Omgangsregeling hervatten Sub-thema

Bijgewerkt: 25 april 2025 | Wetsingang: Art. 254 RV | Leestijd: 27 minuten

Weinig is zo pijnlijk voor kind en ouder als een contactmoment dat wordt geblokkeerd door de andere ouder. Kinderen zijn gebaat bij duidelijkheid en regelmaat. Ook leiden dit soort gebeurtenissen vaak tot grote spanningen tussen de ouders. En ook dit is niet in het belang van het kind. Wordt een omgangsregeling herhaaldelijk en/of langdurig niet nagekomen, dan is een rechtszaak meestal onvermijdelijk.

Wat de reden ook is voor de niet-nakoming. De niet-nakomende ouder heeft niet het recht om een omgangsregeling te doorkruisen. Het is namelijk een vorm van eigenrichting die in beginsel niet is toegestaan, aldus bijvoorbeeld Rechtbank Rotterdam in deze uitspraak en Rechtbank Zeeland-West-Brabant in deze uitspraak. Wel zien we in de rechtspraak dat eenzijdig handelen af en toe door een rechter achteraf gelegitimeerd wordt. Bijvoorbeeld bij ernstige gebleken misstanden.

De Hoge Raad heeft in 2014 duidelijk bepaald welke houding van rechters mag worden verlangd. Als algemene regel geldt sindsdien dat de rechter alle in het gegeven geval gepaste maatregelen moet nemen om de ouder die niet-nakomt alsnog te bewegen aan omgangshervatting mee te werken. Dit vloeit voort uit het recht op familieleven van art. 8 lid 1 EVRM.

Artikel 8 lid 1 EVRM:
Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.

Van de rechter kan bovendien een actieve opstelling worden verlangd naarmate voor de weigering van de met het gezag belaste ouder minder – of zelfs geen – goede en voldoende aannemelijk gemaakte gronden worden aangevoerd. De rechter kan partijen daartoe met hun instemming bijvoorbeeld verwijzen naar mediation. Verder kan de rechter zonder de instemming van partijen onderzoek door derden gelasten, zoals een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of een deskundigenbericht met toepassing van mediation (ook forensische mediation genoemd). Ook kan de de rechter, onder aanhouding van de definitieve beslissing, een voorlopige omgangsregeling vaststellen en partijen tussentijds horen over de uitvoering daarvan en de (verdere) gang van zaken.

Niet-nakomingen zijn regelmatig onderwerp van gerechtelijke procedures en in principe kan je er van uitgaan dat een aangebrachte zaak snel op zitting komt, d.w.z. binnen enkele weken. Niet-nakomingen zijn bij uitstek spoedeisend. Je kunt dus een kort geding starten. Let wel, advocaten mogen niet ‘rauwelijks procederen’. Dit betekent dat er altijd nog een advocatenbrief uitgaat naar de andere ouder als laatste waarschuwing.

Voor een kort geding wordt er een zgn. dagvaarding opgesteld. Lees meer over de dagvaardingsprocedure op de website van De Rechtspraak. Het is belangrijk om in de dagvaarding te beschrijven welke omgangsregeling je hebt, welke omgangsmomenten zijn gemist en wellicht nog worden gemist. Ook is het belangrijk om het spoedeisende karakter te benadrukken. De dagvaarding wordt door een gerechtsdeurwaarder betekend bij de andere ouder. Wanneer aan de formaliteiten is voldaan, zal de rechtbank zo spoedig mogelijk een zitting inplannen. Hiervoor wordt de andere ouder uitgenodigd. Deze kan zowel schriftelijk als mondeling verweer voeren.

Het kan zijn dat wanneer de zaak al ‘aanhangig’ is de omgangsregeling alsnog wordt hervat. Dit hoeft niet te betekenen dat het kort geding daarmee gelijk overbodig is. Zo is het mogelijk om nakoming voor de toekomst te zekeren door middel van een dwangsom. Het verkrijgen van zo een dwangmiddel kan voldoende reden zijn om de zaak toch op zitting te laten komen. Lees meer over dwangsommen op onze themapagina dwangmiddelen.

Wat je ook doet, blijf rustig en overdenk je stappen goed. Zend nooit berichten naar de andere ouder die als kwetsend of bedreigend opgevat kunnen worden. Hoe je je opstelt heeft niet alleen invloed op de uitkomst van het kort geding. Ook heeft het invloed op eventuele toekomstige procedures. Bereid je dossier goed voor, bijvoorbeeld samen met ons. Houd er rekening mee dat de andere ouder mogelijk ‘alle registers opentrekt’, zoals valse aantijgingen van geweld of misbruik.

Landelijk Bureau Handhaving Omgang
Omdat snel handelen o.i. in het belang van het kind is, ontwikkelt Fiduon het Landelijk Bureau Handhaving Omgang. Eén meldplaats en juridisch startpunt voor ouders en verzorgers die geconfronteerd worden met een plotselinge niet-nakoming van de omgang. Een zaak aanmelden? Stuur een e-mail naar team@fiduon.nl.
💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.
Lees hierna onze inzichten en voorbeelden van rechterlijke uitspraken in vergelijkbare situaties. Is een rechtszaak onvermijdelijk? Ontdek ook onze kostenbesparende 'litigation support'.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Inzichten

  1. Zaken komen in principe binnen enkele weken op zitting.
  2. Een dwangregeling in de vorm van een dwangsom wordt zelden bij het eerste kort geding opgelegd, d.w.z. tenzij het voor de rechter aannemelijk wordt dat de andere ouder zich mogelijk niet aan de uitspraak gaat houden.
  3. Een proceskostenveroordeling wordt zelden toegekend. Lees meer hierover op onze themapagina proceskosten-veroordeling.
  4. Houdt de andere ouder zich niet aan de uitspraak van de rechter en is er geen dwangsom toegekend, dan moet je opnieuw naar de rechter.
  5. We zien in de rechtspraak zelden dat de gemiste dagen kunnen worden ingehaald.
  • Beoordeling spoedeisend karakter.
  • In hoeverre spoedige hervatting van de omgang (zoals die functioneerde of in gewijzigde vorm) in het belang van het kind is.

Wat thans nog onderbelicht blijft in de gemiddelde rechterlijke beoordeling is in hoeverre de ouder die de omgang niet nakomt zich (ruimhartig) heeft gehouden aan de verplichtingen die komen met de ouderlijke verantwoordelijkheid. Dit omvat onder andere de plicht om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen, de informatie- en consultatieplicht en de plicht om een normale ouderschapsrelatie met de andere ouder te bewerkstelligen.

Niet-nakomingen leiden bovendien zelden tot nooit eveneens tot een vaststelling van ‘inhaal van de gemiste tijd’ laat staan tot wat we ‘supercompensatie”  noemen.

Deze zaken onvoldoende in de beoordeling meenemen, bevestigt de onterecht niet-nakomende ouder feitelijk in de strijd die deze voert met de niet-nakoming waarmee tevens indirect ook een vorm van kindermishandeling en intieme terreur wordt gelegitimeerd.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Rechtspraak

Je leest een selectie. Deze wordt regelmatig bijgewerkt. Meer uitspraken of research nodig? Contact ons voor hulp.

Omgang hervat

Na het overlijden van één van zijn drie kinderen neemt een vader ook afstand van zijn andere kinderen. De moeder staat er vervolgens alleen voor. Na 1,5 jaar echter komt de vader weer tot inzicht en wil de zorg voor zijn kinderen weer hervatten. Omdat de moeder hier niet achterstaat start de vader een procedure.

De rechter stelt een opbouwende zorgregeling op die opbouwt naar elke donderdag uit school tot na het eten en om de week van vrijdag uit school tot zondag 20:00 uur.

Volledige uitspraak

Naschrift:
Hier in de praktijk zien we regelmatig situaties waarin ouders door een diep dal gaan als gevolg van een externe (trieste) omstandigheid. Het gebeurt helaas regelmatig dat dit ook teveel blijkt voor de relatie of een individuele ouder. Deze uitspraak toont dat er in beginsel altijd een weg terug is.

Een vader zit in detentie. Er is echter een omgang vastgesteld door de voorzieningenrechter die niet wordt nagekomen door de moeder. De vader start een kort geding voor nakoming. De moeder komt echter niet naar de zitting en wordt bij verstek veroordeeld om de omgang na te komen op straffe van een dwangsom van EUR 250 voor elke dag dat zij zich niet aan de uitspraak van de rechter houdt, met een maximum van EUR 10.000.

Volledige uitspraak

Naschrift:
Beslissingen van een voorzieningenrechter dienen te worden nagekomen, tenzij opgevolgd door een latere beslissing van een bodemrechter of wanneer de beslissing wordt geschorst. In dit licht had de rechter ook geen andere keuze dan de vordering van de vader toe te wijzen.

Een moeder ziet zijn kind niet meer nadat de moeder hem uit huis heeft gezet. Zowel vader als moeder hebben het ouderlijk gezag. De moeder voert aan dat vader drugs zou gebruiken echter dit komt niet voldoende vast te staan. Ook worden er geen andere omstandigheden aangevoerd door de moeder waaruit zou lijken dat vader niet-goed-genoeg zou zijn.

De voorzieningenrechter stelt een opbouwende voorlopige zorgregeling vast en overweegt o.a. dat:

Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat er geen redenen zijn om de vader te diskwalificeren als opvoeder en dat hem de gelegenheid moet worden geboden om zelfstandig invulling te geven aan zijn ouderschap. Alhoewel de vader beduidend minder ervaring heeft met het opvoeden van een kind dan de moeder, zal hem de kans moeten worden geboden die ervaring op te doen en daarin te groeien.

Volledige uitspraak

Naschrift:
Het blijft omperkelijk dat hoofdverblijfouders (m.n. moeders) zo weinig consequenties ervaren van dit type zelfbepalende gedrag. Moeder heeft de plicht om de banden tussen het kind en de vader te bevorderen. Een verplichting die zij met haar handelen in ernstige mate heeft verwaarloosd. Dit behoort niet zonder gevolgen te blijven.
Een moeder houdt haar twee jonge kinderen al bijna 1 jaar weg bij de vader en komt zij een vastgestelde voorlopige omgang niet na. Moeder verbergt de kinderen ook voor de autoriteiten.

In een serie van 3 gepubliceerde uitspraken worden de kinderen uiteindelijk toegewezen aan de vader. Aanvankelijk stelde de voorzieningenrechter lijfsdwang te overwegen (zie uitspraak), vervolgens zette de voorzieningen rechter niet door (zie uitspraak), doch waarschuwde moeder wel dat de kinderen mogelijk aan vader zouden worden toegewezen.

Volledige uitspraak

Naschrift:
Nadat de moeder laatste kans na laatste kans heeft gekregen, pakt de voorzieningenrechter door. De raad trapt echter weer op de rem:
“Vader is geadviseerd door de Raad en de voorzieningenrechter om vooruitlopend op (de zitting in) het hoger beroep niet al de overdracht van de kinderen aan hem af te dwingen. Hij kan met dit vonnis wel alvast met behulp van de politie proberen de verblijfplaats van de kinderen te achterhalen. Als het moment komt dat de kinderen aan vader zullen moeten worden overgedragen, is het voor hen belangrijk dat dit zo soepel als mogelijk wordt bewerkstelligd.”

Een vader onttrekt zijn tweeling van 1 jaar aan het gezag van de moeder omdat hij zorgen heeft over haar psychische gesteldheid. Tijdens een kort geding dat de moeder start vorderen beide ouders toevertrouwing van de kinderen. De rechter van Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst de kinderen toe aan moeder en overweegt o.a.:

Zoals ook de Raad reeds naar voren heeft gebracht is het in het uitdrukkelijke belang van de minderjarigen dat zij contact hebben met beide ouders. De vrouw stelt zich hiertoe in te willen zetten. Zij heeft tot op heden niet anders doen blijken, reden waarom de voorzieningenrechter er vertrouwen in heeft dat de minderjarigen wanneer zij worden toevertrouwd aan de vrouw, in staat worden gesteld contact te hebben met de man conform de hierna te noemen voorlopige zorgregeling. Dat de minderjarigen thans bij de man verblijven is voor de voorzieningenrechter allerminst aanleiding anders te bepalen; aan de huidige situatie moet immers juist per direct een einde komen. Gezien het eigengereide gedrag van de man, waarbij contact tussen de vrouw en de minderjarigen wordt ontzegd, acht de voorzieningenrechter het thans aldus het meest in het belang dat de minderjarigen aan de vrouw worden toevertrouwd.

Volledige uitspraak

Naschrift:
Een uitstekende uitspraak van mr. De Beer die de plicht van ouders om de banden tussen het kind met de andere ouder te bevorderen kennelijk zwaar laat wegen, ook het zelfbepalende gedrag van de vader, vormt aanleiding voor deze beslissing, hetgeen volgens vaste rechtspraak een vorm van ex-partnerstrijd en daarmee een vorm van kindermishandeling is.

Omgang niet hervat

Een vader die zich grensoverschrijdend en gewelddadig gedraagt verzoekt hervatting van de door moeder gestaakte omgang. Dit wordt afgewezen omdat vader zich grensoverschrijdend blijft gedragen en daarvoor ook strafrechtelijk wordt veroordeeld. Desondanks doet de moeder pogingen om contact tussen de kinderen en vader op een veilige wijze vorm te geven. Het leidt ertoe dat er rechter de vader het recht op omgang met beide kinderen ontzegt.

Volledige uitspraak

Een vader vordert nakoming van een recent bij een eerder kort geding vastgestelde zorgregeling. Er is nieuwe informatie binnengekomen van Veilig Thuis. Dit bevat verklaringen van de kinderen waaruit blijkt dat de vader hen slaat. De voorzieningenrechter schorst het eerdere vonnis. De omgang dient begeleid te worden opgestart.

Volledige uitspraak

Een vader vordert nakoming van de zorgregeling zoals overeengekomen in het ouderschapsplan. Hij is echter zelf een aantal malen niet gekomen en moeder toont zich diverse momenten flexibel. De rechter wijst de vordering af omdat de vader onvoldoende aannemelijk maakt dat de zorgregeling niet wordt nagekomen.

Volledige uitspraak

Een moeder tracht een vastgestelde omgang met haar 16 jarige puber weer hervat te krijgen. Er heeft een incident plaatsgevonden. Moeder heeft in de telefoon van haar kind gekeken. Hierop is het kind boos naar vader gegaan. Moeder verwijt vader dat hij zich niet inzet om de omgang weer te hervatten. De rechter constateert echter dat het kind zich verzet tegen verplicht contact en wijst daarom de vordering van moeder af. Toepassing “rustcriterium”.

Volledige uitspraak

Een vader die (eveneens in publiek) tegen de moeder scheldt en de kinderen feitelijk meegeeft de moeder disrespectvol te kunnen behandelen, krijgt een ‘nee’ te horen wanneer hij een kort geding start over hervatting van de omgang met zijn 3 kinderen. De rechter beschikt dat de oudste van 15 jaar zelf mag bepalen wanneer hij naar de vader gaat. Voor de jongste twee wordt er een begeleide omgang vastgesteld.

Volledige uitspraak

Een vader vordert nakoming van een door de moeder gestaakte omgang met zijn twee kinderen van 11 en 5 jaar. De oudste heeft aan de rechter aan dat vader hem zou hebben geslagen. De vader heeft echter een andere lezing; nl een corrigerende tik. De jongste wordt nog niet gehoord, maar volgens moeder geeft ook zij aan dat vader slaat. De rechter wijst de vordering tot herstel omgang af.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Geen omgang, een vader die mogelijk slaat, hoe nu verder? Wat opvalt is de slappe overweging over de toekomst van de situatie door de rechter. Omdat de rechter niet met zekerheid kan achterhalen wat er is gebeurd zou het de rechter sieren als deze de ouders op de ouderschapsnormen had gewezen. In plaats daarvan volstaat de rechter met de volgende mededeling ten aanzien van de oudste: “maar aan de ouders wordt meegegeven dat het verstandig is om hier (lees: contactherstel) wel naartoe te gaan werken en hulpverlening in te schakelen.” Ten aanzien van de jongste stelt de rechter over het omgangsaspect: “Misschien kan daar wel op korte(re) termijn mee worden begonnen (red: onder begeleiding van hulpverlening).

Man vordert nakoming van de afspraken door ouders gemaakt in het ouderschapsplan op straffe van een dwangsom. Eén van deze vorderingen is dat moeder de zorgregeling die hun dochter van 13 jaar met vader heeft onverminderd nakomt.

In de loop van het geding schrijft het kind een brief aan de rechter waaruit een verstoorde verhouding met vader uit naar voren komt, welke mede wortelt in de verstoorde verhouding tussen de ouders. Moeder geeft samengevat aan dochter niet te kunnen bewegen om naar vader te gaan.

Ondanks dat de vader in principe in zijn recht staat wijst de rechtbank toch de vordering af, ook omdat de ouders ter zitting afspreken aan hun onderlinge communicatie te gaan werken onder professionele begeleiding.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Het zonder contact opgroeien van een kind vormt volgens recente rechtspraak een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor dit kind, voldoende voor een ondertoezichtstelling. Conform deze lijn was het logisch geweest dat het kind onder toezicht was gesteld om in ieder geval het gezamenlijke traject van de ouders te kunnen monitoren en zo nodig bij te kunnen sturen.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Meer verdiepen?