Vraag en antwoord · Co-ouderschap CAT-V&A

Antwoorden uit de familierechtpraktijk over co-ouderschap bij vechtscheidingen.

Bijgewerkt: 22 februari 2022
Ontstaat er bij scheiding discussie over de zorgverdeling en komen de ouders er niet samen uit, dan ligt de eindbeslissing uiteindelijk bij de rechter, meestal na advies van de Raad voor de Kinderbescherming.

Wonen twee ouders bijvoorbeeld ver uit elkaar, dan kan co-ouderschap (tw: een gelijke verdeling van de zorg en opvoeding) te belastend zijn voor het kind. De vraag is dan natuurlijk welke ouder de hoofdzorg en daarmee het hoofdverblijf krijgt.

Is er bijvoorbeeld sprake van ernstige contra-indicaties (bijv. een gediagnosticeerde psychische aandoening of verslavingsproblematiek) bij de verzoekende ouder, dan kan vanuit het perspectief van het kind de kwaliteit van de zorg onvoldoende gewaarborgd zijn. Een eventueel verweer tegen omgang moet dan worden opgebouwd rondom de criteria zoals vastgelegd in art. 1:377a lid 3 BW.

Artikel 1:377a lid 3 BW:
De rechter ontzegt het recht op omgang slechts, indien:
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, of
b. de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder of met degene met wie hij in een nauwe persoonlijke betrekking staat heeft doen blijken, of
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.

Er zijn voorbeelden dat de rechter toch een gelijke zorgverdeling vast stelt ondanks dat één van beide ouders dit voor zichzelf niet wil. Een voorbeeld hiervan is deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. De vader gaf aan een 50% zorgtaak niet aan te kunnen. Omdat de moeder aangaf niet meer dan 50% zorg voor haar rekening te kunnen nemen, besloot de rechter tot een gelijke verdeling.

Let wel: Als ouders het heel verschillend zien en er objectief gezien geen contra-indicatie is, dan kan zo een standpunt tot een jarenlang voortslepend juridisch conflict leiden. Dit is zeer belastend en we raden aan hier niet lichtzinnig mee om te gaan.

Het is daarom te allen tijde belangrijk om welwillend in het proces te staan, standpunten niet nodeloos te polariseren en eventueel betrokken instanties gewoon hun (onderzoek)werk te laten doen.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 2 maart 2022
Welke afstand bij co-ouderschap tussen de woonplaatsen van beide ouders nog in het belang van het kind wordt geacht is niet vast gedefinieerd. In het algemeen kan worden gesteld dat rechters het in het belang van het kind vinden dat ouders zo dicht mogelijk bij elkaar wonen.

Hoe ver ‘zo dichtbij mogelijk’ is, wordt steeds bezien vanuit het kind door de rechter. Zaken zoals leeftijd, reisafstand/tijd naar school en kindspecifieke omstandigheden zoals bijvoorbeeld een handicap of autisme kunnen hierin bepalend zijn.

Als ouders is het belangrijk om echt naar het belang van het kind te kijken. Twee woonplaatsen bij beide ouders die bijvoorbeeld in dezelfde stad of dichtbij een centraal punt zoals school zijn, betekent een levenssfeer voor het kind die minder ‘gespleten’ is.

Zoek je toch houvast in een getal, denk dan aan 10-15 km hemelsbreed als maximum, hoewel we in de rechtspraak ook situaties tegenkomen waarbij ouders verder uit elkaar wonen. Zo werd in deze zaak die diende bij Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een reisafstand per auto van 25 min niet onaanvaardbaar lang geacht.

In deze baanbrekende uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland in legde de rechtbank aan de co-ouder die wilde wegverhuizen o.m. hoge dwangsommen op om naast een daadwerkelijke woonplaatsverhuizing ook een verhuizing van de sociale context van de kinderen tegen te gaan.

Heeft de ouder met het formele hoofdverblijf een verhuisvoornemen, dan zal door een rechter nadrukkelijk gekeken worden naar de impact die deze verhuizing heeft op het kind. Mocht daardoor de uitvoerbaarheid van de co-ouderschapregeling in het gedrang komen dan kan dit een sterke contra-indicatie zijn voor de (voorgenomen) verhuizing.

We zien regelmatig dat ouders zonder het formele hoofdverblijf van het kind zonder afstemming (ver weg) verhuizen. Dit is o.i. niet ‘in de geest van’ co-ouderschap. Daarom zijn wij van mening dat bij een 50/50 co-ouderschap er altijd overeenstemming zou moeten zijn tussen de ouders over deze verhuizing indien deze verhuizing de reisafstand/duur voor het kind groter maakt. Indien dit niet lukt, dan kan het verhuizen volgens de hiervoor genoemde uitspraak aan een rechterlijke toetsing onderworpen worden.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Lees ook dit

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 24 juli 2023
Ben je als ouders al voor of kort na de geboorte van jullie kind uit elkaar gegaan, dan is dit een lastige situatie voor alle betrokkenen, doch in beginsels is co-ouderschap met een baby ook mogelijk.

Er is echter een grote kans dat het mis gaat. Het is een emotionele fase, waarin iedereen nog zijn/haar plek moet vinden en het is soms lastig om emoties niet de boventoon te laten voren. Veel strijd ontstaat wanneer het belang voor het kind van de aanwezigheid van de vader in deze fase door de moeder wordt gebagatelliseerd of gediskwalificeerd. Ook kunnen scheidingsconflicten weer de kop op steken en snel oplaaien.

Voor vaders: In plaats van direct vanaf het begin strikt vast te houden aan co-ouderschap kan je ook kiezen voor een (zo goed als) gelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vanaf bijvoorbeeld 9 maanden. Je kunt daar dan samen naartoe ingroeien. Consistent en voorspelbaar zijn in je gedrag, en welwillendheid, is essentieel.

Voor moeders: Het is van belang om geen onlogische standpunten in te nemen, concreet te worden naar vader en je ook aan afspraken te houden die je maakt met betrekking tot omgang. Je kind heeft recht op contact met vader en voldoende kwalitatief hoogwaardige hechtingsmomenten om veilig te hechten. Hiervoor is een hogere contactfrequentie nodig in de eerste fase dan hier en daar een paar uurtjes. Werkelijk je kind voldoende zorgtijd met vader gunnen. Vader zonder toezicht de zorg geven, eten laten geven, bedrituelen, badderen, verschonen, troosten etc. En volgens de hechtingsleer is ook overnachten op zeer jonge leeftijd bij de vader in beginsel gewoon mogelijk.

Verder is vanuit een baby bezien zorg door een ouder te prefereren boven zorg door een grootouder, gastouder of opvang. Natuurlijk zijn er ook situaties dat een ouder niet welwillend, capabel of leerbaar is. Dit vraagt weer een andere aanpak.

Voor het kind is belangrijk dat deze van beide zijden te allen tijde onvoorwaardelijk toestemming ervaart in contact met de andere ouder.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Lees ook dit

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Als de co-ouderschapsregeling niet goed loopt en kom je er samen niet uit, dan kan dit een reden zijn om de regeling te herzien. Ga ervan uit dat dit niet eenvoudig zal zijn.

In de praktijk zien we dat herzieningen meer kansrijk zijn, als bijvoorbeeld één van de ouders weg verhuist en op een afstand gaat wonen die het reizen (te) belastend maakt voor de kinderen.

Wordt een herziening aan de rechter voorgelegd, dan vraagt deze meestal advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Dit maakt de uitkomst van het gerechtelijke traject extra onzeker.

Lees ook dit

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 7 mei 2025
Voor de hoofdverblijfplaats bij co-ouderschap na scheiding zien we verschillende oplossingen.

Zo gebeurt het veel dat de hoofdverblijfplaats in de ouderlijke woning blijft, indien deze aan één van beide partijen wordt toebedeeld. Wordt deze bijvoorbeeld verkocht en blijven beide ouders, stel van 2 kinderen, in de directe omgeving wonen, dan gebeurt het ook dat iedere ouder de hoofdverblijfplaats van één kind heeft. Het komt ook voor dat er expliciet geen hoofdverblijfplaats wordt vastgesteld, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch en deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Er wordt dan slechts een plaats van inschrijving bepaald.

Belangrijker dan deze discussie over toebedeling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen is echter hoe wordt omgaan met een eventuele toekomstige verhuizing van de andere ouder, nieuwe partners, nieuwe gezinnen of andere mogelijke toekomstige discussiepunten.

Een ouder die de hoofdverblijfplaats voor de kinderen heeft, heeft namelijk in beginsel de mogelijkheid om elders een leven op te bouwen. Heeft een ouder niet het formele hoofdverblijf, dan is er geen formeel kader dat deze verhuizing kan verhinderen. Discussies over hoofdverblijfplaats en/of reistijd voor de kinderen (na verhuizing) kunnen voorkomen worden door goede afspraken te maken over woonplaats en toekomstige verhuizing (van beide ouders).

Voor wat betreft discussie over toeslagen en dergelijke. Deze worden verrekend bij de alimentatieberekening en zijn dus nauwelijks een discussiepunt van betekenis.

Met het hebben van de hoofdverblijfplaats (lees: de plaats van inschrijving van de kinderen) komt een informatievoorsprong voor die ouder. Die ouder wordt gezien als eerste contactpersoon en ontvangt bijvoorbeeld ook alle post van instanties. Indien de kinderen ook bij die ouder op de zorgverzekeringspolis worden bijgeschreven (hetgeen standaard is), dan leidt dit er ook toe dat in een voorkomend geval de andere ouder géén informatie kan opvragen bij deze zorgverzekeraar over de kinderen omdat dit door de zorgverzekeraars wordt tegengehouden. Hulpverleners zijn zich gemiddeld genomen onvoldoende bewust van de macht die door hoofdverblijfouders kan worden uitgeoefend.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 14 maart 2025
Gaan twee ouders met kinderen uit elkaar dan is een oplossing dat elk van de ouders een eigen huis neemt of dat één van beide ouders in de echtelijke woning blijft wonen. Er is echter ook nog een andere vorm, namelijk waarbij de kinderen in de ouderlijke woning blijven wonen of een eigen woning krijgen. De ouders nemen dan afwisselend de zorg op zich in die woning. Dit heet ‘birdnesting’.

Voordelen birdnesting

  • Kinderen blijven in hun vertrouwde omgeving en worden minder belast met de scheiding.

Nadelen birdnesting

  • Ouders moeten samen financieel in staat zijn om 3 woningen er op na te houden.
  • Aanwezigheid op het ‘nest’ betekent het ook ‘afwezigheid buiten de eigen woning’. Dit kan leiden tot een te sterke afzondering met bijvoorbeeld een nieuw gezin met een nieuwe relatie.
  • Er kunnen nieuwe discussie ontstaan, bijvoorbeeld over huishoudelijke taken, kosten en aanwezigheid van nieuwe partners in de woning.
  • Mogelijk grotere drempel om echt los te komen van elkaar als ex-partners.
  • Lijkt vooral geschikt voor ouders van oudere kinderen, bijvoorbeeld wanneer deze bijna uit huis gaan of als tijdelijke oplossing.

Enkele oplossingen voor de nadelen van birdnesting

  • Neem een hulp voor de schoonmaak.
  • Beiden ex-partner hebben een eigen kamer, deze persoonlijke levenssfeer wordt gerespecteerd.
  • Maak duidelijke afspraken hoe qua opvoeding consistent te zijn naar de kinderen (bijv. opruimen van kamers).
  • Afspraken over nieuwe partners.
  • Blijf constructief communiceren.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 7 mei 2025
Gaan twee ouders uit elkaar dan krijgt de ouder met de grootste zorgduur in principe ook de formele hoofdverblijfplaats. Bij een zuiver co-ouderschap is er echter geen verschil tussen de de ouders. We zien diverse oplossingen, zoals dat elk van de ouders bijvoorbeeld een kind op hun adres kunnen inschrijven.

Je zou bij co-ouderschap eveneens kunnen stellen dat het vaststellen van een hoofdverblijfplaats geen recht doet aan de gelijkwaardige rol die de ouders vervullen.

Een dergelijke situatie was aan de orde in deze zaak die diende bij Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De rechter vond een tussenoplossing door geen beslissing te nemen over de hoofdverblijfplaats en slechts te bepalen op welk adres het kind zou worden ingeschreven in het BRP.

Als ouders co-ouderschap overwegen dan helpt deze uitspraak wellicht om snel over dit punt te stappen en bijvoorbeeld te focussen op een handelingsprotocol wanneer één van de ouders zou willen verhuizen.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Lees ook dit

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 14 februari 2025
Gelijkwaardig ouderschap na scheiding volgt uit artikel 1:247 BW leden 4 en 5 en diverse internationale verdragen. Een rechter neemt echter een beslissing die hij in het belang van het kind acht. Daardoor is co-ouderschap in principe niet afdwingbaar.

Globaal zijn er twee verschillende situaties:

1. Eén van beide ouders wil meer dan 50% zorg en de andere wil een gelijke zorverdeling.

In de rechtspraak wordt veelal aansluiting gezocht bij de zorgverdeling voorafgaande aan de scheiding. Een sterk gepolariseerde situatie tussen de ouders kan voor rechters een belemmering vormen voor een gelijke verdeling. Ons inziens is dit overigens onterecht en we zien af en toe uitzonderingen.

De uiteindelijke uitkomst hangt ook af van de daadwerkelijke inspanningen van de ouders om invulling te (gaan) geven aan een situatie van een gelijke verdeling van de zorg- en opvoeding. Vanuit een klassieke rolverdeling is het vooral als vader van belang om concrete stappen te zetten om proactief je leven aan te passen aan een gelijke zorgtaak.

Verder kunnen nog andere factoren van belang zijn zoals de ‘emotionele draagkracht’ van het kind en de andere ouder, de afstand tussen de ouders na scheiding, wie in de voormalige gezamenlijke woning blijft wonen en met name bij wat oudere kinderen, wat het kind wil.

De praktijk wijst echter uit dat vaders veelal nog steeds aan het kortste eind trekken, ook al zijn er geen contra-indicaties voor deze gelijkwaardige rol in het leven van en zorg voor het kind.

2. Eén van beide ouders wil minder dan 50% zorg en de andere wil een gelijke zorgverdeling.

Met enige regelmaat worden we benaderd door ouders die juist willen dat de andere ouder méér zorg voor zijn/haar rekening neemt. Het is veelal een voorbode van veel frustratie omdat het onzeker is dat dit ook door een rechter wordt vastgesteld als die ouder dit zelf niet (in die mate) wil. Soms zien we echter tóch beslissingen waarin (het handhaven van) een gelijke zorgverdeling juist in het belang van de kinderen wordt geacht (ondanks dat een ouder aangeeft met minder zorg genoegen te nemen). Lees in dit kader ook onze V&A: Kan ik vader dwingen tot (meer) omgang?

Is een klassieke week-op-week-af regeling onbespreekbaar en wil je zelf een ander voorstel doen, bekijk enkele voorbeelden van zorgregelingen met een andere wekelijkse verdeling. Heb je binnenkort een gesprek over de verdeling van de omgang, lees dan ook onze tips voor het gesprek. Wil je met ons voorbereiden? Neem contact op voor een kennismaking.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 6 april 2025
Bij birdnesting blijven de kinderen in de woning terwijl de ouders op gezette tijden in de woning zijn en alsdan exclusief voor de kinderen zorgen. De rechter verzoeken birdnesting vast te stellen is ook mogelijk als jullie niet op één lijn zitten.

Als ouders het niet eens zijn en één of beiden de woning exclusief toegewezen wil krijgen, dan kan dit een contra-indicatie zijn voor birdnesting. Dat dit echter niet altijd zo is, laat deze zaak zien die diende bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Moeder verzocht toewijzing van de (voormalig) echtelijke woning, vader wilde birdnesting. Moeder stelde zich op het standpunt dat vader niet goed voor de kinderen zou kunnen zorgen. Twee van de drie kinderen (resp. 9 en 11 jaar) hadden ADHD, één autisme. Daarnaast wilde moeder de woning toegewezen krijgen omdat ze niet langer met de kinderen bij haar ouders kon wonen. Verder voerde moeder nog aan dat haar twee minderjarige kinderen liever bij haar zouden verblijven. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde vóór birdnesting. De kinderen konden zo in hun vertrouwde omgeving wennen aan de scheiding van hun ouders. De rechtbank nam dit advies over en stelde – ondanks de haaks op elkaar staande standpunten van de ouders – birdnesting vast tw. van vrijdag 18:00 uur tot vrijdag 18:00 uur voor zolang de woning nog niet verkocht zou zijn.

Een vergelijkbare zaak diende bij Rechtbank Noord-Nederland. Daarin wilde beide ouders het alleenrecht op de gezamenlijke huurwoning en wilden beiden het hoofdverblijf. De vader wilde wel meewerken aan birdnesting, de moeder niet. Moeder had in principe de mogelijkheid om bij familie te slapen op de momenten dat ze geen omgang had met de kinderen, de vader niet. De rechtbank besliste dat de gezamenlijk woning aan vader werd toegewezen en het bij vader neer te leggen om moeder toegang te geven tot de woning en dat hij op die momenten elders zou gaan verblijven. Formeel werd het hoofdverblijf van de kinderen wel bij moeder bepaald door de rechtbank omdat dit overeenstemde met de normale zorgverdeling tijdens het huwelijk. Kortom, de kinderen bleven in de woning wonen, althans tot het moment dat moeder een andere woonruimte zou hebben gevonden.

In deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland wilde de moeder van de vastgestelde birdnesting af, omdat er veel spanningen zouden zijn. Ook wilde ze het alleenrecht op de woning omdat ze samengevat geen andere woning zou kunnen krijgen. De vader stelde echter dat deze goed (genoeg) verliep. De rechtbank oordeelde dat de birdnesting in stand zou blijven voor de duur van de echtscheidingsprocedure omdat het ‘op dit moment goed gaat met de kinderen’. Ook in deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland beriep de moeder zich op het bestaan van teveel spanningen om het birdnesting-verzoek van de vader toe te wijzen. Dit passeerde de rechter echter.

In deze uitspraak van Rechtbank Overijssel was de uitkomst ook dat de bridnesting-afspraak door ouders bij Veilig Thuis gemaakt in stand bleef in afwachting van de uitkomsten van de bodemprocedure.

Soms lukt het ouders niet om zich aan de spelregels te houden en verblijven ze toch in de woning terwijl het ‘de tijd van de andere ouder is’. Hierin werd explicieter voorzien in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin in een voorlopige voorzieningsprocedure ‘birdnesting’ aan de rechter werd voorgelegd. In de uitspraak beveelt de rechter niet slechts wie in welke periode gerechtigd is tot ‘uitsluitend gebruik’ van de woning. Ook beveelt de rechter de andere ouder om de woning te verlaten en verder niet te betreden. Ook is het wisselmoment op de minuut bepaald.

In deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam verving de man uit eigen beweging de sloten en ontzegde de vrouw daarmee de toegang tot de gemeenschappelijke woning. De rechter maakte hiermee korte metten en oordeelde dat de man de birdnestingafspraak moest nakomen op straffe van een dwangsom.

Dat het geenszins zeker is dat birdnesting bij slechte communicatie toch zal worden gehonoreerd blijkt uit deze uitspraak van  Rechtbank Noord-Holland (lees r.o. 3.3). De uitspraak toont gezien de vergelijkbaarheid met de andere zaak hierboven bij Rechtbank Noord-Holland vooral hoe gering de ‘rechtszekerheid’ is het Nederlandse familierecht.

Tot slot is er nog een variant waarbij er gedurende de echtscheidingsprocedure geen birdnesting wordt vastgesteld en het alleengebruik van de woning ook niet aan één van beide ouders wordt toegewezen. Zo een zaak was aan de orde in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag. Hierin verzochten beide ouders het uitsluitend gebruik van de woning. De rechter wees dit af omdat de spanningen niet dusdanig waren dat het gelijktijdig leven onder 1 dak tot een onhoudbare situatie zou leiden.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 13 februari 2023
Stel je wilt gelijkwaardig ouderschap na scheiding. Ongewild beland je in een vechtscheiding, dan lijkt gezien de rechtspraak een gelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken uitgesloten. Het kan echter wél.

In veel gerechtelijke uitspraken wordt strijd tussen de ouders diskwalificerend geacht voor een gelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. Dit zou namelijk te belastend zijn voor het kind. Het idee daarbij is dat een gelijke zorgverdeling veel afstemming vraagt (lees: meer dan bij een ongelijke zorgverdeling) en dat dit frequente overleg tot spanningen leidt, terwijl het kind gebaat is bij ‘rust’.

Dat het echter wel kan samengaan volgt o.m. uit de twee uitspraken die we hierna uitlichten.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (2018)

Door de aanhoudende vechtscheiding – zoals beschreven in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden – was de moeder al beperkt in haar omgang en had de vader inmiddels het eenhoofdig gezag en het hoofdverblijf gekregen. Het kind stond onder toezicht en in het kader van het onderzoek stelde de Gecertificeerde Instelling Samen Veilig Midden-Nederland een omgangsregeling voor met twee uitgangspunten.

Volgens Samen Veilig Midden-Nederland zou ondanks de vechtscheiding wel een gelijke verdeling in de zorg- en opvoedingstaken kunnen functioneren als:

  • de regeling voor het kind zou betekenen dat deze zo min mogelijk hoeft te schakelen tussen de twee verschillende leefwerelden en opvoedstijlen van de beide ouders; en
  • de regeling zo zou zijn dat de ouders niet noodzakelijkerwijs met elkaar zouden hoeven te communiceren, t.w. overdrachten via school.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden achtte het in het belang van het kind dat er een definitieve en duidelijke omgangsregeling kwam tussen het kind en de moeder. Een regeling die geen discussies tussen partijen zou opleveren en die met zo min mogelijk overdrachtsmomenten gepaard zou gaan. Het hof nam het advies van Samen Veilig Midden-Nederland daarmee integraal over inhoudende dat de moeder:

  • in de oneven weken omgang met het kind heeft van woensdagmiddag uit school tot vrijdagochtend naar school, en
  • in de even weken omgang met het kind heeft van woensdagmiddag uit school tot de daaropvolgende maandagochtend naar school,

waarbij de moeder het kind telkens van school ophaalt en naar school terugbrengt.

Gerechtshof Den Bosch (2022)

In de (extreme) vechtscheiding in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch had de vader (die het hoofdverblijf had) zorgen over de veiligheid van de kinderen bij de moeder. Alle betrokken hulpverleners en ook de advocaten waren gevangen in de eindeloze oneinigheid tussen de ouders over de mate van veiligheid van de kinderen bij de moeder, aldus het hof. Hof Den Bosch hakte de knoop door en breidde de zorgtaak van de moeder uit naar een gelijke zorgverdeling met het volgende stramien:

  • de kinderen verblijven op maandag en dinsdag bij de vader;
  • de kinderen verblijven op woensdag en donderdag bij de moeder;
  • de kinderen verblijven op vrijdag, zaterdag en zondag om en om bij ieder van de ouders;
  • de ouder bij wie de kinderen in het weekend zijn, zorgt ervoor dat de kinderen op maandagochtend naar school gaan;
  • waarbij de GI de regie krijgt om de regeling met de ouders nader in te vullen (hieronder valt bijvoorbeeld tijdstippen, wijze van overdracht etc.)

De vakanties en de feestdagen zullen voorts bij helfte worden verdeeld, waarbij de GI de regie krijgt om dit nader uit te werken.

Gerechtshof Den Bosch (2022)

In de situatie in deze uitspraak uit de moeder zware aantijgingen richting de vader over (vermeende) mishandeling van de twee kinderen van 6 en 4 jaar. De onderbouwing die ze hiervoor levert is echter ‘volstrekt onvoldoende’ aldus het hof. Daarnaast vindt het hof de moeder weinig geloofwaardig omdat ze primair ook nog steeds verzoekt dat de kinderen één weekend in de 14 dagen bij de vader verblijven. Hof Den Bosch bekrachtigt de het eerder vastgestelde co-ouderschap.

Gerechtshof Den Bosch (2023)

Nadat de rechtbank in eerste aanleg een week-op-week-af-regeling heeft vastgesteld over een kind van (3-4 jaar) gaat de moeder in hoger beroep bij het gerechtshof. Daarin voert ze aan dat de regeling te belastend is voor het kind en dat het kind veranderd gedrag laat zien na thuiskomst. Ook zou de vader niet zelf voor het kind zorgen. De vader bestrijdt deze zaken echter. De zorgregeling loopt goed. Hij stelt samengevat dat moeder niet-welwillend is. Dit zou o.m. blijken uit het feit dat ze een procedure voor eenhoofdig gezag is gestart. Het hof ziet in alles onvoldoende om de zorgverdeling te wijzigen en handhaaft in deze uitspraak de week-op-week-af-regeling.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Bijgewerkt: 19 november 2022
Bij co-ouderschap na scheiding is de zorg gelijk verdeeld en werken ouders samen in het belang van het kind. Dit althans is hoe dit in de familierechtspraak overwegend wordt uitlegd.

Een co-ouderschap betekent niet automatisch een zorgverdeling die week-op-week-af is. De zorg kan op allerlei wijzen verdeeld zijn en zich bijvoorbeeld ook aanpassen aan de behoefte en draagkracht van het kind.

En slechte communicatie kan een verzoek tot co-ouderschap in de weg staan. Zie daarvoor bijvoorbeeld het uitsprakenoverzicht in onze Thema: Van eenhoofdig naar gezamenlijk gezag, juist omdat het begrip ‘co-ouderschap’ een goede communicatie veronderstelt. Het is dan beter om te spreken van een ‘gelijke zorgverdeling’. Dat ondanks slechte communicatie tussen de ouders toch gelijke zorgverdelingen worden vastgesteld lees je hier.

Overigens is in het spraakgebruik en fiscaal er wel bij minder dan 50/50 al sprake van een co-ouder. Dit is gemiddeld vanaf zo’n 3 dagen per week.

Er is geen ‘recht op co-ouderschap’. De wet stelt dat er het kind recht heeft op een gelijkwaardige verzorging door beide ouders na scheiding. Lees hier wat daaronder wordt verstaan.

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Meer vraag en antwoord

Meer kennisbank

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.

Heb je een vraag waarop het antwoord ook voor anderen relevant kan zijn en mis je hem in dit overzicht?
Mail hem als suggestie naar team@fiduon.nl.