Vraag en antwoord · Jeugdbescherming CAT-V&A
Antwoorden uit de familierechtpraktijk over jeugdbescherming bij vechtscheidingen.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Staat je kind onder toezicht van een Gecertificeerde Instelling (GI), dan geldt globaal dat de GI alle zorg mag inzetten die nodig is om de bedreiging – die tot de ondertoezichtstelling heeft geleid – weg te nemen. Dit volgt rechtstreeks uit artikel 1:255 lid 1 BW.
Hoewel een ondertoezichtstelling geldt als een maatregel waarin het gezag is beperkt, is dit juridisch gezien niet aan de orde, m.u.v. slechts één aspect namelijk het informatierecht van de gezinsvoogd. Een standpunt of beslissing van de gezinsvoogd treedt niet in de plaats van de beslissing van de gezaghebbende ouders. Dit is slechts anders als deze bevoegdheid expliciet door de rechter is toegekend.
De GI moet zich in beginsel aan de bevoegdheden houden zoals ze in de wet staan. Daarnaast heeft de GI enige ruimte om de doelstellingen te bereiken die de ondertoezichtstelling heeft.
Wat de gezinsvoogd wél mag
De wet kent de volgende bevoegdheden expliciet aan de gezinsvoogd/GI toe:
- Van professionals informatie verkrijgen over het kind, of informatie over de ouders, die relevant is voor de ondertoezichtstelling, ook zonder dat daarvoor toestemming is verkregen van de betreffende ouder(s).
- De schriftelijke aanwijzing geven aan de ouders met het gezag. › art. 1:263, art. 1:264 en art. 1:265 BW. Wordt de aanwijzing niet nageleefd door de ouders, dan moet de GI naar de rechter om de schriftelijke aanwijzing te laten bekrachtigen. Ook kan de GI de rechter verzoeken een dwangmiddel op te leggen. Dit kan bijv. een dwangsom zijn.
- Een geschil omtrent de uitvoering van de ondertoezichtstelling aan de rechter voorleggen. › Geschillenregeling van art. 1:262b BW. NB: Dit kan ook in situaties waarin ook de geschillenregeling van art. 1:253a BW openstaat, zoals in deze uitspraak waarin de GI vervangende toestemming voor het inschrijven bij een specifieke peuterspeelzaal verzocht.
- Uithuisplaatsing gedurende dag en nacht van het kind (alleen met rechterlijke machtiging). › art. 1:265a BW e.v.
- Het inperken van het contact tussen het uithuisgeplaatste kind en de gezaghebbende ouder. › art. 1:265f BW
- Beslissingen nemen bij specifieke aangelegenheden met betrekking tot het uithuisgeplaatste kind. › art. 1:265e BW
- Aan de rechter een wijziging verzoeken in de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. › art. 1: 265g BW
- De rechter vervangende toestemming vragen voor een medische behandeling. › art. 1:265h BW
- De rechter verzoeken een bijzondere curator voor het kind te benoemen. › art. 1:250 BW, lees dit voorbeeld.
Wat de gezinsvoogd niet mag
Omdat de bevoegdheden specifiek in de wet staan vermeld, is er dus ook veel wat de GI niet mag.
- De gezinsvoogd mag niet eenzijdig bijvoorbeeld een vastgestelde omgangsregeling inperken. Daarvoor moet de GI naar de kinderrechter, aldus de Hoge Raad in deze uitspraak. Echter, wel zien we bijvoorbeeld dat door rechters juist een zeer breed omschreven opdracht (en mandaat) aan de GI wordt gegeven. Dan kan de GI de omgang wel wijzigen, aldus de Hoge Raad in dezelfde uitspraak. Rechtbank Noord-Holland bepaalde bijvoorbeeld in deze zaak dat de Gecertificeerde Instelling enige bewegingsvrijheid moest worden toegekend bij het vaststellen van een vanuit het kind bezien passende omgangsregeling. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bepaalde in deze zaak, dat de gezinsvoogd de frequentie, duur en invulling van de omgang kon bepalen, in overleg met partijen. Nog een voorbeeld daarvan is deze zaak die diende bij Rechtbank Noord-Nederland. Zo krijgen GI’s regelmatig volledige regie bij het tot stand brengen van een uitbreiding van een omgangsregeling. Zonder concreet einddoel. Volgens de Advocaat Generaal van de Hoge Raad in dit advies kan dit, hoewel het ‘de aanbeveling verdient’ dat “de rechter aanwijzingen geeft over frequentie en duur van de aldus te organiseren contacten tussen het kind en de niet-verzorgende ouder”. Een zeer ruime doelomschrijving voor de GI kan in de praktijk enerzijds tot eindeloos uitstel leiden of juist tot een heel vlotte opbouw van de omgang. Uiteindelijk is dit geheel afhankelijk van de situatie, de medewerking van beide ouders, doch vooral de kwaliteit van de gezinsvoogd (en het team) van de GI. Schort het aan het laatste, dan kan de betreffende ouder ‘naar de rechter’, aldus de Advocaat Generaal. In de praktijk blijkt dit in veel situaties echter krachteloos en een argument voor de GI om de betreffende ouder op afstand te houden. Kortom, heeft de GI dit ruime mandaat, en worden er geen resultaten geboekt, dan is de kans klein dat je nog iets bereikt en dit is een onbegrijpelijke uitwerking van deze interpretatie van de wet door de AG. Ons inziens moet de Hoge Raad dit veranderen.
- Heeft de rechter de GI echter juist een heel concrete opdracht gegeven, bijvoorbeeld een omgang te realiseren, dan lijkt volgens deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant zelfs een dwangsom die de GI dwingt om de beschikking na te komen haalbaar.
- De GI mag geen drang inzetten tijdens de ondertoezichtstelling wanneer dit niet zo door de rechter is bepaald of wanneer daartoe voor de GI een route is via de rechter. In deze uitspraak van Rechtbank Gelderland stuurde de GI aan op een vrijwillige uithuisplaatsing van het kind door de moeder. De rechter wees deze handelswijze af. Bepalend hierin was dat de moeder zich onder druk gezet voelde (wat de essentie is van drang). Verder overwoog de rechter:De afhankelijkheidspositie die de moeder bij een ondertoezichtstelling ten opzichte van de GI heeft, is ook precies de reden dat een ‘vrijwillige’ uithuisplaatsing tijdens een ondertoezichtstelling verboden is.
GI’s hebben ook plichten
GI’s hebben de plicht om bepaalde besluiten vooraf ter toetsing aan de Raad voor de Kinderbescherming voor te leggen, namelijk:
- indien de Gecertificeerde Instelling geen verlenging vraagt van de door de kinderrechter vastgestelde termijn van de ondertoezichtstelling;
- indien de Gecertificeerde Instelling geen verlenging vraagt van de door de kinderrechter vastgestelde termijn van een machtiging tot uithuisplaatsing;
- indien de Gecertificeerde Instelling een uithuisplaatsing tussentijds wil beëindigen, dus vóór het aflopen van de door de kinderrechter bepaalde termijn.
Neem eigenaarschap voor het wegnemen van de ontwikkelingsbedreiging(en)
Staat je kind onder toezicht, dan is het van groot belang om eigenaarschap te nemen voor oplossingen. Wacht niet af tot de gezinsvoogd met voorstellen komt, maar neem ‘positieve actie’ op die punten waarop je invloed kunt uitoefenen. Niet-meewerken kan ertoe leiden dat er een negatief advies volgt aan de rechter. Overigens vinden we deze uitspraak van Rechtbank Den Haag een mooi voorbeeld van hoe het ook kan, nl dat de rechter in klare taal beschrijft wat deze zowel van de individuele ouders als van de GI verwacht; een uitspraak die navolging verdient.
Lees ook dit
- V&A: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
- V&A: Mag de gezinsvoogd een communicatieschot afdwingen?
- V&A: Is de gezinsvoogd verplicht tot waarheidsvinding?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 28 oktober 2024
Het plan van aanpak moet ertoe leiden dat de bedreiging die de grondslag vormt voor de ondertoezichtstelling wordt weggenomen. Als ouder heb je invloed op het plan van aanpak volgens artikel 4.1.3 lid 2 Jw en we raden aan om mede-eigenaarschap te nemen voor de inhoud en het resultaat.
Niemand anders dan de ouders is verantwoordelijk voor het wegnemen van de bedreiging voor het kind. Deze plicht geldt voor de ouders gezamenlijk of bij gebrek daaraan, individueel. Kom je er als ouders samen niet uit, dan moet je dus individueel nog steeds al het mogelijke doen om de ontwikkelingsbedreiging voor je kind weg te nemen.
Je mag verwachten dat geformuleerde doelen in het Plan van Aanpak zoveel mogelijk SMART gemaakt worden. Dit betekent samengevat, dat de doelen concreet en realistisch zijn, en de resultaten meetbaar.
Zijn de doelen niet SMART, vraag daar dan om. Staan de doelen eenmaal vast, houd er dan rekening mee dat niet-meewerken op gronden die zwak zijn, mogelijk tegen je gaat werken in het advies van de Gecertificeerde Instelling aan de rechter. Niet-meewerken kan bijvoorbeeld ook tot een advies aan de rechter leiden dat haaks staat op de door jou gewenste uitkomst van de ondertoezichtstelling.
De gezinsvoogd kan ook een schriftelijke aanwijzing geven, echter zal de Gecertificeerde Instelling hiertoe niet zomaar overgaan. Worden er onjuiste aanwijzingen gegeven, dan kan je de rechter verzoeken deze vervallen te verklaren.
Wat we ook wel zien is dat de gezinsvoogd het Plan van Aanpak niet of slechts gedeeltelijk uitvoert. Lees ook: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Een omgangs-OTS kan een zegen zijn voor een welwillende ouder, hoewel we helaas ook berichten krijgen van disfunctionerende hulpverleners of zelfs Gecertificeerde Instellingen (GI) die helemaal niets in gang zetten of bereiken tijdens de OTS.
Daarmee is het resultaat dus direct afhankelijk van de inzet en kwaliteit van de GI en specifieker de kwaliteit van de gezinsvoogd plus multidisciplinair team.
Je kunt dit aspect slechts beperkt sturen. Belangrijk is dat je goed ’tussen de regels van het Plan van Aanpak leest’. Wat wordt er van je verwacht? Wat wordt er van de ander verwacht? Voor welke doelen moet je eigenaarschap nemen en tonen? Klinkt ingewikkeld, valt mee.
6 tips die je mogelijk verder helpen:
- Zorg dat je een agenda krijgt voor iedere bespreking en behandel tijdens besprekingen gesprekspartners respectvol.
- Vraag vriendelijk of alle doelen zoveel mogelijk SMART gemaakt kunnen worden.
- Ga zo snel mogelijk positief en proactief zelf aan de slag met de situatie.
- Volg de instructies van de gezinsvoogd op. Uiteraard mag je verduidelijking vragen als bepaalde standpunten/verwachtingen wellicht vaag of onduidelijk zijn.
- Ben je de ouder die momenteel geen omgang heeft? School jezelf in de psychologische impact voor je kind van (hernieuwd) contact. Wees voorbereid op weerstand of emoties en zorg dat je toegerust bent om daar op een voor het kind goede wijze mee om te gaan.
- Verlies nooit je zelfbeheersing in het bijzijn van je kind, je ex-partner, de gezinsvoogd of iemand van het team. Is dit wel gebeurd, toon inzicht.
Feit is dat een omgangsondertoezichtstelling een enorme kans in zich heeft, maar ook een afbreukrisico. Je kunt beide aspecten echter positief beïnvloeden.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 2 juli 2023
Ja, het is mogelijk om als ouder een verzoek te doen aan de rechter om je kind onder toezicht te laten stellen. Dit volgt uit art. 1:255 lid 2 BW. Echter, het verzoek door een ouder wordt pas in behandeling genomen door de rechter als de Raad voor de Kinderbescherming niet tot indiening van het verzoek overgaat.
Je kunt dus pas zelf een verzoeken indienen bij de rechter na een afwijzend besluit van de raad of nadat er wel een beschermingsonderzoek heeft plaatsgevonden en de raad toch niet overgaat tot een verzoek bij de rechter tot ondertoezichtstelling, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. Het is dus niet voldoende dat er bijvoorbeeld een melding bij Veilig Thuis ligt of dat er een Sociaal Team betrokken is. Niet-ontvankelijkheid dreigt in de juridische procedure en dit betekent verlies van tijd en ook onnodige kosten.
Het is ook niet mogelijk om zelf een brief aan de raad te sturen met een zgn. Verzoek tot Onderzoek. Alleen Veilig Thuis, Sociaal Teams en Gecertificeerde Instellingen kunnen de raad dit verzoeken. Wel een brief sturen, leidt ook niet tot een afwijzend besluit in het kader van artikel 1:255 lid 2 BW. De wet kent in artikel 3.1 lid 2 onderdeel a. JW wel een uitzondering voor situaties die het kind acuut en ernstig bedreigen. Is daarvan sprake, dan kan je als ouder (of bijv. direct betrokkene) wèl rechtstreeks melden bij de Raad voor de Kinderbescherming. We zijn niet bekend met situaties waarin een ouder deze route succesvol heeft bewandeld. De vraag is ook of in dat soort situaties niet beter toch de route via bijvoorbeeld Veilig Thuis of de politie kan worden gezocht.
Het is overigens wel mogelijk om de start van een beschermingsonderzoek te versnellen door een rechtszaak te starten, bijvoorbeeld over omgang of ouderlijk gezag. De raad wordt standaard betrokken bij type procedures. De inzichten in de situatie die dit oplevert voor de raad kan ertoe leiden dat de raad het onderzoek ambtshalve uitbreidt naar een beschermingsonderzoek en een verzoek tot ondertoezichtstelling doet.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Binnen een vechtscheiding kunnen verhoudingen zo sterk gepolariseerd zijn dat het soms zinvol is om tijdelijk alle communicatie tussen de ouders via een derde te laten verlopen. Dit betekent dus tijdelijk geen enkele vorm van rechtstreeks contact, ook niet via e-mail of telefoon. Er wordt als het ware een schot tussen de ouders geplaatst. De methode wordt daarom ook wel schottenaanpak genoemd. Tussen de ouders en de gecertificeerde instelling wordt een schottenovereenkomst afgesloten.
Het idee achter het plaatsen van een schot is dat deze periode wordt benut om rust te creëren; rust voor de ouders en met name voor de kinderen. Na deze rustperiode, waarin de ouders de strijd volledig moeten loslaten, vindt een evaluatie plaats, die tot verdere stappen kan leiden. Het kan zijn dat er gaandeweg wel nog andere hulpverlening wordt opgestart. Een voorbeeld van een succesvol traject lees je in deze beschikking van Gerechtshof Den Bosch en in deze beschikking een voorbeeld van een evaluatie.
Uitgangspunt tijdens de schottenaanpak is dat de kinderen zo ruim als mogelijk in contact staan met de ouders (bijv. 50/50, 60/40) en dat zij zo veel als mogelijk zullen kunnen profiteren van wat iedere ouder hen te bieden heeft. Het is de gecertificeerde instelling die daarin volgt en ziet wat een ouder hier juist goed of minder goed doet en waar bijgestuurd dient te worden. De andere ouder heeft hier geen rol (aldus Gerechtshof Den Bosch in deze uitspraak).
Let op! Te lang berusten in een situatie dat alle communicatie via een derde loopt kan gevolgen hebben voor het ouderlijk gezag. Lees erover in deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland.
Heb je met deze situatie te maken, dan is het van groot belang dat je je welwillend opstelt. De derde/gezinsvoogd krijgt door tussenkomst een goed inzicht in de dynamiek van de strijd en grondslagen. De schottenaanpak kan bijdragen aan ‘feiten-/waarheidsvinding‘. Wordt er een gedragsverandering van je verwacht, laat zien dat je er eigenaarschap voor neemt.
Ook deze methode is overigens niet de ultieme oplossing in strijdsituaties die met name eenzijdig gedreven worden. De ‘lucht’ die het biedt, is mogelijk slechts tijdelijk, omdat de niet-welwillende ouder gewenst/extern gemotiveerd gedrag vertoont. Ook de afspraken in de schottenovereenkomst kunnen opnieuw een strijdterrein vormen nadat de betrokkenheid van de gezinsvoogd is geëindigd.
Tot slot, ontslaat de aanwezigheid van een communicatieschot beide ouders niet om zich onverminderd te houden aan de ouderschapsnormen. Ouders dienen zich te onthouden van welke vorm van actief of passief strijdgedrag dan ook en dienen actief eigenaarschap te blijven nemen voor positieve resultaten. Het is een plicht die niet zelden door uitvoerders van het communicatieschot wordt gemist. Wat ook onder de schottenaanpak kan lijden is de informatie- en consultatieplicht.
De schottenaanpak niet meer in elke regio beschikbaar, blijkens onder meer deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Ook kan de schottenaanpak ‘doorrollen’ in parallel ouderschap, aldus deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Heeft de gecertificeerde instelling een schottenovereenkomst overlegd, leg hem dan ter review aan ons voor. We zijn namelijk van mening dat de inhoud die min of meer standaard is onvoldoende de positieve actieplichten van ouders benoemt. Uiteraard kun je daarin altijd zelf voorstellen doen. Als de gecertificeerde instelling ze niet overneemt, dan worden je voorstellen mogelijk in een later stadium bij de rechter opnieuw relevant.
We doen onderzoek naar hoe deze methode in de praktijk functioneert. Heb je een schottenovereenkomst? Deel hem dan vertrouwelijk met ons. Overigens kunnen wij ook een tijdelijk communicatieschot invullen. Bekijk onze diensten voor jullie samen.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
In principe heb je op basis van artikel 15 AVG recht op inzage in de gegevens van je minderjarige kind die de GI onder zich houdt. Wel is het zo dat belangen van derden ertoe kunnen leiden dat niet alle gegevens worden verstrekt.
Heb je niet alle informatie gekregen dan is het van belang dat je binnen 6 weken na de dagtekening van de beslissing van de GI een verzoek indient bij de rechtbank op basis van artikel 35 lid 2 UAVG.
Lees ook deze uitspraak van Rechtbank Gelderland.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 9 februari 2023
Staat je kind onder toezicht, dan heeft de rechter geoordeeld dat je kind in zijn/haar ontwikkeling wordt bedreigd (art. 1:255 BW). De rechter geeft een Gecertificeerde Instelling (GI) dan een mandaat om de bedreiging weg te nemen. Binnen dit mandaat mag de GI onderzoeken en acties nemen. Meestal is dit een vrij ruime bevoegdheid.
De GI tracht door inzet de gezinsvoogd en multidisciplinair team altijd eerst de ouder(s) te bewegen eigenaarschap te nemen en de bedreiging weg te nemen. Lukt dit niet of niet snel genoeg, dan brengt de GI voor het einde van de OTS advies uit aan de rechter welke stappen/acties te ondernemen.
Stappen die de GI bijvoorbeeld zou kunnen adviseren zijn:
- Verlenging van de OTS.
- Een wijziging in het ouderlijk gezag.
- Een wijziging in de zorgverdeling.
- Een wijziging van de hoofdverblijfplaats van het kind.
- (Tijdelijke) Uithuisplaatsing.
Uiteindelijk weegt de rechter op basis van dit advies, de feiten en omstandigheden, en de mening van belanghebbenden (ouders) wat een gepaste actie is. Deze actie kan ook zijn dat er op een eerdere beschikking van diezelfde rechtbank of rechter wordt teruggekomen. De rechter heeft deze ruimte primair ‘in het belang van het kind’ of wegens ‘gewijzigde omstandigheden’.
Vanzelfsprekend heb je het recht om als belanghebbende (ouder) je mening kenbaar te maken aan de rechter en waarom deze niet of juist wel het advies van de GI (en de Raad voor de Kinderbescherming) zou moeten volgen.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Er zijn diverse programma’s die ouders kunnen helpen om weer nader tot elkaar te komen en om langs die weg weer tot afspraken te komen. Voor sommige ouders werken deze heel goed.
Ouderschap Blijft of Kinderen uit de Knel zijn echter geen garantie dat geschilpunten worden opgelost. We zien in de rechtspraak ook veelvuldig dat ouders alle trajecten hebben doorlopen en dat het tot niets heeft geleid. Of dat ouders in ouder patronen zijn teruggevallen.
Dit gebeurt vooral bij een verschil van inzicht over omgang en/of ouderlijk gezag. Als de ouder met het hoofdverblijf en wellicht ook eenhoofdig gezag, niet wil meewerken dan kunnen hulpverleners, mediators of gespreksleiders in wat voor vorm dan ook niets bereiken.
Uiteindelijk is het dan (opnieuw) aan de rechter, al dan niet na advies door de Raad voor de Kinderbescherming en eventueel een ondertoezichtstelling.
Sterker; wil de ouder met het eenhoofdig gezag en de hoofdverblijfplaats niet, en zijn deze programma’s bedoeld als poging om samen bijvoorbeeld een uitbreiding van contact tussen het kind en de uitwonende ouder tot stand te brengen, dan is de kans groot dat deelname aan deze programma’s alleen maar leidt tot uitstel van deze opbouw.
Als welwillende niet-hoofdverzorgende ouder heb je echter feitelijk geen keuze. Wordt zo een programma voorgesteld, bijvoorbeeld door de rechter, dan moet je het aanpakken en er volledig voor gaan. Ook al weet je van te voren dat het gedoemd is te mislukken vanwege een niet-welwillende wederpartij.
We pleiten dan ook voor het verschuiven van de focus naar een verplichting van positieve-actie en het sanctioneren van onwil.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 november 2024
Binnen een vechtscheiding kan het gebeuren dat Veilig Thuis betrokken raakt. Dit kan zowel op initiatief van derden (zoals school) als op initiatief van (één van) de ouders.
Je krijgt dan te maken met mensen die beroepsmatig bezig zijn met kindermishandeling en huiselijk geweld. Dit impliceert een ‘ongelijkwaardigheid’. Als ouder heb je daarom meerdere rechten, onder andere die voortvloeien uit de (wettelijke) plichten van Veilig Thuis.
4 Tips voor welwillende ouders die zelf melden
- Leidt je melding niet tot proportionele actie door Veilig Thuis? Vraag inzage in het dossier en maak gebruik van je recht om zaken in verslagen en het dossier aan te passen of aan te vullen. Dit kan in de toekomst belangrijk worden.
- Krijg je een uitnodiging voor het maken van een gesprek waarin veiligheidsafspraken worden gemaakt? Vraag vooraf inzage in de inhoud. Teken niet voor de veiligheidsafspraken tijdens het gesprek, doch beding bedenktijd, bijvoorbeeld 1 week.
- Neem geen genoegen met onduidelijke/ongemotiveerde diagnoses of standpunten.
- Neem ook geen genoegen met onduidelijke/onmeetbare doelen.
Rechten van directbetrokkenen (o.a. ouders)
De rechten volgen uit de WMO, Hoofdstuk 4 Uitvoeringsbesluit WMO 2015 en het Handelingsprotocol Veilig Thuis. Overigens is Veilig Thuis van mening niet gebonden te zijn aan het Handelingsprotocol. Gerechtshof Amsterdam ziet dit in deze uitspraak anders.
- Het recht om verslagen van gesprekken in te zien, deze te corrigeren op feitelijke onjuistheden en om deze verslagen aan te vullen.
- Het recht tot dossierinzage en het verkrijgen van een kopie van het dossier.
- Het recht om het dossier aan te vullen.
- Het recht om gesprekken op te nemen waarbij je zelf aanwezig bent.
- Het recht om ondersteuning te krijgen van het AKJ, een familielid of een andere vertrouwenspersoon.
- Het recht om een klacht in te dienen.
- Het recht op een hernieuwde beoordeling van een nieuwe (eigen) melding die tijdens een lopend melding-behandelingsproces wordt gedaan.
Plichten van Veilig Thuis
De plichten volgen uit de WMO, Hoofdstuk 4 Uitvoeringsbesluit WMO 2015 en het Handelingsprotocol Veilig Thuis. Deze plichten vormen indirect dus rechten voor directbetrokkenen.
- De plicht dat de werkzaamheden van ‘goede kwaliteit’ zijn.
- De plicht om zich als ‘goed hulpverlener’ te gedragen conform de geldende professionele standaard.
- De plicht om doelen of veiligheidsafspraken SMART te maken tw. van deze situatie naar die realistische situatie in zoveel tijd in die haalbare stappen.
- De plicht tot een zorgvuldige dossiervorming:
- Veilig Thuis legt de gegevens zo feitelijk mogelijk vast en vermijdt speculaties en
interpretaties; - als er ook oordelen, meningen of hypothesen worden vastgelegd, wordt de status
daarvan uitdrukkelijk vermeld, feiten en meningen/hypothesen/oordelen worden van
elkaar gescheiden; - oordelen, meningen of hypothesen worden onderbouwd met voldoende feiten;
- diagnoses worden alleen vastgelegd indien ze zijn vastgesteld door een professional
die bevoegd is de betreffende diagnoses te stellen; - als er feiten en meningen van derden – van buiten Veilig Thuis – worden vastgelegd,
dan wordt de bron daarbij vermeld; - hoor en wederhoor wordt standaard opgenomen in rapportages;
- informatie die wordt vastgelegd en die afkomstig is van informanten, wordt door hen
geaccordeerd; - indien de gegevens die worden vastgelegd niet gebaseerd zijn op actuele contacten
met leden van het cliëntsysteem wordt dit uitdrukkelijk vermeld; - rapporten van externe deskundigen waarvan uitkomsten of conclusies worden
vastgelegd in het registratiesysteem van Veilig Thuis, worden in zijn geheel als bijlage
toegevoegd; - de visie van een of meer directbetrokkenen op de melding.
- Veilig Thuis legt de gegevens zo feitelijk mogelijk vast en vermijdt speculaties en
- De plicht tot het betrekken van alle informatie in de beoordeling en besluitvorming.
- De plicht tot het toepassen van hoor en wederhoor.
- De plicht tot het zorgvuldig overdragen van informatie.
- Veilig Thuis behoort zich tot slot aan een aantal wettelijke termijnen te houden. Deze zijn te lezen in artikel 4.1.7 van het Uitvoeringsbesluit WMO 2015. Deze termijnen zijn geen finale termijnen, maar termijnen die een ‘ordenend karakter’ hebben, aldus Gerchtshof Amsterdam in deze uitspraak.
Zit je in een situatie met Veilig Thuis? Je kunt kosteloos ondersteuning krijgen van het AKJ/Jeugdstem. Maak daar gebruik van.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 9 februari 2023
Welke bevoegdheden de Gecertificeerde Instelling (GI) heeft in zo een situatie hangt af van de opdracht die de GI heeft gekregen van de kinderrechter. Is dit bijvoorbeeld om een (onbegeleide) omgang tussen een kind en een ouder tot stand te brengen, dan biedt dit de GI dus veel vrije ruimte.
Een dergelijke zaak was aan de orde in deze uitspraak van Rechtbank Midden Nederland. Het doel voor de rechter was dat de GI zou onderzoeken welke omgang haalbaar zou zijn en dit concreet in gang te zetten.
De GI bleef binnen zijn bevoegdheid wanneer deze in de vorm van een aanwijzing een zeer specifieke (onbegeleide) omgangsregeling vaststelde. Deze regeling had de vorm van een voorlopige regeling en de GI hoefde hiervoor afzonderlijk geen toestemming aan de rechter te vragen.
Is die ruimte niet expliciet toegekend door de rechter, dan zal de GI een nieuw verzoek moeten doen. Dit kan op basis van artikel 1:265g lid 1 BW. De rechter beslist dan wat in het belang van het kind is.
Soms echter zien we dat GI’s interventies in de omgang doen waarbij er geen basis is in de OTS-beschikking, noch dat er een aanwijzing is gegeven. Dit is een vorm van drang, binnen het dwangtraject. Hiertegen is verzet zeer lastig. Lees in dit kader ook onze V&A: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 13 mei 2024
In vechtscheidingssituaties komt het veel (en steeds vaker) voor dat een kind onder toezicht wordt gesteld. Dit kan het gevolg zijn van de afwezigheid van contact met de andere ouder of bijvoorbeeld door aanhoudende ex-partnerstrijd waardoor de ontwikkeling van het kind wordt bedreigd.
Heb je als ouder geen ouderlijk gezag en geen omgang, dan ben je niet automatisch een procespartij. Een ondertoezichtstelling geldt namelijk als een ‘gezagbeperkende maatregel’. Je hebt geen ouderlijk gezag, dus deze maatregel geldt niet voor jou.
Als ouder kan je de rechter dan een verzoek doen om als belanghebbende aangemerkt te worden. Je hebt dan diverse rechten zoals het inzien van het verzoekschrift, het verweerschrift en bijvoorbeeld om een kopie van de beschikking te ontvangen. Ook is het gebruikelijk dat jouw mening wordt gevraagd door de rechter wat je ervan vindt.
De rechter kan ook ambtshalve ertoe overgaan om je als belanghebbende aan te merken, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag. In deze zaak had het kind van 8 jaar geen contact met zijn vader en OTS diende mede ter bescherming van de rechten van 8 EVRM van vader. De kinderrechter overweegt dat:
Een andere zaak waarin een vader wél als belanghebbende is aangemerkt is deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof overweegt dat:
In deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch wordt de vader ook als belanghebbende aangemerkt. Het hof overweegt dat:
Gebleken is dat de vader en de moeder een relatie hebben gehad van 2014 tot 2020 en dat de vader tijdens die relatie betrokken was in het leven van [minderjarige] . Hij heeft [minderjarige] ook erkend. Na afloop van de relatie tussen partijen heeft de vader met [minderjarige] omgang gehad tot maart 2021. Op grond van het voorgaande staat vast dat sprake is van family life. De omstandigheid dat de vader ten tijde van de indiening van het verzoek tot ondertoezichtstelling al een tijd geen contact met [minderjarige] had, doet daar niet aan af.Het herstellen van het contact tussen de vader en [minderjarige] is een van de doelen waarop de verzochte ondertoezichtstelling is gericht. In dit geval kan de ondertoezichtstelling van [minderjarige] dan ook leiden tot een inmenging op het bestaande family life tussen de vader en [minderjarige]. De vader wordt om die reden rechtstreeks in zijn rechten en verplichtingen geraakt door onderhavige zaak.
In deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland wordt de vader ook als belanghebbende aangemerkt. In een zaak waarin ook de start en opbouw van omgang centraal stond overweegt de rechtbank onder andere:
In die uitspraak (red: ECLI:NL:GHARL:2021:9351) heeft het Hof kort gezegd (onder verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad) overwogen dat een persoon die aanspraak kan maken op bescherming van zijn familie- en gezinsleven dan wel zijn privéleven, een en ander zoals voorzien in artikel 8 lid 1 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden), tevens aanspraak erop kan maken dat hij in voldoende mate betrokken wordt in het besluitvormingsproces dat kan leiden tot een inmenging in dat familie- en gezinsleven respectievelijk dat privéleven. Die aanspraak ziet mede op de gerechtelijke procedure. De door artikel 8 EVRM vereiste mate waarin en wijze waarop de belanghebbende bij het besluitvormingsproces wordt betrokken, is afhankelijk van de bijzondere omstandigheden van het geval en de aard en de mate van ingrijpendheid van de te nemen maatregelen.
De rechtbank overweegt, in navolging van voornoemde uitspraak van het Hof, dat de GI zijn verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] in hoofdzaak verzocht omdat [de minderjarige] niet weet wie zijn vader is en ook feitelijk opgroeit zonder de vader. Een van de voornaamste doelen van de ondertoezichtstelling is dat [de minderjarige] statusvoorlichting krijgt en dat omgang tussen hem en de vader wordt opgestart. Daarmee is de ondertoezichtstelling in feite gericht op effectuering van het recht van de vader op gezinsleven met [de minderjarige] in de zin van artikel 8 EVRM. Hierbij weegt de rechtbank mee dat de vader tot nu toe niet op een andere wijze succesvol aanspraak op zijn recht op omgang met [de minderjarige] heeft kunnen maken. De ondertoezichtstelling evenals de verzochte verlenging daarvan raakt daarmee naar het oordeel van de rechtbank rechtstreeks (de bescherming van) het recht van de vader op omgang met [de minderjarige] , zodat hij er aanspraak op kan maken dat hij in voldoende mate betrokken wordt in de besluitvorming over de ondertoezichtstelling. Die voldoende mate van betrokkenheid kan naar het oordeel van de rechtbank alleen worden bereikt door de vader in deze procedure aan te merken als belanghebbende.
Word je niet als belanghebbende aangemerkt, dan kan je nog verzoeken om als informant aangemerkt te worden. Dit betekent dat je door de rechter gehoord kunt worden.
Het is in beide gevallen belangrijk om wel naar de OTS-zitting te gaan.
Wat helaas gebruikelijk is, is dat de eenhoofdig-gezag-ouder de oorzaken van de situatie bij de andere ouder plaatst, of tenminste ’tussen de ouders’. Het kan dan bijzonder lastig zijn om je eigen visie op zaken goed over het voetlicht te brengen als je geen belanghebbende of informant bent.
Hoe dan ook is een OTS iets om als welwillende ouder in de meeste gevallen te steunen. Een OTS zorgt namelijk dat er jeugdbeschermers gaan meekijken in de situatie. Gaat het bijvoorbeeld om omgang en gezag, dan ben je sowieso onderdeel van het OTS-traject.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
De rechter kan in het kader van een familierechtelijk procedure, uitgezonderd kinderalimentatiezaken, de Raad voor de Kinderbescherming op basis van artikel 810 Rv opdracht geven om onderzoek uit te voeren en advies uit te brengen.
De reden is dan veelal dat de rechter vindt dat deze nog over onvoldoende informatie beschikt om een beslissing te kunnen nemen die in het belang van het kind is.
De onderzoeksopdracht voor de raad is afhankelijk van het thema dat voor een beslissing bij de rechter voorligt. De rechter heeft complete vrijheid om deze vragen zelf vorm te geven. Er is echter wel een min of meer vast stramien. Overigens zou o.i. aan deze vraag standaard de vraag moeten worden toegevoegd in hoeverre (gezaghebbende) ouders (naar elkaar en naar het kind) eigenaarschap hebben genomen voor de ouderschapsnormen, alsmede voor de informatieplicht en de consultatieplicht. Dit zou bijv. een analyse omvatten van de inter-ouder gedragsdynamiek en -communicatie.
Voorbeeldvragen t.b.v. raadsonderzoek rondom een omgang tussen kind en ouder
- Welke mogelijkheden en belemmeringen ziet de raad voor een (on)begeleide omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige]? Wat acht de raad nodig om eventuele belemmeringen weg te nemen? -> ‘Mogelijkheden’ duidt ook op een advies over de frequentie en duur van de omgang.
- In hoeverre dient een professional de regie in het gezin te hebben om te waken voor de belangen van [minderjarige] op belastende momenten, zoals bij overdrachten? -> Duidt op de eventuele noodzaak van een ondertoezichtstelling en de betrokkenheid van een gezinsmanager of gezinsvoogd.
- Hebben de ouders professionele ondersteuning nodig, en zo ja in welke vorm, om in het belang van [minderjarige] hun onderlinge communicatie te verbeteren? -> Duidt op het inzichtelijk krijgen van persoonlijke problematiek van de ouders en eventueel tussen de ex-partners aanwezige problematiek. Ook wil de rechter een voorstel van de raad voor een hulpaanbod, denk aan Kinderen uit de Knel, Ouderschap Blijft etc.
- Komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet in het antwoord op de voornoemde onderzoeksvragen zijn vermeld, maar wel van belang zijn met betrekking tot de omgangsregeling, en zo deze bevindingen naar voren zijn gekomen, welke zijn dit? -> Geeft de raad veel vrijheid om het onderzoek naar eigen inzicht uit te breiden.
Voorbeeldvragen t.b.v. raadsonderzoek rondom (gezamenlijk/eenhoofdig) gezag over het kind
- In hoeverre komt een wijziging in het gezag tegemoet aan de belangen van het kind?
Informatie vertrouwelijk houden lastig/onmogelijk
Binnen de doelstelling van het onderzoek heeft de Raad voor de Kinderbescherming de vrijheid om naar eigen inzicht onderzoek te doen. Dit betekent dat er soms partijen/informanten worden geraadpleegd die wellicht incomplete informatie hebben, of informatie die verkeerd geïnterpreteerd zou kunnen worden. Hiertegen is feitelijk niets/weinig te doen omdat de raad hier een discretionaire bevoegdheid heeft. Dit is bevestigd in deze uitspraak van Rechtbank Gelderland. In contacten met de raad dienen behandelaars bijvoorbeeld zelf een afweging te maken welke informatie ze wel en niet verstrekken.
Heb je te maken met een raadsonderzoek dan is het cruciaal dat je aantoonbaar eigenaarschap toont (en hebt getoond) voor het verbeteren van de situatie voor je kind.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 9 februari 2023
Een kind kan onder toezicht worden gesteld wanneer het kind ernstig in zijn/haar ontwikkeling wordt bedreigd en de ouders niet in staat zijn om deze ontwikkelingsbedreiging binnen een redelijke termijn weg te nemen (art. 1:255 BW).
Een situatie tussen de ouders, of waar het kind zich in bevindt, kan een bedreiging vormen die tot een ondertoezichtstelling kan leiden. Deze bedreiging hoeft zich nog niet te vertalen in werkelijke schade bij het kind of kindsignalen.
In deze zaak bijvoorbeeld bij Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden concludeerde het hof ten aanzien van een kind van 4 jaar oud o.m. dat een OTS aangewezen was vanwege:
- de spanningen tussen de ouders;
- dat zij niet met elkaar kunnen communiceren;
- de wisseling van woonplaats van het kind; en
- dat ouders niet in staat zijn geweest om de ontwikkelingsbedreiging bij het kind weg te nemen.
NB: Een OTS is niet per definitie slecht. Wel is de kwaliteit van de monitoring en hulp in de situatie zeer afhankelijk van de kwaliteit van de betrokken medewerkers. Deze is (helaas) zeer wisselend.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Staat je kind onder toezicht, dan heeft dit voor de betrokken jeugdhulp tot doel om de situatie van het kind beter in beeld te krijgen en daar hulp op in te zetten. Om ervoor te zorgen dat de doelen ook worden bereikt, is het voor het kind van belang dat ouders meewerken en ook open en eerlijk zijn over de zaken die er spelen.
Inherent in vechtscheidingen is dat partijen de situatie anders zien er ook anders naar handelen. Anders wordt het echter als één van beide partijen opzettelijk onjuiste informatie verstrekt. Dit dient meestal een juridisch doel.
Hierna geven we 2 voorbeelden. Voor beide voorbeelden geldt natuurlijk dat ook de omgekeerde situatie aan de orde kan zijn.
Stel bijvoorbeeld dat:
- De communicatie op zich redelijk neutraal verloopt, maar in het bijzijn van de gezinsvoogd wordt een zeer negatief beeld neergezet, dan kan dit een voorbereiding zijn op een procedure waarin het gezamenlijk gezag ter discussie wordt gesteld.
- Wordt geveinsd dat het kind zeer veel last zou hebben van de omgang, terwijl je daarvan het tegendeel merkt, dan kan dit een voorbereiding zijn op een procedure waarin de omgang ter discussie wordt gesteld.
Reageer je niet op deze onjuistheden, dan loop je de kans dat zaken als onweersproken in het dossier bij de gezinsvoogd en later bij de rechter vast komen te staan. Het is daarom belangrijk om het initiatief bij jezelf te houden.
Op een standpunt van slechte communicatie volgt idealiter een constructief en positief voorstel van jouw zijde richting de andere ouder c.c. de gezinsvoogd. Daarin erken je ook het gevoel van de andere ouder, echter je bevestigt die zienswijze niet.
Verder is het belangrijk om echt te zien hoe standpunten werkelijk op schrift landen in gespreksverslagen van de gezinsvoogd. Je kunt daartoe een verzoek tot inzage doen. Als hieruit zaken blijken die een onjuist beeld neerzetten van de gebeurtenissen, dan kan je daarover een opmerking laten toevoegen.
Hoe dan ook is het belangrijk om zelf zo helder mogelijk de feiten over het voetlicht te brengen. Doe je dit consistent rustig en aantoonbaar juist, dan helpt dit hopelijk om het beeld om te buigen of om een onjuist beeld te voorkomen.
Alleen wat als dat niet lukt? Lees: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 30 januari 2025
De methodiek Parallel Ouderschap leidt in een ideaalsituatie ertoe, dat ouders na scheiding een nieuwe balans vinden; een balans die door beide ouders wordt gedragen en die voor het kind nog steeds ‘een gezonde en evenwichtige ontwikkeling’ waarborgt, doch wat geen Coöperatief Ouderschap is.
Eerst even dit: Ons bereiken signalen dat hulpverleners niet goed kunnen uitleggen wat Parallel Ouderschap precies omvat. Soms wordt het uitgelegd als een traject, in andere situaties als een ’te bereiken resultaat’. Indien het als ‘resultaat’ wordt bedoeld, dan is het de vraag in hoeverre daarvoor een wettelijke basis is indien dit ‘resultaat’ afbreuk doet aan de verplichtingen samenhangende met de (gezamenlijke) ouderlijke verantwoordelijkheid.
Voordelen Parallel Ouderschap
Zijn jullie beiden bereid om inter-ouderconflicten achter je te laten en positief vooruit gaan en daar je gedrag aan aan te passen, dan kan Parallel Ouderschap bijdragen aan acceptatie en rust, maar waarschijnlijk zal een traject als Ouderschap Blijft, Kinderen uit de Knel of een traject bij een mediator dan ook succesvol zijn.
Heb je het idee dat je eigen gedrag conflicten juist aanjaagt, dan kan de methodiek inzichten geven in de dynamiek met je ex-partner. Hierop leer je dan je gedrag aan te passen. Lees onze tips hoe Parallel Ouderschap een succes te maken.
Nadelen Parallel Ouderschap
Heb je het idee dat de andere ouder juist niet uit de strijd wil, daartoe allerlei negatieve tactieken inzet en wellicht zelfs aanstuurt op ouderverstoting, dan is Parallel Ouderschap mogelijk een nieuw speelveld waarop deze niet-welwillende ouder de strijd kan voortzetten, zelfs als het traject wordt ingezet als hulpverlening tijdens een vrijwillig, drang- of dwangkader (ondertoezichtstelling). Parallel Ouderschap als ‘oplossing’ is o.i. dan niet in het belang van het kind. Actieve of passieve inter-ouderstrijd en/of het kind klem zetten door zelfbepalend gedrag wordt bovendien genoemd als contra-indicatie. Dit is tenslotte een vorm van kindermishandeling.
Wanneer Parallel Ouderschap wordt uitgelegd als ‘iedereen doet z’n eigen ding gezagsbeslissingen uitgezonderd’, dan staat dit o.i. haaks op wat de wet, verdragen en rechtspraak van de gezaghebbende ouders verlangen. Gezaghebbende ouders dienen namelijk onvoorwaardelijk elkaars ouderschap te ondersteunen, zich te houden aan de afspraken die er zijn met betrekking tot omgang en belangrijke (gezags)beslissingen over het kind, en alles in het werk te stellen zodat de relatie op ouderniveau bezien vanuit het kind tot rust komt en blijft, aldus o.m. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in deze uitspraak. Tevens behoren ouders elkaar te informeren en consulteren.
Daarnaast hebben gezaghebbende ouders de plicht om een goede ouderschapsrelatie te bewerkstelligen, aldus Rechtbank Den Haag in deze uitspraak. Het behoort bovendien tot de ouderlijke verantwoordelijkheid te blijven zoeken naar mogelijkheden om de invulling van de gezamenlijke ouderlijke taken te optimaliseren, aldus Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in deze uitspraak.
Verder is het volgende van belang (bron: Expertteam Ouderverstoting in haar rapport zoals gepubliceerd op 4-2-2021):
- De methodiek is nog niet geheel uitgekristalliseerd en de effectiviteit nog niet onderzocht. Een wetenschappelijke evaluatie zou wenselijk zijn, omdat het vermoedelijk in een aantal gevallen de best mogelijke uitkomst is,
- Er zijn grote bedenkingen ten aanzien van deze aanpak als het gaat om de toepassing bij gezinnen met jonge kinderen, die zelf nog weinig (consistent) over hun ervaringen, gevoelens en behoeften kunnen vertellen. Zij zouden in twee geheel verschillende werelden kunnen opgroeien, wat mogelijk niet bevorderlijk is voor hun identiteitsontwikkeling.
- Parallel Solo ouderschap mag niet te vroeg als een acceptabele oplossing worden aangeboden, omdat het risico bestaat dat vermijdend gehechte ouders (ouders die hun gevoelens veel liever ‘parkeren’ dan bespreken) te snel voor een (totale) contactbreuk met de ex-partner zouden kiezen.
Parallel Ouderschap bij kinderen in een loyaliteitsconflict
Er zouden grote bedenkingen moeten zijn bij het toepassen van Parallel Ouderschap in situaties waarin kinderen in een loyaliteitsconflict zitten. Feitelijk geldt hiervoor hetzelfde als onder de tweede bullet hierboven, omdat het kind niet in staat is om de wil in vrijheid te vormen.
Parallel Ouderschap bij kinderen met kind-eigen problematieken
Voor kinderen met bijvoorbeeld een neurologische ontwikkelingsstoornis en/of (geestelijke) handicap geldt dat zelfs voor ouders die bij elkaar zijn het een opgave kan zijn om alle zorg en structuur rondom het kind goed te organiseren. Je zou kunnen stellen dat wanneer ouders uit elkaar gaan het nóg een grotere opgave is om zaken goed afgestemd te houden. Parallel ouderschap uitgelegd als ‘weinig/geen communicatie tussen de ouders’ lijkt hiermee niet te vereenzelvigen. Zo min mogelijk communicatie en contact kán werken, echter slechts voorzover dit niet ten nadele gaat van het kind. Als niet beide ouders dit daadwerkelijk in de praktijk brengen, of er in ieder geval voor openstaan bij te sturen bij negatieve effecten op het kind, dan vormt parallel ouderschap mogelijk juist een ontwikkelingsbedreiging voor het kind.
Parallel Ouderschap tijdens een ondertoezichtstelling
Als Parallel Ouderschap tijdens een ondertoezichtstelling of drangkader in een vroeg stadium als ‘oplossing of noodzaak’ wordt ingezet, dan betekent niet dat je als welwillende ouder zondermeer de conclusie moet accepteren dat Coöperatief Ouderschap niet (meer) mogelijk zou zijn. Als welwillende ouder is Coöperatief Ouderschap tenslotte altijd haalbaar, mits de andere ouder daadwerkelijk tot overleg bereid zou zijn en bereid zou zijn de ouderschapsnormen, evenals en de informatieplicht en consultatieplicht na te leven.
Functioneert de gezamenlijke ouderlijke verantwoordelijkheid niet omdat de andere ouder niet overlegbereid is of zelfs eenzijdig een communicatieblokkade effectueert, dan dient dit door de hulpverlener/jeugdbeschermer richting die ouder te worden geadresseerd. Als de professional ervoor kiest om dit niet te doen, dan dient dit tenminste feitelijk juist en volledig schriftelijk gemotiveerd te worden gezet zodat ultimo de Raad voor de Kinderbescherming en/of rechter hiervan kennis kan nemen.
Wat ons betreft geldt: Accepteer niet een algemene conclusie zoals ‘ouders kunnen samen niet overleggen’ of ‘ouders kunnen samen geen beslissingen nemen’. Als welwillende ouder kan je dit namelijk wel en voeg je aantoonbaar en consistent de daad bij het woord. M.a.w. accepteer als welwillende en welhandelende ouder geen algemene conclusie die de strijd opnieuw tussen de ouders plaatst. Dit leidt slechts tot uitstel en in veel situaties tot een volledig gebrek aan vooruitgang, regelmatig zelfs na jaren hulpverlening.
Is er sprake van een ondertoezichtstelling en heb je idee dat de jeugdbeschermer richting Parallel Ouderschap doorzet en ook de beperkte (nauwelijks contact) definitie hanteert, terwijl Coöperatief Ouderschap wat jou betreft mogelijk is, lees dan ook: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
Valkuilen voor Parallel Ouderschap
- Als de methodiek in de praktijk niet door beide ouders wordt gedragen, dan is er een kans dat het Parallel Ouderschap door een niet-welwillende ouder wordt aangegrepen om de informatieverstrekking over het leven van het kind naar de andere ouder geheel af te sluiten, mogelijk uiteindelijk leidend tot kindschade en/of ouderverstoting. Geen overleg/communicatie kan er bijvoorbeeld toe leiden dat:
- het kind ervaart dat de welwillende ouder niet is ‘aangehaakt’ aan zijn/haar leven bij de niet-welwillende ouder en daarmee steeds opnieuw wordt bevestigd in het idee dat ouders nog steeds met elkaar in strijd zijn;
- de welwillende ouder ongewild weerstandsgedrag oproept bij het kind door bijvoorbeeld uit interesse vragen te stellen over gebeurtenissen die al lang gepasseerd zijn, of door juist geen vragen te stellen over zaken die voor het kind wel belangrijk zijn;
- er in het kind een conflict ontstaat als er een totaal verschillend ‘waarden en normen’-kader is bij de ouders, wat zich ook kan uiten in de thuissituatie bij de ouders;
- het kind tegen de andere ouder wordt uitgespeeld.
- We zien dat Parallel Ouderschap ook wordt ingezet terwijl het al lang duidelijk is (of zou kunnen zijn) welke ouder de niet-welwillende ouder is. De andere ouder wordt vervolgens in het traject ‘gedrongen’ doordat deze wordt geforceerd te accepteren dat de andere ouder ‘niet meer wil communiceren’. Worden er alsnog geen resultaten geboekt door de ouder bij wie de veranderingsnoodzaak zich bevindt en als dit de hoofdverblijfouder is, dan leidt het regelmatig tot stagnatie, bijvoorbeeld van een verdere opbouw van omgang. Regelmatig lezen we uitspraken waarin uiteindelijk de rechter (na het falen van een Parallel Ouderschap-traject) alsnog een beslissing neemt, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag. Het is dus ook niet zo dat alle Parallel Ouderschap-trajecten succesvol worden afgesloten.
- Parallel Ouderschap is o.i. minder/niet geschikt in een situatie dat één van beide ouders geen of zeer weinig zorgtijd heeft. Wat je dan juist wilt is dat de hoofdverblijfouder ruimhartig blijft communiceren over de levensgebeurtenissen van het kind om de andere ouder – bezien vanuit het kind – aangehaakt te houden. Lees ook: Hoeveel informatie over mijn kind mag ik verwachten? en de andere ouder tevens blijft consulteren.
- In het kader van een Parallel Ouderschap-traject kunnen ook nieuwe afspraken worden gemaakt over de invulling van het ‘parallel ouderschap’. In dit kader is het volgende van belang:
- Eventuele afspraken moeten de ouderschapsnormen centraal stellen. Ouders moeten zich daaraan onvoorwaardelijk (blijven) committeren. Daarnaast kunnen nog enkele detailafspraken gemaakt worden, alsmede hoe om te gaan met gebeurtenissen/situaties waarin niet is voorzien. Het beste is om overeen te komen wat dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen zijn (waarover ouders niet hoeven te overleggen). Over het overige is overleg noodzakelijk, tenzij ouders het eens zijn dat daarover overleg niet nodig is. Dit voorkomt ook dat ongeregelde zaken tussen wal en schip vallen (en de niet-welwillende ouder de ruimte krijgt om zelfstandig te beslissen). We zien regelmatig niet-welwillende ouders met het PO-argument eenzijdig beslissingen nemen die evident in strijd zijn met de gedachte van Parallel Ouderschap.
- Als één van beide partijen zich niet aan de afspraken houdt, deze naar eigen inzicht interpreteert of ze bijvoorbeeld nodeloos ruim/strikt uitlegt, dan ontstaat er geen rust, doch is het slechts een nieuw speelveld waarover deze ouder de strijd kan aangaan.
- Helaas constateren wij in de praktijk dat Parallel Ouderschap regelmatig door hulpverleners/jeugdbeschermers wordt ingezet om de niet-welwillende hoofdverblijfouder (nog enige tijd) uit de wind te houden, in plaats van haar/hem af te rekenen op het gebrek aan positieve resultaten en de verplichtingen die voortvloeien uit de rechten van het kind en het gezamenlijk gezag.
Tips wanneer je Parallel Ouderschap overweegt
- Het traject kan je helpen om tot acceptatie te komen van de autonome rol van de andere ouder.
- Met schriftelijk vastgelegde gedragsregels op ouderniveau is er nooit een situatie te bereiken die hetzelfde is als de situatie waarin ouders gewoon samenwerken (coöperatief ouderschap). Het kind heeft hier echter wel recht op. De uitkomst van het traject zou dan ook moeten waarborgen dat vanuit het kind bezien dit resultaat wel wordt bereikt. Als je afspraken vastlegt, leg dan eerst een overkoepelend doel vast, daarna pas inspanningen en maak ze meetbaar/SMART.
- Zorg voor een systeem waarbij een derde (professional) mandaat heeft om knopen door te hakken, mochten jullie als ouders er niet uitkomen.
- Lees nog meer tips op onze V&A-pagina: Hoe maak ik Parallel Ouderschap een succes?
Worden bepaalde afspraken voorgesteld die je wilt laten beoordelen of moet je zelf met voorstellen komen en wil je hulp? Neem contact met ons op.
Interpretatie Het Nederlands Jeugdinstituut te beperkt
Let op! Het Nederlands Jeugdinstituut hanteert een restrictieve(re) interpretatie van Parallel Ouderschap. De eerste zin waarmee de definitie start spreekt boekdelen.
Ouders dienen zich aan de afspraken in een te sluiten ouderschapsplan te houden. In de praktijk blijkt echter dat afspraken nooit waterdicht zijn. Daarnaast biedt deze definitie zelfbepalende ouders vooral een excuus om niet te overleggen over het kind. Wat we veel zien is dat loyaliteitsbeïnvloeding (positief/negatief) voortduurt/woekert met (blijvend) klem zittende kinderen en ultimo ouderverstoting als gevolg.
Deel je ervaringen met ons
Heb je Parallel Ouderschap (of een PO-traject doorlopen), dan zijn we erg benieuwd naar je ervaringen. We zijn bijvoorbeeld op zoek naar tips, valkuilen of verbeterpunten. Dit kan zowel gaan over het proces naar Parallel Ouderschap toe als over het functioneren in de dagelijkse praktijk. Deelnemen kan via onze onderzoekspagina Parallel Ouderschap.
Voor jeugdbeschermers en hulpverleners
Heb je een suggestie voor verbetering van deze pagina? Zend hem naar team@fiduon.nl. Input wordt gewaardeerd.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Ja, je mag geluidsopnames maken van gesprekken waarbij je zelf aanwezig bent, ook zonder toestemming van de andere aanwezigen. Ook hoef je de anderen niet eerst in de gelegenheid te stellen om hier wat van te vinden. Tenslotte hoef je ook niet naar waarheid te antwoorden als iemand vraagt of je het doet. Wel kunnen er andere regels gelden; bijvoorbeeld in een gerechtsgebouw.
Gesprekken opnemen is een onderwerp dat discussie en negatieve gevoelens oproept, ook bij professionals. Je kunt als wantrouwend gezien worden of dat je de ander in de val probeert te lokken. Wij zien het echter anders.
Feitelijke juistheid v.s. privacy
De familierechter moet zich een juist beeld kunnen vormen van de situatie, in het bijzonder wanneer beslissingen het belang van een kind raken. Hiertoe is het nodig dat de rechter feitelijk juist en volledig wordt geïnformeerd. De wet stelt in artikel 21 Rv dat als een partij dit niet doet, de rechter daaraan de gevolgen kan verbinden die hij passend acht. Lees in dit kader ook onze Special: De waarheid in het familierecht. Deze verplichting geldt ook voor de Raad voor de Kinderbescherming en Gecertificeerde Instellingen (art. 3.3 Jeugdwet).
Partijen die niet willen dat er een audioregistratie van het gesprek wordt gemaakt beroepen zich op het recht van privacy of dat opnemen zonder toestemming onrechtmatig zou zijn.
Waarom opnemen?
- Opnames stellen je in staat om achteraf te leren van je eigen gedrag in de situatie.
- Opnames dragen bij aan het zo feitelijk mogelijk weergeven van gebeurtenissen en afspraken.
- Opnames kunnen je beschermen tegen extreem en schadelijk gedrag van een niet-welwillende ouder.
- Gedrag van professionals wordt aantoonbaar/toetsbaar.
Is opnemen strafbaar?
Gesprekken waarbij je zelf aanwezig bent opnemen is niet strafbaar, tenzij er specifieke regels gelden; zoals in een gerechtsgebouw. Heimelijk gesprekken waarbij je niet zelf aanwezig bent is wel strafbaar. Dit volgt uit art. 139a lid 1 Sr en art 139b lid 1 Sr. Lees ook deze uitspraak van Gerechtshof Den Haag, waarin een moeder een veeg uit de pan kreeg omdat ze heimelijk gesprekken tussen haar kind en de vader had opgenomen.
Lees ook onze V&A: Worden geluidsopnames toegelaten door de familierechter?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Wordt de ondertoezichtstelling afgesloten of niet-verlengd, dan kan de gezinsvoogd (d.w.z. de Gecertificeerde Instelling) het initiatief nemen tot een borgingsplan. Het doel van een borgingsplan is om na de OTS de ontwikkelingsbedreiging blijvend bij het kind weg te houden, althans dat zou het doel moeten zijn.
Hierbij kan je denken aan het vastleggen van:
- Verwachtingen t.a.v. de ouderlijke-zorgcontext.
- Concrete gedragsnormen voor de ouders.
- Hoe terugval te voorkomen.
- Wanneer wie in te schakelen wanneer de situatie terugvalt.
- Afspraken over een ‘warme’ overdracht aan hulpverlening in het vrijwillig kader.
- Hoe het kind desgewenst contact kan opnemen met een ouder waarmee het nu geen contact heeft en wie daarbij in te zetten.
Dat een borgingsplan van waarde en zelfs noodzakelijk wordt geacht door de Raad voor de Kinderbescherming én de rechtspraak volgt onder meer uit deze uitspraak en deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. In de eerste uitspraak werd een verlopen OTS op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming zelfs opnieuw voor 3 maanden door de rechter vastgesteld om de GI en de ouders in staat te stellen een borgingsplan te (gaan) maken.
We ervaren dat Gecertificeerde Instellingen nog zoekend zijn naar effectieve bepalingen in het borgingsplan. In lijn hiermee ervaren we nog (te) weinig visie bij GI’s hoe daadwerkelijk na de OTS tot een blijvend stabiele situatie voor het kind te komen. Net zoals met ouderschapsplannen is het uiteindelijk plan minder belangrijk dan wat het proces naar het plan toe zegt over de intenties en het inzicht van de ouders.
O.i. dient het verwachtingsniveau van GI’s voor ouders om te komen tot een zelfgeformuleerd borgingsplan ‘hoog’ te zijn. M.a.w. het is als eerste een verantwoordelijkheid van ouders zelf om dit te doen. GI’s zouden vooral kritisch toetsend moeten optreden. Als een GI zelf een concept-borgingsplan aan ouders overlegt, dan gaat dit o.i. voorbij aan het werkelijke doel van het plan, net zoals het aanbieden van experts om de ouders hierbij te begeleiden, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.
Heb je als ouder de opdracht om aan een borgingsplan te werken dan kunnen we meedenken. Fiduon verstrekt geen templates.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Veiligheidsvoorwaarden kan je zien als een ‘instrument’ van Veilig Thuis waarin ze gedragsregels en andere voorwaarden aan de ouders stellen die op korte termijn tot rust en veiligheid moeten leiden, eventueel in afwachting van het starten van vrijwillige hulpverlening. De veiligheidsvoorwaarden zouden SMART moeten zijn.
Voorbeelden van veiligheidsvoorwaarden:
- De kinderen worden niet blootgesteld aan spanningen die de ouders ervaren in hun contact met elkaar.
- Wanneer de kinderen bij de ene ouder zijn, dan wordt er positief gesproken over de andere ouder.
- Ouders werken mee met de hulpverlening die wordt ingezet.
De voorwaarden kunnen ook op de situatie zijn toegespitst en bijvoorbeeld zijn gericht op veiligheid, communicatie, contactherstel of ontwikkeling van de kinderen.
Hoewel de eerste en tweede bullet al heel veel lijken te dekken om rust te bewerkstelligen, dekken ze o.i. onvoldoende de vele verschijningsvormen van strijdgedrag dat plaatsvindt in vechtscheidingen. Onze ervaring is dat niet-welwillende ouders continu wegen zullen blijven zoeken om instabiliteit en te veroorzaken die ten koste gaan van de band tussen het kind en de andere ouder. Voorwaarden die dit beter dekken:
- Ouders onthouden zich van gedrag dat afbreuk doet aan de band tussen het kind en de andere ouder, en zetten dit per direct toetsbaar om in gedrag dat bevorderend werkt voor die band.
- Ouders onthouden zich van actief en passief strijdgedrag naar de andere ouder en over de as van het kind, en zetten dit per direct toetsbaar om in gedrag dat positief bevorderend werkt voor neutrale verhoudingen en een soepele samenwerking.
- Ouders zeggen toe te blijven zoeken naar mogelijkheden om de invulling van de gezamenlijke ouderlijke taken te optimaliseren (lees ook dit).
De veiligheidsvoorwaarden worden door Veilig Thuis opgesteld. Vervolgens moeten de betrokken ouders ze ondertekenen. Feitelijk worden de ouders voor een voldongen feit gesteld. De veiligheidsvoorwaarden worden ook niet vooraf in concept toegezonden. Ons bereiken geluiden dat de veiligheidsvoorwaarden worden de ‘doorgedrukt’ onder dreiging van een doorverwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming voor een beschermingsonderzoek.
Opmerkelijk genoeg is een doorverwijzing veelal juist wat je als welwillende ouder wilt. Echter, desondanks kunnen we niet aanraden om ‘dan maar niet te tekenen’. De eventuele effecten daarvan zijn ons onbekend. Wel lijkt het raadzaam om niet op dat moment te tekenen, maar het tekenen even uit te stellen om te zorgen dat je meer tijd creëert om de veiligheidsafspraken goed verwoord op papier te krijgen, hoewel vooralsnog onduidelijk is of deze strategie ook tot resultaat leidt, nl dat de veiligheidsvoorwaarden meer toegesneden op de situatie op papier landen.
Overigens lijkt het ‘dreigement van doorverwijzing’ – in vechtscheidingssituaties waarin het kind redelijk functioneert – een loos dreigement. Veilig Thuis is namelijk een voorportaal voor een reeds overbelaste Raad voor de Kinderbescherming, die ook wachtlijsten heeft. Het lijkt aannemelijk dat er afstemming plaatsvindt tussen Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming voor wat betreft doorverwijzingsbeleid.
Wil je als welwillende ouder wel een beschermingsonderzoek, maar maar heeft je kind slechts beperkte kindsignalen, dan is de snelste weg momenteel nog om een procedure te starten over omgang en/of ouderlijk gezag. De rechter kan de Raad voor de Kinderbescherming dan om advies vragen. In dit adviestraject kan de Raad voor de Kinderbescherming het onderzoek ambtshalve uitbreiden naar een beschermingsonderzoek.
Meer informatie over de veiligheidsvoorwaarden kun je lezen in het Handelingsprotocol Veilig Thuis of bijvoorbeeld op deze pagina van Veilig Rotterdam Rijnmond.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Als je je zorgen maakt over de thuissituatie van je kind bij de andere ouder dan kun je je zorgen melden bij veilig thuis. Wel of niet melden en zo ja wanneer, is één van de veelvoorkomende vragen in onze praktijk. Het antwoord is niet zo eenvoudig.
Het is belangrijk om een eventuele melding te bekijken vanuit verschillende perspectieven en dus een bewuste keuze te maken om wel, niet of nog niet te melden. Wel en wellicht ook frequent melden kan je worden tegengeworpen doordat je de meldingen en het meldsysteem overvoert, de andere ouder overvraagt en de situatie niet tot rust laat komen.
Niet melden en gebeurtenissen bijvoorbeeld opsparen tot het moment dat de situatie aan een rechterlijke toets wordt voorgelegd, kan je worden tegengeworpen omdat dit de afbreuk doet aan het waarheidsgehalte van je stellingen of de schijn wekken dat je je niet als een verantwoordelijk (gezaghebbende) ouder hebt opgesteld. Lees bijvoorbeeld de conclusie van de Raad voor de Kinderbescherming in deze zaak waarin een vader allerlei zorgen had, doch geen zorgmeldingen had gedaan.
Verder betekent melden dat feiten over wat het kind zegt in de thuissituatie bij de melder bekend worden bij de andere niet-welwillende ouder. Dit kan tot een tegenreactie leiden van door die ouder richting het kind, waardoor het kind juist minder gaat delen met de welwillende melder. Dit maakt de afweging een onmogelijk dilemma.
Hoe dan ook is het o.i. beter om éérst de dialoog aan te gaan met de andere ouder over het gedrag dat je vaststelt of de zorgen die je hebt. Als dit overleginitiatief tot niets leidt, dan kan je alsnog melden, waarbij je ook aangeeft wat je hebt geprobeerd om het met de ouder te bespreken en de situatie vanuit je kind bezien te verbeteren.
Houd er rekening mee dat melden mogelijk niet direct tot het resultaat leidt dat je voor ogen hebt. We zien namelijk geregeld dat het zorgelijke beeld vooral door de andere ouder wordt gecreëerd om bij de meldende ouder instabiliteit te bewerkstelligen. Ten opzichte van het kind wordt binnen redelijke kaders ‘normaal’ gedaan, wat het kind alsdan ook zal bevestigingen, wanneer deze wordt bevraagd daarover door hulpverlening. Dit zijn heel lastige situaties voor organisaties als Veilig Thuis.
Ons standpunt hierin is overigens dat organisaties als Veilig Thuis er van doordrongen moeten geraken dat het op inter-ouderniveau geen positief eigenaarschap nemen voor rust ook een vorm van kindermishandeling is en in strijd is met de ouderschapsnormen.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Een Parallel Ouderschap kan duurzaam goed functioneren als beide ouders zich onvoorwaardelijk toewijden aan de onderstaande punten, en dit ook blijven doen.
Wanneer is een Parallel Ouderschap succesvol?
O.i. is een Parallel Ouderschap succesvol wanneer er bezien vanuit het kind een ‘nieuw normaal’ ontstaat waarin beide ouders zich ondanks kaders op inter-ouderniveau onverminderd onvoorwaardelijk toewijden aan de ouderschapsnormen en zich bijvoorbeeld mede verantwoordelijk voelen voor een fijne thuissituatie voor het kind bij de andere ouder. Dit betekent bijvoorbeeld dat ondanks dat er niet over elk detail hoeft te worden overlegd, er wél vooraf wordt geïnformeerd en geconsulteerd als een eigen beslissing mogelijk een negatieve impact heeft in de thuissituatie van de andere ouder en/of dat de afstand tussen de eilanden, waarop de ouders zich spreekwoordelijk met het kind terugtrekken, voor het kin onoverbrugbaar wordt.
8 tips
- Bepaal gezamenlijk aan welk ‘resultaat’ bezien vanuit jullie kind jullie je onvoorwaardelijk toewijden.
- Erken de andere ouder in diens ouderschap. Dit omvat in principe alle dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen, zoals sociaal gedrag binnen het gezin bij die ouder en naar derden, maar ook zaken zoals kleding, eten, vriendjes, slaaptijden, persoonlijke hygiëne, sport etc.
- Wees transparant over de zaken genoemd onder 2. en zorg er actief voor dat deze zaken bezien vanuit het kind niet uit balans raken, althans niet op een wijze die tot loyaliteitsbeïnvloeding leidt.
- Bepaal gezamenlijk vooraf welke beslissingen méér zijn dan dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen doch nog geen gezagsbeslissingen. Het is een voorwaarde van Parallel Ouderschap dat ouders daarover vooraf in overleg gaan en afstemmen.
- Identificeer en erken gezamenlijk vooraf welke beslissingen door jullie als gezagsbeslissingen worden gezien.
- Bepaal in welke vorm, welke toon en welke frequentie er wordt overlegd over alles dat meer is dan dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen. Leg daarbij ook vast hoe om te gaan met conflicten tussen het kind en de andere ouder over dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen. Denk er over na hoe jullie samen zorgdragen voor coherentie tussen jullie als ouders bezien vanuit het kind.
- Leg vast wie wordt betrokken als jullie niet tot een eensluidende beslissingen komen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om iemand te mandateren om knopen door te hakken. Dit kan bijvoorbeeld een gezamenlijke vertrouweling of professional zijn. Het kan ook een ‘netwerkberaad’ zijn dat bestaat uit meer personen.
- Leg ook vast hoe jullie je opstellen bij onenigheid over ‘méér dan dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen’ of gezagsbeslissingen. Wel of niet procederen en in welke ’toon’?
Wat je onderling ook overeenkomt en eventueel schriftelijk vastlegt, realiseer je dat geen enkele overeenkomst 100% sluitend gemaakt kan worden en een rechter in het belang van het kind er altijd van kan afwijken. De kans is bovendien groot dat ‘het normale leven’ allerlei onverwachte situaties opwerpt die tot discussie kunnen leiden. Het is dan ook van belang om als ouder altijd voor ogen te houden dat de grootste bedreiging voor het kind feitelijk is gelegen in twee ouders die zich niet onvoorwaardelijk toewijden aan hun ouderlijke verplichtingen (naar elkaar).
Tot slot, voor alle tips geldt; geen woorden maar daden.
Voor jeugdbeschermers en hulpverleners
Heb je een suggestie voor verbetering van deze pagina? Zend hem naar team@fiduon.nl. Input wordt gewaardeerd.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Een uitnodiging gekregen voor de jeugdbeschermingstafel? Lees dan onze handreikingen voor een betere uitkomst.
Zie ook informatie van bijvoorbeeld Jeugdbescherming Midden IJssel Oost Veluwe. Hier staat informatie over de beschermingstafel, de werking, wie er aan tafel zitten en wat de mogelijke uitkomsten zijn.
De mensen aan tafel zijn professioneel met jeugd en/of jeugdbescherming werkzaam. Ze zijn ervaren ten aanzien van de processen, de taal, de wijze van onderzoek, rapportages en de mogelijke invloed die hun rapporten en betrokkenheid in de toekomst kunnen hebben. Bijvoorbeeld bij gerechtelijke procedures.
Ook voor welwillende ouders is het belangrijk om op de juiste wijze de eigen visie op gebeurtenissen over het voetlicht te brengen. Als er zaken zijn voorgevallen die inderdaad een negatieve impact hebben op het kind, dan is het zeer belangrijk om alles wat er aan de beschermingstafel gebeurt zeer serieus te nemen.
Onze 8 tips
- Besteed aandacht aan de informatie in het Verzoek Tot Onderzoek.
- Behandel aanwezigen respectvol.
- Zorg dat je scherp bent op feiten en meningen.
- Wanneer het een ‘juiste’ doorverwijzing is, denk na over je eigen rol daarin, wat je kunt veranderen. Toon inzicht. Vraag hulp, d.w.z. formuleer voor jezelf alvast een hulpvraag (voor je kind), denk na over een plan van aanpak, zet dit op papier of zeg dat je ermee aan de slag bent (en doe dit dan ook). Als er zorgen zijn die tot een gesprek bij de beschermingstafel aanleiding geven, dan is er natuurlijk niets fijner als ouders inzicht tonen en zich inzetten om de situatie voor het kind uit zichzelf werkelijk te verbeteren. Is de melding onjuist? Breng dit op een rustige wijze gemotiveerd over.
- Vraag of alle afspraken en doelen SMART kunnen worden gemaakt. Het Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistische en Tijdgebonden maken van doelen geeft direct duidelijkheid wat van je wordt verwacht en binnen welke termijn. Spreek af hoe en wie te informeren als doelen tussentijds toch niet haalbaar blijken.
- Zeg alleen zaken toe die je kunt waarmaken en scheid individuele doelen goed van gezamenlijke doelen. Bespreek bij gezamenlijke doelen het scenario wat te doen als het gezamenlijk niet lukt en wie daarover te informeren.
- Blijf rustig, denk na over wat je zegt en laat je niet verleiden tot emotionele uitspattingen of discussies. Maak eventueel een audioregistratie van het gesprek om van je eigen gedrag te leren.
- Voel je je geforceerd in het ‘maken van afspraken’? Vraag een aantal dagen bedenktijd.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Lees ook dit
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
De afwezigheid van een ouder vormt een ernstige bedreiging voor de identiteitsontwikkeling van het kind. Dit volgt uit deze deze uitspraak bij een vechtscheiding van Gerechtshof Den Haag.
In deze zaak tracht een vader (zonder ouderlijk gezag) al jaren langs de juridische weg het contact tussen zijn kind en hem tot stand te brengen (cq te herstellen). Eerder oordeelde de rechter ook al vóór een omgangsregeling. Vader had echter al jaren geen enkele vorm van structureel contact met zijn kind gehad. Ouderschap Blijft had niet tot resultaat geleid en inmiddels zijn ouders aangemeld voor Kinderen uit de Knel, praktisch het eindstadium van hulpverlening in het vrijwillig kader.
Uit de uitspraak blijkt dat moeder op geen enkele wijze wilde meewerken. Zelfs een opgelegde dwangsom bracht haar niet op andere gedachten. Dit terwijl de betrokken instanties geen contra-indicaties bij vader vaststelden voor de omgang.
Positief in de uitspraak is het standpunt dat de Raad voor de Kinderbescherming in deze zaak innam; een standpunt dat door Gerechtshof Den Haag wordt overgenomen. Het hof stelt samengevat:
“de totale afwezigheid van de vader in het leven van het kind en het grote belang van aanwezigheid van vader voor de identiteitsontwikkeling van het kind vormt een ernstige bedreiging in de zin van artikel 1:255 lid 1 BW.”
De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen.
Deze conclusie koppelt de afwezigheid van een ouder in het leven van een kind één-op-één aan een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor het kind.
Herkenbaar overigens (voor mensen in de praktijk) is het disrespect dat moeder laat zien voor rechterlijke uitspraken en eveneens voor het Gerechtshof. Ze stuurde slechts haar advocaat naar de zitting.
Nog een paar kritische punten.
Eerder was er door de rechtbank al een concrete omgangregeling vastgesteld en deze uitspraak was aanzienlijk duidelijker geweest als het hof bijvoorbeeld had bepaald welke regeling zij dan wel in de toekomst mogelijk zouden achtten. M.a.w. het hof had een duidelijke(re) visie kunnen neerleggen en daarmee tevens een duidelijke opdracht aan de jeugdbeschermer.
Bijvoorbeeld; Binnen termijn x opbouw naar omgangsregeling y. Terugrapportage op tijdstip z over vorderingen opbouw omgangsregeling en mate van medewerking ouders. SMART dus.
Verder – en dit is ook één van de aspecten die we missen in de uitspraak – komt uit de casus naar voren dat moeder in ernstige mate te kort is geschoten in haar plicht om de band tussen het kind en de vader te bevorderen en dat dit op zich reeds voldoende grond zou zijn om vader eveneens met het gezag te belasten (om meer evenwicht te brengen).
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
De aanwezigheid van ouderstrijd leidt in veel gevallen tot ondertoezichtstelling van het kind omdat deze strijd volgens vaste rechtspraak kwalificeert als een vorm van kindermishandeling.
De strijd (lees voorbeelden) staat haaks op de plicht van ouders om zorg te dragen voor samengevat ‘een gezonde en evenwichtige ontwikkeling’ van het kind, zoals verwoord in artikel 1:247 lid 2 BW.
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen.
Wat hierin opvalt zijn drie criteria:
- Het kind wordt ernstig in zijn/haar ontwikkeling bedreigd.
- De ouders en/of het kind accepteren in onvoldoende mate vrijwillige hulpverlening (onder a.).
- De ouder(s) met het gezag is (zijn) binnen een acceptabele tijd weer in staat om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding (samen) te dragen.
Er kunnen dus diverse redenen zijn waarom er geen OTS wordt vastgesteld, bijvoorbeeld:
- Er is niet werkelijk sprake van een ontwikkelingsbedreiging (lees: ondanks de aanwezigheid van ouderstrijd kan het kind daarbinnen zich in ‘voldoende mate’ ontwikkelen).
- Er is nog hulp in een vrijwillig kader die kan worden doorlopen, waarvan eerst moet komen vast te staan dat ouders deze hulp niet of onvoldoende accepteren.
- Eigenlijk is niet meer te verwachten dat ouders nog in staat zijn om nog binnen een voor het kind acceptabele termijn de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen (lees: er zijn mogelijk zwaardere maatregelen nodig, zoals een uithuisplaatsing of een omgangs- dan wel gezagsbeëindigende maatregel).
- Verder zien we in de rechtspraak geregeld dat alles al is geprobeerd, dat er al een OTS is geweest en dat de kinderen van globaal 13+ jaar inmiddels weerstand hebben ontwikkeld tegen hulpverlening en dat de inmenging van een gezinsvoogd mogelijk meer kwaad gaat doen dan goed. Ook in die gevallen wordt er regelmatig geen OTS (meer) vastgesteld.
Een OTS wordt gemiddeld genomen sneller vastgesteld wanneer:
- De ontwikkelingsbedreiging zich feitelijk al in het kind manifesteert in de vorm van – door professionele derden vastgesteld – zorgelijk gedrag; en/of
- een kind kind-eigen problematieken heeft (cognitief/sociaal-emotioneel/fysiek) waardoor deze kwetsbaarder cq minder veerkrachtig is dan ‘normale’ kinderen; en/of
- één of beide ouders – door professionele derden vastgestelde – ‘eigen problematieken’ hebben.
Een voorbeeld waarin er een OTS is vastgesteld kun je bijvoorbeeld lezen in deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 20 maart 2025
Doet de gezinsvoogd zijn/haar werk niet, te traag of niet naar behoren, dan zijn er globaal 7 routes om dit te adresseren, afhankelijk van het soort tekortkoming waarom het gaat. Lees ook: Wat mag ik van de gezinsvoogd verwachten?
Helaas zien we bij alle GI’s dat je een gezinsvoogd kunt treffen die de rechterlijke opdracht niet of niet naar behoren uitvoert. Ook in de rechtspraak zien we hiervan voorbeelden. In deze uitspraak bijvoorbeeld van Rechtbank Noord-Nederland had de GI de opdracht van de rechtbank om de begeleide omgang op te starten genegeerd. De rechter legde aan de GI vervolgens een dwangsom op. Blijkens deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden weigerde de GI uitvoering te geven aan de beslissing van Rechtbank Noord-Nederland om een wijziging van het hoofdverblijf van het kind te effectueren.
Verschijningsvormen van wanpresteren door GI’s
Het wanpresteren kan verschillende verschijningsvormen hebben, zoals:
- Het Plan van Aanpak is niet SMART of wordt niet (tijdig) aangeleverd. De Bepaling Jeugdhulp wordt niet nagekomen.
- Er wordt helemaal niets gedaan, bijvoorbeeld door continue wisselingen van gezinsvoogden of als een vorm van drang tijdens het dwangtraject, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.
- Rapportages worden niet aangepast aan de actualiteit, of er wordt in rapportages toegeschreven naar een vooropgezet doel (bijv. één van de ouders op afstand houden). Er wordt feitelijk onjuiste informatie verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming en de rechter.
- Er wordt al heel vroeg aangestuurd op een vorm van Parallel Ouderschap.
- Er wordt aangestuurd op het ‘zo laten’ van de situatie, wat vooral speelt bij ouderafwijzing door een kind vanaf 10-12 jaar.
- Er wordt geen uitvoering gegeven aan de opdracht van de rechter de omgang op te starten, te hervatten of uit te breiden, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
- Afspraken worden niet nagekomen.
- Er worden geen redelijke reactie-termijnen gehanteerd of er wordt in het geheel geen reactie gegeven op normale vragen. Wanneer een ouder herinneringen stuurt om bijv. vragen beantwoordt te krijgen, worden er communicatievoorwaarden gesteld die tot doel hebben om contactbeperkend te werken (lees: de vragende ouder wordt monddood gemaakt).
- Er zijn steeds andere gezinsvoogden (vanwege ziekte, verloop of organisatorische beslissingen) of er wordt nooit een vast iemand toegewezen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland.
Meest voorkomend bij ‘vechtscheidingssituaties’ is echter dat niet wordt gewerkt aan het z.s.m. hervatten van coöperatief ouderschap (lees: weer gezamenlijk soepel invulling geven aan de ouderlijke verantwoordelijkheid), hoewel dit wel volgt uit de OTS-beschikking die min of meer standaard is bij vechtscheidingen. In plaats daarvan wordt er, alvorens het inter-oudergedrag voorafgaande aan de OTS zorgvuldig is geanalyseerd, ingezet op parallel ouderschap.
Standaard elementen in een OTS-beschikking bij vechtscheidingen
Deze rechtelijk OTS beslissing bevat globaal de volgende elementen:
- Ontwikkelingsbedreiging 1: Ex-partnerstrijd (veelal ook over de as van het kind).
- Ontwikkelingsbedreiging 2: Loyaliteitsconflict in het kind en/of weerstandsgedrag bij een kind naar één van beide ouders en/of kind-eigen problematiek.
- Conclusie dat het niet te verwachten is dat hulp in het vrijwillig kader de situatie (binnen afzienbare tijd) zal verbeteren.
- Conclusie dat met hulp in het gedwongen kader ouders wel in staat zullen zijn om de ontwikkelingsbedreigingen (genoemd onder 1 en 2) binnen een – gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn – weg te nemen en daarmee opnieuw invulling te geven aan de ouderschapsnorm van art. 1:247 lid 2 BW.Artikel 1:247 lid 2 BW:
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
Deze wijze van toetsing volgt rechtstreeks uit art. 1:255-1 BW.
De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen.
Voorwaarde voor de ondertoezichtstelling is dus dat de rechter verwacht dat ouders (red: meervoud) met toezicht wel in staat zullen zijn om de onder 1 en 2 genoemde ontwikkelingsbedreigingen binnen ‘een aanvaardbare termijn’ weg te nemen, opnieuw gezamenlijk invulling te gaan geven aan ouderlijke verantwoordelijkheid en om vanuit die gezamenlijke basis weer te voldoen aan 1:247 lid 2 BW.
Een kindgerichte focus die de grondslagen negeert en verbetering in de weg staat
Wat we veel zien is dat gezinsvoogden de ‘eenvoudige weg’ kiezen door zich primair te richten op ontwikkelingsbedreiging 2 (tw. de effecten in het kind van de omstandigheden die door de ouders worden veroorzaakt). Dit leidt ertoe dat er allerlei hulpverlening wordt ingezet voor het kind, doch dat de dwingende (en dringende) analyse van de grondslagen van de dynamiek tussen de ouders niet eens wordt gestart, laat staan voldoende diep wordt geanalyseerd. Sterker, wat we regelmatig vaststellen is dat een gezinsvoogd één van beide ouders ‘uit de wind houdt’ en dat (actief/passief) niet-welwillend gedrag gewoon kan doorgaan, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland. In de meeste situaties die wij zien is dit overigens de hoofdverblijfouder.
Het spreekt voor zich dat deze wijze van benadering van vechtscheidingscasussen o.i. onjuist is. Beide ouders dienen onvoorwaardelijk eigenaarschap te nemen voor de ouderschapsnormen en de informatie- en consultatieplicht. Inter-ouderstrijd is volgens vaste rechtspraak tenslotte een vorm van kindermishandeling. De mate waarin ouders eigenaarschap nemen, is wat o.i. als eerste getoetst moet worden (en tot consequenties moet leiden zoals genoemd in deze uitspraak van Hof Den Bosch) en dit vraagt een objectieve en grondige analyse van de inter-oudercommunicatie en de gedragsdynamiek.
Een gebrek aan snelle resultaten door niet te sturen op een ‘aanvaardbare termijn’
Onderdeel van een OTS-beschikking is bijna altijd het aspect van de ‘aanvaardbare termijn’. Hierover nemen critici het standpunt in dat het aspect van de ‘aanvaardbare termijn’ vooral ziet op uithuisplaatsingen, om het kind niet onnodig in onzekerheid te laten over waar deze gaat wonen. Hoewel de ‘aanvaardbare termijn’ daar oorspronkelijk wel op ziet, zijn wij van mening dat het belang van het kind vereist dat bij vechtscheidingen ouders wel worden gehouden aan een aanvaardbare termijn voor het wegnemen van ontwikkelingsbedreiging 1. M.a.w. het is in het belang van het kind dat ouders direct tonen hoe zij eigenaarschap nemen voor dat deel van de ontwikkelingsbedreigingen waar zij met hun gedrag direct invloed op hebben.
Bovendien volgt o.i. de toepasselijkheid van de ‘aanvaardbare termijn’ één op één uit de standaard OTS-toetsing door de rechter, omdat deze het aspect van de ‘aanvaardbare termijn’ veelal wel meeneemt, ook in zaken waarin een uithuisplaatsing niet aan de orde is, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord Holland. Daarnaast zijn er diverse voorbeelden waarin rechters OTS-en juist korter laten duren dan 12 maanden om zo vinger aan de pols te houden of er op korte termijn voortgang wordt geboekt (zie bijv. deze uitspraak). Zo besloot bijv. Rechtbank Zeeland-West-Brabant in deze uitspraak dat een OTS niet aan de orde was omdat het niet aannemelijk was dat er binnen een aanvaardbare termijn resultaten zouden worden geboekt.
Tot slot kan het eindeloos laten voortduren van de OTS, geen doortastende beslissingen nemen en ineffectieve interventies inzetten strijd opleveren met het recht op familieleven. Zie in dit kader de opinie: Oudervervreemding en ouderverstoting. EHRM: L.D. v. Polen
De gezinsvoogd moet werken aan alle aspecten in de beschikking
Als de gezinsvoogd niet ontvankelijk is voor jou als welwillende ouder in je pogingen om samen met de andere ouder ontwikkelingsbedreiging 1 weg te nemen, dan is dit onjuist. Het is de taak van de GI om te zorgen dat zowel het kind als beide ouders hulp en steun wordt geboden zodat de ontwikkelingsbedreigingen binnen de door van de OTS wordt weggenomen, aldus Rechtbank Noord-Holland in deze uitspraak.
7 opties wanneer de gezinsvoogd de OTS-beschikking niet uitvoert
Wanneer de gezinsvoogd de OTS-beschikking niet uitvoert, start dan eerst een (schriftelijke) dialoog om langs deze weg een positieve koerswijziging te bewerkstelligen. Lukt dat niet, dan heb je 8 opties:
- Klachtenprocedure: Laagdrempelig, traag, wekt de schijn dat je aan het strijden bent, via klachtencommissie.
- Tuchtklacht: Meer omvattend/ingewikkelder, traag, wekt de schijn dat je aan het strijden bent, via de SKJ-tuchtrechter. Let op! Per 1 november 2022 is er een hogere drempel voor toegang tot tuchtrechtspraak. Er kan ook consultatie of mediation worden ingezet.
- Vervanging GI: Laagdrempelige verzoekschriftprocedure, advocaat niet verplicht (zie artikel 1:265k lid 1 BW), via de kinderrechter, snel (gem. binnen 1 maand op zitting), wekt de schijn dat je aan het strijden bent, wordt zelden toegewezen. Lees: Wanneer wordt een verzoek vervanging GI toegewezen?
- Geschillenregeling OTS: Verzoekschriftprocedure, advocaat verplicht (zie artikel 1:265k lid 1 BW), via de kinderrechter, snel (gem. binnen 1 maand op zitting), kan neutraler worden ingestoken waarbij zoveel mogelijk de schijn wordt voorkomen dat je aan het strijden bent. Lees: Wat is de Geschillenregeling OTS en wanneer succesvol?
- Analoge toepassing van geschillenregeling artikel 1:253a BW, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Verzoekschriftprocedure, advocaat verplicht, via de kinderrechter, snel, kan neutraler worden ingestoken waarbij zoveel mogelijk de schijn wordt voorkomen dat je aan het strijden bent.
- Het verzoeken van een dwangsom bij het niet uitvoeren van een concrete opdracht van de rechter, bijvoorbeeld om de omgang uit te breiden, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. Een andere variant is het starten van een kort geding teneinde de GI te bewegen een deel van de (wettelijke) taak uit te voeren, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
- Een verzoek de OTS te beëindigen of niet te verlengen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland.
- Accepteren.
Heb je te maken met zo een situatie, dan lijkt de Geschillenregeling OTS (route 4) dus te prefereren.
Wil je liever een andere gezinsvoogd, en lukt dit niet in overleg met de GI, dan zijn er 3 routes t.w. route 1, 2 en 3. Route 4, de geschillenregeling, is niet bedoeld om dit te bewerkstelligen, aldus Rechtbank Oost-Brabant in deze uitspraak.
Ineffectieve middelen om als ouder weestand te bieden
Het is moeilijk om niet cynisch te worden. Het systeem lijkt te zijn ingericht om de betrokken welwillende ouders onmachtig te houden om de koers van een gezinsvoogd/GI bij te sturen, ook niet als dit evident in het belang van het kind zou zijn. Ons advies is steeds hetzelfde; blijf constructief en opbouwend. Dit geeft je uiteindelijk het beste uitgangspunt en is ook het meest in het belang van je kind. Lukt dit niet, zoek hulp.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Lees ook dit
- V&A: Wanneer wordt een verzoek vervanging GI toegewezen?
- V&A: Wat is de Geschillenregeling OTS en wanneer succesvol?
- V&A: Wat mag ik van de gezinsvoogd verwachten?
- V&A: Kan de gezinsvoogd een gezagsgeschil oplossen?
- V&A: Is de gezinsvoogd verplicht tot waarheidsvinding?
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Het doel van de jeugdbescherming is te waarborgen dat de minderjarige opgroeit in een opvoedings- en leefsituatie waarin het kind zich op een gezonde en evenwichtige wijze kan ontwikkelen.
Het gaat daarbij om alle aspecten van de ontwikkeling van een kind tot volwassene: de fysieke, psychische, emotionele en morele.
De ouders zijn als eersten verantwoordelijk om de voorwaarden te scheppen voor een optimale ontwikkeling van hun kind. Naast de vrijheid van ouders om hun kinderen te verzorgen en op te voeden naar eigen inzicht, staat de plicht van de overheid om kinderen te beschermen tegen aantasting van hun lichamelijke en geestelijke integriteit, waaronder kindermishandeling (nb: Hiertoe behoort ook voortdurende inter-ouderstrijd. Lees ook onze V&A: Is inter-ouder strijdgedrag kindermishandeling?). Voor een meer uitgebreide uitleg wat onder kindermishandeling wordt verstaan, lees deze pagina op de website van het NJI.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Een ‘verzoek tot onderzoek’ (VTO) is een formele verwijzing door een Sociaal Team, Veilig Thuis of een Gecertificeerde Instelling (de Melder) naar de Raad voor de Kinderbescherming. Het VTO heeft tot doel om een besluit te krijgen of de Raad voor de Kinderbescherming nu onderzoek gaat doen of een verzoek tot ondertoezichtstelling nodig is. Het VTO kan ook anders genoemd worden namelijk ‘verzoek tot raadsonderzoek’ of ‘verzoek tot bespreking’.
Het VTO begint met de verwijzing in de vorm van een formulier die op een bijeenkomst van de Jeugdbeschermingstafel wordt besproken en waar een beslissing wordt genomen wat te gaan doen.
Het VTO-formulier
Een eerste stap is dat er een VTO-formulier wordt ingevuld/opgesteld wat in een bijeenkomst van een Jeugdbeschermingstafel wordt besproken. Als ouder krijg je de gelegenheid om jouw zienswijze op de situatie in het formulier in te voegen vóórdat het naar de Jeugdbeschermingstafel gaat. Ook kan je feiten toevoegen/feitelijke onjuistheden corrigeren.
Het VTO-formulier bevat een aantal elementen:
- Algemene NAW-informatie van de betrokken ouders het kind.
- Informatie over de gezinssituatie en het sociaal netwerk van het kind.
- Wat de reden is voor het verzoek tot onderzoek
- Waarom dit nu bij de beschermtafel wordt ingebracht.
- Belangrijke feiten rondom de kinderen (kindgedrag/inter-oudergedrag/andere omstandigheden).
- Wat de grootste zorg is over de kinderen als er niets verandert.
- Of de betrokkenen de gemelde zorgen ook ervaren.
- Wat er (volgens de melder) moet gebeuren en waarom.
- Informatie over de voorgeschiedenis van het kind en het gezin.
- Wat de belangrijkste levensgebeurtenissen van kind en gezin zijn.
- Of er sprake is van problematiek bij ouders en/of kinderen in de zin van fysieke of cognitieve beperking. Zijn dit factoren, die tot onveiligheid leiden.
- Hoe de ouders hun jeugd en opgroeien hebben ervaren, wat zij daarvan meenemen in hun huidige opvoeding.
- Informatie over het kind en de opvoedomgeving. Het doel is om het gedrag van ouders te beschrijven bijv: basale verzorging, garanderen veiligheid, emotionele warmte, stimuleren, regels en grenzen en stabiliteit. Ook komt gedrag van het kind aan bod, bijv: gezondheid, cognitieve ontwikkeling, emotionele en gedragsontwikkeling, identiteit, gezinsrelaties, sociale relaties, zelfzorgvaardigheden.
- Wat de krachten zijn van dit kind/deze kinderen en hun opvoedingsomgeving.
- Wat de zorgen zijn over dit kind/deze kinderen en hun opvoedingsomgeving.
- Wat de krachten zijn in het netwerk.
- Wat er bekend is over eerdere hulpverlening en de uitkomsten.
- Of er op dit moment hulpverlening actief is en hoe deze verloopt de hulpverlening.
- Of er een risico-/ veiligheidstaxatie is gedaan en zo ja, wat is daarvan de uitkomst is.
- Of er veiligheidsafspraken en/of -voorwaarden zijn en zo ja welke en door wie deze worden bewaakt.
- Op welke wijze de ouders en kind(eren) zijn geïnformeerd over het verzoek tot onderzoek en wanneer, en wat de ouders vinden van het verzoek tot onderzoek.
De uitkomst: Wel of (nu) geen onderzoek
De uitkomst van het verzoek tot onderzoek en de bijeenkomst van de Jeugdbeschermingstafel is één van twee mogelijkheden:
- De Raad voor de Kinderbescherming gaat onderzoek doen of er een kinderbeschermingsmaatregel nodig is.
- De Raad voor de Kinderbescherming gaat nog geen onderzoek doen, omdat vooralsnog met vrijwillige hulpverlening de ontwikkelingsbedreiging/onveiligheid kan worden afgewend. Er worden concrete doelen gesteld en afspraken gemaakt. Aan de Jeugdbeschermingstafel wordt door de betrokken verzoeker na enkele maanden terug gemeld of de gemaakte afspraken nagekomen zijn. Wanneer de doelen niet behaald zijn of afspraken niet nagekomen zijn, zal alsnog een raadsonderzoek gestart worden.
- De hulpverlening in het vrijwillig kader is voldoende of moet worden aangepast om de situatie te verbeteren.
Bij de Jeugdbeschermingstafel is de Raad voor de Kinderbescherming vertegenwoordigd.
Overige situaties
Zoals hiervoor aangeven zijn 3 soorten organisaties gerechtigd tot het indienen van een VTO. Er kunnen echter ook situaties zijn, zie zo urgent zijn, dat een VTO van bijvoorbeeld Veilig Thuis niet kan worden afgewacht. De Jeugdwet biedt in artikel 3.1 lid 2 onderdeel a. dan ook een mogelijkheid voor ‘eenieder’ om de Raad voor de Kinderbescherming te vragen een beschermingsonderzoek te starten. Het moet dan gaan om een ‘acute en ernstige bedreigende situatie voor het kind’.
De vraag die natuurlijk opkomt is of ouders wel eens succesvol bedreigingen die in een vechtscheiding voorkomen rechtstreeks agenderen bij de Raad voor de Kinderbescherming. Wij hebben geen informatie dat dit lukt en meestal volgt verwijzing naar bijvoorbeeld Veilig Thuis. Weet je van een situatie waarin dit wel is gelukt, dan komen we graag met je in contact.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Ja, de gezinsvoogd en de hulpverleners zijn verplicht tot waarheidsvinding, althans verplicht tot het achterhalen van alle relevante feiten en omstandigheden (adequaat feitenonderzoek). Dit volgt o.m. uit artikel 3.3 van de Jeugdwet.
‘Waarheidsvinding’ is een moeizaam begrip voor GI’s die vinden dat ze niet verplicht zijn om tot op ‘het justitieel niveau gebruikelijk in het strafrecht’ zaken in kaart en bij de rechter naar voren te brengen. Dat deze plicht evenwel geen dode letter is, volgt bijvoorbeeld uit deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Hierin overweegt de rechtbank het volgende:
Dat een gebrek aan feitenvinding ook tot tuchtrechtelijke veroordelingen leidt, volgt bijvoorbeeld uit deze uitspraak van College van Toezicht van SKJ. Hierin overweegt het College o.m. het volgende:
Ook de ‘Methodiek bij aanpak van complexe scheidingen’ geldend tot maart 2021 van Jeugdzorg Nederland schreef ‘waarheidsvinding’ voor. In paragraaf 4.2.4 stond het volgende:
Om te kunnen beoordelen wat een kind of jongere nodig heeft, construeert de jeugdbeschermer met alle informatie van alle betrokkenen een zo volledig mogelijk en objectief beeld van de situatie. Hij geeft hierbij de bedreigingen voor de ontwikkeling van de jeugdige (zorgen) aan en de factoren die bescherming kunnen bieden (krachten). De professional verzamelt zorgvuldig de feitelijke informatie, analyseert deze op relevantie en rapporteert helder en volledig. Hij toont hierin respect voor ouders en kinderen. Hij maakt hierin een duidelijk onderscheid tussen feiten en meningen en vermeldt bronnen. Het gaat hierbij niet zozeer om het vinden van ‘de’ waarheid (zoals bij strafrechtelijk onderzoek), maar om alert te blijven op alle mogelijke signalen die de ontwikkeling en de veiligheid van kinderen beïnvloeden, deze op de juiste waarde te schatten en ze op te nemen in het plan van aanpak.
In de huidige versie van de Aanpak bij complexe scheidingen is staan twee paragrafen over dit onderwerp.
Paragraaf 4.2.3. Beslissen in onzekerheid: Zoals in elke sociale situatie is het bij complexe scheidingen ingewikkeld om één samenhangend, feitelijk beeld van de situatie te schetsen. Om recht te doen aan alle perspectieven communiceert de jeugdbeschermer altijd open en transparant. Besluiten neemt hij altijd samen met het gezin. Complexe besluiten bespreekt hij multidisciplinair.
Paragraaf 4.2.4. Feitenonderzoek: Om een beeld te krijgen van de situatie verzamelt , analyseert en rapporteert de jeugdbeschermer gericht en zorgvuldig de relevante informatie, met respect voor de betrokkenen. Hierbij maakt hij onderscheid tussen feiten en meningen en houdt hij rekening met de context.
Het is in sociale situaties onmogelijk om volledig zeker te zijn over alle relevante feiten te beschikken. Er is altijd sprake van enige onzekerheid. Waarheidsvinding betekent dan ook dat de jeugdbeschermer ‘zich binnen het redelijke tot het uiterste inspant (onderstreping o.z.) om feiten en omstandigheden te achterhalen, voor zover die van doorslaggevend belang zijn voor het maken van een zorgvuldige inschatting van de veiligheid en ontwikkeling van een kind’ (Ombudsman, 2014, p 94).
Op basis van een onderzoek binnen de jeugdzorginstellingen naar de uitvoering van de OTS heeft de Kinderombudsman als voorwaarden voor het proces van waarheidsvinding geformuleerd:
- Feiten en meningen zijn standaard gescheiden.
- Hoor en wederhoor worden toegepast en gerapporteerd.
- Beschrijvingen zijn concreet, zonder speculatieve formuleringen.
- Bevestiging van accordering informatie en rapportage.
- Een voor de lezer navolgbare weging van belemmerende en beschermende factoren in de opvoedsituatie van het kind en een conclusie.
Voor de kwaliteit van het werkproces dient de jeugdbeschermer kernbeslissingen in multidisciplinair verband te nemen en kritisch te reflecteren op zijn handelen.
Helaas zijn er nog steeds jeugdbeschermers die dit niet weten, negeren of erger… ‘een juiste feitenvinding’ ronduit afwijzen. Het komt geregeld voor dat met het afwijzen daarvan wordt verbloemd dat cruciale (positieve/negatieve) feiten of gedragingen uit verslagen worden houden of dat ervoor wordt gezorgd dat ze geen onderdeel uitmaken van onderbouwingen van (verstrekkende) conclusies en vervolgstappen.
Het is gedrag dat niet alleen haaks staat op wat de wet vereist; het staat ook haaks op het belang van het kind omdat het ultimo de rechter het juiste zicht op de situatie ontneemt. Het grenst in sommige situaties o.i. zelfs aan psychische mishandeling/discriminatie van de welwillende ouder die door dit gedrag onjuist geframed wordt.
Loop je in jouw situatie er tegenaan dat cruciale feiten worden genegeerd/miskend en/of dat de opdracht van de rechter niet wordt uitgevoerd lees dan ook: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 8 april 2025
Een schriftelijke aanwijzing tijdens een ondertoezichtstelling heeft tot doel om bij één of beide ouders een gedragsverandering te bewerkstelligen en omvat een instructie over de verzorging en opvoeding van het kind. Een gezaghebbende ouder is verplicht om de schriftelijke aanwijzing op te volgen. Doet deze dat niet, dan kan de Gecertificeerde Instelling (“GI”) de rechter verzoeken de aanwijzing te bekrachtigen en daarbij een dwangregeling op te leggen.
Een voorbeeld van een schriftelijke aanwijzing is bijvoorbeeld te lezen in deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. Daarin staat het volgende:
U werkt mee aan de uitvoering van de ondertoezichtstelling en het daaraan gekoppelde Plan van Aanpak (de SAVE rapportage). Dit betekent dat u op afspraken verschijnt en deze niet afzegt en u zich houdt aan de afspraken rondom communicatie zoals deze zijn opgenomen in de SAVE rapportage.
U houdt zich aan de beschikking waarin de omgang is vastgelegd. Dit betekent dat het afwijken van de beschikking alleen kan op aanwijzing van de gezinsvoogd. En niet eenzijdig door u wordt stopgezet. De wensen en behoeftes van [voornaam van minderjarige 2] zullen hierin leidend zijn.
U meewerkt aan de intake bij [naam organisatie] en dit traject in woord en daad ondersteunt. Dat betekent dat wanneer [naam organisatie] u dit vraagt u op afspraken verschijnt en hun adviezen opvolgt.
U [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] niet belast met uw eigen emoties of volwassen zaken. Dit betekent dat u [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] niet meeneemt in cc van e-mails die u aan anderen stuurt, zij via de e-mail/app/telefoon niet belast worden met negatieve uitspraken over de andere ouder, of zaken met betrekking tot de echtscheiding, de verkoop van het huis of de aangifte van stalking die moeder tegen u gedaan heeft.
U hulp zoekt voor uzelf om op die manier inzicht te krijgen in uw eigen handelen. En u meewerkt aan een intake bij Parallel Ouderschap.
Deze aanwijzing instrueert de ouder bepaalde resultaten te behalen en om bepaalde inspanningen te verrichten. Wat echter opvalt is dat er geen termijnen worden gesteld voor de inspanningen en er ook geen duidelijke consequenties worden gesteld aan het niet-naleven van de schriftelijke aanwijzing. Wat ook opvalt is dat de aanwijzing de ouder niet instrueert zich te houden aan de (geest van de) ouderschapsnormen.
We zien zelden dat het niet-naleven van de schriftelijke aanwijzing wordt opgevolgd door een verzoek aan de rechter om nakoming van de (bekrachtigde) aanwijzing door de ouder af te dwingen, bijvoorbeeld door de rechter te verzoeken dwangsommen op te leggen.
In de praktijk leidt dit er geregeld toe dat mn hoofdverblijfouders wegkomen met halfslachtige pogingen in plaats dat ze worden gehouden aan de resultaten die de inspanningsplichten impliceren, en die voortvloeien uit de gronden voor de ondertoezichtstelling.
Soms echter zet de GI wel door en verzoekt deze bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch en deze uitspraak van Rechtbank Limburg. De GI kan dit echter niet te snel doen na de schriftelijke aanwijzing. De betreffende ouder moet een kans hebben gehad om te voldoen aan de in schriftelijke aanwijzing beschreven instructie. Als deze kans feitelijk niet is gegeven, dan kan dit leiden tot afwijzing van de door de GI verzochte bekrachtiging, zoals het geval was in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.
De ouder kan de rechter (binnen 2 weken en zonder advocaat) verzoeken de aanwijzing vervallen te verklaren. De rechter toetst dan op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht of de gecertificeerde instelling de algemene voorschriften over zorgvuldigheid, evenredigheid en een deugdelijke motivering in acht heeft genomen (zie bijvoorbeeld deze uitspraak en deze uitspraak waarin de schriftelijke aanwijzing vervallen werd verklaard).
Gecertificeerde Instellingen communiceren niet altijd (juist) of danwel wanneer er sprake is van een schriftelijke aanwijzing. JBRR in deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam bijvoorbeeld vond de instructie waarin de omgang werd aangepast ‘gewoon een e-mail’ die niet was bedoeld als een schriftelijke aanwijzing. De rechter zag het echter anders en concludeerde dat de instructie wel degelijk een schriftelijke aanwijzing was omdat deze was gericht op ‘enig rechtsgevolg’.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 25 juli 2024
Staat je kind onder toezicht van een Gecertificeerde Instelling (GI), dan heb je als ouders nog steeds het recht om zelf de regie te nemen bij het werken aan oplossingen en het wegnemen van de ontwikkelingsbedreiging.
Een Familiegroepsplan is een SMART-veranderplan om tijdens een ondertoezichtstelling van de huidige naar een toekomstige situatie te komen, met een aantal mensen en middelen (lees ook de beschrijving van: het NJI). Het Familiegroepsplan is in principe vorm vrij, m.a.w. je kunt het naar eigen inzicht samen opstellen.
De mogelijkheid tot een Familiegroepsplan staat in artikel 4.1.2 Jw:
Het recht op het ‘zelf regie nemen’ door middel van het Familiegroepsplan dient expliciet door de GI te worden aangeboden, tenzij samengevat: Het belang van het kind verlangt dat de GI zelf regie neemt door middel van een Plan van Aanpak. Wanneer er door de GI dus geen redenen gegeven zijn om je als ouder niet in de gelegenheid te stellen om een Familiegroepsplan te maken, kan de GI géén Plan van Aanpak initiëren voordat beide ouders te kennen hebben gegeven geen gebruik te maken van de mogelijkheid samen een Familiegroepsplan op te stellen.
Artikel 4.1.2 Jw zegt hierover het volgende:
Dat dit een positieve actieplicht van de GI is, is ook bevestigd door het College van Toezicht van het SKJ in deze uitspraak.
Let op! Omdat we ervaren dat niet iedere GI daadwerkelijk positief de ouders deze mogelijkheid biedt, hier als tip: Vraag altijd om deze mogelijkheid, neem eigenaarschap, ook omdat dit voor gezaghebbende ouders op basis van artikel 1:247 lid 2 BW je wettelijke plicht is.
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 30 januari 2025
Parallel Ouderschap als methodiek, wordt gehanteerd door hulpverlening en jeugdbescherming bij conflictueuze inter-oudersituaties na scheiding als alternatief voor Coöperatief Ouderschap.
De methodiek is in 2009 geïntroduceerd door Lieve Cottyn. We zien het begrip Parallel Ouderschap in de Nederlandse rechtspraak voor het eerst verschijnen in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch uit 2017. Hierin beschrijft het hof het onderscheid met Coöperatief Ouderschap. Volgens het hof betekent dit dat: “beide huishoudens geheel los van elkaar bestaan, met weinig communicatie of emotionele betrokkenheid tussen de ouders (bron: Kinderen op de eerste plaats, Joanne Pedro-Carrol, uitgeverij Nieuwezijds 2017)”.
Bij vechtscheidingen wordt Parallel Ouderschap door gemeentelijke hulpverlening en jeugdbescherming in veel situaties gezien als ‘het best haalbare alternatief voor Coöperatief Ouderschap’.
In tegenstelling tot wat sommigen betogen, betekent Parallel Ouderschap in de jeugdbeschermingspraktijk niet dat er ook een gelijke zorgverdeling is of tot stand zal komen. Parallel Ouderschap wordt vooral ingezet als methode om ‘rust’ te creëren tussen de ouders, in vele situaties o.i. ten onrechte. Er zijn namelijk een aantal essentiële voorwaarden voor Parallel Ouderschap. Enkele daarvan zijn verre van vanzelfsprekend in vechtscheidingssituaties.
Wat we veel zien is dat de aanwezigheid van Parallel Ouderschap wordt misbruikt als argument voor zelfbepalend gedrag, ook als dit gedrag direct doorwerkt in de thuissituatie van het kind met de andere ouder. Dit betekent dat we regelmatig zien dat één van beide ouders Parallel Ouderschap uitlegt als dat er zelfstandig gezagsbeslissingen mogen worden genomen. Dit is onjuist. Voor alle gezagsbeslissingen geldt onverminderd dat – noodtoestand uitgezonderd – ouders deze gezamenlijk moeten voorbereiden en nemen: de (vervangende) toestemming-vooraf-plicht. Ook hebben en houden ouders de plicht om ‘een normale ouderschapsrelatie te bewerkstelligen’, de plicht om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen, een informatieplicht en een consultatieplicht.
Voor een algemene (idealistische) beschrijving van Parallel Ouderschap (ook wel Parallel Solo Ouderschap genoemd) en de voorwaarden, beluister deze podcast met Vanessa Maes. Hierna enkele standpunten uit de podcast die we steunen (in eigen woorden samengevat):
- [t=16:00] In een complexe scheiding is het zaak om te kijken wat er aan de hand is.
- [t=16:40] Binnen PO besluit je als ouder niet alles zelf met betrekking tot de kinderen. Als je focussed op je kind, dan moet je er altijd rekening mee houden dat je kind opgroeit in twee gezinnnen. Als je een beslissing neemt die ook een effect heeft in het andere gezin, dan moet je daarmee rekening houden. Als je dit niet doet en je zet daardoor het kind klem of op tegen de andere ouder, dan ben je niet bezig met je kind maar gedraag je je zelfbepalend (ten koste van je kind en de andere ouder). Dat is absoluut niet wat wordt bedoeld met PO.
- [t=18:10] Het kunnen reflecteren op je eigen gedrag staat centraal. Binnen PO kan ook worden gekeken of een ouder (op onderdelen) niet in staat is tot reflectie en om te kijken of er op dit punt gedragsdeskundige ondersteuning nodig is.
- [t=19:40] Wat is PSO? Parallel; we staan als ouders naast elkaar en overleggen niet over alles; Solo; ik neem als ouder mijn eigen verantwoordelijkheid over mijn beslissingen wetende dat mijn kind in twee gezinnen opgroeit. Het Solo deel betekent dus nadrukkelijk niet dat elke ouder het op zijn eigen manier kan doen.
- [t=22:00] Het rekening houden met dat het kind ook opgroeit in de andere thuissituatie omvat alle beslissingen over het kind, zoals opvoedbeslissingen, het trekken van grenzen, de normen die je als ouder wilt meegeven, hobbies die je wilt stimuleren, verblijfsbeslissingen over het kind.
- [t=23:26] De beslissingen die je neemt, moeten voor het kind ook kunnen blijven gelden wanneer die bij de andere ouder is.
- [t=24:03] Je hebt een keuze hoe je reageert, hoe je het kind in verbinding houdt met de andere ouder. Centraal in de omgang met je kind staat het versterken van de relatie tussen het kind en de andere ouder (lees: ook over de plicht de banden tussen je kind en de andere ouder te bevorderen).
- [t=33:20] PO gaat uit van/werkt toe naar transparantie en betrouwbaarheid tussen ouders ondeling. Zeg wat je doet en doe wat je zegt.
- [t=49:15] Er wordt regelmatig een terugval in ‘oud’ gedrag gezien of conflicten laaien op omdat er een beslissing moet worden genomen.
Wij ervaren dagelijks dat het bij vechtscheidingen mis gaat op al deze punten, helaas ook nog tijdens/na afloop van PO-trajecten. Dit komt vooral doordat de methodiek uitgaat van ouders die op een gegeven moment toch inzien dat deze voorwaarden essentieel zijn voor het welbevinden en de veiligheid van het kind. Gebeurt dit niet bij één of beide ouders, dan ontstaat er geen situatie voor het kind dat PO zich tot doel stelt.
Als je reeds vermoedt of kunt aantonen dat de andere ouder dit niveau van fundamentele voorwaarden niet zal kunnen behalen of volhouden, dan is de vraag ook of je het als welwillende ouder moet doen. Lees ook: V&A: Parallel Ouderschap, zal ik dat doen?
Staat je kind onder toezicht, dan is er nog een andere vorm die kan worden toegepast; nl: De schottenaanpak. Deze kan een meer verplicht karakter hebben. Lees: V&A: Wat is de schottenaanpak (bij een OTS)?
Voor jeugdbeschermers en hulpverleners
Heb je een suggestie voor verbetering van deze pagina? Zend hem naar team@fiduon.nl. Input wordt gewaardeerd.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 6 november 2024
Inter-ouderstrijd kwalificeert als een vorm van kindermishandeling en staat haaks op het recht op veiligheid van het kind en de plichten van gezaghebbende ouders, zoals beschreven in artikel 1:247 lid 2 BW. Dit wetsartikel vormt het draaipunt voor uithuisplaatsingen. Dus ja, een vechtscheiding kan leiden tot een uithuisplaatsing.
Dat een kind uit huis wordt geplaatst betekent niet automatisch dat dat bij (professionele) pleegouders (en dus voor het kind onbekenden) is. Bij vechtscheidingen heeft de uithuisplaatsing diverse verschijningsvormen:
- Naar de andere (niet-hoofdverblijf) ouder;
- binnen het netwerk (bijvoorbeeld familie); of
- naar een neutrale omgeving (pleegouders/instelling).
Uithuisplaatsingen grijpen diep in in de rechten van zowel kinderen als ouders. Is je kind eenmaal uithuisgeplaatst, dan is een hervatting van de oorspronkelijke situatie niet vanzelfsprekend. In de gepubliceerde rechtspraak zien we regelmatig situaties waarin de uithuisplaatsing uiteindelijk leidt tot een volledige omgangsontzegging en het verlies van het ouderlijk gezag voor de ouder bij wie het kind voorheen het hoofdverblijf had.
Uithuisplaatsing kunnen bijvoorbeeld worden ingezet als één van beide ouders geen emotionele toestemming geeft voor het contact met de andere ouder, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch of deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. Ook kan ook worden ingezet om een situatie van ouderverstoting te doorbreken. Lees bijvoorbeeld deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Verder kan het disfunctioneren van de (gezamenlijke) ouderlijke verantwoordelijkheid aanleiding geven voor kind-eigen problematiek of kind-eigen problematiek versterken, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.
De weg om dit te voorkomen is om als ouders individueel en gezamenlijk onvoorwaardelijk uitvoering te geven aan de ouderlijke plichten, waaronder de ouderschapsnormen en de informatie -en consultatieplicht.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 18 februari 2025
De prestatie die een Gecertificeerde Instelling (GI) en specifiek de gezinsvoogd moet ‘leveren’ volgt enerzijds uit de OTS-beschikking van de rechter. Anderzijds wordt het beheerst door artikel 1:262 BW, en de bepalingen uit de Jeugdwet en uit diverse professionele gedragsregels.
Voldoen aan de opdracht van de rechter en aan de taakstelling die de wet aan de GI geeft
Rechterlijke OTS-beschikkingen bij vechtscheidingen zien er globaal zo uit. NB: Deze wijze van toetsing volgt rechtstreeks uit art. 1:255-1 BW.
De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen.
- Ontwikkelingsbedreiging 1: Ex-partnerstrijd (veelal ook over de as van het kind).
- Ontwikkelingsbedreiging 2: Weerstandsgedrag bij een kind naar één van beide ouders en/of kind-eigen problematiek, zoals ten aanzien van de gehechtheidsontwikkeling aan (één van) beide ouders.
- Conclusie dat het niet te verwachten is dat hulp in het vrijwillig kader de situatie (binnen afzienbare tijd) zal verbeteren (en uitleg wat er al is geprobeerd).
- Conclusie dat met hulp in het gedwongen kader ouders wel in staat zullen zijn om de ontwikkelingsbedreigingen (genoemd onder 1 en 2) binnen een – gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn – weg te nemen en daarmee opnieuw invulling te geven aan de ouderschapsnorm van art. 1:247 lid 2 BW, de zgn. ‘optimale-ontwikkel-plicht’.Artikel 1:247 lid 2 BW:
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
De hulp dient dus een positief doel bezien vanuit het kind en richt zich op depolarisatie en normalisering van de situatie. De prestatie is ook beschreven in artikel 1:262 BW.
1. De gecertificeerde instelling houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouders of ouder hulp en steun worden geboden opdat de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige, bedoeld in artikel 255, vijfde lid, binnen de duur van de ondertoezichtstelling worden weggenomen. De inspanningen van de gecertificeerde instelling zijn erop gericht de ouders of de ouder zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen te laten dragen.
2. Indien het ontwikkelingsniveau van de minderjarige en diens bekwaamheid en behoefte zelfstandig te handelen en zijn leven naar eigen inzicht in te richten daartoe aanleiding geven, zijn de inspanningen van de gecertificeerde instelling dienovereenkomstig mede gericht op het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige.
3. De gecertificeerde instelling bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige.
Er zijn samengevat een aantal kernwaarden:
- De OTS dient om ouder(s) de hulp en steun te bieden om zelf (samen) de verzorging en opvoeding vorm te geven (lees: weer te voldoen de ‘optimale-ontwikkel-plicht’).
- De OTS is gericht op het behoud van de (gezamenlijke) ouderlijke verantwoordelijkheid.
- De GI heeft de plicht om de band tussen het kind en de ouder(s) te bevorderen, aldus o.m. deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland.
- In die gevallen waarin de ontwikkeling naar zelfstandigheid van het kind (tweede lid, 1:262 BW) centraal staan, dient het (herstel van het) gezinsverband ook door de GI te worden bevorderd. Dit is slechts anders voor zover het belang van het kind daarmee wordt geschaad (lees: Wanneer ouders na hulp nog steeds niet voldoen aan 1:247 lid 2 BW. Dit zijn de situaties die uiteindelijk belanden in een uithuisplaatsing).
Voldoen aan de bepalingen in de jeugdwet en de beroepsnormen
De Jeugdwet stelt o.a. de volgende overkoepelende eis aan het handelen van de gezinsvoogd:
1.De jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling verlenen verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder.
2.De jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling organiseren zich op zodanige wijze, voorzien zich kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel en dragen zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde hulp.(...)
3.De hulpverlener neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goede hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor die hulpverlener geldende professionele standaard.
- de Beroepscode voor de Jeugd- en Gezinsprofessional; en
- de Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming en verschillende werkkaarten die richting aan het gedrag van de gezinsvoogd geven.
Voldoen aan termijnen
Tot slot heeft de gezinsvoogd de plicht om een verzoek voor verlenging van de OTS op tijd bij de rechtbank in te dienen, namelijk uiterlijk in de 8ste week voor de einddatum van de OTS. Ook de beslissing om de OTS niet te verlengen moet tijdig d.w.z. uiterlijk 2 maanden voor de einddatum worden gemeld aan de Raad voor de Kinderbescherming (artikel 1:265j lid 1 BW).
Een basis bieden voor bestendige veiligheid
Een praktijk die steeds meer tractie krijgt is dat GI’s richting het einde toewerken naar een zogenaamd borgingsplan of afsluitplan. Lees daarvoor de V&A: Wat is een borgingsplan of afsluitingsplan?
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 6 september 2024
Ouderschap in Overleg is een methodiek die de Raad voor de Kinderbescherming tijdens een aangehouden rechtszaak inzet om snel in beeld te brengen waar de belangrijkste knelpunten zitten tussen twee ouders. Wanneer het traject niet tot compromissen leidt, wordt de rechter geadviseerd hoe te beslissen.
Wat we ervan weten is dat de methodiek overeenstemt met methodieken zoals ‘Ouderschap Blijft’ of ‘Ouderschap na Scheiding’ die door (gemeentelijke) hulpverleningsinstanties wordt uitgevoerd. De Raad houdt hier echter grip op de mediation, in plaats van dit te delegeren. We vinden dit een goede zaak omdat het o.i. niet-welwillende ouders minder gelegenheid biedt om trajecten met hulpverlening te misbruiken om vooruitgang langdurig te stagneren. Uiteraard vraagt het wel adequate feitenvinding en -rapportage door de raadsmedewerkers.
In de rechtspraak wordt de methodiek in diverse zaken verschillend beschreven.
In deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam verwoordt de rechter het proces als volgt: “waarbij de raad zijn interventie begint met het spreken van de kinderen van partijen en met het inwinnen van informatie bij hun school. Op basis daarvan beoordeelt de raad hoe zij de interventie voortzet, bijvoorbeeld een tussenrapportage aan de rechtbank in de bodemprocedure, een beschermingsonderzoek of nader overleg met partijen.”
In deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam verwoordt de rechter het weer anders: “Anders dan bij een regulier raadsonderzoek gaan bij deze methode beide ouders tezamen met twee raadsmedewerkers in gesprek en is het onderzoek in beginsel van korte duur. Bekeken wordt op welke punten ouders elkaar kunnen vinden en op welke punten er geschillen blijven bestaan. De minderjarigen kunnen bij het onderzoek worden betrokken. Tijdens de gesprekken informeren de raadsmedewerkers ouders hoe zij tegen de geschillen aankijken en wat zij denken dat in het belang van de minderjarigen is. Indien de geschillen blijven bestaan, wordt het advies van de raad aan de rechtbank gericht op die geschillen.” Het is een definitie die in deze uitspraak is bevestigd.
Stand eind 2023 is dat in 12 gepubliceerde zaken Ouderschap in Overleg is toegepast. Hieruit is het volgende op te maken:
- De Raad gaat op basis van OIO niet altijd over tot een advies aan de rechter. De beslissing kan ook aan de rechter worden gelaten.
Uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant - Het is mogelijk als ouder om deelname te weigeren. Dan beslist de rechter. Opm: De vraag is echter of dat verstandig is (i.c. lijkt dit niet het geval).
Uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant - OIO kan als een laatste kans ter voorkoming van een ondertoezichtstelling worden ingezet.
Uitspraak van Rechtbank Rotterdam - De Raad kan ook beginnen met het spreken van de kinderen en met het inwinnen van informatie bij derden. Vervolgens kan op basis daarvan kan de raad vervolges bepalen hoe de interventie wordt voortgezet, zoals een tussenrapportage aan de rechtbank in de bodemprocedure, een beschermingsonderzoek of nader overleg met partijen.
Uitspraak van Gerechtshof Den Haag - OIO lijkt ook als drangmiddel door de rechtspraak te worden ingezet.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam - OIO kan ook dienen teneinde een specifiek voorliggend geschil (alsnog) onderling te regelen (zoals een vakantieregeling).
Uitspraak van Rechtbank Rotterdam - OIO kan een ‘voorwaardelijk’ worden ingezet als een ander traject i.c. mediation tot niets leidt.
Uitspraak van Rechtbank Rotterdam
Publicatie evaluatie/update door de Raad op 29 november 2023
De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 29 november 2023 een evaluatie gepubliceerd in het tijdschrift Relatierecht & Praktijk, lees publicatie op Linkedin. Het artikel geeft een verdere uitleg van de methodiek Ouderschap in Overleg. Er vallen een aantal zaken op die tot vragen leiden die o.i. nog zouden moeten worden beantwoord:
- Wat opvalt zijn de voorwaarden voor toegang tot OIO. (a) Ouders moeten bereid zijn om gezamenlijk met de Raad in gesprek te gaan. Ouders kúnnen aangeboden interventies feitelijk niet weigeren (ook al zijn daarvoor goede gronden, zoals nóg verdere vertraging) uit vrees voor de gerechtelijke gevolgen van zo een weigering. De vraag die opkomt is wat er gebeurt er als een ouder weigert. (b) Ouders moeten al meerdere interventies hebben doorlopen (OB/KudK/Omgangshuis). Dit betekent dat kinderen en welwillende ouders al maanden/jaren in een schadelijke situatie gegijzeld kunnen/moeten zijn voordat de Raad bereid is om OIO in te zetten en de vraag is…. waarom.
- De Raad benadert situaties constructief (en dat is wennen voor ouders). Dat op zich is te prijzen. Echter, wat als in aanloop naar OIO er ronduit schadelijk gedrag is geweest op ex-partnerniveau óf dat bijvoorbeeld het kind door (één van beide) ouders (opzettelijk) in een schadelijke loyaliteitsdisbalans is gebracht. De vraag die hieruit volgt: Wat zijn contra-indicaties voor OIO?
- Uit de beschrijving volgt ook niet dat er in het kader van OIO onderzoek wordt gedaan door de Raad naar de mate waarin de ouderschapsnormen door de ouders zijn nagekomen in aanloop naar OIO. Er wordt namelijk uitgegaan van wat ouders zeggen (niet wat ze doen/hebben gedaan). Ook het Expertteam Ouderverstoting vond gedegen onderzoek noodzakelijk. De vraag die hieruit volgt: Wanneer wordt wél het gedegen onderzoek gedaan, zoals ook door het Expertteam is geadviseerd?
- De vraag die vervolgens opkomt is wat waarborgt (aannemende dat dit gedegen onderzoek ook in het kader van OIO niet wordt gedaan) dat de Raad – slechts op basis van een onderzoeksmethodiek die op die van Veilig Thuis lijkt – met OIO tot een afgewogen advies komt die de grondslagen van de problemen adresseert.
- De Raad vindt Ouderschap in Overleg erg succesvol. Echter wat de lange termijn resultaten zijn en of OIO ook tot een bestendige positieve gedragsverandering leidt in ouders is nog niet bekend. De vraag die opkomt is of de Raad de effectiviteit ook van afgesloten OIO-trajecten gaat evalueren en wat er wordt gedaan als de situaties die ‘succesvol met OIO zijn afgesloten’ alsnog terugvallen.
Deze pagina zal worden bijgewerkt naarmate er meer informatie bekend wordt.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 27 oktober 2021
Coöperatief ouderschap na scheiding houdt in dat ouders actief blijven samenwerken, overleggen en ook het contact tussen het kind en de andere ouder actief blijven bevorderen.
We zien het begrip Coöperatief Ouderschap voor het eerst verschijnen in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch uit 2017, waarin het hof het onderscheid beschrijft met Parallel Ouderschap.
Bij coöpertatief ouderschap geven beide ouders op een positieve en constructieve wijze actief invulling aan hun ouderlijke plichten, de zgn. ouderschapsnormen. Het is wat welwillende-ouders in woord en daad uitvoeren of tenminste trachten uit te voeren, ook al wil de andere ouder dit niet.
Het begrip coöperatief ouderschap moet niet worden verward met het begrip co-ouderschap. Coöperatief ouderschap beschrijft vooral het gedrag op ex-partnerniveau, terwijl co-ouderschap als eerste duidelijk maakt dat er sprake is van een gelijke zorgverdeling voor de kinderen. Er kan dus ook sprake zijn van coöperatief ouderschap terwijl er een ongelijke zorgverdeling is.
Voor jeugdbeschermers en hulpverleners
Heb je een suggestie voor verbetering van deze pagina? Zend hem naar team@fiduon.nl. Input wordt gewaardeerd.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Wanneer er sprake is van problemen bij het totstandbrengen van omgang tussen een kind en een ouder, dan kan de rechter een zogenaamde omgangsondertoezichtstelling opleggen. Tijdens de ondertoezichtstelling kan er dan worden toegewerkt naar contact(herstel).
Er gelden echter strenge voorwaarden voor het opleggen van een omgangsondertoezichtstelling:
Het toepassen van de maatregel van ondertoezichtstelling betekent een inmenging in het gezinsleven van ouder(s) en kind. Deze maatregel is slechts gerechtvaardigd als zij berust op de in de wet aangegeven gronden en dient ter bescherming van het belang van het kind. De rechter die de ondertoezichtstelling uitspreekt, zal in zijn beschikking niet alleen moeten vermelden dat deze beide gronden aanwezig zijn, doch ook moeten aangeven op grond van welke gegevens hij tot zijn oordeel is gekomen dat de minderjarige zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van die bedreiging hebben gefaald of waarschijnlijk zullen falen. Aldus o.m. de Hoge Raad in deze uitspraak.
Wanneer dus vast staat dat er geen ‘ontwikkelingsbedreigingen’ zijn anders dan dat er geen contact is tussen het kind en een ouder (en het goed gaat met het kind in de situatie), dan kan dit leiden tot het afwijzen van de ondertoezichtstelling. Deze uitspraak van Hof Den Haag is daarvan een voorbeeld.
We zien het argument dat er sprake is van een omgangsondertoezichtstelling (en er dus door de rechter kritischer dient te worden getoetst) misbruikt worden in situaties waarin de omgang door concrete (in)acties van één of beide ouders niet tot stand komt, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Den Haag.
Daarin stelde een moeder samengevat dat het goed ging met het kind en bracht naar voren dat ouders zelf wel in staat zouden zijn om tot oplossingen te komen. Zij beriep zich er op dat er sprake zou zijn van een omgangsondertoezichtstelling en dat er dus kritischer getoetst moest worden.
Het hof stelde echter dat de afwezigheid van contact tussen het kind en de vader nadrukkelijk ook te wijten was aan de houding van de moeder, dat zij geen zelfinzicht toonde en bijvoorbeeld niet wilde meewerken aan mediation, geen openheid wilde geven over haar traject bij haar psycholoog en doordat zij een hulpverleningstraject heeft geblokkeerd. Ook had ze al een schriftelijke aanwijzing ontvangen. Ze hield daarmee de voor het kind bedreigende situatie in stand.
In deze uitspraak en deze uitspraak kwam Gerechtshof Den Bosch tot een vergelijkbaar oordeel; d.w.z. niet slechts een omgangsondertoezichtstelling, maar ook een ernstige ontwikkelingsbedreiging door de voortdurende ex-partnerstrijd (en de noodzaak voor het interveniëren door middel van een ondertoezichtstelling).
In deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deed de moeder ook een beroep op het verweer ‘omgangsondertoezichtstelling’. De raad benoemde in haar rapport evenwel de zorg te hebben of het kind door haar jarenlange knelpositie überhaupt nog wist wat haar eigen gevoelens en beleving waren en wat de beleving en gevoelens van een ander zijn. Het baart het hof zorgen dat de moeder deze bedreiging niet ziet, althans deze niet als ernstig beschouwt.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
De weg uit een ondertoezichtstelling gaat globaal langs drie wegen. De belangrijkste is dat je als ouder voldoet aan de ouderschapsnormen en in samenwerking met de andere ouder de ontwikkelingsbedreiging bij je kind weg haalt.
De ondertoezichtstelling kan op verzoek van de betrokken Gecertificeerde Instelling of de Raad voor de Kinderbescherming door de rechter steeds met maximaal 1 jaar worden verlengd. Dit staat in artikel 1:260 BW.
De rechter toetst in dat geval opnieuw of de situatie het zware overheidsingrijpen wat een OTS is rechtvaardigt. Dit is een subjectieve afweging van de rechter.
Het is geenszins zeker dat de rechter het verlengingsverzoek van de GI (of de Raad voor de Kinderbescherming) ook overneemt. Hierop heb je zelf invloed. Daarnaast kunnen er andere omstandigheden zijn die tegen het verlengen van de OTS spreken.
Houd er rekening mee dat bij een verweer tegen verlenging je met steekhoudende argumenten komt en niet slechts verweert omdat ‘je last hebt van de OTS’. De OTS is er voor je kind en een ‘slecht’ verweer kan er ook toe leiden dat er juist meer naar jou als ouder gaat worden gekeken in de volgende OTS-termijn.
Een weg uit de OTS gaat globaal langs 3 wegen:
- Als ouders werken jullie samen en behalen ook dusdanige resultaten dat er niet langer gesproken kan worden van een ontwikkelingsbedreiging.
- Weg 1 is aantoonbaar niet gelukt en is er geen uitzicht meer op een verbetering als de OTS wél wordt voortgezet. Dit is bijvoorbeeld het geval als er al allerlei hulp is ingezet, het kind in ‘voldoende mate’ functioneert en voor zichzelf kan opkomen.
- Het verlengingsverzoek is onvoldoende gemotiveerd.
Voorbeeld van situatie 1:
Zie deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam. De overweging van de rechter laat een heel duidelijk koers zien en een impliciete instructie aan andere ouders: “Gedurende de ondertoezichtstelling hebben de ouders positieve stappen gezet. De ouders hebben gewerkt aan hun persoonlijke problematiek en hebben opvoedondersteuning gekregen. Ook krijgt [naam kind] persoonlijke begeleiding van Eleos. Daarnaast hebben de ouders ingestemd met de schoolkeuze en zit [naam kind] inmiddels op haar plek op de nieuwe school.”
Voorbeeld van situatie 2:
Zie deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechter concludeert in deze ouderverstotingszaak dat er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging op slechts één leefgebied van de kinderen (tw. de kind-vader-band) en acht mede gezien de voorgeschiedenis en de ineffectiviteit van de ingezette hulpverlening het niet meer in het belang van de kinderen om de ondertoezichtstelling te verlengen.
Voorbeeld van situatie 3:
Zie deze uitspraak van Rechtbank Limburg. De GI wil verlengen echter uit de eigen evaluatie van de GI (die door de moeder is ingebracht) komt een ander beeld naar voren dan in het verzoekschrift van de GI. De moeder heeft wèl doelen gehaald. De GI is echter niet naar de zitting gekomen waardoor de rechter de GI op dit punt niet kan bevragen. De rechter concludeert dat onvoldoende is onderbouwd dat de noodzakelijke zorg niet of onvoldoende wordt geaccepteerd. Het gevolg is dat de rechter de verlenging van de OTS afwijst.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 25 juli 2024
Nee, de gezinsvoogd heeft geen doorslaggevende stem ten aanzien van een gezagsgeschil zoals bijvoorbeeld inschrijving op een school of vaccinatie. Anders dan omgang-gerelateerde verzoeken welke mogelijkheid rechtstreeks volgt uit artikel 1:265g lid 1 BW, zien we soms dat Gecertificeerde Instellingen (GI’s) geschillen op zitting brengen terwijl het eigenlijk een geschil tussen gezaghebbende ouders is. In lijn hiermee lijkt het dus mogelijk. Er is echter geen eenduidig beleid en ook geen uniforme omgang hiermee door de rechtspraak.
Een voorbeeld waarin de GI dit deed lees je in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De GI verzocht vervangende toestemming voor inschrijving van het kind op een onderwijsinstelling. De rechter was het echter niet eens met de juridische grondslag die de GI had gekozen en verklaarde de GI ‘niet ontvankelijk’ in haar verzoek.
Op zich is de conclusie in deze uitspraak juist, echter tegelijk opmerkelijk. In andere zaken hebben we namelijk gezien dat de rechter vervolgens overging tot een beoordeling alsof het door de ouders op basis van de geschillenregeling van artikel 1:253a BW zou zijn aangebracht. Tegelijk wekt de wijze waarop de betrokken GI (Stichting Jeugdbescherming Brabant) ook de indruk van een partijdige GI die zich schaarde achter het standpunt van de moeder. Samen met het afwijzen van een inhoudelijke behandeling van het verzoek, heeft de rechter hiermee ook daarvoor een stokje gestoken (indien dit aan de orde was).
Daar tegenover staat deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam waarin de GI de geschillenregeling van artikel 1:262b BW koos en volgens de rechter wel ontvankelijk was in het verzoek. De GI wilde een impasse doorbreken en het kind laten inschrijven op een specifieke peuterspeelzaal waar de vader tegen was. Opmerkelijk hierin is, dat ouders dit ook onderling hadden kunnen regelen via de geschillenregeling van artikel 1:253a BW.
Een ander voorbeeld van een procederende GI in een gezagskwestie is deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland. Een moeder wil haar kind laten vaccineren volgens het Rijksvaccinatieprogramma. De vader is het hiermee niet eens. Het kind staat onder toezicht. De gecertificeerde instelling is het met moeder eens en start een procedure voor het verkrijgen van vervangende toestemming op basis van artikel 1:265h BW, terwijl de moeder ook op basis van de geschillenregeling van artikel 1:253a BW naar de rechter zou kunnen. De rechter concludeert dat er niet is voldaan aan de ‘medische noodzaak’ die nodig is voor 1:265h BW, echter verleent toch vervangende toestemming omdat de moeder aangeeft dat ze enerzijds geen geld heeft voor een advocaat en anderzijds dat het starten van de procedure de verhoudingen met de vader waarschijnlijk zou verslechteren.
Op zich zou het goed zijn dat GI’s hierin meer vooruit stappen, termeer als je bedenkt dat de gezinsvoogd in beginsel acteert op hetzelfde niveau als een ouder met het gezag (zei het met restricties). Stagneert besluitvorming tussen ouders ten aanzien van een gezagsbeslissing terwijl er een ondertoezichstelling is, dan zou de GI hierin o.i. standaard vooruit moeten stappen. De rechtspraak zou deze zaken dan natuurlijk ook standaard inhoudelijk moeten beoordelen, waarbij wel moet worden gewaakt voor misbruik door GI’s van deze route.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 29 maart 2025
Een verzoek van een ouder om de gecertificeerde instelling te laten vervangen wordt zelden toegewezen, althans voorzover dit in de gepubliceerde rechtspraak valt vast te stellen. Er worden echter wel degelijk vervangingsverzoeken toegewezen.
Is het vertrouwen in de betrokken gecertificeerde instelling onherstelbaar beschadigd, dan is het in principe mogelijk om de rechter te verzoeken om de GI te vervangen.
De kinderrechter kan de gecertificeerde instelling die het toezicht heeft, vervangen door een andere gecertificeerde instelling, op verzoek van de gecertificeerde instelling die het toezicht heeft, de raad voor de kinderbescherming, een met het gezag belaste ouder of de minderjarige van twaalf jaar of ouder.
Samengevat maken de volgende situaties een verzoek tot vervanging van de gecertificeerde instelling kansrijker:
- De GI voert een rechterlijke opdracht niet uit; zoals niet-toewerken naar omgang tussen het kind en een ouder of doet helemaal niets.
- De GI overschrijdt haar bevoegdheid om zonder rechterlijke interventie, wanneer die verplicht is, toch iets te bewerkstelligen. Denk bijvoorbeeld aan wijziging hoofdverblijf/uithuisplaatsing van het kind.
- De GI handelt niet overeenkomstig hetgeen van de GI mag worden verwacht; zoals handelen op basis van informatie die juist en up to date is.
- De hoofdverblijfplaats van het kind wordt verplaatst naar buiten het werkgebied van de betrokken GI en naar het werkgebied van een andere GI.
- De GI beschikt niet over mensen die met een zeer specifieke problematiek kunnen omgaan. In dit soort gevallen zien we ook wel ‘bereidverklaringen’.
Rechtspraak
Vervangingsverzoek toegewezen
Ook voor de ouder zonder gezag
In principe biedt de wet slechts aan een gezaghebbende ouder de mogelijkheid om een verzoek tot vervanging van de GI in te dienen. In deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland echter wordt ook de vader zonder gezag met een beroep op 8 EVRM ontvankelijk geacht in zijn verzoek.
In principe slechts één instantie
Houd er rekening mee dat hoger beroep tegen een afwijzende beslissing door de rechtbank in beginsel niet mogelijk is, tenzij er sprake is van zogenaamde ‘doorbrekingsgrond’. Dit ‘wettelijk appelverbod’ kan slechts worden doorbroken als de rechter buiten het toepassingsgebied van de desbetreffende regeling is getreden, deze ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten, dan wel bij de behandeling van de zaak een zodanig fundamenteel rechtsbeginsel heeft veronachtzaamd dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet kan worden gesproken. Alleen ‘cassatie in het belang der wet’ is mogelijk.
Lees deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een voorbeeld waarin succesvol (door de GI) een beroep werd gedaan op een doorbrekingsgrond. In de meeste gevallen echter leidt een hoger beroep tot een niet-ontvankelijkheid, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam en is verspilde moeite.
Overdenk je beslissing goed
Het is belangrijk om een eventuele beslissing om een vervangingsverzoek bij de rechter in te dienen goed te overdenken. Wordt het verzoek afgewezen dan moet je verder met de betreffende gecertificeerde instelling en waarschijnlijk ook met de gezinsvoogd die je al had. Een verzoek bevat inhoudelijk veelal een opsomming van wat er mis is met de GI en/of de gezinsvoogd en kán dus als strijdgedrag worden opgevat. Vervanging van de GI verzoeken is slechts één van de wegen die je hebt om het gedrag van de GI en/of de gezinsvoogd bij te sturen. Lees de andere opties op de V&A-pagina: De gezinsvoogd doet zijn werkt niet, wat nu?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Lees ook dit
- V&A: Wat mag ik van de gezinsvoogd verwachten?
- V&A: Kan de gezinsvoogd een gezagsgeschil oplossen?
- V&A: Is de gezinsvoogd verplicht tot waarheidsvinding?
- V&A: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
De Geschillenregeling OTS heeft als doel om een goede samenwerkings- of vertrouwensrelatie tussen de betrokkenen te bevorderen. Verder is in het wetgevingsproces komen vast te staan dat het verwacht wordt dat ouders dit o.m. gaan inzetten bij een meningsverschil over (bijgestelde) doelen waaraan in het kader van de ondertoezichtstelling moet worden voldaan (wat in de praktijk veel voorkomt) en de wet niet in een specifieke andere procedure voorziet.
Is de koers die de gecertificeerde instelling vaart naar jouw inzicht onjuist en wil je dat de GI iets anders doet of niet doet, dan is het in beginsel mogelijk om een verzoek bij de rechter in te dienen op basis van artikel 1:262b BW.
Geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen, die omtrent gedragingen als bedoeld in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet, uitgezonderd, kunnen aan de kinderrechter worden voorgelegd. De kinderrechter neemt op verzoek van een met het gezag belaste ouder, de minderjarige van twaalf jaar of ouder, de gecertificeerde instelling, degene die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, of de zorgaanbieder of de aanbieder van de jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, waar de minderjarige is geplaatst, een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. Hij beproeft alvorens te beslissen een vergelijk tussen de betrokkenen.
Wat ook wel gebeurt is dat de GI zelf de geschillenregeling kiest als uitweg uit een gezagsgeschil waartoe ook de route via de reguliere geschillenregeling van artikel 1:253a BW openstaat (bijvoorbeeld schoolkeuze, vaccinatie etc). Speelt zoiets bij de OTS van je kind, vraag het de GI om het langs deze weg op te pakken.
Een zorgvuldige voorbereiding is noodzakelijk
Het is van belang om het verzoek zorgvuldig voor te bereiden. Niet alleen mag het niet gaan over een aspect waarvoor een klachtprocedure een oplossing biedt, ook raden wij aan om het verzoek zo in te steken zodat naar voren komt dat het is ingediend om ‘een goede samenwerkings- of vertrouwensrelatie tussen de betrokkenen te bevorderen’. Dit betekent dus, (in lijn met onze filosofie) zoveel mogelijk depolariserend en niet-verwijtend naar de andere betrokkenen.
Eerst zelf proberen om tot een oplossing te komen met de GI
Alvorens een geschil aan de kinderrechter voor te leggen, moet je een redelijke inspanning leveren om dat geschil onderling op te lossen, aldus Rechtbank Rotterdam. Anders wordt het verzoek afgewezen. Als je hierbij hulp wilt, zoek contact.
Niet bedoeld om de GI te dwingen een rechtsmiddel in te zetten
Volgens Rechtbank Noord-Nederland in deze uitspraak kan de geschillenregeling niet worden ingezet om een (passieve) GI te dwingen om een rechtsmiddel zoals een schriftelijke aanwijzing of een artikel 1:265g BW-verzoek in te dienen voor aanpassing van de omgang.
Relatief weinig zaken waarin een beroep wordt gedaan op de geschillenregeling
Het aantal procedures dat aanhangig wordt gemaakt in situaties waarin er sprake is van een vechtscheiding is beperkt. De meeste zaken spelen in situaties van uithuisplaatsingen (perspectiefbesluiten). Eigenlijk is dit slechts te verklaren doordat – in tegenstelling tot het verzoek de GI te vervangen – advocaatbijstand verplicht is (zie artikel 1:265k lid 1 BW). Mogelijk vormt dit voor veel ouders een onoverkomelijke belemmering vanwege de kosten. Er is een voorstel om dit te veranderen (zie pag. 73 van Rapport ‘Kinderen en ouders met recht goed beschermd’).
Gezien het beperkt aantal toewijzende beslissingen is het vooralsnog lastig om een concrete lijn te ontdekken wat een beroep op de Geschillenregeling OTS succesvol maakt. Hetgeen wordt voorgelegd aan de rechter is ter vrije beoordeling aan de rechter. Houd er rekening mee dat niet alle uitspraken worden gepubliceerd. Dit kan ertoe leiden dat er zaken buiten ons gezichtsveld blijven die wel tot een meer eenduidig beeld zouden kunnen leiden.
Rechtspraak
Verzoek toegewezen
Verzoek afgewezen
In principe slechts één instantie
Houd er rekening mee dat hoger beroep tegen een afwijzende beslissing door de rechtbank in beginsel niet mogelijk is, tenzij er sprake is van zogenaamde ‘doorbrekingsgrond’. Dit ‘wettelijk appelverbod’ kan slechts worden doorbroken als de rechter buiten het toepassingsgebied van de desbetreffende regeling is getreden, deze ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten, dan wel bij de behandeling van de zaak een zodanig fundamenteel rechtsbeginsel heeft veronachtzaamd dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet kan worden gesproken. Alleen ‘cassatie in het belang der wet’ is mogelijk.
Overdenk je beslissing goed
Het is belangrijk om een eventuele beslissing om een beroep op de geschillenregeling bij de rechter in te dienen goed te overdenken. Wordt het verzoek afgewezen dan vormt dit in veel gevallen tegelijk ook een bevestiging van de koers die de GI heeft gevaren en vaart. Dit kan ertoe leiden dat je (verder) op achterstand raakt. Een verzoek bevat bovendien inhoudelijk veelal een opsomming van wat er mis is met wat de GI en/of de gezinsvoogd doet en kán dus als strijdgedrag worden opgevat. De geschillenregeling OTS is slechts één van de wegen die je hebt om het gedrag van de GI en/of de gezinsvoogd bij te sturen. Lees de andere 6 opties op de V&A-pagina: De gezinsvoogd doet zijn werkt niet, wat nu?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Lees ook dit
- V&A: Wat mag ik van de gezinsvoogd verwachten?
- V&A: Kan de gezinsvoogd een gezagsgeschil oplossen?
- V&A: Is de gezinsvoogd verplicht tot waarheidsvinding?
- V&A: De gezinsvoogd doet zijn werk niet, wat nu?
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Het advies van de Raad voor de Kinderbescherming in zaken over erkenning, omgang en ouderlijk gezag wordt in de regel overgenomen, echter zeker niet altijd. Bovendien kunnen adviezen ook gedeeltelijk worden overgenomen.
Er is geen consistente lijn te ontdekken in de rechtspraak wanneer een advies of standpunt van de Raad voor de Kinderbescherming wel of niet wordt overgenomen. Dit is ook het gevolg van het geringe aantal uitspraken dat wordt gepubliceerd. In de afgelopen jaren zijn er echter diverse situaties hier in de praktijk aan bod geweest, die ons in staat stellen om er wel iets over te zeggen.
Enkele beïnvloedende factoren
Hierna enkele aspecten die van invloed kunnen zijn of dan wel in hoeverre de rechter een advies of standpunt van de raad overneemt of niet.
- In hoeverre het advies het resultaat is van een onderzoek (in opdracht van de rechter) of een min of meer onvoorbereid standpunt van een zittingsvertegenwoordiger van de raad.
- De rechter wil sneller of langzamer dan de raad, bijvoorbeeld op basis van feiten die niet door de raad naar voren zijn gebracht, maar wel door een andere partij. Voorbeelden: De raad wil een onderzoek en de rechter niet, de raad wil langzamer uitbreiden de rechter sneller, de raad wil de zaak aanhouden de rechter niet.
- Het advies van de raad is niet eenduidig en/of de raad vindt zelf onvoldoende inzicht te hebben in de situatie voor een advies en/of de raad komt niet naar de zitting.
- De rechter interpreteert de feiten anders dan de raad.
- De rechter laat actuele ontwikkelingen (positief/negatief) meewegen in de beslissing. Het gebeurt niet zo vaak dat zittingsvertegenwoordigers op basis van actualiteiten afwijken van een eerder gedaan advies na een onderzoek. De rechter kan tijdens het kindgesprek bijvoorbeeld iets hebben gehoord dat een ander beeld geeft, dan zoals door de raad naar voren gebracht.
- Er zijn juridische argumenten om het advies niet te volgen.
Voorbeelden van uitspraken waarin het advies van de Raad voor de Kinderbescherming niet is gevolgd
Voor enkele voorbeelden waarin de rechter het met de raad eens was, zie deze rechtspraakoverzichten van uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Hoewel het recht op informatie van gezinsvoogden die een ondertoezichtstelling van een kind uitvoeren niet absoluut is, gaat het wel heel ver en omvat het alle bij een professional in bezit zijnde informatie die noodzakelijk kan worden geacht voor een adequate uitvoering van de ondertoezichtstelling.
Het recht op informatie van de gezinsvoogd is geregeld in artikel 7.3.11 lid 4 Jw en stelt:
Derden die beroepshalve beschikken over inlichtingen inzake feiten en omstandigheden die de persoon van een onder toezicht gestelde minderjarige, diens verzorging en opvoeding of de persoon van een ouder of voogd betreffen, welke inlichtingen noodzakelijk kunnen worden geacht voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling, verstrekken de gecertificeerde instelling die de ondertoezichtstelling uitvoert, deze inlichtingen desgevraagd of kunnen deze inlichtingen uit eigen beweging aan de gecertificeerde instelling verstrekken, zonder toestemming van de betrokkenen en indien nodig met doorbreking van de plicht tot geheimhouding op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van hun ambt of beroep.
Uit de letterlijke tekst van de wet volgt rechtstreeks, dat het recht op informatie niet absoluut is. Het recht wordt begrenst door de volgende open normen:
- Het betreft informatie die in bezit is van iemand die daarover beroepshalve beschikt.
- Het moet gaan over informatie over het kind, diens verzorging en opvoering of de persoon van een ouder of voogd. (i) Onder informatie inzake feiten en omstandigheden die de verzorging en opvoeding betreffen, valt ook informatie over andere gezinsleden, zoals broers en zussen. (ii) Bij inlichtingen die de persoon van een ouder of voogd betreffen kan gedacht worden aan de psychische gesteldheid van een ouder of een criminele achtergrond. Een beroep op privacy slaagt niet, omdat het belang van het kind prevaleert.
- De inlichtingen moeten noodzakelijk kunnen worden geacht voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling. (i) Het gaat hierbij om informatie ‘die niet mag worden gemist’ met het oog op de te bereiken doelen met de ondertoezichtstelling. (ii) De professional mag zelf de afweging maken of bepaalde informatie ‘noodzakelijk kan worden geacht om’. Indien deze beoordelingsruimte er niet zou zijn, dan zou de inbreuk op het zogenaamde verschoningsrecht absoluut zijn en dat heeft de wetgever niet beoogt.
De inlichtingen moeten op verzoek worden verstrekt of kunnen uit eigen beweging worden verstrekt door de professional, ook al heeft deze op grond van de wet een plicht tot geheimhouding (bijv. medisch beroepsgeheim).
Weerstand tegen informatieverstrekking is meestal zinloos
In de rechtspraak is het recht op informatie van de gezinsvoogd diverse malen aan de orde geweest. Hieruit kan worden geconcludeerd dat weerstand tegen een beroep op het informatierecht voor de ouder(s) een hachelijke onderneming en daarnaast zo goed als altijd kansloos is.
Indien het idee ontstaat dat getracht wordt van belang zijnde informatie verborgen te houden voor de gezinsvoogd en de rechter, dan kan de rechter hieruit op basis van de verplichting van artikel 21 Rv om feiten volledig en naar waarheid aan te voeren ‘de gevolgtrekking doen die hij geraden acht’. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de ondertoezichtstelling langer duurt of dat een bepaalde beslissing waar de betrokken ouder op hoopt wordt uitgesteld. Doe je als ouder een beroep op geheimhouding, dan wordt dit veelal gepasseerd, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland waarin een moeder probeerde dat het eindverslag van SAVE niet zou worden meegenomen in de beoordeling.
Professionals die (op verzoek van een betrokken ouder) inzage blokkeren op basis van een (wettelijke) verplichting tot geheimhouding worden meestal gemaand om alsnog mee te werken, zoals in deze uitspraak en deze uitspraak van Rechtbank Gelderland. Ook kunnen hulpverleners worden opgeroepen om ter zitting te verschijnen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. In deze zaak die diende bij Rechtbank Den Haag heeft de rechter daadwerkelijk ‘bevolen’ dat de betreffende instantie de informatie alsnog binnen 8 dagen zou overdragen. Rechters hebben de mogelijkheid om beslissingen kracht bij te zetten met dwangmiddelen, zoals dwangsommen. We hebben echter geen uitspraak aangetroffen waarin dit daadwerkelijk is gebeurd.
De KNMG heeft voor (huis)artsen een afwegingskader gemaakt. Deze is hier te raadplegen.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Ouders met het ouderlijk gezag hebben een wettelijke actieve inspanningsplicht om elkaar te informeren, te consulteren en te overleggen over zaken die voor het kind belangrijk zijn. Hiertoe behoort ook overleg om tot een neutrale ouderschapsrelatie te komen. Soms kan het nodig zijn om tijdelijk de communicatie tussen de ouders te beperken. Dit kan echter alleen als beide ouders hiermee instemmen, of als een rechter toestemming geeft aan een gecertificeerde instelling om dit te regelen.
Het (tijdelijk) stoppen van communicatie in de praktijk
In de praktijk gebeurt het soms dat gezinsvoogden alle rechtstreekse communicatie tussen twee ouders stoppen óf één van de ouders toestemming geven om daarmee te stoppen. Dit kan soms worden gedaan als onderdeel van een traject naar ‘parallel ouderschap‘. Hoewel dit vanuit het perspectief van de gecertificeerde instelling een zinvolle interventie kan zijn om bijvoorbeeld ‘rust’ te bewerkstelligen of één van beide ouders (tijdelijk) uit de wind te houden (bijvoorbeeld zodat deze met hulp van de gecertificeerde instelling aan eigen problematieken kan werken), is dit een ingreep in de ouderlijk gezag waarvoor o.i. geen wettelijke basis bestaat.
Onderlinge ouderlijke plichten tot de rechter iets anders beslist
Ouders hebben volgens de wet een informatieplicht en consultatieplicht. Dit zijn plichten die gelden ‘van de ene naar de andere ouder‘ en dus niet van de ene ouder naar een derde en dan van die derde naar de andere ouder. Deze plichten kunnen slechts worden begrensd door de rechter, en ook slechts als dit nodig is voor het welzijn van het kind, aldus artikel 1:377b BW. Tot de rechter anders beslist, moeten ouders elkaar blijven informeren en raadplegen. Als een gecertificeerde instelling vindt dat er een beperking nodig is, moet zij dit via de rechter regelen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de geschillenregeling OTS.
In het zuiden van Nederland wordt sinds een aantal jaren de Schottenaanpak gehanteerd om dit te omzeilen. Lees hiervoor: V&A: Wat is de schottenaanpak (bij een OTS)? Deze aanpak is in andere delen van Nederland echter (nog) niet beschikbaar.
Voorbeeld uit de rechtspraak
In deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch vroeg een moeder, terwijl de kinderen onder toezicht stonden, om van haar informatieplicht te worden vrijgesteld. Het hof oordeelde echter dat zij deze verplichting moest blijven vervullen, ook al kon de vader via de gezinsvoogd informatie verkrijgen.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Heb je een vraag waarop het antwoord ook voor anderen relevant kan zijn en mis je hem in dit overzicht?
Mail hem als suggestie naar team@fiduon.nl.
Lees nog veel meer over deze onderwerpen in onze thema’s en specials. Die vind je via het kennisbank-hoofdmenu of op deze overzichtspagina.