Vraag en antwoord · Alimentatie CAT-V&A

Antwoorden uit de familierechtpraktijk over alimentatie bij vechtscheidingen.

Bijgewerkt: 9 februari 2023
Bij een alimentatie-procedure is het mogelijk om een eerdere ingangsdatum te verzoeken. De rechter heeft veel vrijheid om te bepalen in hoeverre dit verzoek wordt ingewilligd.

Deze vrijheid volgt uit de wet. De rechter stelt namelijk bij het vaststellen van een alimentatieregeling tevens de dag vast dat deze begint (art. 1:402 lid 1 BW). Deze dag kan ook in het verleden liggen. De rechter kan echter niet verder terug dan 5 jaar voor de datum van indiening van het verzoekschrift. Dit volgt rechtstreeks uit art. 1:403 BW.

Verzoek je als welwillende ouder een ingangsdatum in het verleden, houd er dan zelf ook rekening mee wat deze verschuldigdheid betekent voor de alimentatieplichtige, zeker als er aan de zijde van de alimentatieplichtige ook andere schulden zijn. Soms is het beter om het verleden, het verleden te laten. Doe dus een redelijk voorstel om de verhoudingen niet onnodig op scherp te zetten.

Heb je zelf nooit eerder een verzoek gedaan tot het laten vaststellen van alimentatie, dan is het in de meeste gevallen jammer maar helaas. Dit geldt voor zowel partneralimentatie als kinderalimentatie.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 9 februari 2023
De wet geeft de mogelijkheid om voor partneralimentatie een niet-wijzigingsbeding op te nemen. Dit is vastgelegd in artikel 1:159 BW. De wet voorziet niet een eenzelfde mogelijkheid voor kinderalimentatie.

Een niet-wijzigingsbeding kinderalimentatie is evenwel gewoon geldig als er wordt afgesproken dat bij draagkrachtvermindering van de alimentatieplichtige toch een bepaald (hoger) niveau gehandhaafd blijft, omdat de kinderalimentatie dan ’tenminste’ voldoet aan de wettelijke maatstaven.

Dit kan anders zijn als door de hogere verplichting in relatie tot de draagkracht de kinderalimentatie voor andere kinderen in het gedrang zou komen.

Een bepaling die tot doel heeft om bij een toename van de draagkracht het niveau van kinderalimentatie op een lager bedrag vast te stellen is nietig.

Een een ander is de uitkomst van de beslissing van de Hoge Raad van 1 november 2019.

Analoog aan deze beslissing van de Hoge Raad zou je kunnen stellen dat ook een non-indexatie beding nietig is, omdat door non-indexatie enkel door verloop van tijd de kinderalimentatie gaat afwijken van de wettelijke maatstaven.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 9 februari 2023
In principe heb je samen met je partner veel vrijheid om de afwikkeling van je scheiding contractueel te regelen. Het is echter niet mogelijk om af te zien van kinderalimentatie of dit uit te ruilen tegen iets anders. 

De wet bepaalt in artikel 1:400 lid 2 BW dat een overeenkomst waarin wordt afgezien van levensonderhoud nietig. Dit was bijvoorbeeld aan bod in deze uitspraak van Rechtbank Midden Nederland.

Je kunt eigenlijk alleen naar boven afwijken. Er kan dus wel een hogere kinderalimentatie worden overeengekomen dan anders verschuldigd zou zijn. Komt de alimentatieplichtige hierdoor in een financiële noodsituatie, dan kan deze de rechter vermindering verzoeken van het overeengekomen bedrag op basis van ‘redelijkheid en billijkheid’.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 9 februari 2023
Nee, tenzij de tenuitvoerlegging daarvan door de Nederlandse rechter is bekrachtigd. De Nederlandse wet stelt namelijk dat een buitenlands vonnis (of beschikking) in principe in Nederland geen rechtskracht heeft anders dan daartoe door de rechter ‘verlof’ is gegeven. Dit betekent dus dat in een rechterlijke procedure verlof moet worden gevraagd. Dit volgt uit artikel 431 lid 1 Rv.

De Nederlandse rechter beoordeelt de zaak niet geheel opnieuw, doch toetst of het vonnis naar Nederlandse maatstaven voor erkenning vatbaar is.

In principe moet de buitenlandse uitspraak van rechtswege worden erkend, mis is voldaan aan de voorwaarden zoals door de Hoge Raad in 2014 geformuleerd in de Gazprom-zaak:

  1. de bevoegdheid van de rechter die de beslissing heeft gegeven, berust op een bevoegdheidsgrond die naar internationale maatstaven algemeen aanvaardbaar is;
  2. de buitenlandse beslissing is tot stand gekomen in een gerechtelijke procedure die voldoet aan de eisen van behoorlijke en met voldoende waarborgen omklede rechtspleging;
  3. de erkenning van de buitenlandse beslissing is niet in strijd met de Nederlandse openbare orde;
  4. de buitenlandse beslissing is niet onverenigbaar met een tussen dezelfde partijen gegeven beslissing van de Nederlandse rechter, dan wel met een eerdere beslissing van een buitenlandse rechter die tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust, mits die eerdere beslissing voor erkenning in Nederland vatbaar is.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Ben je gehuwd of geregistreerd partners geweest (met kinderen), dan ben je als ex-partners nog jarenlang aan elkaar verbonden via de wettelijke alimentatieverplichting. Dit betekent dat je naar elkaar een verantwoording hebt om elkaar op de hoogte te stellen van ontwikkelingen die impact hebben op de oorspronkelijke alimentatieberekening.

Als de alimentatiegerechtigde bijvoorbeeld is hertrouwd, doch heeft verzuimd dit te vermelden, dan kan dit tot terugbetalingsverplichting leiden. De rechter kijkt daarbij naar alle omstandigheden en de mate van verwijtbaarheid cq. eigen schuld van partijen.

In veel gevallen wordt daarvoor niet verder teruggegaan dan de datum van indiening van het verzoekschrift tot herrekening van de alimentatie. Een terugwerkende kracht die verder gaat komt echter sporadisch ook voor.

Een voorbeeld hiervan zagen we in deze zaak waarin de alimentatiegerechtigde al jaren was hertrouwd en daar zelfs naar de rechter toe een onjuiste verklaring over aflegde. De rechter oordeelde dat de i.c. kinderalimentatieverplichting vanaf de hertrouwdatum – meer dan 4 jaren eerder – lager werd vastgesteld.

In deze zaak leidde het echter niet tot een feitelijke terugbetaling omdat de vordering van de alimentatiegerechtigde was overgedragen aan het LBIO en de vordering van de alimentatiegerechtigde door verrekening werd verminderd.

Overigens vinden we dat het bewust niet-melden van grote wijzigingen een zware sanctie dient te krijgen. Zo werd er in de hiervoor genoemde zaak geen proceskostenveroordeling opgelegd aan de alimentatiegerechtigde; voor ons onbegrijpelijk.

Incassomaatregelen door het LBIO bij de alimentatieplichtige kunnen wellicht tot onnodig leed geleid hebben gedurende de jaren dat er onterecht een te hoge kinderalimentatie werd geïncasseerd. We vinden dat de rechtspraak voor bijkomende effecten meer invoelend vermogen en daadkracht zou kunnen ontwikkelen.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 21 oktober 2021
In principe is het mogelijk om bij een wijziging van omstandigheden aanpassing van de alimentatieverplichting te verzoeken, bijvoorbeeld wegens een (sterk) verminderde draagkracht door ontslag.

Echter, van de alimentatieplichtige mag ook redelijkerwijs worden verwacht dat deze zich inspant om te voldoen aan de eerder vastgesteld onderhoudsverplichting die tenslotte mede afhankelijk is van de behoefte van de alimentatiegerechtigden.

De mate van verwijtbaarheid van het verlies aan draagkracht kan dan worden meegewogen door de rechter bij de beslissing of inderdaad de alimentatieverplichting lager wordt vastgesteld.

Is een ontslag bijvoorbeeld verwijtbaar, dan is er ook een kans dat de rechter niet meegaat in een verzoek tot verlaging van de alimentatieverplichting of een ‘waarde’ hangt aan de mate van verwijtbaarheid.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 9 februari 2023
Juridisch ouders hebben een onderhoudsverplichting voor hun kinderen. Ook bijvoorbeeld stiefouders hebben een onderhoudsverplichting. Dit volgt uit artikel 1:392 BW. Of je als ouder of verzorger ook ouderlijk gezag hebt staat hier los van.

De hoogte van de kinderalimentatie is afhankelijk van de behoefte van het kind, de draagkracht van jezelf, de andere ouder en eventuele stiefouders. Neem je een (substantieel) deel van de verzorging van je kind voor je rekening, dan kan je een zogenaamde zorgkorting krijgen van 5 tot 35%. Bij de berekening van de zorgkorting worden zowel wekelijkse zorgtijd als vakanties meegenomen.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Helaas zien we in vechtscheidingen soms dat een partij all-out gaat. Alle registers worden opengetrokken om de andere partij te beschadigen, het leven zuur te maken of te bewerkstelligen dat de kinderen die ouder verstoten.

Dit kan onder omstandigheden leiden tot een gerechtvaardigde beëindiging van een lopende verplichting tot het betalen van partneralimentatie. De grondslag hiervoor is ‘redelijkheid en billijkheid’.

De rechter gaat hier terughoudend mee om. Op zich is namelijk niet ongebruikelijk dat een relatiebreuk of scheiding gepaard gaat met de nodige emoties. Het moet dus worden aangetoond dat het ‘grievende gedrag’ ernstig disproportioneel is.

Dat gerievend gedrag tot een einde van de partneralimentatie-plicht kan leiden volgt o.m. uit deze rechtszaak die diende bij Gerechtshof Den Bosch.

De vrouw in kwestie uitte (steeds erger wordende) valse beschuldigingen van o.m. kindermishandeling, seksueel misbruik van de kinderen en het in bezit hebben en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal door de man.

Dit leidde ertoe dat de man onterecht door ‘de strafrechtelijke-molen werd getrokken’.  Niets van deze valse beschuldigingen werd echter bewezen en het strafrechtelijke traject leidde tot een sepot. Het strafrechtelijke onderzoek had de man echter beschadigd, o.m. in zijn reputatie ten opzichte van zijn werkgever.

Daarbij ontzegde de vrouw de kinderen het contact met hun vader gedurende enkele maanden.

Ook toonde de vrouw op de zitting bij het hof geen inkeer en volhardde ze in haar valse beschuldigingen.

Het hof concludeerde dat gedragingen van de vrouw dermate grievend voor de man zijn of zijn geweest, dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de vrouw van de man een bijdrage in haar levensonderhoud verlangt.

De partneralimentatieverplichting voor de man werd daarmee beëindigd.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Het recht op partneralimentatie vervalt zodra je hertrouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenleven met je nieuwe partner alsof jullie gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. Dit is vastgelegd in artikel 1:160 BW.

Het is met name het laatste criterium waaromtrent we veel rechtspraak zien. Wanneer hiervan sprake is, is namelijk niet zo eenvoudig vast te stellen als een huwelijk of geregistreerd partnerschap.

In de rechtspraak is ‘samenleven alsof’ verder uitgewerkt en hiervan is sprake als voldaan is aan de volgende 5 voorwaarden:

  • er is een affectieve relatie;
  • die duurzaam is;
  • waarin wordt samengewoond;
  • een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd, en;
  • de partners elkaar wederzijds verzorgen.

Het is van belang om redelijk en transparant te zijn naar de alimentatieplichtige ex-partner. Enerzijds heb je natuurlijk recht op een vrij privéleven zonder continue informatieverstrekking aan de ex-partner over de stand van relaties. Anderzijds, wanneer je aanvoelt dat je relatie logischerwijs voldoet aan de bovenstaande criteria, of uiteraard zodra je anderszins in je levensonderhoud kunt voorzien, houd dan zelf het initiatief en initieer een herrekening.

Het niet zelf initiatief houden kan ertoe leiden dat de argwaan van de ex-partner tot een kostbaar onderzoek door een recherche-bureau gaat leiden die jou en je nieuwe partner gedurende enige tijd gaan observeren.

Als in een opvolgende rechtszaak vervolgens komt vast te staan dat je onterecht niet gemeld hebt dat er sprake is van ‘samenleven alsof’, dan kan dit tot een terugbetalingsverplichting leiden van de onverschuldigd ontvangen partneralimentatie (+ wettelijke rente). Daarnaast kan je ook nog veroordeeld worden tot betaling van de proceskosten van je ex-partner en de kosten van het ingeschakelde recherche-bureau. Al met al iets om te vermijden.

Let wel! Het is niet zo dat het nog hebben van een eigen woning automatisch voorkomt dat sprake kan zijn van ‘samenleven alsof’. De hierboven genoemde punten zijn maatgevend.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 17 november 2024
Ouders kunnen bij scheiding in het ouderschapsplan een niet-wijzingsbeding kinderalimentatie opnemen; echter in principe is deze alleen geldig als deze ertoe leidt dat kinderen er ‘beter van worden’. Kinderalimentatie moet namelijk tenminste voldoen aan de wettelijke maatstaven. Dit kan echter soms voor de alimentatieplichtige later tot problemen leiden.

Er is aardig wat discussie over of een niet-wijzigingsbeding kinderalimentatie kan worden doorbroken. Niet alle rechters zien dit hetzelfde. De stand van zaken momenteel is dat dit wel mogelijk zou moeten zijn met een beroep op redelijkheid en billijkheid, aangezien de wet daarin voorziet in art. 6:258 BW.

Voor het doorbreken is een positieve beslissing vereist van een rechter. Houd er rekening mee dat het LBIO waarschijnlijk gewoon het hogere bedrag zal blijven incasseren, totdat er een andere beschikking ligt.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 9 februari 2023
Naast de juridisch ouders hebben ook biologisch ouders (verwekkers) onderhoudsplicht voor hun kinderen. Dit volgt uit artikel 1:394 BW.

Met enige regelmaat krijgen we de vraag van moeders wat te doen qua kinderalimentatie als de vader het kind niet wil erkennen; wel of geen alimentatieprocedure starten? Het lijkt zo voor de hand liggend, doch we horen bijvoorbeeld als tegenargument:

  • De procedure zorgt voor een ‘confrontatie’ met de verwekker.
  • In het kader van de procedure moeten financiële gegevens worden overlegd.
  • Kinderalimentatie leidt mogelijk tot verdere rechtenverwerving.

Het is heel eenvoudig: Is het kind op natuurlijke wijze ontstaan, dan is de verwekker onderhoudsplichtig. Het maakt niet uit of het kind binnen een (korte) relatie is ontstaan of bijvoorbeeld door een ONS.

Wil de vader niet meewerken aan een gezamenlijke vaststelling, dan kan je daarvoor een verzoekschriftprocedure starten. Dit heet ook wel een vaderschapsactie. De gerechtelijke procedure dient puur voor het verkrijgen van alimentatie. Er komt geen familierechtelijke betrekking tot stand.

Let op! Als je als moeder niet in beweging komt, dan is terugwerkende kracht verre vanzelfsprekend.

Overigens vervalt deze onderhoudsplicht voor de biologisch vader, zodra het kind door een ander is erkend, hoewel dit volgens de Hoge Raad onder omstandigheden kan worden doorbroken.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Heb je een vraag waarop het antwoord ook voor anderen relevant kan zijn en mis je hem in dit overzicht?
Mail hem als suggestie naar team@fiduon.nl.