Bijgewerkt: 17 november 2024
Ouderschapsnormen zijn wettelijke ouderlijke plichten die tot doel hebben om voor het kind optimale ontwikkelingsmogelijkheden te waarborgen. Deze gedragsnormen vloeien voort uit de wet en internationale verdragen. Ze worden daarnaast normaliter ook tussen scheidende ouders overeengekomen in het ouderschapsplan. De ouderschapsnormen vormen het fundament van onze aanpak bij vechtscheidingen.

Ouders zijn het aan hun kind verplicht om de ouderschapsnormen zeer serieus te nemen. Hieraan niet voldoen leidt tot kinderen die voor hun leven beschadigd raken doordat zij klem raken tussen de ouders en in veel situaties één deel van hun identiteit afwijzen ten faveure van het andere deel.

Het niet voldoen aan de ouderschapsnormen leidt geregeld ook tot vergaande rechterlijke beslissingen zoals ontneming van het ouderlijk gezag, het ontzeggen van omgang, ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing.

Er zijn ouderschapsnormen die puur op inter-ouderniveau werken. Daarnaast zijn er normen die tot doel hebben om (indirect) op ouder-kind niveau te werken.

Naast de ouderschapsnormen hebben ouders ook een informatieplicht en een consultatieplicht. En ook deze plichten zijn zeer serieus te nemen.

Ouderschapsnormen in de Nederlandse wet

De wet geeft in artikel 1:247 BW meerdere ouderschapsnormen. Met deze normen heeft de wetgever beoogd om voor gezaghebbende ouders concrete plichten te beschrijven die richting geven aan ouderlijke gedrag, zowel richting het kind als richting de andere ouder.

  1. Recht op en plicht tot verzorging en opvoeding:
    Kinderen hebben het recht om door hun ouders te worden verzorgd en opgevoed.
    Artikel 1:247 lid 1 BW:
    Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden.
    Deze bepaling is bijvoorbeeld van belang wanneer ouders een vastgestelde zorgverdeling juist niet nakomen of zich onttrekken aan verzorging en opvoeding van hun kind. In de praktijk zien we af en toe welwillende ouders die trachten om de andere ouder ‘verantwoordelijkheid te laten nemen’, veelal tevergeefs. Lees in dit kader ook onze V&A: Kan ik vader dwingen tot omgang met zijn kinderen? Deze verplichting als gezaghebbende ouder niet invullen schendt het recht van het kind op een ‘optimale ontwikkeling’ en het ‘recht op familieleven’ van het kind. In de praktijk vormt dit artikel overigens zelden het draaipunt van juridische procedures. Tot deze plicht behoort ook het kind informatie geven over zijn/haar afstamming (zgn: statusvoorlichting).
  2. Optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor het kind:
    Kinderen hebben recht op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid; een omgeving die vrij is van (psychisch) geweld of verwaarlozing en waarin voldoende ontwikkelingsmogelijkheden zijn.
    Artikel 1:247 lid 2 BW:
    Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
    Het gaat daarbij om alle aspecten van de ontwikkeling van een kind tot volwassene: de fysieke, psychische, emotionele en morele. Lees voor een uitleg in meer detail: Wat wordt verstaan onder de ‘optimale-ontwikkel-plicht’?
  3. Het bevorderen van het familieleven van het kind:
    Een kind heeft recht op familieleven. Dit is met name het geval voor beide ouders, maar ook voor een bredere familiecontext waarmee het kind een ‘nauwe persoonlijke betrekking‘ onderhoudt. Voor gezaghebbende ouders is deze verplichting expliciet opgenomen in de wet, althans voor wat betreft de band die het kind met de andere (gezaghebbende) ouder ontwikkelt.
    Artikel 1:247 lid 3 BW:
    Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.
    Dat de wet de ‘kring’ zo nauw omschrijft, vinden wij een tekortkoming. De staatscommissie Herijking Ouderschap hanteert overigens een bredere definitie, namelijk: “Het zorg dragen voor contact- en omgangsmogelijkheden met voor het kind belangrijke personen. (nr. 7 van de 7 kernen van goed ouderschap).” Lees voor een uitleg in meer detail: De kind-ouderband bevorderen. Wat is dat?
  4. Het recht van het kind op een gelijkwaardige verzorging:
    Een kind heeft na scheiding van zijn ouders recht op een gelijkwaardige verzorging.
    Artikel 1:247 lid 4 BW:
    Een kind over wie de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, behoudt na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed, na de ontbinding van het geregistreerd partnerschap anders dan door de dood, of na het beëindigen van de samenleving indien een aantekening als bedoeld in artikel 252, eerste lid, is geplaatst, recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders.
    Zoals ook bij de andere normen is het goed om te kijken hoe rechters deze norm uitleggen. Wat daarbij naar voren komt is de volgende openen norm: “Dat beide ouders de ouderlijke verantwoordelijkheden op gelijk niveau dragen, met respect voor elkaars rol in het leven van het kind. Ouders dienen elkaar een volwaardige rol in het leven van het kind te gunnen en het kind en elkaar daarin te ondersteunen.” Wanneer ouders niet actief trachten na scheiding gelijkwaardigheid tot stand te brengen, wordt daarmee dit recht van het kind direct geschonden. In de praktijk zien we vooral gezaghebbende ouders die geen gelijkwaardige zorgverdeling hebben dit artikel inzetten om qua zorgtijd vooruit te komen, terwijl o.i. het eigenlijk niet zou moeten gaan over de verdeling maar hoe de ouder die zich verweert tegen de gelijkwaardigheid voldoet aan open normen van ‘respect’ en ‘ondersteunen’, alsmede aan de plichten genoemd bij punt 2 en 3 hierboven. Ook wordt het artikel defensief ingezet wanneer één van beide ouders juist probeert om een ongelijkwaardige zorgverdeling tot stand te brengen, door vooral te benadrukken dat de wetgever dus niet ’50/50′ heeft bedoeld. Lees ook: V&A: Wat is een gelijkwaardige verzorging na scheiding?

Ouderschapsnormen in ouderschapsplannen

In de familierechtpraktijk is verder invulling gegeven aan de ouderschapsnormen. Diverse normen zijn bijvoorbeeld terug te vinden in ouderschapsplannen; o.a.:

  • Respectvol ouderschap:
    Dat ouders die uit elkaar zijn respectvol met elkaar om dienen te gaan, volgt niet expliciet uit de wet. Het volgt indirect uit de ouderschapsnorm van artikel 1:247 lid 2 BW (zie hierboven) die beoogt optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor het kind te creëren. Wat respectvol exact is, wordt meestal niet nader bepaald in ouderschapsplannen. We vinden dit een tekortkoming en de praktijk leert dat in ‘vechtscheidingen’ het inter-ouderschap van de zijde van de niet-welwillende ouder zelden/nooit respectvol is.
  • Ouderlijke titels voor de ouders:
    Dat een kind weet van wie hij/zij afstamt wordt steeds meer als essentieel gezien voor een optimale sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Hiertoe behoren ook de titels papa en mama die zijn voorbehouden voor de biologisch ouders. Hier anders in handelen is strijdig met ouderschapsnormen van artikel 1:247 lid 2 en 3 BW (hierboven).
  • Niet ver weg verhuizen:
    Hebben beide ouders een zorgtaak voor het kind door de weeks (met overnachten), dan kan het verhuizen van één van de ouders (meestal de hoofdverblijf ouder) ervoor zorgen dat deze omgang belastender/onmogelijk wordt voor het kind vanwege toegenomen reistijd. Daarom worden in ouderschapsplannen regelmatig verhuisafstanden opgenomen. Deze norm volgt indirect uit de norm van artikel 1:247 lid 3 BW (hierboven).
  • Vrije onbelaste communicatie:
    Als twee ouders uit elkaar zijn dan is het aan het kind om de twee thuissituaties gescheiden te houden en tegelijk in zichzelf tot één geheel te maken. Ouders kunnen aan dit proces een positieve bijdrage leveren door het kind samen het gevoel te geven dat – binnen reële kaders – er vrij contact mag zijn met de andere ouder en dat dit ook actief wordt bevorderd. Hier als ouder beperkend in handelen is strijdig met de ouderschapsnormen van artikel 1:247 lid 2 en 3 BW (hierboven).
  • Mediation/minnelijk eerst:
    Een kind is in de basis niet gebaat bij juridische strijd tussen de ouders. Het leidt tot een onnodige belasting op ouderniveau die ook effecten kan hebben op het kind. Het leidt daarnaast potentieel tot maanden soms jaren vertraging in de besluitvorming. Hoewel niet expliciet in de wet opgenomen, wordt ‘mediation/minnelijk eerst’ normaal gesproken wel in ouderschapsplannen opgenomen en volgt deze indirect ook uit de norm van artikel 1:247 lid 2 BW (hierboven). Helaas zien we in de praktijk echter dat deze bepaling zo goed als krachteloos is. Regelmatig constateren we dat niet-welwillende ouders juridische kosten uitlokken bij de andere ouder door zich niet te houden aan deze bepaling, terwijl het niet-nakomen van deze norm zonder consequenties blijft. We vinden dit een tekortkoming in de huidige familierecht-praktijk en dit zou o.i. moeten veranderen.
  • Overige normen:
    Houd er rekening mee dat dit overzicht niet uitputtend bedoeld is. Er zijn ook rechten en plichten voor ouders met en zonder ouderlijk gezag die voortvloeien uit wet en verdragen. Daarnaast zijn er normen die voortvloeien uit de rechtspraak en ongeschreven normen.

Landelijk Bureau Handhaving Ouderschapsnormen

Omdat in vechtscheidingen de ouderschapsnormen geregeld volledig worden genegeerd/gefrustreerd, pleiten wij voor een wettelijke sanctiemogelijkheid. Lees ook ons voorstel aan de politiek voor het implementeren van een Landelijk Bureau dat de naleving door de ouders van de ouderschapsnormen zou moeten gaan handhaven.

Concept Tweedekamer-motie over de ouderschapsnormen

Op 14 mei 2021 hebben we een concept motie (via Twitter) online gezet waarin we (cq de indieners) de regering verzoeken om de ouderschapsnormen extra slagkracht te geven. Bekijk de motie hier.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

💡
Heb je tips om onze site of dienstverlening te verbeteren? Deel ze met ons.