Bijgewerkt: 13 maart 2025
Een vereiste voor gezamenlijk gezag is dat ouders in staat zijn om beslissingen in gezamenlijk overleg te nemen. Het gaat hierbij om beslissingen van ‘enig belang’ voor het kind. Wanneer de gezamenlijkheid niet functioneert en (opvoedkundige) beslissingen niet of te traag worden genomen, dan kan dit ertoe leiden dat het kind ‘klem of verloren’ raakt tussen de ouders. Dit kan ertoe leiden dat eenhoofdig gezag meer in het belang van het kind is dan gezamenlijk gezag.

Het klemcriterium is een centraal begrip in het familierecht bij de rechterlijke beoordeling in hoeverre gezamenlijk gezag (handhaven) in het belang van het kind is. Het is opgenomen in art. 1:251a BW. Ook wordt er naar verwezen in artikel 1:253n BW.

Artikel 1:251a lid 1 BW:
De rechter kan na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed op verzoek van de ouders of van één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
Wat klem of verloren exact is, is niet verder gedefinieerd in de wet. Wel is door rechtspraak enigszins duidelijk dat een aantal aspecten zwaar meewegen zoals:

  • Belangrijke (opvoedkundige) beslissingen die niet kunnen worden genomen of beslissingen stagneren doordat:
    • de ouders in een ernstige strijd verwikkeld zijn; en/of
    • één van beide ouders geen medewerking verleent/weigert te overleggen/onbereikbaar is; en/of
    • van een ouder (meestal de hoofdverzorgende ouder) redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat deze met de andere gezaghebbende ouder (nog) in overleg treedt (bijvoorbeeld bij ernstig huiselijk geweld).
  • Aantoonbare door derden vastgestelde ernstige gedragsproblemen/kindsignalen bij het kind.

Het is belangrijk om hieraan toe te voegen dat het kind dus niet al ‘klem of verloren’ hoeft te zijn. Een onaanvaardbaar risico dat klem of verloren gaat ontstaan bij handhaving/toekenning van het gezamenlijk gezag is in principe voldoende.

Daarnaast moet vast staan dat niet binnen afzienbare tijd verbetering kan komen in de situatie, en dat het ‘klem of verloren’-niveau tot acceptabele proporties kan worden teruggebracht/beperkt. Hiervan is globaal sprake als alle hulpverlening al is geprobeerd en redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat vrijwillige of gedwongen hulpverlening (binnen afzienbare tijd) voldoende resultaat zal kunnen bereiken of een ouder hulpverlening weigert.

Wat we geregeld teruglezen in de rechtspraak is dat ouders bijvoorbeeld niet-leerbaar zijn en dus eigenlijk niet kunnen veranderen door inzet van hulpverlening. Ook kunnen veelvuldige procedures voor ‘vervangende toestemming’ tussen de ouders ertoe leiden dat ‘klem of verloren’ eerder wordt aangenomen.

Als welwillende ouder wil je natuurlijk voorkomen dat je kind klem of verloren raakt. Echter, in situaties dat de andere ouder steeds opnieuw de strijd blijft aangaan, is een mate van ‘klem’ nooit te voorkomen. Als een kind klem zit wordt dit in zekere mate ook geaccepteerd door rechtspraak en hulpverlening, de vraag is natuurlijk in welke gradatie en hoe zich dit in het kind vertaalt.

Belangrijk: Een situatie van klem of verloren kan ertoe leiden dat één van beide ouders het gezag wordt ontnomen. Het is geen automatisme, aldus de Hoge Raad. Artikel 1:253n BW geeft de rechter de ruimte om, ook als is voldaan aan het klemcriterium, het gezamenlijk gezag in stand te laten als dat het belang van het kind vermoedelijk het minst zal schaden. Zo oordeelde bijvoorbeeld Gerechtshof Den Bosch in deze uitspraak dat ondanks de dreiging dat het kind bij toekenning van het gezamenlijk gezag ‘klem of verloren’ zou raken, de rechter toch de vrijheid moet hebben/heeft om gezamenlijk gezag toe te kennen om familieleven tussen het kind die ouder te verwezenlijken. We zien dit met name in situaties dat de hoofdverzorgende ouder de omgang tussen het kind en de andere ouder blokkeert en die ouder zich dus niet houdt aan de band-bevorder-plicht.

Als een ouder het ouderlijk gezag verliest, dan kan dit ook effect hebben op de hoofdverblijfplaats van het kind en daarmee de omgang. Zijn er zeer ernstige contra-indicaties bij beide ouders, dan is dit een opmaat voor een uithuisplaatsing.

Gezagsontneming is een zeer zware maatregel. Globaal geldt; dat als je als welwillende ouder aantoonbaar eigenaarschap blijft nemen om je kind uit deze situatie te houden, deze zware maatregel je niet snel zal toevallen.

Overigens zien we in de rechtspraak ook regelmatig dat niet-welwillende ouders ‘klem of verloren’ trachten te kapen, om van het ‘lastige’ gezamenlijke gezag af te komen (of om gezamenlijk gezag te voorkomen). Daarom zijn we pleitbezorger voor niet alleen onderzoek naar de gedragingen van de ouder wiens ouderlijk gezag ter discussie wordt gesteld, maar dat nadrukkelijk ook wordt gekeken naar het gedrag van de ouder die zich beroept op ‘klem of verloren’ in aanloop naar/tijdens de juridische procedure. 

Kan die ouder niet aantonen zich wel gehouden aan de ouderlijke plichten w.o. de ‘optimale-ontwikkel-plicht‘, de ‘band-bevorder-plicht‘, de informatieplicht, consultatieplicht en bij gezamenlijk gezag de ‘(vervangende) toestemming-vooraf- plicht‘, dan zou zo een klem of verloren-standpunt als een ernstige contra-indicatie moeten gelden voor deze ouder. O.i. zou in zo’n situatie gezamenlijk gezag juist moeten worden toegewezen of zelfs eenhoofdig gezag moeten worden toegekend aan de welwillende ouder.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Lees ook dit

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

💡
Heb je tips om onze site of dienstverlening te verbeteren? Deel ze met ons.