Van eenhoofdig naar gezamenlijk gezag Sub-thema

Bijgewerkt: 28 januari 2025 | Wetsingang: Art. 1:253c lid 1 BW | Leestijd: 23 minuten

Ouderlijk gezag is één van de meest voorkomende onderwerpen waarover wordt geprocedeerd binnen vechtscheidingen. Het zijn meestal vaders die een rechtszaak starten voor gezamenlijk gezag, omdat het ouderlijk gezag bij niet-gehuwden of niet geregistreerd samenwonenden automatisch (van rechtswege) toekomt aan de moeder.

Eén ding is cruciaal: gezag is niet een gunst dat een ouder moet verdienen, bijvoorbeeld door zich eerst actief met de opvoeding te bemoeien. Gezag hebben is een recht dat in beginsel ieder juridisch ouder toekomt.

Wordt gezamenlijk gezag verzocht, dan beoordeelt de rechter hoe de (gezamenlijke) ouderlijke verantwoordelijkheid functioneert. Daarbij wordt gekeken in hoeverre een kind klem of verloren kan raken tussen de ouders. M.a.w. of de wijze waarop de communicatie tussen de ouders plaatsvindt, bij een gezamenlijk-gezag situatie, leidt tot situaties die schadelijk kunnen zijn voor het kind. De rechter kan de afweging naar eigen inzicht maken. Dit maakt de uitkomst van een gezagsprocedure onzeker, ondanks het hiervoor genoemde uitgangspunt.

Gezag is een onderwerp dat veel emoties losmaakt. Dit geldt vooral voor ongehuwde vaders die zich achtergesteld voelen ten opzichte van gehuwde vaders. En bij moeders die zich genoodzaakt zien om samen met de vader tot beslissingen te komen.

In de rechtspraak zien we in toenemende mate dat het als moeder stellen dat de communicatie slecht en onverbeterlijk is, niet automatisch ertoe leidt dat gezamenlijk gezag onmogelijk is. Van belang is dat je als ouder – die niet het gezag heeft – kunt laten zien dat je wel in staat bent tot normale communicatie met de andere ouder.

Bovendien kan de rechter bijvoorbeeld juist wel gezamenlijk gezag toekennen als de met het gezag belaste ouder de andere ouder op geen enkele wijze een opening biedt om betrokken te zijn bij het leven van het kind, aldus de Hoge Raad in deze uitspraak.

Het kwam voor dat er een tussenvorm werd gehanteerd in de vorm van “uitgekleed gezag“. Deze variant is na een uitspraak van Gerechtshof Den Haag op 25-3-2020 niet meer toegepast.

Wat in de praktijk veel wordt gezien is dat met name moeders aangeven ‘eerst de uitkomsten van hulptraject xyz te willen afwachten’. Dit is vanuit ons perspectief een klassiek uitstel-argument dat in veel gevallen ten onrechte ook succesvol is. Steeds meer rechters prikken hier overigens doorheen, zoals de rechter van Rechtbank Den Haag in deze uitspraak.

Ons inziens wordt bovendien onvoldoende getoetst in dit soort zaken in hoeverre de ouder met eenhoofdig gezag zich houdt aan de ouderlijke plichten, zoals om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen, evenals de informatieplicht en consultatieplicht. Anders gezegd, we zien heel veel dat juist dit aspect onvoldoende aandacht krijgt van betrokken partijen zoals raad en rechtspraak. De indruk ontstaat dat de ouder die gezag wil, toch van alles moet doen om het recht niet te verspelen, terwijl het gedrag van de ouder met gezag onvoldoende wordt getoetst, laat staan gehandhaafd. Dit plaatst gezag-wensouders veelal in een onmogelijke positie en beloont niet-welwillend gedrag wat niet in het belang van het kind is.

Verder is er nog de trend om overal parallel ouderschap als oplossing op te plakken. Zo een traject heeft tot doel om een vorm van minimale gezamenlijke verantwoordelijkheid te bewerkstelligen, veelal in situaties waarin er al gezamenlijk gezag is. Toch de strikte ‘klem of verloren‘-norm blijven hanteren terwijl er ook parallel ouderschap bestaat, is nauwelijks uit te leggen.

Tot slot; de rechter vraagt in veel gevallen de Raad voor de Kinderbescherming om onderzoek te doen naar de inter-oudersituatie en om over het ouderlijk gezag te adviseren. De onderzoeksvraag die de rechter daarvoor aan de raad meegeeft is veelal heel breed. Om je kansen op een positief advies te vergroten raden we aan om je maximaal te richten op welwillend gedrag en daarmee al voorafgaand aan de indiening van het verzoek te beginnen.

Lees hierna onze inzichten en voorbeelden van rechterlijke uitspraken in vergelijkbare situaties. Is een rechtszaak onvermijdelijk? Ontdek ook onze kostenbesparende 'litigation support'.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Inzichten

  1. Klemcriterium staat centraal.
  2. De rechter vraagt advies aan de Raad voor de Kinderbescherming. De uitkomst daarvan is zeer afhankelijk van de toegewezen Raadsonderzoeker. Het komt met enige regelmaat voor dat de Raad stelt dat pas sprake kan zijn van gezamenlijk gezag als de communicatie weer normaal is t.w. als er ‘rust is tussen de ouders’. Dit is een bekend en veel gebruikt standpunt waarmee met name hoofdverblijfouders lange tijd uit de wind gehouden kunnen worden.
  3. Er is een kentering in de rechtspraak op twee vlakken. Dat er een dreiging is dat de kinderen klem zitten leidt niet automatisch tot afwijzing van het verzoek. Hetzelfde geldt voor een slechte communicatie tussen de ouders.
  4. Wanneer er geen contra-indicaties zijn bij de andere ouder, m.a.w. als deze consistent meewerkend/overleggericht/welwillend gedrag laat zien, is verweer tegen het verkrijgen van gezamenlijk gezag uiteindelijk weinig kansrijk.
  5. Veel fysieke afwezigheid, zoals verblijf in het buitenland, kan reden zijn om geen gezamenlijk gezag te krijgen.
  • In hoeverre is er communicatie tussen de ouders en zijn zij in staat om gezamenlijk te overleggen en tot beslissingen te komen?
  • Voor zover het kind mogelijk wel klem- en verloren is tussen de ouders, in hoeverre is dan te verwachten dat hier binnen afzienbare tijd verandering in komt?
  • De uitkomsten van het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming.
  • Zijn er andere (ernstige) contra-indicaties; zoals een kans op ontvoering?

Wat thans nog onderbelicht blijft in de gemiddelde rechterlijke beoordeling is in hoeverre de ouder met het eenhoofdig gezag zich (ruimhartig) heeft gehouden aan de verplichtingen die komen met de ouderlijke verantwoordelijkheid. Dit omvat onder andere de plicht om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen, de informatieplicht, de consultatieplicht en de plicht om een normale ouderschapsrelatie met de andere ouder te bewerkstelligen. De hoofdregel is dat de juridisch ouder ook recht heeft op ouderlijk gezag. In lijn hiermee behoort de ouder met het eenhoofdig gezag zich daar op een positieve en constructieve wijze in op te stellen (en te hebben gesteld). Dat dit ook geldt voor de verzoekende ouder, spreekt voor zich.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Rechtspraak

Je leest een selectie. Deze wordt regelmatig bijgewerkt. Meer uitspraken of research nodig? Contact ons voor hulp.

Gezamenlijk gezag toegewezen

Een vader verzoekt het gezamenlijk gezag over zijn kind van thans 2 jaar. De moeder stelt dat de vader niets meer dan een donor was en dat de communicatie slecht is. De communicatie bleek echter ook goed te zijn geweest. De vader heeft zijn kind ook al via een vervangende toestemming kunnen erkennen.

Het hof neemt de beslissing van de rechtbank over en kent de vader eveneens het gezag toe.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Vaag taalgebruik in rechterlijke beslissingen is een belangrijke drijvende kracht achter draaideurrechtspraak en -hulpverlening. Het is een casus waarin de moeder samengevat: zonder kennelijk legitieme gronden de vader buiten het leven van het kind houdt. Ze behandelt hem als donor en niet als vader. De vader doet kennelijk niets ‘verkeerd’ en hij heeft zijn kind ook al via de rechter moeten erkennen.

Over het gezag meldt de rechterbank het volgende in r.o. 7.3 “Voorts gaat de rechtbank ervan uit dat de vader voortvarend op verzoeken van de moeder tot het nemen van gezagsbeslissingen zal reageren.” en het hof in r.o 6.6: “Er heeft zich inmiddels één situatie voorgedaan waarin de vader is gevraagd om in te stemmen met een beslissing over [de minderjarige], dat heeft de vader gedaan.”

Deze wijze van redeneren geeft de moeder het argument in handen dat de vader moet meebewegen als zij iets wil beslissen dat zij in het belang van het kind vindt en dat een gezagsbeslissing is. Dit lijkt een construct als ‘uitgekleed ouderlijk gezag‘. Dit construct is echter beëindigd door Gerechtshof Den Haag omdat er geen wettelijke basis voor is.

In het geval deze uitleg van hetgeen zowel rechtbank als hof hebben bedoeld (‘vader moet meebewegen en anders kind klem en verloren‘) juist is, is het bovendien de vraag waarom de moeder op deze wijze in het beslis-zadel wordt gehouden.

Hoe is het belang van het kind erbij gediend om de machtsbalans in het voordeel van een niet-welwillende ouder te laten uitslaan? Zij heeft met haar gedrag (w.o. niet de band tussen kind en vader niet bevorderen) er tenslotte blijk van gegeven het eenhoofdig gezag niet in het belang van het kind (uit) te (willen) dragen.

Een vader verzoekt het gezamenlijk gezag over zijn beide kinderen en krijgt in eerste aanleg gelijk. De moeder is het hiermee echter niet eens en gaat in hoger beroep. Ze voert aan dat de communicatie tussen de ouders slecht is en dat vader een traumabehandeling voor een kind zou hebben tegengehouden. De kinderen hebben al 6 tot 8 weken geen contact met de vader.

Het gerechtshof passeert deze argumenten echter en uit eveneens de zorg dat de vader verder op achterstand zal geraken als de moeder het eenhoofdig gezag houdt. Deze zorgen worden gedeeld door de Raad voor de Kinderbescherming.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Hoewel het een begrijpelijke uitkomst is, slaat o.i. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden andermaal de plank mis in de argumentatie naar de beslissing. Even in grote halen: Moeder houdt zich blijkens de beschikking niet aan haar ouderlijke verantwoordelijkheden. Ze verschuilt zich voor wat betreft het gebrek aan communicatie met vader achter niet gespecificeerde gebeurtenissen in het verleden. Daarnaast houdt ze zich niet aan haar plicht om de banden tussen de kinderen en vader te bevorderen. De kinderen hebben volgens de beschikking als bijna 8 weken geen contact meer met de vader. Dit soort gedrag zou nooit tot een beslissing moeten leiden die moeder wenst. Wat verder nog speelt is dat moeder 1 van de kinderen een traumabehandeling wil laten ondergaan. Hier in de praktijk zien we dit middel veel ingezet worden om de andere ouder te forceren om te erkennen dat deze dat trauma zou hebben veroorzaakt.

Een vader zou graag gezamenlijk gezag willen over zijn kind van inmiddels 9 jaar oud. De moeder is het hiermee niet eens. Er is weinig contact tussen het kind en de vader. De ouders lopen bij het OKT waar vader op een gegeven moment mee stopt.

In eerste aanleg had de rechtbank het verzoek van vader nog toegewezen. Moeder gaat echter in hoger beroep. Gerechtshof Amsterdam ziet de situatie anders. Vader is in de depressie beland en is daardoor ook minder goed bereikbaar voor moeder. Ook is zijn belastbaarheid laag.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een begrijpelijke uitspraak van Gerechtshof Amsterdam. Wat in de uitspraak nog opvalt is dat het hof de volgende kwalificatie onder meer hanteert: “de onmacht aan de zijde van de vader om op passende wijze invulling te geven aan het gezag”. Hier in de praktijk zien we zeer veel dat ouders het ouderlijk gezag niet-passend invullen. Hier zou vaker dus ook de omgekeerde consequentie aan moeten worden verbonden.

Een vader wil eveneens het ouderlijk gezag over zijn kind van 3 jaar. Eerder is de omgang die zijn kind met hem heeft stapsgewijs opgebouwd. Het kind staat onder toezicht en bovendien zijn ouders in staat om over kleine zaken althans afspraken te maken. De Raad voor de Kinderbescherming is voor gezamenlijk gezag en de gecertificeerde instelling ook. De moeder is echter nog steeds tegen het gezamenlijk gezag omdat ze vindt dat de communicatie eerst (nog) beter moet worden.

De rechter ziet in het geheel geen situatie meer waarin het kind mogelijk klem raakt. Er is nog een gezinsvoogd betrokken. Daarnaast heeft de vader in de afgelopen jaren voldoende aangetoond dat hij de ouderlijke verantwoordelijkheid over zijn kind wil en kan dragen.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een uitspraak die past in de trend dat door de rechtspraak steeds minder snel het klemcriterium van toepassing wordt geacht. Moeder blijft zich verzetten onder verwijzing naar de communicatie. Zowel raad als de GI zijn het hiermee niet eens. De casusbeschrijving toont o.i. een welwillende vader die voldoende heeft aangetoond dat hij de ouderlijke verantwoordelijkheid over het kind wil en kan dragen.

Dit laatste toetspunt van de rechter is er één die we toejuichen, tegelijk is dit ook een ongebruikelijke overweging in dit type zaken.

Een vader en een moeder hebben twee kinderen. De vader ziet de kinderen weinig/nauwelijks en wil meer omgang. Ook wil hij gezamenlijk gezag. Dit wordt in eerste aanleg bij de rechtbank toegewezen. Ook wordt er een zorgregeling vastgesteld.

Moeder is het niet eens met de uitspraak en gaat in hoger beroep bij Gerechtshof Den Bosch. Daarin voert ze aan dat ze altijd de beslissingen over de kinderen heeft kunnen nemen, waarbij de kinderen ook gebaat waren. Dat ze samen met de vader beslissingen over de kinderen zou moeten gaan nemen levert bij haar een grote weerstand op. Die weerstand is voornamelijk ingegeven doordat de vader in het verleden meerdere malen onbetrouwbaar is gebleken. Daarbij komt dat de communicatie tussen partijen aanvankelijk al slecht was, maar sinds de rechtbankbeschikking geheel uitblijft.

Het hof overweegt o.m. dat: “het belang van de kinderen er in deze zaak niet mee gediend is dat de moeder met het eenhoofdig gezag belast blijft. Indien de moeder alleen met het gezag belast blijft, bestaat het risico dat de vader meer en meer uit het leven van de kinderen geweerd zal worden, nu ieder contact tussen de vader en de kinderen -ondanks meerdere hulpverleningstrajecten- gedurende lange tijd ontbreekt.”

Het hof overweegt daarnaast dat: “de situatie waarin de kinderen klem dreigen te raken tussen de ouders in deze zaak niet zozeer ziet op de problemen ten aanzien van het nemen van gezagsbeslissingen, maar op het niet kunnen hebben van onbelast contact met beide ouders, zodat het toewijzen van het gezamenlijk gezag een instrument is om het recht op ‘family life’ tussen de vader en de kinderen toch te verwezenlijken.”

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een uitstekende uitspraak van Gerechtshof Den Bosch. Wat vooral opvalt is dat het hof zich niet laat gijzelen door de standaard klem-argumenten, maar gewoon benoemt waar het om gaat namelijk, dat de kinderen geen onbelast contact hebben met beide ouders en indirect dat moeder zich onvoldoende houdt aan haar 1:247 lid 3 BW plicht om het contact tussen de kinderen en vader te bevorderen.

Wat verder opvalt is dat de vader op voorhand lijkt aan te geven ‘gewoon mee te werken’. Dit is een gevaarlijke tactiek die in dit geval voor de vader geen invloed heeft. In eerdere zaken hebben we het standpunt gelezen dat een soort ‘vrijwillig uitgekleed ouderlijk gezag‘ ook tot het argument kan leiden dat gezamenlijk gezag dan ‘geen meerwaarde’ heeft.

De beschikking bevat nog meer informatie over waarom de kinderen geen contact willen met de vader. Het is het klassieke argument: De kinderen willen niet, de kinderen hebben een sterke wil, de moeder stimuleert hen wel, maar kan ze niet dwingen. De vader stelt daarop dat: “wanneer de moeder niet intrinsiek wil dat hij met de kinderen contact heeft, hij zich daarbij neerlegt en dat de kinderen dan verder zonder de vader zullen opgroeien.” Dit leidt ertoe dat Hof Den Bosch de Raad voor de Kinderbescherming opdracht geeft te onderzoeken of “er nog mogelijkheden zijn waarbij op enigerlei wijze in de toekomst een (onbelast) contact tussen de vader en de kinderen kan worden gerealiseerd.” Zie in dit kader ook onze special over ouderverstoting.

Gezamenlijk gezag afgewezen

Een vader verzoekt gezamenlijk gezag echter laat alle communicatie met de moeder over aan zijn vader (opa vz.), ook neemt de opa het halen en brengen voor zijn rekening.

Rechtbank Rotterdam wijst het verzoek van vader af. Voor een behoorlijke gezagsuitoefening is overleg nodig en dit is niet mogelijk aangezien er geen contact is.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Wat opvalt aan de uitspraak is dat de rechter opnieuw niet/onvoldoende meeweegt in hoeverre moeder wél haar verantwoordelijkheden samenhangende met het ouderlijk gezag naleeft. De beschikking leest in eerste instantie alsof vader gewoon niet meewerkt. Moeder komt echter eerder vastgestelde informatieregeling niet na en ook dit is een vorm van ex-partnerstrijd. De vraag is dan ook of de rechter moeder met deze beslissing niet juist beloont voor haar niet-meewerkende gedrag temeer aangezien er geen enkele consequentie hangt aan het niet-naleven van de informatieregeling.

Een vader verzoekt gezamenlijk gezag echter heeft moeite om zijn emoties onder controle te houden in de afstemming met de moeder. Gezamenlijk gezag vraagt meer afstemming tussen de ouders en dit kan mogelijk tot meer conflicten leiden. Daarom acht Rechtbank Amsterdam het nog te vroeg voor gezamenlijk gezag.

Volledige uitspraak

Een vader die eigen communicatieregels dicteert, terwijl de moeder met hem tracht te overleggen over o.m. bijzondere zorg voor één van zijn twee kinderen, krijgt geen gezag over dat kind. Lees de tussenuitspraak voor meer inzicht in het gedrag van vader.

Volledige uitspraak

Een vader die enige tijd in detentie heeft gezeten ziet in 1 jaar het contact met zijn kinderen hersteld worden. Hij wil nu ook gezamenlijk gezag. Te vroeg vindt hof Arnhem-Leeuwarden en wijkt hiermee af van het oordeel van de rechtbank in eerste aanleg.

Het hof hanteert nog andere beoordelingscriteria, namelijk dat door de afwezigheid van de vader de ‘samenwerking niet is geworteld’ en er voor een gezamenlijke gezagsuitoefening een ‘zekere verbinding’ nodig is tussen de ouders. In deze zaak is er vrijwel geen contact tussen de ouders.

Volledige uitspraak

Naschrift:

De hierboven genoemde criteria zien we eigenlijk nooit. We vragen ons af in hoeverre de praktijk erbij gebaat is dat er geen consistent wegingskader lijkt te zijn, zoals bij verhuizen bijvoorbeeld.

Vader had (kort na de geboorte van hun kind) de handtekening van moeder vervalst voor de toestemmingsverklaring gezamenlijk gezag. De inschrijving in het gezagsregister was daardoor onterecht gedaan. Opmerkelijk is dat moeder hiervan pas meer dan 4 jaren na dato achter kwam cq werk van maakte.

Toch oordeelde de rechtbank dat vader gezamenlijk gezag zou hebben met de moeder. Het gerechtshof komt echter tot een andere oordeel. Een oordeel dat samenhangt met de kwetsbare situatie van het kind in de vorm van een Autisme Spectrum Stoornis. Hierdoor zou het kind (extra) baat hebben bij structuur en duidelijkheid. Mede omdat er geen verbetering te verwachten zou zijn in de situatie tussen de ouders.

Volledige uitspraak

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Meer verdiepen?