Thema · Dwangmiddelen

Bijgewerkt: 9 mei 2024 | Wetsingang: Art. 585 RV (lijfsdwang) + Art. 611a RV (dwangsommen) + Art. 812 RV (sterke arm) + Art. 1:253a lid 5 BW | Leestijd: 16 minuten

Is het aannemelijk of verwacht dat een rechterlijke beslissing niet (volledig) wordt nakomen? Dan kan aan de rechter een dwangmiddel worden gevraagd. Dit is bijvoorbeeld een dwangsom of lijfsdwang. Ook wordt soms inzet van ‘de sterke arm’ verzocht. De rechter kan ook uit zichzelf een dwangsom opleggen.

Het doel van de dwangregeling is niet ‘straf’ maar om een gedragsverandering tot stand te brengen. Lijfsdwang – in de vorm van een opsluiting van de niet-nakomer – zien we vooral in procedures rondom alimentatie.

Er wordt door rechters zeer terughoudend omgegaan met dwangmiddelen. Een veelgebruikt argument voor deze terughoudendheid is dat ‘gezien de familierechtelijke aard van het geschil’ een dwangmiddel de situatie alleen maar verder op scherp zou kunnen zetten. Dit zou weer niet in het belang zijn van betrokken kinderen of de inter-oudersituatie.

Deze terughoudende opstelling leidt in de praktijk regelmatig tot schrijnende situaties waarbij ouders herhaaldelijk moeten procederen om nakoming van een rechterlijke beslissing te vorderen. Het gevolg, hoge kosten en uitstel van de uitvoering van de oorspronkelijke rechterlijke beslissing.

Ook komt het voor dat een eerder opgelegde dwangregeling bij een volgende rechterlijke beslissing er weer van af gaat.

Ons inziens is er te weinig creativiteit en doortastendheid in de rechtspraak met betrekking tot het nakomen van rechterlijke beslissingen. We zien echter ook toepassingen die o.i. een meer vooruitstrevend denkkader tonen. Zoals in deze uitspraak waarin executie van de dwangmiddelen aan de betrokken gecertificeerde instelling werd gelaten en deze uitspraak waarin de (ambtshalve) toegekende dwangsom ook mocht worden verrekend met de bruto partneralimentatie.

De rechtspraak is echter weinig consistent en kent ook geen vast escalatie-stramien, zowel niet qua ingezet dwangmiddel als bijvoorbeeld qua hoogte van dwangsommen. Het zou o.i. juist goed zijn om niet-welwillende ouders een escalatiepad in het vooruitzicht te stellen. Leidt een dwangsom niet tot de gewenste gedragsverandering, zoals nakoming zorgregeling, dan dwangsom bijvoorbeeld ‘automatisch’ verhogen en daarna vervangen voor gijzeling en wijziging hoofdverblijf.

Is een rechtszaak onvermijdelijk? Lees hierna onze inzichten en voorbeelden van rechterlijke uitspraken in vergelijkbare situaties. Ontdek ook onze kostenbesparende 'litigation support'.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Inzichten

  1. Dwangregelingen worden alleen in extreme situaties opgelegd.
  2. Een eenmaal opgelegde dwangregeling schept geen precedent voor opvolgende rechterlijke beslissingen.
  3. Dwangsommen zijn hoogst zelden meer dan EUR 100-250 per dag of per keer. En zijn nagenoeg altijd gemaximeerd.
  4. Gijzeling / lijfsdwang komt nagenoeg alleen voor bij alimentatiekwesties.
  5. Wanneer lijfsdwang uiteindelijk niet tot resultaat leidt kan dit ertoe leiden dat het niet verder wordt opgelegd omdat het anders het karakter van ‘straf’ zou krijgen.
  • In hoeverre is het aannemelijk is dat de wederpartij (alsnog) gaat meewerken.
  • In hoeverre beide partijen debet zijn aan de situatie.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Rechtspraak

Je leest een selectie. Deze wordt regelmatig bijgewerkt. Meer uitspraken of research nodig? Contact ons voor hulp.

Dwangmiddel toegewezen

Een moeder komt bij herhaling de vastgestelde (opbouwende) zorgregeling tussen haar kind en de vader niet na. Ze vertrekt o.a. naar Engeland wat diverse gerechtelijke procedures triggert. Moeder krijgt een dwangregeling opgelegd in de vorm van dwangsommen, die echter niet incasseerbaar en daarmee niet effectief blijken.

De rechter van Rechtbank Den Haag vindt de situatie nu aangewezen om het dwangmiddel ‘lijfsdwang’ op te leggen om moeder te bewegen om de omgang na te komen. De kosten voor de lijfsdwang komen ook voor rekening van moeder. Tot slot wordt ze veroordeeld in de kosten van het geding.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Niet valt in te zien waarom de rechter nog steeds op het pad blijft dat het hoofdverblijf van het kind bij moeder is. Dit soort situaties sorteren nadrukkelijk voor op ouderverstoting in de toekomst en het is de verwachting dat ook deze procedure niet de laatste zal zijn tussen deze ouders gezien het zelfbepalende gedrag van deze moeder.

Een moeder komt bij herhaling een vastgestelde omgang niet na en krijgt in kort geding een dwangsom opgelegd. Vervolgens komt ze opnieuw de omgang niet na en verbeurt een dwangsom, doch die weigert ze te betalen. In plaats daarvan start ze een nieuw kort geding om de dwangsom (en het executoriaal beslag bij haar werkgever) van tafel te halen.

De rechter oordeelt dat moeder inderdaad een dwangsom heeft verbeurd en dat vader terecht executeert.

Volledige uitspraak

Naschrift:

De voorzieningenrechter wijst de moeder erop dat zij zich wat betreft haar proceshouding op dun ijs begeeft; nodeloos procederen ligt op de loer. Als je echter het bredere plaatje bekijkt dan is er hier sprake van het schenden van de ouderschapsnormen. Moeder voert de strijd tegen vader door haar eigen wil door te drukken en tevens voelt ze zich eigenmachtig om de omgang in te perken/aan te passen. Dit vormt een sterke contraïndicatie wat betreft de nakoming van haar plicht om de band tussen het kind en de vader te bevorderen. Het gedrag van moeder kwalificeert daarmee als niet-welwillend gedrag. Lees hier hoe je dat type gedrag herkent.

Een moeder ‘vind steeds opnieuw een andere weg’ om de zorgregeling tussen het kind van 9 jaar en de vader niet van de grond te laten komen. De rechtbank stelt ambtshalve een dwangsom vast van EUR 250 per keer dat moeder de vastgestelde regeling niet nakomt.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Wat opvalt aan de uitspraak is dat de rechter niet ook een dwangsom verbindt aan de informatieregeling die zij wel vaststelt. Gezien het gedrag van moeder met betrekking tot de omgang is het tenslotte onwaarschijnlijk dat ze daaraan op een betekenisvolle wijze en ook duurzaam invulling gaat geven. Rechters zouden dit soort zaken o.i. veel beter moeten ‘afhechten’.

Zeer hoge ambtshalve dwangsom voor een vader die zich zeer zelfbepalend gedraagt jegens hulpverlening en ook niet het contact tussen de kinderen en de moeder bevordert, althans niet in die mate als in hun belang wordt geacht. De rechtbank legt deze vader EUR 1000,- per keer op, met een maximum per periode van EUR 10.000,- en een totaal van EUR 500.000,-

Volledige uitspraak

Naschrift:
Andermaal een voorbeeld van een krachteloze hulpverlening en ondertoezichtstelling die niet in staat is voor wat betreft de inter-ouderverhoudingen een gedragsverandering te bewerkstelligen. Uiteindelijk ziet ook de rechter dit niet meer als heilzame weg en beslist door een dwangsom op te leggen en daarmee de omgang tussen de kinderen en de moeder te zekeren.

Een moeder heeft geen zin om een door een rechter vastgestelde voorlopige omgangsregeling na te komen en gaat in hoger beroep tegen de dwangsom die daarbij aan haar door de voorzieningenrechter is opgelegd.

Hof Amsterdam maakt hiermee korte metten. De omgangsregeling staat inhoudelijk gezien niet ter discussie en het hof somt vervolgens puntsgewijs diverse voorbeelden op waaruit naar voren komt dat ‘niet kan worden aangenomen dat de moeder met de omgangsregeling meewerkt’.

Het hof bekrachtigt de opgelegde dwangregeling.

Volledige uitspraak

Naschrift:

De mooiste overweging van het hof is o.i. duidelijk de volgende. Het geeft ook heel duidelijk het denkkader van de moeder weer en zou o.i. een heroverweging van het (afgewezen) gezamenlijk gezag rechtvaardigen:

uit het standpunt van [de vrouw] valt af te leiden dat als zij van mening is dat zwaarwegende belangen zich tegen omgang verzetten, zij dan de vrijheid zou moeten hebben om de omgang stop te zetten, zonder daarbij gehinderd te worden door het risico dwangsommen te verbeuren. Zij miskent daarmee dat het niet alleen aan haar is om te bepalen of omgang in strijd is met zwaarwegende belangen

Dwangmiddel afgewezen

In deze zaak kwam de vader die het hoofdverblijf had van de kinderen de omgangsregeling die de moeder had gekregen niet na. De reden daartoe was kort gezegd dat er zich nog een meerderjarig kind in het huishouden bevond van de moeder uit een eerdere relatie die voor een onveilige situatie zorgde.

Vader stelde zich verder bereidwillend op richting betrokken instanties.

Volledige uitspraak

Tussen ouders was onenigheid ontstaan over de invulling van de meivakantie. Moeder vorderde nakoming van de afspraken door de vader en wilde tevens dar er een dwangsom werd opgelegd.

Vader wilde echter echter al geruime tijd een wijziging in meerdere afspraken uit het ouderschapsplan, mede gezien de aan zijn zijde gewijzigde gezinssituatie.

Ten aanzien van de dwangsom overwoog de rechtbank dat problemen rondom uitvoering van de zorgregeling vooral worden veroorzaakt door de verstoorde verhouding van partijen en hun gebrekkige communicatie, waaraan zij beiden debet zijn. “Onder die omstandigheden is het niet passend de vader een dwangsom op te leggen, nog daargelaten dat de eventuele executie van een dwangsom de onderlinge relatie van partijen nog verder onder spanning zal zetten, wat niet in het belang van de minderjarigen is.”

Volledige uitspraak

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Fiduon onderzoekt

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Bezoek ook de vraag en antwoord-sectie met meer dan 100 antwoorden op vragen uit de praktijk.