Bijgewerkt: 22 december 2023
Of  je de erkenning door een ander van je kind kunt laten vernietigen beoordeelt de rechter. Hierbij is van belang of je wel of niet op tijd vervangende toestemming had kunnen vragen. Dit volgt niet uit de wet, maar uit de rechtspraak. Vervolgens wordt beoordeeld of er nog contra-indicaties zijn tegen jouw opvolgende verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning.

De wet bepaalt in artikel 1:205 lid 1 BW wie een verzoek tot vernietiging van de erkenning kan indienen. Dit is het kind zelf, de erkenner of de moeder. Dit betekent dat de verwekker van een kind in beginsel geen zelfstandige rechtsingang heeft om een verzoek in te dienen tot vernietiging van de erkenning door een ander.

Heb je als verwekker vervangende toestemming tot erkenning kunnen vragen, maar heb je dit nagelaten? Dan geldt de zgn. “strikte maatstaf”. Volgens deze maatstaf kan de verwekker de door een ander gedane erkenning aantasten als de moeder die toestemming heeft gegeven met ‘slechts als oogmerk de belangen van de verwekker te schaden’. De verwekker moet dus aannemelijk maken dat het een bewuste daad was van de moeder om de verwekker ‘buiten spel te zetten’.

Als je als verwekker niet of niet tijdig om vervangende toestemming hebt kunnen vragen, geldt de zgn. “minder strikte maatstaf”. De vraag die dan moet worden beantwoord is of de moeder in redelijkheid tot het verlenen van toestemming aan de ander heeft kunnen komen. Hierbij worden de belangen van de moeder, en die van de verwekker en het kind dat hun relatie rechtens wordt erkend als een familierechtelijke betrekking tegen elkaar afgewogen. Zie voor een voorbeeld waarin de minder strikte maatstaf wordt toegepast deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.

Als de erkenning nietig is, dan wordt nog steeds getoetst of er contra-indicaties zijn tegen de opvolgende vervangende toestemming voor erkenning. In principe is het uitgangspunt dat deze vervangende toestemming wel wordt verleend, tenzij hierdoor de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind worden geschaad of een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrang komt (artikel 1:204 lid 3 BW).

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Lees ook dit

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.