Proceskostenveroordeling in het familierecht Sub-thema

Bijgewerkt: 14 maart 2025 | Wetsingang: Art. 237 RV | Leestijd: 13 minuten

Moet je als welwillende ouder noodgedwongen een juridische procedure starten, dan ligt dan voor de hand om ook een proceskosten-veroordeling te vragen. De hoofdregel in het familierecht is dat een verzoek tot proceskostenveroordeling niet wordt toegewezen maar dat de kosten worden ‘gecompenseerd’. Dit terwijl de wettelijk hoofdregel is, dat de verliezende partij de proceskosten van de andere partij betaalt.

Meest gebruikte argumenten om een verzoek af te wijzen

Als argument om geen ‘proceskostenveroordeling’ uit te spreken geldt steevast dat:

  • partijen een affectieve relatie hebben gehad;
  • het de situatie tussen de ouders niet verbetert;
  • de kinderen worden benadeeld; of
  • uit de feiten en omstandigheden niets is gebleken dat een afwijking van de ‘hoofdregel geen-proceskostenveroordeling’ rechtvaardigt.

Dit miskent overigens volledig het correctieve signaal dat uit kan gaan naar niet-welwillende ouders die situaties zo op de spits drijven dat de andere ouder wel moet procederen. Wordt de omgangsregeling eenzijdig gestaakt? Kort-geding en eventueel hoger beroep. Worden afspraken uit het ouderschapsplan niet nagekomen? Rechtbankprocedure en eventueel hoger beroep bij het gerechtshof. Het is niet ongebruikelijk dat partijen wel 10 of meer procedures voeren over allerlei kind-gerelateerde zaken.

Situaties waarin toewijzing van het verzoek kansrijker is

Er is geen vast omlijnd kader wanneer er wél een proceskostenveroordeling wordt uitgesproken. Het is uiteindelijk aan de rechter om dit te toetsen. Wel zijn er een aantal gedragingen die de kans op toewijzen vergroten, namelijk:

  • Misbruik van het procesrecht of onrechtmatig handelen. Hiervan kan sprake zijn als een ouder haar/zijn verzoek baseert op feiten en omstandigheden waarvan zij/hij wist dat die onjuist waren of dat er standpunten worden ingenomen waar deze ouder op voorhand wist dat dat deze geen kans van slagen hadden. Artikel 6 EVRM (Recht op een eerlijk proces) maant tot terughoudendheid. Voorkomen moet worden dat de toegang tot het recht niet wordt aangetast, aldus de Hoge Raad in dit arrest.
  • Het herhaaldelijk niet-nakomen van rechterlijke uitspraken, zonder ‘klemmende reden’.
  • Het steeds opnieuw starten van gerechtelijke procedures of het via een verkeerde ‘ingang’ iets bij de rechter voorleggen.
  • Het starten van een gerechtelijke procedure en deze dan intrekken nadat de ander al kosten heeft gemaakt.
  • Het zonder vooroverleg met de andere ouder een gerechtelijke procedure starten.

Meerdere van deze punten overigens zouden moeten worden ‘afgevangen’ door betrokken advocaat.

Proceskosten onderbouwen

Met waarschijnlijke ‘afwijzing’ in gedachten is belangrijk om een verzoek tot een proceskostenveroordeling goed te onderbouwen en niet te volstaan met het gebruikelijke ‘kosten rechtens’ dat advocaten opnemen. Dit wordt namelijk slechts opgevat als een verzoek aan de rechtbank om een beslissing te nemen over de verdeling van de proceskosten (aldus Rechtbank Gelderland in deze uitspraak).

Er zijn bepaalde gedragingen die een verzoek kansrijker maken. Gerechtshof Den Bosch in deze zaak bijvoorbeeld, hanteerde de volgende criteria:

  • De ene ouder de ander beoogt hinder of financieel nadeel toe te brengen.
  • De procedure lichtvaardig of nodeloos is.
  • Het belang te gering is om een kwestie (opnieuw) aan de rechter voor te leggen.

In deze uitspraak werd door Hof Den Bosch (ook) in hoger beroep een proceskostenveroordeling opgelegd, omdat samengevat: “een procedure eenvoudig te voorkomen was geweest als de man vlot de door de moeder verzochte informatie had verstrekt”.

Ook dient een specificatie aan de rechter te worden gezonden met een overzicht waaruit die kosten bestaan.

Overigens zijn er afspraken tussen de orde van advocaten en De Rechtspraak over de hoogte van proceskostenveroordelingen. Zo kan het gebeuren dat niet de werkelijke kosten worden toegewezen, maar dat dit beperkt blijft tot het zogenaamde ‘liquidatietarief‘. Aan verschillende onderdelen van de procedure worden dan vaste punten maal een vast tarief toegekend.

NB: Dit aspect is overigens één van de zaken waarin vanuit de rechtspraak veel meer innovatie zou kunnen zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een ‘voorwaardelijke proceskostenveroordeling’. Zo een maatregel zou als extra stimulans ingezet kunnen worden om de niet-welwillende ouder tot ‘welwillend gedrag’ te prikkelen. Ook zou het goed zijn dat een partij op dit onderdeel eens doorprocedeert tot aan de Hoge Raad.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.
Lees hierna onze inzichten en voorbeelden van rechterlijke uitspraken in vergelijkbare situaties. Is een rechtszaak onvermijdelijk? Ontdek ook onze kostenbesparende 'litigation support'.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Inzichten

  1. Hoofdregel in het familierecht is dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
  2. Bij bewezen internationale kinderontvoering grote kans op kostenveroordeling. Kosten kunnen zeer hoog oplopen.
  3. Nodeloos procederen, procedures creëren of hernieuwd dezelfde zaken voorleggen aan het oordeel van de rechter zonder duidelijke gewijzigde omstandigheden kunnen tot kostenveroordeling leiden.
  4. Verhoogde kans op kostenveroordeling bij moedwillig handelen in strijd met eerdere rechterlijke beschikkingen.
  5. Liquidatietarief (puntenstelsel) wordt regelmatig gehanteerd bij kostenveroordelingen.
  6. Het op onterechte gronden niet-nakomen van omgangsregelingen leidt slechts hoogst zelden tot een kostenveroordeling, daarna mogelijk wel dwangsom.
  • In hoeverre er sprake is van nodeloos procederen.
  • In hoeverre er bij beide partijen sprake is van verwijtbaarheid of schuld aan de onderliggende situatie.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Rechtspraak

Je leest een selectie. Deze wordt regelmatig bijgewerkt. Meer uitspraken of research nodig? Contact ons voor hulp.

Kostenveroordeling toegewezen

Een vader wil dat zijn kind een teamsport doet met bal en wil haar inschrijven op korfbal. De moeder is het hiermee niet eens. De vader start vervolgens een kort geding procedure teneinde vervangende toestemming te krijgen. Dit wordt echter afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang. Ook veroordeelt de voorzieningenrechter hem in eerste aanleg ambtshalve in de proceskosten van de moeder, mede gezien de vele gerechtelijke procedures die al tussen de ouders zijn gevoerd.

De vader gaat in hoger beroep, echter dit baat hem niet. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Vader wordt echter bij het hof niet veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.

Volledige uitspraak

Een moeder die met toevoeging procedeert tegen de vader procedeert opnieuw nodeloos en wordt ditmaal in de proceskosten van vader volgens het liquidatietarief veroordeeld.

De rechter overweegt o.a. het volgende:

De (proces)houding van de moeder

3.9.
Hoewel de rechtbank verder niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de omgangsregeling, ziet de rechtbank zich genoodzaakt om het volgende op te merken. Uit de stukken en de eerdere beschikkingen volgt dat meerdere rechters zich inmiddels hebben uitgesproken over het hardnekkige gedragspatroon waar de moeder zich in bevindt. De moeder blijft zich verliezen in juridische procedures, kan haar eigen aandeel in de situatie niet onderkennen en lijkt het belang van [minderjarige (voornaam)] niet voorop te kunnen stellen. Zowel hulpverleners, rechters als andere professionals proberen de moeder steeds opnieuw duidelijk te maken dat het in het belang van [minderjarige (voornaam)] is om de strijd te staken en de rust te laten wederkeren. Alleen dan kan namelijk na verloop van tijd geëvalueerd worden hoe de omgang verloopt, en kan de regeling eventueel worden uitgebreid. Juist door te blijven procederen tegen de vader, houdt de moeder de situatie die tot deze omgangsregeling heeft geleid, in stand. Ook de rechtbank maakt zich grote zorgen om de houding van de moeder, en bovendien ook om de houding van haar advocaat. Tijdens de mondelinge behandeling is door hen beiden aangegeven dat zij zullen blijven doorprocederen, zo nodig tot aan de Hoge Raad, tot de moeder de uitkomst heeft bereikt die zij wil. Hiermee lijkt niet alleen de moeder het belang van [minderjarige (voornaam)] uit het oog te verliezen, maar lijkt de advocaat van de moeder ook het belang van haar cliënte uit het oog te verliezen. Van een familierechtadvocaat mag verwacht worden dat hij of zij zich, in dit soort kwetsbare situaties, de-escalerend opstelt. De moeder en haar advocaat blijven de vader echter in kwaad daglicht stellen, blijven (onnodig) procederen en blijven bovendien onrust veroorzaken, terwijl het voor [minderjarige (voornaam)] noodzakelijk is dat de rust wederkeert. [minderjarige (voornaam)] heeft, anders dan (de advocaat van) de moeder denkt, wel degelijk last van de conflictueuze verstandhouding tussen de ouders. Kinderen voelen dat namelijk goed aan, ook als zij nog zo jong zijn als [minderjarige (voornaam)] . Het baart de rechtbank veel zorgen dat de (advocaat van de) moeder dat ontkent.

De proceskosten

3.10.
Het voorgaande draagt ook bij aan het oordeel van de rechtbank dat de moeder nodeloos procedeert, waardoor de rechtbank zal beslissen dat zij de proceskosten moet betalen. De (advocaat van de) moeder heeft de advocaat van de vader al op 29 januari 2024, dus slechts elf dagen na de beschikking van het hof, een e-mail gestuurd over het ‘normaliseren van de omgang’. Nog geen vier maanden later is de moeder deze procedure gestart. De moeder schuift de beslissing van het hof daarmee terzijde, en heeft tijdens de zitting bovendien expliciet gezegd te zullen blijven doorprocederen tot zij krijgt wat zij wil. Aangezien de rechtbank de verzoeken van de moeder afwijst, betekent dit dat de moeder op den duur een nieuwe procedure zal starten. Dat betekent ook dat de vader, die anders dan de moeder niet op basis van toevoeging procedeert, onnodig op kosten wordt gejaagd. De rechtbank vindt dat niet redelijk en zal daarom afwijken van het uitgangspunt dat de proceskosten tussen ouders worden gecompenseerd.

Volledige uitspraak

Een moeder komt bij herhaling een vastgestelde omgang niet en motiveert dit met onbewezen stellingen. De voorzieningenrechter is er ‘klaar’ mee en veroordeelt de moeder ambtshalve in de proceskosten van de vader. Tevens omgangshervatting met een dwangsom.

Volledige uitspraak

Een moeder komt bij herhaling een vastgestelde omgang niet na en krijgt in kort geding een dwangsom opgelegd. Ze is het hiermee niet eens en gaat in hoger beroep. In plaats dat ze zich beperkt tot het vonnis van de voorzieningenrechter waarin de dwangregeling is opgelegd, tracht ze in hoger beroep een andere voorlopige zorgverdeling te bewerkstelligen.

Hof Den Bosch ziet voldoende reden om het vonnis waarin een dwangregeling is opgelegd te bekrachtigen. Het hof veroordeelt moeder ook in de proceskosten en overweegt daarbij: “(…) Hoewel in zaken tussen ex-partners in het algemeen wordt besloten tot compensatie van de kosten, ziet het hof in dezen voldoende aanleiding de hoofdregel van artikel 237 Rv toe te passen en de vrouw als in het ongelijk gestelde partij te veroordelen in de proceskosten. Uit de wijze van procederen blijkt dat de vrouw met het instellen van dit hoger beroep slechts heeft beoogd een wijziging van de vastgestelde voorlopige regeling tot stand te brengen. Daar was dit niet de juiste procedure voor. De vrouw heeft de man hiermee nodeloos in een gerechtelijke procedure betrokken. Derhalve zullen de proceskosten in hoger beroep niet worden gecompenseerd.”

Volledige uitspraak

Een vader start een verzoekschriftprocedure voor het wijzigen van de kinderalimentatie. Hij onderbouwt zijn verzoek echter niet met stukken en trekt hangende de procedure zijn verzoek in. De vader procedeert met een toevoeging, de moeder echter niet en zij maakt (steeds opnieuw) aanzienlijke kosten om zich te verweren tegen de vader.

De rechtbank veroordeelt de vader in de kosten van moeder begroot op EUR 1.430,- Daartoe overweegt de rechtbank o.m. “Ten overvloede benoemt de rechtbank dat duidelijk naar voren is gekomen dat in de afgelopen 10/12 jaar partijen op vele punten aangaande hun minderjarige kind procederen en dat onbetwist gesteld is dat de man hiertoe vaak de initiator is geweest. (…) Daarnaast komen de kosten aan de kant van de vrouw voor haar eigen rekening en kan dit geld niet meer besteed worden aan bijvoorbeeld het kind van partijen, hetgeen niet in zijn belang kan worden geacht.”

Volledige uitspraak

Kostenveroordeling afgewezen

Deze uitspraak van Rechtbank Limburg valt negatief op doordat zelfs na 3 niet-nakomingen van een rechterlijk vastgestelde omgangsregeling, de rechter nog steeds geen proceskostenveroordeling oplegt. I.c. stelt de moeder ditmaal seksueel kindermisbruik, doch levert daarvoor geen bewijs. De gang van zaken creëert een beeld dat er sprake is van een moeder die er werkelijk alles aan doet om het kind bij de vader weg te houden.

Volledige uitspraak

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Fiduon onderzoekt

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Meer verdiepen?