Ouderverstoting Special

Bijgewerkt: 14 maart 2025 | Leestijd: 129 minuten

Houdt je ex-partner opzettelijk de inter-ouderrelatie onrustig en wordt jullie kind ingezet voor de strijd, dan kan dit ertoe leiden dat je kind – uit zelfbehoud – jou op termijn volledig verstoot. Dit heet ouderverstoting.

Ouderverstoting door het kind wordt veroorzaakt door oudervervreemding door de andere ouder. De rechtspraak heeft nog steeds geen eenduidige aanpak. Zowel niet van ouderverstoting door het kind (lees definitie) als van oudervervreemding door een ouder (lees defintie).

  • Enerzijds zien we rechters die doorpakken, die wél maatregelen voor contactherstel en tegen de vervreemder nemen. Dan volgen interventies zoals gedragsdiagnostiek, hoge dwangsommen, eenhoofdig gezag, een uithuisplaatsing van het kind (bij de verstoten ouder), wijziging hoofdverblijf en/of proceskostenveroordelingen.
  • Anderzijds zien we – ondanks het advies van het Expertteam Ouderverstoting en uitspraken van het EHRM zoals L.D. v. Polen – rechters die traditionele denkbeelden in stand houden; met argumenten zoals: het kind wil niet, het kind laat zich niet dwingen, het gaat best goed met het kind, het kind is hulpverlening-moe, hulp of dwang vergroot alleen maar de weerstand, er is rust nodig, rust gaat mogelijk tot toenadering leiden, het kind gaat als het ouder wordt mogelijk nieuwsgierig worden naar de andere ouder, dus het is beter om het zo te laten. In de meeste gevallen wordt (ten onrechte) nauwelijks gekeken naar hoe de ouders de ouderschapsnormen en de informatie- en consultatieplicht voorafgaande aan en na de verstoting hebben ingevuld of invullen en wordt (o.i. ten onrechte) met jeugdhulp de oplossing in het kind gezocht (doch hoogst zelden ook gevonden). Ook zien we bijvoorbeeld dat (gedwongen) hulpverlening inzet op parallel ouderschap, ondanks dat het kind met één ouder nauwelijks/geen contact heeft, en terwijl oudervervreemding een vorm van psychisch geweld/intieme terreur is. Ons inziens is dit onbegrijpelijk, zeker in het licht van de standpunten van het Expertteam Ouderverstoting daarover. Lees in dit kader ook de in de Volkskrant verschenen opinie: Ook bij heftige ex-partnerstrijd moet rechter blijven inzetten op omgang tussen kind en ouder en de opinie: Familierechters, kom met één aanpak van oudervervreemding! 

Regelmatig lezen we dat rechters jarenlange gerechtelijke- en hulpverleningstrajecten afsluiten met samengevat “de hoop dat het kind op termijn zelf weer contact zoekt”, “de hoop dat in de toekomst de vervreemder alsnog gaat inzien dat deze het contact tussen het kind en de andere ouder moet ondersteunen” of “de verwachting dat het kind op een gegeven moment zelf nieuwsgierig wordt”. In een zaak die speelde bij Gerechtshof Arhem-Leeuwarden werd een vader zelfs het ouderlijk gezag ontnomen om te voorkomen dat hij zich juridisch zou blijven inzetten voor contactherstel met zijn 14 jarige zoon, ondanks dat hij eerder steeds gelijk had gekregen. Dit soort onbegrijpelijke uitkomsten tonen o.i. slechts het disfunctioneren van het hele ‘systeem’ en een capitulatie van de rechtspraak waarmee gelijktijdig voortdurende en langjarige kindermishandeling evenals psychisch geweld naar de andere ouder wordt gelegitimeerd. Lees in dit kader ook de opinie: Bij ouderverstoting steeds vroegere systeemcapitulatie.

Het spreekt voor zich dat de rechters in de meeste gevallen niet zelfstandig tot dit soort beslissingen komen. De Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde Instellingen bij ondertoezichtstellingen en soms ook bijzondere curatoren, hebben hierin een belangrijk aandeel. Zo vallen bijvoorbeeld de neutrale of ronduit contraproductieve standpunten op, zoals dat “wordt gehoopt dat een ouder alsnog meewerkt” of “dat het kind tijd moet worden gegeven om..”; let wel, terwijl het kind veelal volledige onder invloed staat van de vervreemder waarvan inmiddels is vastgesteld (of zou kunnen worden vastgesteld) dat deze zich niet/onvoldoende heeft gehouden/houdt aan de plicht om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen. Sterker, het gebeurt nog te vaak dat de vervreemder voor dit type professionals tóch nog een goed-genoeg-verzorger/ouder is, en dat is onbegrijpelijk. Lees ook de opinie: Maak de band-bevorder-plicht onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!

Het vraagt dan een rechter met visie en lef om traditionele denkbeelden te doorbreken, zoals de rechter van Rechtbank Limburg in deze uitspraak, de rechter van Rechtbank Rotterdam in deze uitspraak en de rechter van Rechtbank Midden-Nederland in deze uitspraak. Dit type rechters en uitspraken is echter onverminderd schaars, terwijl er notabene, zowel volgens deze uitspraak van de Hoge Raad als deze uitspraak en deze uitspraak van het EHRM een zeer grote inspanningsplicht ligt voor rechters en de overheid om ‘alles’ in het werk te stellen om de band en daarmee het contact met beide ouders en in het bijzonder met de verstoten ouder te realiseren. In de praktijk zien we hiervan echter nauwelijks iets terug (enkele rechters uitgezonderd, zie onze top 6 hieronder).

Het is de zwalkende koers door het systeem die o.i. zo snel mogelijk moet worden beëindigd. De overheid móet gaan staan voor het recht op familieleven. Enerzijds voor de kinderen. Anderzijds voor de betrokken ouders die de band en daarmee het contact met hun kind verliezen of al hebben verloren. Dit is verder van belang om vervreemders geen uitzicht te bieden op mogelijk succes. Dit laatste, dat je als vervreemder uiteindelijk toch wel aan het langste eind trekt of toch nog wel één laatste kans krijgt, is o.i. precies wat de rechtspraak via ondoordachte uitspraken de praktijk in stuurt.

De wet biedt rechters ruimschoots (ambtshalve) bevoegdheden om hierin direct een omkering te bewerkstelligen. Daarnaast zijn er in de rechtspraak ook gevalideerde routes zoals diagnostiek door Fivoor of het NIFP (van de ouders, de inter-ouderdynamiek en het gezinssysteem, zie ook deze uitspraak in een UHP-zaak) en de begeleide omgangsregeling. Lees ook onze uitgebreide visie over hoe het huidige systeem de plank misslaat en hoe ouderverstoting kan worden voorkomen/opgelost. Overigens is het NIFP bezig met een afbouw van familierechtelijke rapportages, wat een zeer zorgelijke ontwikkeling is. Lees ook de opinie: Waarom niet (meer) NIFP bij ‘complexe’ scheidingen?

Tot het moment dat het systeem en in het bijzonder de rechtspraak wél consistent gaat doorpakken, het recht op familieleven gaat respecteren en de band-bevorder-plicht in het bijzonder consistent gaat toetsen, zullen helaas nog zeer veel kinderen de band (en daarmee het contact) met een ouder verliezen doordat ze ouderverstoting als enige ‘uitweg’ zien in reactie op het vervreemdingsgedrag door de ouder bij wie ze zich veilig wanen, doch niet zijn.

Als je te maken hebt met oudervervreemding, lees dan onze tips:

  1. Heb je nog contact met je kind, blijf dan inzetten op het hebben van waardevolle hechtingsmomenten. Werk consistent aan een fijne warme band met je kind, ondanks de belemmeringen die de vervreemder blijft opwerpen.
  2. Zoek (pedagogische) hulp bij het zelf aanleren van positief gedrag om het gedrag van je kind – dat hij/zij laat zien als gevolg van de schadelijke invloed van de andere ouder – op een juiste wijze op te vangen en om te buigen. Het gaat dus om scholing van jezelf en niet om direct het gedrag van je kind te corrigeren. Wil je hulp? We kunnen je verwijzen.
  3. Vervreemdingsgedrag kan heel lastig te detecteren zijn. School jezelf daarom in het herkennen van de verschillende vormen. Dr. Amy Baker, een internationaal erkende autoriteit op het gebied van ouderverstoting, heeft op zeer heldere wijze 17 verschillende strategieën (link opent bestand) beschreven die vervreemders inzetten.
  4. Administreer nauwgezet welk schadelijke gedrag je observeert bij zowel de andere ouder en je kind en neem passende positieve acties.
  5. Wees zeer beducht op kindsignalen en doe zo nodig een melding bij Veilig Thuis. Houd er wel rekening mee dat Veilig Thuis niet altijd iets kan met de melding als er nog ’te weinig’ kindsignalen zijn. Veel kinderen zitten in wat een ‘voortschrijdend ongeluk’ kan worden genoemd, waarin in kleine stapjes het loyaliteitsconflict in het kind steeds erger wordt.
  6. Geef de vervreemder geen ‘haakjes’ waar loyaliteitsbeïnvloedend gedrag aan kan worden opgehangen, hoewel dit praktisch onmogelijk is, omdat dit door zowel acties als inacties kan worden gecreëerd door de vervreemder.
  7. Als je kind ondanks de negatieve invloed van de vervreemder toch redelijk in balans is, dan bereik je iets positiefs. Ook getuigt het van veerkracht bij je kind, waar je waarschijnlijk een positieve bijdrage aan levert.
  8. Blijf (ook juridisch) inzetten op voldoende omgang met je kind. In meerdere rechterlijke uitspraken is ondanks een ernstige vechtscheiding tussen de ouders toch een (min of meer) gelijkwaardige zorgverdeling vastgesteld of is de zorg (uiteindelijk) zo goed als volledig naar de verstoten ouder gegaan.
  9. Houd hoop. Blijf positief.

Eén van de belangrijkste dilemma’s bij oudervervreemding is of de andere ouder wel of niet te confronteren met het vervreemdingsgedrag. Door negatieve gedragingen en de eventuele invloed daarvan op je kind te blijven benoemen, weet de vervreemder dat het gedrag niet ongezien blijft. Het geeft de vervreemder gelegenheid om te reageren of het biedt een gelegenheid om in overleg te gaan. Leidt het niet tot een positieve gedragsverandering, dan bouw je zo automatisch een dossier op van welwillend en welhandelend gedrag van jouw zijde, gevolgd door niet-welwillend gedrag van de andere zijde. De wijze en toon waarop je dit doet is erg belangrijk.

Soms echter kan het verstandiger zijn om de vervreemder (nog) niet te confronteren met het geobserveerde gedrag of de effecten die dit gedrag heeft. Bijvoorbeeld als dit zo aantoonbaar ernstig is, dat dit beter via een hulpverleningsinstantie als Veilig Thuis kan worden aangekaart. Daarnaast krijgen we regelmatig de reactie van cliënten dat ze de confrontatie lastig vinden, omdat het ertoe leidt dat het kind in de thuissituatie van de vervreemder de negatieve gevolgen ervan ondervindt.

Kies je voor benoemen of juist niet benoemen wat je observeert, dan zijn de effecten (voor je kind) nooit te voorspellen. Wat er ook gebeurt, wij raden aan rustig en consistent te blijven. Dit brengt je uiteindelijk het verst, ook als er bijvoorbeeld een hulpverlener is betrokken.

Let op! Naarmate je kind ouder wordt, is het steeds moeilijker om juridisch bepaalde veranderingen te bereiken. Begin op tijd. Wacht je totdat de omgang niet wordt nagekomen en is je kind globaal 12 jaar en ouder, dan ga je het in het huidige systeem moeilijk krijgen. Zo een rechtszaak kan dan gaan over het verkrijgen van meer zorg voor je kind, het eenhoofdig gezag en/of de hoofdverblijfplaats. Deze doelen zijn individueel beschreven in onze kennisbank.

Al deze procedures zijn echter lapmiddelen en geen garantie dat het vervreemdingsgedrag door de andere ouder stopt. Deze procedures kunnen er zelfs toe leiden dat het kind nog verder in het loyaliteitsconflict wordt gedrongen, bijvoorbeeld omdat het kind van 12 jaar en ouder ook om zijn/haar mening wordt gevraagd. Bovendien is eenhoofdig gezag bijvoorbeeld geen garantie dat het vervreemdingsgedrag stopt. Dit kan uiteindelijk slechts worden bereikt door het kind volledig uit de invloedssfeer van de vervreemder te halen en die ‘omgangskaart’ ligt niet snel op tafel. Dit is één van onze grootste kritiekpunten op het huidige systeem.

Het kan bovendien lang duren voordat er voldoende bewijs is van vervreemdingsgedrag om een juridische actie op te baseren, ook omdat het negatieve loyaliteitsbeïnvloedende gedrag van de vervreemder voor derden zeer moeilijk te detecteren kan zijn.

Wanneer een zaak voor de rechter komt waarbij oudervervreemding, ouderverstoting, ouderonthechting of ouderafwijzing wordt gesteld, dan laat de rechter meestal de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek doen. Aan de Raad wordt dan bijvoorbeeld gevraagd om te adviseren welke zorgregeling en gezagssituatie het beste is voor het kind. Deze adviesvraag is o.i. overigens te beperkt en daarin kan je zelf iets sturen door focus te leggen op (het gebrek aan) positieve acties door de vervreemder.

De uitkomst van de rechtszaak is door het subjectieve rechterlijke toetsingskader zeer onzeker. Dit is gebruikelijk in het familierecht.

Wordt bij je kind een negatief ouderbeeld vastgesteld, dan is de kans aanzienlijk dat je kind onder toezicht wordt gesteld. Een negatief ouderbeeld kwalificeert in de rechtspraak namelijk steeds vaker als een ‘ernstige ontwikkelingsbedreiging’.

De OTS biedt een kans voor welwillende ouders, hoewel de uitkomst zeer afhankelijk is van de kwaliteit van de gezinsvoogd. We stellen helaas regelmatig vast dat ‘het systeem’ de plank mis slaat of de eenvoudige uitweg kiest. Daarnaast zijn er bij de meeste Gecertificeerde Instellingen die OTS-en uitvoeren wachtlijsten. En deze wachtlijsten faciliteren feitelijk de vervreemder doordat deze kan voortgaan met de vervreemding. Tot slot, kan je de pech hebben dat je een gezinsvoogd treft die niet voldoende capabel is of die vast zit in eigen overtuigingen.

Staat je kind al onder toezicht, dan kan je slechts beperkt invloed uitoefenen om de Gecertificeerde Instelling op het rechte pad te houden. Lees: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?

Er is een kentering in de rechtspraak zichtbaar waarin er steeds vaker stevig wordt ingegrepen. Er is echter nog geen consistente lijn. Oplossingen die de rechtspraak hanteert zijn:

  • Diagnostiek van de ouders, het inter-oudergedrag en het systeem (bijvoorbeeld door het NIFP/Fivoor). Af en toe wordt er ook een MASIC ingezet.
  • Individuele hulpverlening voor ouders en kind.
  • Het inzetten van gedwongen hulpverlening om de omgang tussen het kind en de verstoten ouder te hervatten.
  • Het kind (tijdelijk) volledig uit de invloedssfeer van de vervreemder plaatsen door een (uithuis)plaatsing bij de verstoten ouder. Ook komt het voor dat het kind eerst in een neutrale omgeving wordt gebracht van waaruit het contact met de verstoten ouder weer wordt opgebouwd.
  • Af en toe zien we dat zeer hoge dwangsommen of lijfsdwang worden vastgesteld om de vervreemder tot nakoming van de rechterlijke beslissing te dwingen.

In hoeverre de rechter dit soort maatregelen werkelijk als serieuze optie beziet hangt af van o.a.:

  • De leeftijd van het kind.
  • De mate van weerstand bij het kind; of er een weglooprisico is of er wellicht ook fysiek verzet is.
  • In welke mate vrijwillige of gedwongen hulpverlening eerder is ingezet.
  • Andere zaken die wellicht een transitie naar de andere ouder zouden belemmeren. Er zijn voorbeelden dat een kind zo sterk parentificeerde, dat dit op zich een contra-indicatie was voor herstel van de omgang met de verstoten ouder, terwijl parentificatie normaal juist een indicatie is voor het tegenovergestelde.

De grootste (o.i. eenvoudig oplosbare) verbeterpunten:

  • Rechtspraak en hulpverlening lijkt er (nog) onvoldoende van doordrongen dat de de vervreemder een plicht heeft om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen en dat dit een positieve-actieplicht is. Hetzelfde geldt voor de plicht om ook op inter-ouderniveau de situatie tot rust te brengen. Wat o.i. nodig is, is dat de ouders individueel en gezamenlijk strikt worden gehouden aan hun wettelijke plichten van artikel 1:247 leden 2 en 3 BW, de zogenaamde ouderschapsnormen.
  • Je zou verwachten dat als een rechter kiest voor een uithuisplaatsing bij de andere ouder, dat er een team van professionals klaarstaat om dit te begeleiden. Dit gespecialiseerde team is er echter niet, noch is er een gevalideerd hulpprogramma. Dit werpt een extra drempel op voor rechters.
  • Verder is er natuurlijk de situatie dat de vervreemder de niet-hoofdverblijfouder is. Deze komt hier in de praktijk echter minder voor.

Rechters die goed werk doen en (coalitie-)ouders wel houden aan hun ouderlijke plichten, zetten we in het zonnetje. De namen hierna zijn het resultaat van voortdurend rechtspraakonderzoek. Krijg je één van deze rechters in je zaak, dan is er een grotere kans op een positieve uitkomst. Omdat je geen invloed hebt welke rechtbank bevoegd is en welke rechter je krijgt, heeft dit overzicht uiteraard slechts een beperkte waarde. Vind je dat de rechter in jouw zaak hier niet mag ontbreken, stuur gerust een bericht.

  1. Mw. mr. M.A.A.T. Engbers, Rechtbank Midden-Nederland
  2. Mw. mr. T. Dopheide, Rechtbank Midden-Nederland
  3. Dhr. mr. C.A.R.M. van Leuven, Rechtbank Zeeland-West-Brabant (voorheen Gerechtshof Den Bosch)
  4. Dhr. mr. R.M. van Diepen, Rechtbank Noord-Holland
  5. Dhr. mr. P.H.J. Frénay, Rechtbank Limburg
  6. Mw. mr. H.J. Wieman-Bart, Gerechtshof Den Haag (voorheen Rechtbank Rotterdam)

Ben je eenmaal verstoten en is er helemaal geen of slechts zeer sporadisch contact, dan helpt dit je wellicht verder:

  1. De wettelijke plicht van de vervreemder om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen stopt niet met de verstoting door het kind. Er zijn professionals die vinden dat dit wel stopt, namelijk gezien de zogenaamde ’toenemende mondigheid’ van het kind (naarmate deze ouder wordt).
    Artikel 1:247 lid 3 BW:
    Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.
    Lees ook: Mijn puber heeft mij verstoten, wat kan ik juridisch nog?
  2. Publiceer nooit herkenbaar over je verstoting in de media of op social media. Zowel rechters als de Raad voor de Kinderbescherming zien dit gedrag als schadelijk voor je kind, omdat je je kind door het publieke karakter schaadt. Ook wekt dit de indruk dat je je kind belast met de verantwoordelijkheid om het contact met jou te herstellen. Daarmee plaats je je kind tussen jou en je ex-partner in.
  3. Publiceer niet publiekelijk en herkenbaar over negatieve gedragingen van je ex-partner. Naast dat dit door instanties als belemmerend voor een herstel van de inter-ouderrelatie wordt gezien, neigt het bovendien naar ‘smaad‘ of ‘laster‘. Beiden zijn gedragingen die tot strafvervolging kunnen leiden.
  4. Analyseer goed welke positieve gedragingen van jouw zijde worden verwacht door instanties. Je gedrag consistent positief wijzigen en inzicht tonen, biedt mogelijk ruimte voor een hernieuwd verzoek tot het vaststellen van omgang.
  5. Zoek af en toe op een constructieve manier contact met je kind en de vervreemder – hoe moeilijk dit ook is. Ook als je kind of de vervreemder niet reageert. Verwacht hier niets van, documenteer alles. Zoek niet teveel contact. Voorkom te allen tijde dat je een contactverbod opgelegd krijgt of dat je gedrag anderszins als niet-proportioneel gezien kan worden door een instantie.
  6. Zorg dat je er klaar voor bent als je kind contact opneemt, ongeacht de intentie. Lees: Mijn puber heeft me verstoten, maar WhatsAppt af en toe, wat nu?
  7. Houd hoop, geef niet op, zoek hulp, blijf realistisch, zoek voldoende ruimte en tijd voor jezelf voor leuke dingen.

Lees ook onze antwoorden op meer dan 10 detailvragen over ouderverstoting, bijvoorbeeld:

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Let op!
Het in gerechtelijke, jeugdbeschermings- en hulpverleningsprocessen stellen dat de afwijzing door je kind uitsluitend het gevolg is van oudervervreemding, terwijl er – ongeprovoceerd door de andere ouder – wel degelijk zaken tussen je kind en jou zijn voorgevallen die een volledige verstoting proportioneel maken, leidt er o.i. mogelijk toe dat je de verstoting verdiept. Het ontkennen van eigen schadelijk gedrag is nooit de juiste weg om te bewandelen. Wat wel de juiste weg is lees je hier.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.
Lees hierna onze inzichten en voorbeelden van rechterlijke uitspraken in vergelijkbare situaties. Is een rechtszaak onvermijdelijk? Ontdek ook onze kostenbesparende 'litigation support'.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Inzichten

  1. Er lijkt een verandering gaande in de rechtspraak waarin oudervervreemding vaker als ‘een vorm van kindermishandeling’ wordt aangemerkt.
  2. Als de vervreemder ook de ouder met het hoofdverblijf is (meestal de moeder), zal niet snel tot een wijziging in het gezag worden overgegaan als er nog een kans is dat de hulpverlening iets bereikt.
  3. Er is ambivalentie in de rechtspraak rondom de stelligheid waarmee de vervreemder wordt gewezen op de wettelijke plicht om het contact tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.
  4. Niet op tijd handelen kan ertoe leiden dat er een ‘voldongen feit’ ontstaat, waarbij een eventueel contact tussen de verstoten ouder en het kind op de lange baan wordt geschoven en toch weer afhankelijk wordt gesteld van de steun van de vervreemder of het initiatief van het kind.
  • Hoe aannemelijk het is dat de situatie is veroorzaakt in het kader van een vervreemdingscampagne door een vervreemder.
  • In hoeverre er contra-indicaties zijn bij de verstoten ouder.
  • In hoeverre er contra-indicaties zijn in de band tussen het kind en de verstoten ouder.
  • Hoe haalbaar de wens-doelen van de verstoten ouder zijn in relatie tot de ‘psychologische draagkracht’ van het kind en de vervreemder.
  • In hoeverre er al in een eerder stadium hulpverlening is ingezet.
  • De leeftijd van het kind.

Wat thans nog onderbelicht blijft in de gemiddelde rechterlijke beoordeling is in hoeverre de ouder bij wie het kind na verstoting verblijft zich (ruimhartig) heeft gehouden en nog houdt aan de verplichtingen die komen met de ouderlijke verantwoordelijkheid. Dit omvat onder andere de plicht om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen, de informatie- en consultatieplicht en de plicht om een normale ouderschapsrelatie met de andere ouder te bewerkstelligen. Geen enkele ouder heeft het recht zich aan deze verplichtingen te onttrekken zonder rechterlijke toestemming. Dit wel doen is feitelijk ‘eigenrichting’, echter dit wordt door de rechtspraak onvoldoende (h)erkend.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Rechtspraak

Je leest een selectie. Deze wordt regelmatig bijgewerkt. Meer uitspraken of research nodig? Contact ons voor hulp.

Rechter handelt wel bij oudervervreemding

Twee kinderen staan onder toezicht en wijzen hun moeder volledig af. Naast de ondertoezichtstelling is er hulp betrokken om de banden tussen de kinderen en de moeder weer te herstellen. De rechter wil ruimbaan voor de hulpverlening en stelt – naast dat de ondertoezichtstelling met een jaar wordt verlengd:

dat beide kinderen voorlopig volledig bij de moeder blijven wonen en geen contact hebben met de vader en de familie van de vader. Om dit behandeltraject te laten slagen zullen de kinderen namelijk beschermd moeten worden van de druk van buitenaf om hun moeder af te wijzen, zodat zij de moeder weer kunnen accepteren als hun eerste opvoeder. Pas als beide kinderen de moeder niet meer afwijzen, kan worden gekeken hoe en in welke vorm het contact met de vader kan worden opgepakt.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Weer een uitspraak van mw. mr. M.A.A.T. Engbers die kiest voor een interventievorm die uitgaat van het vooralsnog schrappen van het contact tussen de kinderen en de coalitie-ouder. De vraag die wel rijst is, welke dwang/drang eerder is ingezet op i.c. de vader die tenslotte in deze situatie hoofdverantwoordelijk is om de omkering van de ouderverstoting te bewerkstelligen en die nu buitenspel wordt gezet.

Twee kinderen staat onder toezicht, mede omdat ze geen contact meer hebben met hun vader. De moeder stelt zich op het standpunt dat de ondertoezichtstelling geen meerwaarde meer heeft. Ze stelt bovendien de kans waarschijnlijker is dat de kinderen de vader wel weer zullen gaan zien als de ondertoezichtstelling er weer af is. Bovendien vindt ze dat de communicatie tussen de ouders goed verloopt, terwijl ze in haar stukken de vader diskwalificeert.

De rechter verlengt de ondertoezichtstelling, mede vanwege de elkaar conflicterende standpunten van de moeder.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Weer een uitspraak van Rechtbank Den Haag vóór (blijven) inzetten op contactherstel. De beslissing legt het behalen van dit doel evenwel opnieuw ’tussen de ouders’. Hiermee wordt de betrokken gecertificeerde instelling onvoldoende backing gegeven om sterker in te zetten op het moeder daadwerkelijk te bewegen zich te houden aan haar plicht om de banden tussen de kinderen en de vader te bevorderen.

Een kind van 8 jaar heeft geen/nauwelijks contact met haar vader. Ze staat onder toezicht en de ondertoezichtstelling heeft ook tot doel om de omgang met haar vader weer opgestart te krijgen. De moeder geeft echter niet haar steun hierin waarbij ze zicht onder andere beroept op dat vader het kind seksueel zou hebben misbruikt en dat de vader een onveilige opvoedsituatie zou bieden. De rechtbank moet een beslissing nemen over een definitieve zorgregeling.

De rechtbank stelt de beslissing opnieuw uit en overweegt o.a. het volgende:

De rechtbank heeft niet de indruk dat de moeder [minderjarige] voldoende corrigeert in haar onbeschofte gedrag naar de vader. Integendeel, de moeder heeft zeer sterk het gevoel dat ze [minderjarige] moet beschermen tegen de vader en straalt dit in alles uit. Zij vindt dat [minderjarige] wordt getergd doordat zij wordt gedwongen tot omgang met de vader. Hieruit blijkt dat de moeder [minderjarige] in ieder geval geen emotionele toestemming kan geven om onbelast contact met de vader te hebben. De rechtbank meent dat het tergen van [minderjarige] hierin zit en niet in de gedwongen omgang. Deze beschermende houding van de moeder is beknellend en beschadigend voor [minderjarige] . Daar komt bij dat de moeder heeft aangegeven niet open te staan voor de hulpverlening, die wordt geadviseerd in het verslag van het psychodiagnostisch onderzoek. De moeder schaadt hiermee het belang van [minderjarige] . De rechtbank acht dit geen verantwoord ouderschap.
De rechtbank is van mening dat het verdere verloop van de ondertoezichtstelling moet worden afgewacht en houdt de beslissing aan.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Weer een uitstekende uitspraak van mw. mr. M.A.A.T. Engbers van Rechtbank Midden-Nederland die duidelijk maakt dat de moeder degene is die normalisering van verhoudingen in de weg staat door haar gedrag dat geparafraseerd haaks staat op haar plicht om de banden tussen haar dochter en de vader te bevorderen.

Een kind bevindt zich in een loyaliteitsconflict. Dit is het resultaat van het gedrag van de moeder. De moeder is zeer beschermend en controlerend richting haar kind en vindt het heel lastig om haar kind toestemming te geven voor contact met mensen in wie zij (de moeder) geen of minder vertrouwen heeft. Dat zijn in ieder geval haar eigen ouders, de vader en de jeugdbeschermer.

De rechter verlengt de ondertoezichtstelling.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een uitspraak die in zoverre opmerkelijk is, in dat deze op geen enkele wijze een instructie richting de gecertificeerde instelling omvat om te gaan uitzoeken waarin het gedrag van de moeder wortelt. Hier in de praktijk geregeld situaties waarin dit ook niet is gebeurd en uiteindelijk geen enkele gedragsverandering van de betreffende ouder wordt bewerkstelligd.

Een moeder schrapt de omgang tussen haar kind van 4 en de vader, terwijl er een gelijke zorgverdeling was. Eerder hadden ouders een om het weekend regeling afgesproken. De vader verzoekt de rechter de omgang te herstellen.

De rechter beslist de omgang te hervatten conform de lopende zorgverdeling en passeert daarbij wat ouders eerder hadden afgesproken. De rechter overweegt o.a.:

De regeling is maanden goed gegaan. Dat partijen eerder een weekendregeling hadden afgesproken doet daar niet aan af. Bovendien is gebleken dat het contact niet is gestopt omdat de man de veiligheid van de minderjarige niet kan waarborgen. Het pijnpunt is gelegen in de manier waarop partijen met elkaar omgaan. De communicatie tussen partijen wordt, zoals ook tijdens de mondelinge behandeling naar voren kwam, gekenmerkt door strijd en een groot wederzijds wantrouwen.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een ‘klare taal’ uitspraak rechter mr. drs. J. van den Bos en één die navolging verdient. Wat echter nog ontbreekt is een duidelijke consequentie voor het zelfbepalende gedrag van i.c. moeder die daarmee de belangen van het kind heeft veronachtzaamd.

Rechter handelt niet bij oudervervreemding

Een kind van 11 jaar wijst zijn moeder volledig af en is bij zijn vader gaan wonen tegen de geldende zorgregeling in. Bij tussenbeschikking is het hoofdverblijf naar de vader verplaatst. Het kind gaat daar ook inmiddels naar school. Wat nu nog voorligt is of er een omgang moet worden vastgesteld tussen het kind en de moeder. Het kind staat onder toezicht.

Het hof wijst dit verzoek af en plaatst hervatting volledig in handen van de GI.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Wat in deze casus vooral opvalt is het zalvende taalgebruik van Gerechtshof Den Bosch. In deze uitspraak wordt er geen enkel concreet doel neergelegd wat moet worden behaald. Partijen hoeven slechts ‘hun best’ te doen. Als je de tussenbeschikking erbij pakt, dan vallen ook de zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming op. De raad: “Het is fijn dat de ouders tot afspraken zijn gekomen, maar het is heel belangrijk dat de vader een plek kan geven aan de moeder in het leven van [minderjarige] . De vader moet dit ook stimuleren.” Uit de eindbeschikking blijkt evenwel dat de vader daarin geen vorderingen (heeft ge)boekt.

Een moeder heeft de (zelfzuchtige) beslissing genomen om na scheiding van de vader van haar twee kinderen, zonder haar twee kinderen voor de liefde te vertrekken naar het buitenland. De kinderen rekenen dit haar zwaar aan waardoor ze aangeven haar niet meer te willen zien. De vader verzoekt eenhoofdig gezag omdat de kinderen klem en verloren raken tussen de beide ouders en het gezag gezien de leeftijd nog maar weinig inhoud heeft.

Het hof ontneemt moeder het hof het ouderlijk gezag.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Deze uitspraak valt in het ‘bakje’ rechter grijpt niet in bij oudervervreemding gezien het gedrag van de vader. Dit gedrag staat hervatting van het contact tussen de kinderen en moeder in de weg, staat haaks op zijn ouderlijke verantwoordelijkheden, en leidt tot zorgen voor de toekomst.

Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat de vader de moeder nog altijd bestookt met kwetsende en beledigende berichten. Dit neemt niet weg dat de kinderen last hebben van de situatie en klem zitten tussen de ouders. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn loyaal aan de vader en hebben in het gesprek met de voorzitter voorafgaand aan de mondelinge behandeling duidelijk te kennen geven dat zij niet willen dat hun moeder betrokken wordt bij gezagsbeslissingen.

Ons inziens zou zult gedrag nooit moeten kunnen leiden tot een voor de betreffende ouder positieve beslissing, omdat dit gedrag mede aan de basis staat voor hetgeen de kinderen in hun ontwikkeling bedreigt, ook nadat ze straks meerderjarig zijn geworden.

Een kind heeft al 2 jaar geen contact met zijn vader. De moeder wil dat de vader de omgang met zijn kind wordt ontzegd en dat het kind van 11 jaar zelf moet kunnen beslissen of/wanneer er omgang is.

Het kind zit in een loyaliteitsconflict. Er is een historie van gerechtelijke procedures over omgang. De communicatie is slecht en het kind staat inmiddels onder toezicht.

De rechter concludeert dat de betrokkenheid van een gecertificeerde instelling en een omgangsontzegging met elkaar botsen en bepaalt dat er (slechts) omgang gaat zijn als het kind dit aangeeft te willen (e.e.a. onder regie van de GI).

Volledige uitspraak

Naschrift:

Het enkele feit dat er kennelijk een informatieregeling dient te worden vastgesteld voor de coalitie-ouder in plaats van dat deze zich hieraan uit zichzelf ruimhartig houdt, spreekt boekdelen over de kans van slagen van de opdracht van JBB en de kans op herstel van de band (en het contact met) tussen het kind en de buitenouder.

Bovendien wordt de coalitie-ouder afgezien van een magere informatieplicht op geen enkele wijze gewezen op de voortdurende plicht om ‘de banden tussen het kind en de buiten-ouder actief te bevorderen’. De vraag is of JBB deze ouder daar wel aan gaat houden of dat het andermaal zo een zaak gaat zijn waarbij de GI gedurende de ondertoezichtstelling feitelijk een barrière effectueert tussen buiten-ouder en kind+coalitie-ouder.

Een vader procedeert al bijna 6 jaren voor omgang met zijn inmiddels 7 jaar oude kind. Eerst moet vader procederen voor erkenning, daarna voor gezag en omgang. Het kind en de vader hebben elkaar nog nooit gezien.

De moeder werkt aan niets mee. Zes jaar geleden zei de moeder al dat er geen rol voor de vader zou zijn. Haar PTSS zou hieraan in de weg staan. Ze vindt bovendien dat het kind prima zonder vader kan opgroeien/opgroeit.

Het kind staat enige tijd onder toezicht, maar dat wordt weer beëindigd, ogenschijnlijk vanwege een gebrek aan zorgen of onvoldoende resultaat. Het NIFP doet onderzoek, echter de moeder laat het niet toe om een ‘compleet beeld’ te krijgen. De Raad voor de Kinderbescherming vindt het ‘een complexe situatie’.

De rechtbank gooit de handdoek in de ring wat betreft de omgang, geeft vader wel gezag en stelt daarnaast een maandelijkse informatieregeling vast op straffe van een dwangsom voor moeder en stelt te verwachten dat:

“[kind] op een gegeven moment zelf nieuwsgierig wordt naar zijn vader. [kind] kan dan, op latere leeftijd, zelf op onderzoek uitgaan en er achter komen dat zijn vader er heel graag voor hem had willen zijn en dat het zeker niet aan de vader te wijten is dat dit niet het geval was.”

Volledige uitspraak

Naschrift:

Andermaal een uitspraak waaruit volledig systeemfalen blijkt en de rechtspraak bovendien een signaal de praktijk in stuurt dat niet-meewerken loont. Deze moeder veronachtzaamt in ernstige mate haar artikel 1:247 lid 3 BW-plicht, echter de rechter verbindt daar uiteindelijk geen andere consequentie aan dan vader qua ouderlijk gezag op gelijke voet te zetten met moeder. Zelfbepalende ouders zonder inzicht in de negatieve effecten van hun gedrag op het kind (en de andere ouder) en/of onvoldoende veranderingsbereidheid veranderen hun gedrag niet zonder dwang. Dit is wat deze zaak andermaal pijnlijk duidelijk maakt. De rechtspraak werkt hier actief mee aan oudervervreemding.

Een kind staat onder toezicht. Ze wil geen contact meer met haar vader. Ouders zijn al jaren verwikkeld in rechtszaken en hulpverlening. Vader wil dat er (opnieuw) omgang wordt opgestart. De moeder wijst haar inspanningsplicht van de hand omdat ‘het de weerstand van het kind slechts zal vergroten’.

Het hof concludeert dat geen omgang dient te worden vastgesteld. Ouders moeten aan de slag met ouderschapsreorganisatie en solo-parallel ouderschap.

Volledige uitspraak

Naschrift:
Daar waar het ouderverstoting en oudervervreemding betrof was Gerechtshof s-Hertogenbosch altijd een baken waar ouders op konden bouwen. Dit – blijkt nu – was slechts toe te rekenen aan raadsheer Cees van Leuven, blijkens de ‘nieuwe koers’ die bij het hof wordt gevaren. Typerend voor deze koers is deze uitspraak een voorlopig sluitstuk van een jarenlang getouwtrek tussen ouders om een kind van inmiddels 15 jaar. Jaren hulp én rechtspraak heeft niet kunnen voorkomen dat het kind toch één ouder heeft verstoten.

In de uitspraak wordt het neergezet als samengevat ‘een logisch gevolg van’. De bijzondere curator wordt door ’t hof nagepraat in een soort idealistische wens voor ‘ouderschapsreorganisatie’ door de ouders. Solo-parallel ouderschap zou de oplossing zijn. Het is tekenend voor het failliet van de (hogere) rechtspraak in Nederland rondom dit onderwerp.

Momenteel loopt er een verzoek tot het instellen vordering tot cassatie in het belang der wet bij de Hoge Raad der Nederlanden tegen uitspraken als dit waarin solo-parallel ouderschap als de oplossing wordt gepitched.

De oplossing zit namelijk helemaal niet in parallel ouderschap, maar in de handhaving van de plichten die ouders (naar elkaar) hebben en die onder meer voortvloeien uit het IVRK, EVRM én Boek 1 BW. Niets van dit alles echter te ontdekken in deze uitspraak van Hof Den Bosch.

Tot slot, de uitspraak geeft moeder geen enkele prikkel om zich daadwerkelijk in te spannen voor het herstel van de band tussen het kind en de vader en geeft daarmee de GI een onmogelijke opdracht.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Meer verdiepen?