Bijgewerkt: 20 juli 2023 | Leestijd: 2 minuten
De afwezigheid van een ouder vormt een ernstige bedreiging voor de identiteitsontwikkeling van het kind. Dit volgt uit deze deze uitspraak bij een vechtscheiding van Gerechtshof Den Haag.

In deze zaak tracht een vader (zonder ouderlijk gezag) al jaren langs de juridische weg het contact tussen zijn kind en hem tot stand te brengen (cq te herstellen). Eerder oordeelde de rechter ook al vóór een omgangsregeling. Vader had echter al jaren geen enkele vorm van structureel contact met zijn kind gehad. Ouderschap Blijft had niet tot resultaat geleid en inmiddels zijn ouders aangemeld voor Kinderen uit de Knel, praktisch het eindstadium van hulpverlening in het vrijwillig kader.

Uit de uitspraak blijkt dat moeder op geen enkele wijze wilde meewerken. Zelfs een opgelegde dwangsom bracht haar niet op andere gedachten. Dit terwijl de betrokken instanties geen contra-indicaties bij vader vaststelden voor de omgang.

Positief in de uitspraak is het standpunt dat de Raad voor de Kinderbescherming in deze zaak innam; een standpunt dat door Gerechtshof Den Haag wordt overgenomen. Het hof stelt samengevat:

“de totale afwezigheid van de vader in het leven van het kind en het grote belang van aanwezigheid van vader voor de identiteitsontwikkeling van het kind vormt een ernstige bedreiging in de zin van artikel 1:255 lid 1 BW.”

Artikel 1:255 lid 1 BW:
De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen.

Deze conclusie koppelt de afwezigheid van een ouder in het leven van een kind één-op-één aan een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor het kind.

Herkenbaar overigens (voor mensen in de praktijk) is het disrespect dat moeder laat zien voor rechterlijke uitspraken en eveneens voor het Gerechtshof. Ze stuurde slechts haar advocaat naar de zitting.

Nog een paar kritische punten.

Eerder was er door de rechtbank al een concrete omgangregeling vastgesteld en deze uitspraak was aanzienlijk duidelijker geweest als het hof bijvoorbeeld had bepaald welke regeling zij dan wel in de toekomst mogelijk zouden achtten. M.a.w. het hof had een duidelijke(re) visie kunnen neerleggen en daarmee tevens een duidelijke opdracht aan de jeugdbeschermer.

Bijvoorbeeld; Binnen termijn x opbouw naar omgangsregeling y. Terugrapportage op tijdstip z over vorderingen opbouw omgangsregeling en mate van medewerking ouders. SMART dus.

Verder – en dit is ook één van de aspecten die we missen in de uitspraak – komt uit de casus naar voren dat moeder in ernstige mate te kort is geschoten in haar plicht om de band tussen het kind en de vader te bevorderen en dat dit op zich reeds voldoende grond zou zijn om vader eveneens met het gezag te belasten (om meer evenwicht te brengen).

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.