders met eenhoofdig gezag om verdere rechtenverwerving door de andere ouder te blokkeren of om bij voorbaat een doordeweekse zorg voor de kinderen door de andere ouder te belemmeren.
- Tot slot: Niet-welwillend gedrag gaat ook door in de rechtszaal. Voorbeelden hiervan zijn het advocaten toestemmen overvaltactieken in te zetten zoals: Pas op het allerlaatste moment omvangrijk verweer voeren, het kapen van de beeldvorming door het overleggen van een omvangrijke pleitnota vol onbewezen aantijgingen, het ene afhankelijk stellen van het andere (terwijl deze zaken onderling vanuit het perspectief van het kind niet samenhangen) en natuurlijk het standaard (in veel gevallen zinloze) verzoek tot niet-ontvankelijk verklaring, terwijl het wél kennis kunnen nemen door de rechter (en de Raad voor de Kinderbescherming) van de situatie evident wél in het belang van het kind is.
Met één of meerdere van de volgende juridische doelen
Een situatie creëren en in stand houden waaruit blijkt dat:
- Het kind (op termijn) zelf niet meer/minder naar de andere ouder wil. Hiertoe worden allerlei gedragingen in stelling gebracht die tot doel hebben het kind te vervreemden van de andere ouder en daarmee te bewerkstelligen dat het kind van 12 jaar of ouder ‘ernstige bezwaren tegen de omgang’ kenbaar maakt (artikel 1:377a lid 3 sub c BW), of zelf een brief aan de rechter schrijft.
- De verzorging en opvoeding door de welwillende ouder schadelijk is voor het kind. Het doel is een vermindering of staking van de omgang tussen het kind en die ouder. Daarvoor wordt artikel 1:377a lid 3 sub a en b BW in stelling gebracht.
- Overleg tussen de ouders onmogelijk is en direct ten koste gaat van het kind. Het doel is een verzoek tot een gezagswijziging op basis van artikel 1:251a lid 1 BW (het klem of verloren criterium).
- De conflicten zo hoog laten oplopen dat de rechter – in het belang van het kind – geen andere uitweg ziet (artikel 1:377a lid 3 sub d BW).
Literatuurverwijzing
Voortdurende ex-partner strijd (over de as van het kind) kan indicatief zijn voor de vóór-scheidingsperiode. Lees ook: De conflictscheiding als complexe gezinsproblematiek : Waarom screening op huiselijk geweld essentieel is. Eén quote lichten we in het bijzonder uit:
Lees ook dit
- V&A: Hoe herken ik een niet-welwillende ouder?
- V&A: Hoe herken ik een welwillende ouder?
- V&A: Is inter-ouder strijdgedrag kindermishandeling?
- V&A: Kan ik een beroep doen op het Verdrag van Istanbul?
- Special: Ouderverstoting
- V&A: Oudervervreemding en ouderverstoting iets anders?
- Opinie: Ook bij heftige ex-partnerstrijd moet rechter blijven inzetten op omgang tussen kind en ouder
- Opinie: Maak de band-bevorder-plicht onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
- Opinie: Maak goed-interouderschap onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.