Special · Ouderverstoting
Houdt je ex-partner opzettelijk de inter-ouderrelatie onrustig en wordt jullie kind ingezet voor de strijd, dan kan dit ertoe leiden dat je kind – uit zelfbehoud – jou op termijn volledig verstoot. Dit heet ouderverstoting.
Tegenover ouderverstoting (lees definitie) staat oudervervreemding (lees defintie). De rechtspraak heeft tot op heden echter nog steeds geen eenduidige aanpak. Zowel niet van ouderverstoting als van oudervervreemding.
- Enerzijds zien we rechters die doorpakken, die wél maatregelen voor contactherstel en tegen de ‘vervreemder’ nemen. Dan volgen interventies zoals gedragsdiagnostiek door het NIFP, hoge dwangsommen, een uithuisplaatsing van het kind (bij de verstoten ouder), wijziging hoofdverblijf en/of proceskostenveroordelingen.
- Anderzijds zien we – zelfs na het advies van het Expertteam Ouderverstoting – rechters die traditionele denkbeelden in stand houden; met argumenten zoals: het kind wil niet, het kind laat zich niet dwingen, het gaat best goed met het kind, het kind is hulpverlening-moe, hulp of dwang vergroot alleen maar de weerstand, er is rust nodig, rust gaat mogelijk tot toenadering leiden, dus het is beter om het zo te laten. In de meeste gevallen wordt (ten onrechte) nauwelijks gekeken naar hoe de ouders de ouderschapsnormen voorafgaande en na de verstoting hebben ingevuld of invullen en wordt (o.i. ten onrechte) met jeugdhulp de oplossing in het kind gezocht (doch hoogst zelden ook gevonden). Ook zien we bijvoorbeeld dat (gedwongen) hulpverlening inzet op parallel ouderschap, ondanks dat het kind met één ouder nauwelijks/geen contact heeft, en terwijl oudervervreemding een vorm van huiselijk geweld is wat een contra-indicatie is voor parallel ouderschap. O.i. is dit onbegrijpelijk, zeker in het licht van de standpunten van het Expertteam Ouderverstoting daarover. Lees in dit kader ook de in de Volkskrant verschenen opinie: Ook bij heftige ex-partnerstrijd moet rechter blijven inzetten op omgang tussen kind en ouder
Regelmatig lezen we dat rechters jarenlange gerechtelijke- en hulpverleningstrajecten afsluiten met samengevat “de hoop dat het kind op termijn zelf weer contact zoekt” of “de hoop dat in de toekomst de vervreemder alsnog gaat inzien dat deze het contact tussen het kind en de andere ouder moet ondersteunen”. In een zaak die speelde bij Gerechtshof Arhem-Leeuwarden werd een vader zelfs het ouderlijk gezag ontnomen om te voorkomen dat hij zich juridisch zou blijven inzetten voor contactherstel met zijn 14 jarige zoon. Dit soort conclusies tonen o.i. slechts het disfunctioneren van het hele ‘systeem’ en een capitulatie van de rechtspraak waarmee gelijktijdig voortdurende en langjarige kindermishandeling achteraf wordt gelegitimeerd.
Het spreekt voor zich dat de rechters in de meeste vallen niet zelfstandig tot dit soort beslissingen komen. De Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde Instellingen bij ondertoezichtstellingen en soms ook bijzondere curatoren, hebben hierin een belangrijk aandeel. Zo vallen bijvoorbeeld de gematigde of ronduit contra-productieve standpunten op, zoals dat wordt “gehoopt dat een ouder alsnog meewerkt” of “dat het kind tijd moet worden gegeven om..”; let wel, terwijl het kind veelal volledige onder invloed staat van een vervreemder waarvan inmiddels is vastgesteld (of zou kunnen worden vastgesteld) dat deze zich niet/onvoldoende heeft gehouden aan de plicht om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen. Sterker, het gebeurt nog te vaak dat een vervreemder voor dit type professionals tóch nog een goed-genoeg-verzorger/ouder is, en dat is onbegrijpelijk.
Het vraagt dan een rechter met visie en lef om traditionele denkbeelden te doorbreken, zoals de rechter van Rechtbank Limburg in deze uitspraak en de rechter van Rechtbank Rotterdam in deze uitspraak. Dit soort rechters zijn echter onverminderd schaars.
Het is de zwalkende koers door het systeem die o.i. zo snel mogelijk moet worden beëindigd. Enerzijds voor de kinderen en de betrokken ouders die het contact met hun kind verliezen of al hebben verloren. Anderzijds om vervreemders geen uitzicht te bieden op mogelijk succes. En o.i. biedt de wet hiertoe al de noodzakelijke aanknopingspunten. Daarnaast zijn er in de rechtspraak ook gevalideerde routes zoals diagnostiek door Fivoor of het NIFP (van de ouders, de inter-ouderdynamiek en het systeem) en de begeleide omgangsregeling. Lees ook onze uitgebreide visie over hoe het huidige systeem de plank misslaat en hoe ouderverstoting kan worden voorkomen/opgelost.
Tot het moment dat het systeem wél consistent gaat doorpakken, zullen helaas nog vele kinderen contact met een ouder verliezen doordat ze ouderverstoting als enige ‘uitweg’ zien in reactie op het vervreemdingsgedrag door de ouder bij wie ze zich veilig wanen, doch niet zijn.
Lees ook onze antwoorden op meer dan 10 detailvragen over ouderverstoting, bijvoorbeeld:
Let op!
Het in gerechtelijke, jeugdbeschermings- en hulpverleningsprocessen stellen dat de afwijzing door je kind uitsluitend het gevolg is van oudervervreemding, terwijl er – ongeprovoceerd door de andere ouder – wel degelijk zaken tussen je kind en jou zijn voorgevallen die een volledige verstoting proportioneel maken, leidt er o.i. mogelijk toe je de verstoting verdiept. Het ontkennen van eigen schadelijk gedrag is nooit de juiste weg om te bewandelen. Wat wel de juiste weg is lees je hier.