Bijgewerkt: 10 oktober 2023
Zo een trieste gebeurtenis verdient coulantie en een duidelijke richtlijn voor de overlevende ouder om het contact tussen het kind en de familie van de overleden ouder te bevorderen. Zoiets is er echter niet.
Realiteit is dat, als de overlevende ouder niet wil, ook in dit soort situaties uiteindelijk de rechter hierin een beslissing neemt als je als grootouder (of betrokken familielid) een omgangsregeling verzoekt. Er moet sprake zijn van een ‘nauwe persoonlijke betrekking’ tussen het kind en jou. Daarnaast moeten er geen zwaarwegende contra-indicaties zijn (grote spanningen bijvoorbeeld op volwassenniveau).
Het kind heeft het recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind.
Heb je je kleinkind nog nauwelijks gezien of er niet frequent voor kunnen zorgen, dan is de kans dat dit wel lukt haast nihil.
Een dergelijke situatie was bijvoorbeeld aan de orde in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem. In deze situatie was de vader 3 maanden na de geboorte overleden. De grootmoeder van vader’s zijde trachtte een omgangsregeling te krijgen met haar kleinkind. Het hof besliste echter daartegen, omdat er geen ‘family life’ zou zijn opgebouwd in die korte periode tussen het kleinkind en de grootouder. De grootouder had namelijk niet aangetoond dat er sprake was geweest van frequenter en intensiever contact, dan normaal is tussen een grootouder en een kleinkind.
Dit is overigens één van de redenen waarom wij pleitbezorger zijn van een uitbreiding van artikel 1:247 lid 3 BW tot de bredere familiekring en niet alleen ‘de andere ouder’.
Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.
Er zijn echter rechters die ook in afwezigheid van een nauwe persoonlijke betrekking èn family life toch een omgangsregeling vaststellen. In deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland waarin de moeder was overleden, liet de rechter de wens van het kind van ongeveer 12 jaar vóór een omgangsregeling met de oom en tante prevaleren. De vraag is natuurlijk of de vader in hoger beroep gaat en of deze uitspraak alsdan stand houdt.
De rechtspraak lijkt echter te kenteren. Zie deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam, waarin er door de rechter vanwege hogere rechtspraak van het EHRM er wel een nauwe persoonlijke betrekking werd vastgesteld (doch uiteindelijk toch geen omgang).
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.