Bijgewerkt: 3 oktober 2025 | Leestijd: 4 minutenIn het kort: De kritiek op Gecertificeerde Instellingen (GI’s) is een symptoom van een fundamentele systeemfout. De rechterlijke machtiging op basis van artikel 1:255 BW kent geen inherent terugkoppelingsmechanisme naar de rechter. Dit creëert een vacuüm waarin de uitvoering van een ingrijpende maatregel langdurig niet wordt gemonitord. Hierdoor staat de effectiviteit voor het kind (Artikel 3 IVRK) en de rechtspositie van ouders onder druk. Het grootste risico is de erosie van de rechtsstatelijke waarborgen. Het doelmatig doorlopen van de maatregel is echter ook in het belang van het kind en dit kan dus ook betekenen dat de rechter sneller zicht krijgt of de GI extra mandaat nodig heeft. De urgente aanbeveling is de invoering van een Gemonitorde Tussentijdse Toets (GTT): een verplicht, datagestuurd evaluatiemoment onder regie van de rechter.
Het Vraagstuk
Het jeugdbeschermingsstelsel kampt met een structurele tekortkoming, die zich laat vergelijken met een bouwproces. De wet is het bouwbesluit. De Raad voor de Kinderbescherming fungeert als adviseur, de rechter is de opdrachtgever die de bouwopdracht (de machtiging) verleent. De Gecertificeerde Instelling (GI) is de aannemer die de opdracht uitvoert, waarbij jeugdzorgaanbieders – veelal ingehuurd door de gemeente – optreden als onderaannemers. Deze financieringsrelatie creëert een extra knelpunt tussen mandaat en bekostiging. De fundamentele fout in deze analogie? Er is geen directievoerder. De rechterlijke macht toetst niet tussentijds of de uitvoering aansluit bij het verleende mandaat. Dit ontbreken van gerechtelijk toezicht plaatst GI’s in een onmogelijke positie en ondermijnt de effectiviteit van de rechtspraak. Het huidige kader waarborgt de beginselen van doeltreffendheid en proportionaliteit (artikel 8 lid 2 EVRM) gedurende de looptijd van de maatregel onvoldoende.
Het rechtsstatelijk risico
Deze systeemfout creëert een reëel rechtsstatelijk risico. De spanning manifesteert zich op twee niveaus.
- Het belang van het kind als eerste overweging (artikel 3 IVRK): Een ongemonitorde maatregel kan afglijden naar een situatie die schadelijk is voor de ontwikkeling van het kind, zonder tijdige correctie, temeer omdat het initiatief hiertoe bij andere betrokkenen ligt.
- Het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM): partijen hebben recht op een eerlijke procesvoering. Een systeem waarin de uitvoering van een rechterlijk bevel buiten het zicht van de rechter plaatsvindt, ondermijnt effectieve rechtsbescherming. Tevens is de drempel om zaken wél aan de rechter voor te leggen voor ouders nodeloos hoog of zet deze de samenwerkingsrelatie met de jeugdbescherming op het spel.
De rechtspraak loopt het risico dat beschikkingen in toekomstige zaken door het EHRM worden gekenmerkt als inadequaat vanwege het ontbreken van toezicht op de uitvoering. Dit is een kritiek op de procedurele inrichting, niet op personen.
Een oproep aan de praktijk
De rechtspraktijk heeft de plicht dit tekort te adresseren. Drie concrete aanbevelingen:
- Ontwikkel de Gemonitorde Tussentijdse Toets (GTT). Voer een verplicht procesmatig toetsmoment in na circa 90 dagen, onder regie van de rechter. Focus op de vraag: wordt het mandaat uitgevoerd zoals bedoeld en welke systeemknelpunten (zoals tekortschietende zorginkoop) belemmeren dit?
- Omarm gegevensgestuurd werken, maar wees nuchter. Laat de ontwikkeling van een digitaal instrument voldoen aan drie voorwaarden: incrementeel (begin met gestandaardiseerde formulieren), praktisch (ontwerp in cocreatie met ‘aannemers’) en bouw voort op bestaande beveiligde portals van de rechtspraak.
- Start een Pilot onder Vakinhoudelijke Regie. Laat de sector Familie- en Jeugdrecht een pilot starten. Het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht dient de juridische kaders te ontwikkelen.
Conclusie
Willen we de jeugdbescherming toekomstbestendig maken, dan moet de rechtspraktijk de regie over haar eigen mandaten hernemen. Dit vereist moed om de rol van de rechter te herdefiniëren van arbiter naar bewaker van het recht en in het bijzonder het recht van het kind op effectieve maatregelen. De GTT fungeert als de ontbrekende opzichter op de bouwplaats van de jeugdbescherming. Laten we niet wachten op een uitspraak van het EHRM. De veiligheid van kinderen en de rechtszekerheid van gezinnen zijn de inzet. De eerste stap is een pilot: ontwerp het, voer het uit, en leer. Het voortduren van de status quo is onrechtstatelijk.
Lees ook dit
- Opinie: De familierechtspraak moet meer gezag krijgen
- Opinie: Kinderbescherming bij vechtscheidingen moet blijven, zij het effectiever!
Meer opinie
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.