Vraag en antwoord · Ouderlijk gezag CAT-V&A
Antwoorden uit de familierechtpraktijk over ouderlijk gezag bij vechtscheidingen.
Bijgewerkt: 13 maart 2025
Een vereiste voor gezamenlijk gezag is dat ouders in staat zijn om beslissingen in gezamenlijk overleg te nemen. Het gaat hierbij om beslissingen van ‘enig belang’ voor het kind. Wanneer de gezamenlijkheid niet functioneert en (opvoedkundige) beslissingen niet of te traag worden genomen, dan kan dit ertoe leiden dat het kind ‘klem of verloren’ raakt tussen de ouders. Dit kan ertoe leiden dat eenhoofdig gezag meer in het belang van het kind is dan gezamenlijk gezag.
Het klemcriterium is een centraal begrip in het familierecht bij de rechterlijke beoordeling in hoeverre gezamenlijk gezag (handhaven) in het belang van het kind is. Het is opgenomen in art. 1:251a BW. Ook wordt er naar verwezen in artikel 1:253n BW.
De rechter kan na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed op verzoek van de ouders of van één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
- Belangrijke (opvoedkundige) beslissingen die niet kunnen worden genomen of beslissingen stagneren doordat:
- de ouders in een ernstige strijd verwikkeld zijn; en/of
- één van beide ouders geen medewerking verleent/weigert te overleggen/onbereikbaar is; en/of
- van een ouder (meestal de hoofdverzorgende ouder) redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat deze met de andere gezaghebbende ouder (nog) in overleg treedt (bijvoorbeeld bij ernstig huiselijk geweld).
- Aantoonbare door derden vastgestelde ernstige gedragsproblemen/kindsignalen bij het kind.
Het is belangrijk om hieraan toe te voegen dat het kind dus niet al ‘klem of verloren’ hoeft te zijn. Een onaanvaardbaar risico dat klem of verloren gaat ontstaan bij handhaving/toekenning van het gezamenlijk gezag is in principe voldoende.
Daarnaast moet vast staan dat niet binnen afzienbare tijd verbetering kan komen in de situatie, en dat het ‘klem of verloren’-niveau tot acceptabele proporties kan worden teruggebracht/beperkt. Hiervan is globaal sprake als alle hulpverlening al is geprobeerd en redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat vrijwillige of gedwongen hulpverlening (binnen afzienbare tijd) voldoende resultaat zal kunnen bereiken of een ouder hulpverlening weigert.
Wat we geregeld teruglezen in de rechtspraak is dat ouders bijvoorbeeld niet-leerbaar zijn en dus eigenlijk niet kunnen veranderen door inzet van hulpverlening. Ook kunnen veelvuldige procedures voor ‘vervangende toestemming’ tussen de ouders ertoe leiden dat ‘klem of verloren’ eerder wordt aangenomen.
Als welwillende ouder wil je natuurlijk voorkomen dat je kind klem of verloren raakt. Echter, in situaties dat de andere ouder steeds opnieuw de strijd blijft aangaan, is een mate van ‘klem’ nooit te voorkomen. Als een kind klem zit wordt dit in zekere mate ook geaccepteerd door rechtspraak en hulpverlening, de vraag is natuurlijk in welke gradatie en hoe zich dit in het kind vertaalt.
Belangrijk: Een situatie van klem of verloren kan ertoe leiden dat één van beide ouders het gezag wordt ontnomen. Het is geen automatisme, aldus de Hoge Raad. Artikel 1:253n BW geeft de rechter de ruimte om, ook als is voldaan aan het klemcriterium, het gezamenlijk gezag in stand te laten als dat het belang van het kind vermoedelijk het minst zal schaden. Zo oordeelde bijvoorbeeld Gerechtshof Den Bosch in deze uitspraak dat ondanks de dreiging dat het kind bij toekenning van het gezamenlijk gezag ‘klem of verloren’ zou raken, de rechter toch de vrijheid moet hebben/heeft om gezamenlijk gezag toe te kennen om familieleven tussen het kind die ouder te verwezenlijken. We zien dit met name in situaties dat de hoofdverzorgende ouder de omgang tussen het kind en de andere ouder blokkeert en die ouder zich dus niet houdt aan de band-bevorder-plicht.
Als een ouder het ouderlijk gezag verliest, dan kan dit ook effect hebben op de hoofdverblijfplaats van het kind en daarmee de omgang. Zijn er zeer ernstige contra-indicaties bij beide ouders, dan is dit een opmaat voor een uithuisplaatsing.
Gezagsontneming is een zeer zware maatregel. Globaal geldt; dat als je als welwillende ouder aantoonbaar eigenaarschap blijft nemen om je kind uit deze situatie te houden, deze zware maatregel je niet snel zal toevallen.
Overigens zien we in de rechtspraak ook regelmatig dat niet-welwillende ouders ‘klem of verloren’ trachten te kapen, om van het ‘lastige’ gezamenlijke gezag af te komen (of om gezamenlijk gezag te voorkomen). Daarom zijn we pleitbezorger voor niet alleen onderzoek naar de gedragingen van de ouder wiens ouderlijk gezag ter discussie wordt gesteld, maar dat nadrukkelijk ook wordt gekeken naar het gedrag van de ouder die zich beroept op ‘klem of verloren’ in aanloop naar/tijdens de juridische procedure.
Kan die ouder niet aantonen zich wel gehouden aan de ouderlijke plichten w.o. de ‘optimale-ontwikkel-plicht‘, de ‘band-bevorder-plicht‘, de informatieplicht, consultatieplicht en bij gezamenlijk gezag de ‘(vervangende) toestemming-vooraf- plicht‘, dan zou zo een klem of verloren-standpunt als een ernstige contra-indicatie moeten gelden voor deze ouder. O.i. zou in zo’n situatie gezamenlijk gezag juist moeten worden toegewezen of zelfs eenhoofdig gezag moeten worden toegekend aan de welwillende ouder.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 25 juli 2024
Of eenhoofdig gezag moet worden toegekend, is uiteindelijk aan een rechter. Er zijn een aantal situaties waarin een verzoek tot eenhoofdig ouderlijk gezag meer kans maakt om te worden toegewezen.
Bij de beoordeling hanteert de rechter in principe het zogenaamde ‘klemcriterium‘. De rechter heeft veel vrijheid om een belangenafweging te maken.
Tot deze maatregel wordt in beginsels slechts overgegaan bij voor het kind zeer schadelijke situaties óf wanneer een ouder zijn/haar ouderlijke verantwoordelijkheden niet meer of niet naar behoren invult. Hierbij kan je denken aan één of meer van de volgende gedragingen:
- Schadelijk/strafbaar gedrag naar of in het bijzijn van het kind.
- Schadelijk/strafbaar gedrag op ex-partnerniveau. Gedrag dat ervoor zorgt dat redelijkerwijs van de andere gezaghebbende ouder niet (meer) kan worden verwacht dat deze nog in overleg treedt met de schadelijke ouder.
- Het vertragen of (ongemotiveerd) blokkeren van voor het kind belangrijke beslissingen. Het onbereikbaar zijn voor overleg of ‘onvindbaar’ zijn. Het zich terugtrekken uit het leven van het kind en ook geen interesse meer tonen in het kind.
- Gedrag dat het kind in een loyaliteitsconflict dringt.
- Weigeren van hulpverlening in de inter-oudersituatie en/of voor het kind.
- Lees nog meer voorbeelden van schadelijk gedrag.
De aanwezigheid van (vormen van) dit gedrag leidt niet automatisch tot eenhoofdig gezag. Er kunnen omstandigheden zijn/naar voren worden gebracht die het perspectief van de rechter kunnen laten kantelen naar afwijzing van het verzoek.
Houdt de andere ouder zich (net als jij) aan de ouderschapsnormen en is deze tot overleg bereid en beschikbaar, dan is een verzoek tot eenhoofdig gezag weinig kansrijk. Is er daarentegen een aantoonbaar pad van – door de andere ouder veroorzaakte – schadelijke gebeurtenissen waaruit blijkt dat de gezamenlijke ouderlijke verantwoordelijkheid niet functioneert, dan is zo een verzoek een stuk kansrijker.
Wil je een gezagswijziging, dan is het belangrijk hoe je deze procedure inleidt. De rechter zal ook kijken naar jouw inbreng in de situatie en welke acties je zelf hebt ondernomen om de gezamenlijke ouderlijke verantwoordelijkheid normaal te laten functioneren om het mogelijk ‘klem of verloren‘ raken van je kind te voorkomen.
Het is gebruikelijk dat de rechter de Raad voor de Kinderbescherming verzoekt om advies uit te brengen. Dit betekent onderzoek, vertraging en nog een onzekere factor in het proces.
In de rechtspraak is er een trend dat ouders minder snel het ouderlijk gezag wordt ontnomen of ontzegd. Slechte communicatie tussen de ouders – zoals gebruikelijk in vechtscheidingen – lijkt niet langer doorslaggevend. We zien ook steeds vaker dat zelfs wanneer er geen contact meer is tussen het kind en de andere ouder, de rechter toch het ouderlijk gezag in stand laat; om deze ‘laatste binding’ niet door te snijden.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Uitgekleed gezag is een vorm van gezamenlijk gezag. In de beschikking zijn door de rechter aan de ouders extra spelregels gegeven hoe de besluitvorming dient plaats te vinden, ook als de ouders niet op 1 lijn zitten. De standaard uitgekleed gezag clausule zet het overleg tussen de ouders centraal.
Uitgekleed gezag vormt potentieel een (klachtwaardige) valkuil voor professionals. Als een ouder zich erop beroept dat deze feitelijk eenzijdig mag beslissen, dan is het als professional onmogelijk om een juiste beoordeling te maken van de validiteit van die claim. Er is namelijk geen formele inperking van het ouderlijk gezag. Ook is het onmogelijk om in te schatten in hoeverre de ouder zich aan de overleg-bepaling heeft gehouden. Bloed-spoed-situaties uitgezonderd, is het daarom verstandig om altijd twee handtekeningen te verlangen.
Lees veel meer over uitgekleed gezag in onze Special.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 4 januari 2025
Een loyaliteitsconflict is nooit helemaal te voorkomen als er slechte afstemming is tussen de ouders. Het kan zich namelijk ook bij kleine opvoedzaken openbaren. Het kind voelt bijvoorbeeld dat een ouder informatie mist en dit bevestigt dat er geen soepel overleg is op ouderniveau. Hoe belangrijker deze informatie vanuit het kind bezien is, hoe meer het bijdraagt aan het conflict in het kind.
Dit soort zaken hoeven echter niet schadelijk te zijn voor het kind op de lange termijn. Van belang is hoe je hier zelf mee omgaat. Ben je bijvoorbeeld niet negatief en zelfs positief over de andere ouder naar je kind, dan verklein je de kans op schade.
Wees empathisch naar je kind. School jezelf in hoe om te gaan met conflicten die in je kind ontstaan of die door de andere ouder wellicht opzettelijk worden aangewakkerd. Hiervoor zijn specialisten.
Houd in gedachten dat je kind niet (ernstig) klem zal komen, als jouw gedrag en houding empathisch en ontvankelijk is, en als je daarnaast wel blijft communiceren met de andere ouder, ofschoon het wellicht aan dovemansoren gericht is. Lees ook meer over onze aanpak.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 november 2024
Van geen ouderlijk gezag naar gezamenlijk gezag is op zich haalbaar, zelfs als de andere ouder dit niet wil. Het trachten de rechter de andere ouder het ouderlijk gezag te laten ontnemen is een stuk lastiger.
Deze onzekerheid wordt vooral veroorzaakt door de onzekere standpunten van gebruikelijke actoren in het proces tw. de Raad voor de Kinderbescherming, een bijzondere curator en de rechter zelf. De rechter maakt een eigen belangenafweging. Hierbij is het belang van het kind een ‘overweging van eerste orde’. De rechter heeft zeer veel vrijheid. Wordt een verzoek in eerste instantie toegewezen, dan is het heel gebruikelijk dat je nog naar het gerechtshof zult moeten om definitief uitsluitsel te krijgen.
Je kunt de slagingskans van zo een traject wel vergroten, namelijk door zelf consistent welwillend gedrag te (gaan) vertonen en dit ook bij instanties en de rechter over het voetlicht te brengen. Ben je in het verleden wellicht niet-welwillend geweest dan is het van belang om inzicht te tonen en ook een bestendige aantoonbare gedragsverandering te gaan doormaken.
Houd er rekening mee dat de gezagswijziging mogelijk alleen tot stand komt als de Raad voor de Kinderbescherming, een bijzondere curator en/of een Gecertificeerde Instelling (tijdens een ondertoezichtstelling) dit de rechter adviseert.
Er zijn natuurlijk ook uitzonderingen. Zoals in deze uitspraak waarin een vader met onbekende bestemming is vertrokken.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 9 februari 2023
Rechterlijke beslissingen waarin één ouder het eenhoofdig ouderlijk gezag heeft gekregen kunnen in een nieuwe procedure door de rechter worden herzien.
De wet geeft hiertoe in art. 1:253o BW twee voorwaarden:
- Wijziging van omstandigheden. (Voorbeeld: Stel een ouder verblijft in het buitenland en is slecht bereikbaar. Deze ouder is het ouderlijk gezag ontnomen. Echter, de ouder verhuist terug naar Nederland. Dan kan deze ouder een verzoek aan de rechter voorleggen op basis van gewijzigde omstandigheden) OF
- Bij het nemen van de beslissing is de rechter van onjuiste of onvolledige gegevens uitgegaan. Lees in dit kader ook onze Special: De waarheid centraal.
Het is uiteraard aan de verzoekende ouder om aannemelijk te maken dat aan één van deze twee voorwaarden wordt voldaan.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Heb je van de rechter eenhoofdig gezag gekregen, dan betekent dit dat de rechter de andere ouder het gezag heeft ontnomen. Dit gebeurt niet zonder reden.
Eenhoofdig gezag stelt je op zich in staat om alleen te beslissen voor je kind. Het betekent echter niet dat de andere ouder daartegen niets kan inbrengen. Dit is vooral aan de orde als jouw beslissingen een directe impact hebben op de band die je kind met de andere ouder opbouwt/onderhoudt. Het gegeven dat de andere ouder geen gezag meer heeft ontslaat je ook niet van de wettelijke verplichting om het contact tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.
Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.
Daarom is het altijd beter om toch een redelijke vorm van overleg op gang te houden en de andere ouder waar mogelijk te betrekken bij plannen of beslissingen.
Enkele voorbeelden
- Overweeg je om ver weg te verhuizen? Handel dan zoveel mogelijk alsof er nog wel gezamenlijk gezag was. Er zijn voorbeelden van zaken waarin een (voorgenomen) verhuizing door een ouder met eenhoofdig gezag alsnog werd verboden door de rechter op basis van artikel 1:247 lid 3 BW.
- Overweeg je om je kind een school te laten kiezen die ver(der) weg is van de andere ouder? Ook dan is het goed om je bewust te zijn van de impact op de band die je kind met de andere ouder onderhoudt.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
In de rechtspraak zien we af en toe dat vaders eenhoofdig gezag krijgen (en tevens hoofdverblijfplaats). Dit is echter meestal het gevolg van zeer ernstig onvermogen of onmacht bij de moeder wat tevens tot schade leidt bij het kind.
In principe moeten er dus duidelijke kindsignalen zijn voordat een rechter hiertoe overgaat. Zijn deze kindsignalen er niet, dan is het waarschijnlijk nog te vroeg voor een succesvol verzoek.
Overigens is de kans van slagen aanzienlijk groter als er een positief advies daartoe ligt van de Raad voor de Kinderbescherming. En de vraag is natuurlijk hoe aannemelijk het is, dat de raad in jouw specifieke situatie eenhoofdig gezag zal adviseren.
Houd er rekening mee dat bij zo een onderzoek niet alleen naar het gedrag van de moeder gekeken zal gaan worden. Ook jouw gedrag als verzoeker zal tegen het licht gehouden worden. Wees je dus ook bewust van je eigen gedrag en houding in de situatie.
Dat moeder het ouderlijk gezag verliest wil overigens niet zeggen dat er geen recht op omgang meer is. In hoeverre de onderliggende situatie ook tot inperking van het contact leidt is aan de rechter, meestal na advies van de Raad voor de Kinderbescherming.
Heb je zo een situatie aan de hand dan is welwillendheid en begrip voor de onmacht of het onvermogen van de moeder essentieel.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 13 september 2024
Soms wordt er door een rechter een zogenaamde maatwerkbeslissing genomen rondom ouderlijk gezag. Hiermee worden ouders tot overleg gedwongen. Waarna dit overleg faalt, kan één van de ouders de doorslag geven.
De ene ouder heeft zogezegd ‘aangekleed ouderlijk gezag’ terwijl de andere ouder ‘uitgekleed ouderlijk gezag’ heeft. Juridisch is er overigens gewoon sprake van ‘gezamenlijk ouderlijk gezag’ en dit is vooral voor professionals belangrijk.
In de standaard maatwerkbeslissing staat meestal dat de ouder bij wie het kind op dat moment is zelfstandig beslissingen kan nemen. Dit laat dus uitdrukkelijk zien dat een ouder met ‘uitgekleed gezag’ op geen enkele wijze minder capabel is of moet worden geacht als gevolg van het bestaan van een maatwerkbeslissing.
Verder is het onmogelijk om van buitenaf vast te stellen hoe de maatwerkbeslissing tot stand is gekomen. Was dit een eigen inbreng van de rechter of op advies van jeugdbescherming? Of was dit wellicht op verzoek van de ouder die uitgekleed gezag heeft? Het gebeurt namelijk nog al eens dat ‘uitgekleed gezag’ als zogenaamd 2e (subsidiair) verzoek wordt ingebracht door een ouder die gezamenlijk gezag wenst. Dit gebeurt vooral in situaties van ernstig conflict tussen de ouders en is een strategische ‘achtervang’ om de rechter nog een optie te bieden.
Kortom, nee uitgekleed ouderlijk gezag zegt niets over hoe capabel een ouder met het uitgekleed gezag in staat is om gezagsbeslissingen te nemen, net zoals het niets zegt hoe capabel de ‘aangekleed gezag’-ouder is.
Bent u professional en wordt u geconfronteerd met zo een situatie? Handel dan altijd alsof er gewoon gezamenlijk gezag is. Dit niet doen is in veel gevallen klachtwaardig.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 oktober 2021
Is er in een gezagsprocedure een zogenaamde maatwerkbeslissing afgegeven, waarbij één ouder het beslissingsrecht is toegekend, dan betekent dit niet dat het gezag van de andere ouder daarmee verminderd is. Er is gewoon sprake van gezamenlijk ouderlijk gezag. Gerechtshof Den Haag oordeelde op 25-3-2020 namelijk dat er geen wettelijke basis voor aanwezig is.
Andere rechters hebben dit standpunt inmiddels overgenomen. Daardoor is met de beslissing van Gerechtshof Den Haag een 10 jaar durend experiment van de rechtspraak afgesloten.
Bent u een (medisch) professional?
Beroept een ouder zich erop dat de andere ouder “uitgekleed ouderlijk gezag” heeft? Het is mogelijk om een uittreksel uit het gezagsregister op te vragen bij de rechtbank. Hierin staat wat de gezagssituatie over het minderjarige kind feitelijk is, indien hierin wijzigingen zijn geweest. Wat u waarschijnlijk aantreft, is dat beide ouders gewoon gezamenlijk gezag hebben. U dient daar vervolgens ook naar te handelen.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
De rechter kan in het kader van een familierechtelijk procedure, uitgezonderd kinderalimentatiezaken, de Raad voor de Kinderbescherming op basis van artikel 810 Rv opdracht geven om onderzoek uit te voeren en advies uit te brengen.
De reden is dan veelal dat de rechter vindt dat deze nog over onvoldoende informatie beschikt om een beslissing te kunnen nemen die in het belang van het kind is.
De onderzoeksopdracht voor de raad is afhankelijk van het thema dat voor een beslissing bij de rechter voorligt. De rechter heeft complete vrijheid om deze vragen zelf vorm te geven. Er is echter wel een min of meer vast stramien. Overigens zou o.i. aan deze vraag standaard de vraag moeten worden toegevoegd in hoeverre (gezaghebbende) ouders (naar elkaar en naar het kind) eigenaarschap hebben genomen voor de ouderschapsnormen, alsmede voor de informatieplicht en de consultatieplicht. Dit zou bijv. een analyse omvatten van de inter-ouder gedragsdynamiek en -communicatie.
Voorbeeldvragen t.b.v. raadsonderzoek rondom een omgang tussen kind en ouder
- Welke mogelijkheden en belemmeringen ziet de raad voor een (on)begeleide omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige]? Wat acht de raad nodig om eventuele belemmeringen weg te nemen? -> ‘Mogelijkheden’ duidt ook op een advies over de frequentie en duur van de omgang.
- In hoeverre dient een professional de regie in het gezin te hebben om te waken voor de belangen van [minderjarige] op belastende momenten, zoals bij overdrachten? -> Duidt op de eventuele noodzaak van een ondertoezichtstelling en de betrokkenheid van een gezinsmanager of gezinsvoogd.
- Hebben de ouders professionele ondersteuning nodig, en zo ja in welke vorm, om in het belang van [minderjarige] hun onderlinge communicatie te verbeteren? -> Duidt op het inzichtelijk krijgen van persoonlijke problematiek van de ouders en eventueel tussen de ex-partners aanwezige problematiek. Ook wil de rechter een voorstel van de raad voor een hulpaanbod, denk aan Kinderen uit de Knel, Ouderschap Blijft etc.
- Komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet in het antwoord op de voornoemde onderzoeksvragen zijn vermeld, maar wel van belang zijn met betrekking tot de omgangsregeling, en zo deze bevindingen naar voren zijn gekomen, welke zijn dit? -> Geeft de raad veel vrijheid om het onderzoek naar eigen inzicht uit te breiden.
Voorbeeldvragen t.b.v. raadsonderzoek rondom (gezamenlijk/eenhoofdig) gezag over het kind
- In hoeverre komt een wijziging in het gezag tegemoet aan de belangen van het kind?
Informatie vertrouwelijk houden lastig/onmogelijk
Binnen de doelstelling van het onderzoek heeft de Raad voor de Kinderbescherming de vrijheid om naar eigen inzicht onderzoek te doen. Dit betekent dat er soms partijen/informanten worden geraadpleegd die wellicht incomplete informatie hebben, of informatie die verkeerd geïnterpreteerd zou kunnen worden. Hiertegen is feitelijk niets/weinig te doen omdat de raad hier een discretionaire bevoegdheid heeft. Dit is bevestigd in deze uitspraak van Rechtbank Gelderland. In contacten met de raad dienen behandelaars bijvoorbeeld zelf een afweging te maken welke informatie ze wel en niet verstrekken.
Heb je te maken met een raadsonderzoek dan is het cruciaal dat je aantoonbaar eigenaarschap toont (en hebt getoond) voor het verbeteren van de situatie voor je kind.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 18 november 2024
Of een ouder met een psychische stoornis het ouderlijk gezag moet worden ontnomen bepaalt uiteindelijk de rechter na een belangenafweging, in veel gevallen na advies van de Raad voor de Kinderbescherming.
Cruciaal is dat niet de aanwezigheid van een psychische stoornis op zich bepalend is, doch hoe deze stoornis zich in de praktijk vertaalt in relatie tot de gezagsuitoefening. Het gezamenlijk ouderlijke gezag kan op zich voldoende functioneren, ondanks de aanwezigheid van de psychische stoornis.
Anders wordt het als de psychische stoornis zich vertaalt in gedrag dat:
- Schadelijk is voor de totstandkoming van de besluitvorming waardoor het kind klem of verloren dreigt te geraken; en/of
- rechtstreeks de verhoudingen met de andere (gezaghebbende) ouder schaadt.
Rechtbank Den Haag overwoog in deze uitspraak het volgende:
Anders gezegd: het (red: het vader ontnemen van het ouderlijk gezag) is niet het middel dat de wonden kan helen en het kan helaas ook geen toekomstig soortgelijk verdriet voorkomen, mocht de vader onverhoopt toch terugvallen. Het is evenmin een strafmaatregel. Het is een juridisch instrument dat in uitzonderlijke situaties ten behoeve van het kind wordt toegepast, bijvoorbeeld wanneer gezamenlijke gezagsbeslissingen niet kunnen worden genomen, doordat de ene ouder dat belet.
Een ontneming van het ouderlijk gezag is een zeer zware maatregel en meestal definitief. Een succesvol verzoek voor gezagsbeëindiging zal tenminste duidelijk moeten maken dat:
- De gedragingen evident schadelijk zijn, en dat ook niet kan worden verwacht dat de ouder met de psychische stoornis dit binnen afzienbare tijd zal kunnen verbeteren; en
- dat door de andere ouder aantoonbaar inspanningen zijn verricht om de besluitvorming desondanks op gang te houden, en dat redelijkerwijs niet kan worden verwacht van deze ouder hiermee doorgaat.
Verder kan een grond zijn dat deze ouder het gezag heeft misbruikt. Hiervan is echter niet snel sprake. Zie voor een voorbeeld deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
We zien gezagsbeëindigingen vaker in verband met uithuisplaatsingen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam. Daarin was een moeder met psychoses niet in staat om een voldoende pedagogisch klimaat voor haar twee kinderen te creëren. De kinderen woonden al een paar jaar bij oma (m.z.) en oom (m.z.) en gedijden daar goed.
Lees voor meer wettelijke uitleg onze V&A: Kan ik mijn ex het ouderlijk gezag ontnemen?
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 24 maart 2025
Of je psychische stoornis tot een gezagsontneming gaat leiden hangt geheel af van je eigen gedragingen en of dit de andere ouder of een instantie triggert om te juridiseren.
Ouderlijk gezag is een zeer sterk recht. Dit betekent dat min of meer vast moet staan dat de situatie direct ten koste gaat van een soepele gezagsuitoefening. Stagneert besluitvorming herhaaldelijk en heeft dit gevolgen voor het kind, dan kan een situatie ontstaan dat je kind ‘klem of verloren‘ dreigt te raken tussen de andere ouder en jou. Dit is één van de voornaamste gronden voor gezagsontneming. Een rechter heeft veel vrijheid om een belangenafweging te maken. Een voorbeeld lees je bijvoorbeeld in deze uitspraak van Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch en deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Globaal is te stellen dat een kind niet ‘klem of verloren’ kan raken als tenminste één van beide ouders eigenaarschap neemt om dit te voorkomen. Als de andere ouder niet-welwillend is, dan ligt de bal dus bij jou. Dat de andere ouder geen verantwoordelijkheid neemt is geen verontschuldiging om dit zelf niet te nemen. Je psychische stoornis is ook geen excuus, omdat de rechten van je kind en jouw wettelijke plichten op basis van o.m. art. 1:247 lid 2 BW centraal staan.
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
Enkele tips:
- Blijf beschikbaar en bereikbaar voor overleg, neem eigenaarschap. Ben je tijdelijk onmachtig, schakel je nummer bijvoorbeeld door naar een vertrouweling die weet hoe het er voor staat. Zorg ervoor dat eventuele besluitvorming niet stagneert.
- Ben je tijdelijk onmachtig om goede inhoudelijk afwegingen te maken, laat dit dan aan een vertrouweling die je adviseert en die beslissingen voor je voorbereid.
- Choose your battles: Op een plotselinge verhuizing van je kind met de andere ouder reageer je anders dan op een vakantie naar het buitenland van je kind met de andere ouder. In principe geldt meewerken, tenzij.
- Zet eventueel samen op schrift waarover de andere ouder in principe eenzijdig mag beslissen. Zorg dat deze bevoegdheidsoverdracht een afgebakende duur heeft (bijvoorbeeld vernieuwing om de 6 maanden). Ook is het verstandig om de scope te beperken. Dit aanbieden is een teken van je welwillendheid.
- Raken instanties betrokken bij je kind, werk mee… Je kunt een vertrouwenspersoon meenemen. Het is echter van belang om vooral zelf goed je ouderschap te blijven invullen en eigenaarschap te blijven nemen voor eventuele problemen die je kind ervaart (als gevolg van jouw belemmeringen).
Houd je je zoveel mogelijk aan normale normen voor overleg, dan is er een goede kans dat het ouderlijk gezag je niet wordt ontnomen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Limburg. Lees voor meer informatie en voorbeelden van rechterlijke uitspraken het Thema: Van gezamenlijk naar eenhoofdig gezag.
Lees meer over het wettelijke kader van gezagsbeëindigingen: Kan ik mijn ex het ouderlijk gezag ontnemen?
Tot slot; doet de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot gezagsbeëindiging dan kan je mogelijk in aanmerking komen voor een toegevoegde advocaat. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant en deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.
Lees ook dit
- Thema: Van gezamenlijk naar eenhoofdig gezag
- V&A: Betekent mijn psychische stoornis einde omgang?
- V&A: Psychische stoornis genoeg voor gezagsprocedure? (bekijk het van de andere kant)
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 november 2024
Ja, je kunt de vader van je kind het ouderlijk gezag weigeren, tenzij jullie kind uit een wettelijke verbintenis wordt geboren. Dan heeft de vader automatisch ook gezag.
Bij kinderen uit zgn ‘affectieve relaties’ was er apart toestemming van de moeder nodig voordat gezamenlijk gezag tot stand kon komen. Met ingang van 1 januari 2023 is dit verandert en krijgt de vader bij erkenning ook automatisch mede het ouderlijk gezag. Wil je niet dat de vader ook het gezag krijgt dan zul je dit dus al voor de erkenning duidelijk moeten maken.
De vraag is echter of je je toestemming moet onthouden. Globaal geldt dat het niet-instemmen tot slechte verhoudingen kan leiden met de vader. Daarnaast is het een recht van het kind dat wel beide ouders gezag over hem/haar uitoefenen.
Overweeg je om deze stap te zetten omdat je je over specifieke gedragingen van de vader zorgen maakt, maak dit dan bespreekbaar bij de vader. Zijn jullie al uit elkaar, doe het dan schriftelijk en tracht zo tot concrete afspraken te komen.
Mochten jullie er niet uitkomen, houd er dan rekening mee dat dit tot een belastende (en kostbare) rechtszaak kan leiden. Dit zal ook in de nieuwe situatie niet wijzigen. Bij dit soort trajecten wordt door de rechter meestal aan de Raad voor de Kinderbescherming om advies gevraagd. Als ze situatie zeer gepolariseerd is, dan kan dit ook tot een ondertoezichtstelling leiden.
Lees ook dit (en bekijk het van de andere kant)
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 februari 2025
Een juridisch vader of meemoeder zonder ouderlijk gezag heeft ook rechten en plichten. Deze volgen direct of indirect uit de wet en internationale verdragen.
Rechten van de juridisch vader/meemoeder zonder ouderlijk gezag
- Recht op omgang (lees ook: een band) met het kind (artikel 1:377a lid 1 BW, artikel 8 EVRM en artikel 9 lid 1 IVRK).
- Recht om een verzoek tot omgang bij de rechter in te dienen (artikel 1:377a lid 2 BW).
- Recht dat de gezaghebbende ouder de band tussen het kind en de ouder zonder gezag bevordert (artikel 1:247 lid 3 BW). Lees: De kind-ouder band bevorderen. Wat is dat?
- Recht om een eerder vastgesteld omgang te laten wijzigen (artikel 1:377e BW). Lees: Thema · Omgangsregeling wijzigen
- Recht op informatie over belangrijke zaken met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind (artikel 1:377b lid 1 BW). Lees: Hoeveel informatie over mijn kind mag ik verwachten?
- Recht om geraadpleegd te worden over belangrijke beslissingen met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind (artikel 1:377b lid 1 BW). Lees: Moet mijn ex mij raadplegen?
- Recht om informatie te krijgen van over het kind van professionals, tenzij er een hoger belang hier tegen is (artikel 1:377c lid 1 BW).
- Recht om het verstrekken van informatie door professionals aan de rechter voor te leggen (artikel 1:377c lid 2 BW).
- Recht om vervanging van de gecertificeerde instelling te verzoeken wanneer het kind onder toezicht staat (artikel 1:259 BW). Lees ook: V&A: Wanneer wordt een verzoek vervanging GI toegewezen?
Plichten van de juridisch vader/meemoeder zonder ouderlijk gezag
- Plicht tot omgang met het kind (artikel 1:377a lid 1 BW).
- Plicht om het recht op familieleven van het kind te respecteren (artikel 8 EVRM).
- Plicht tot betalen van kinderalimentatie, naar draagkracht (artikel 1:392 lid 1 BW).
- Plicht tot waarborgen vrijheid en veiligheid van het kind (artikel 5 lid 1 EVRM en artikel 9 lid 1 EVRM).
- Plicht tot waarborgen vrijheid van meningsuiting van het kind (artikel 10 EVRM en artikel 13 IVRK).
- Plicht tot het verzorgen van het kind (artikel 7 lid 1 IVRK).
Let op! Dit is een globaal overzicht van de belangrijkste rechten en plichten die relevant zijn voor onze praktijk. Er zijn nog meer rechten die direct en indirect voortvloeien uit wet en verdragen. Daarnaast zijn er nog rechten en plichten die indirect voortvloeien uit gerechtelijke interpretaties van de bepalingen.
Waar het in het kort op neerkomt is dat het zijn van juridisch ouder al veel betekent. De rechtspraktijk toont zich echter weinig doortastend in het handhaven van deze rechten en plichten, alimentatie uitgezonderd. Informeert en consulteert een ouder met eenhoofdig gezag de ouder zonder gezag bijvoorbeeld niet, dan blijft dit meestal zonder consequenties. Dit vinden we onbegrijpelijk. De wetgever heeft een juridisch ouder tenstotte niet voor niets rechten en plichten gegeven.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 november 2024
Of een ontvoeringsdreiging voldoende grond is voor het succesvol beëindigen van het ouderlijk gezag van een ouder, hang geheel af van de omstandigheden.
Als hoofdregel geldt dat voor iedere overbrenging van een minderjarige naar het buitenland – die (eveneens) onder ouderlijk gezag staat van een niet-meereizende ouder – toestemming nodig is van deze niet-meereizende ouder.
Echter, wat we (helaas) zien is dat desondanks mensen toch ‘succesvol’ kinderen enige tijd meenemen / ontvoeren naar het buitenland. Dit gebeurt dan doordat ze het kind eerst naar een ander land overbrengen en ze van daaruit verder reizen naar de eindbestemming. Ook kunnen vervoersmethoden worden gekozen die minder strenge grenscontroles hebben.
Zie in dit kader ook het rechtspraakoverzicht bij onze Special: Aangifte bij niet-nakoming. Dit betreft daar uiteraard slechts voorbeelden van gevallen van mensen die uiteindelijk strafrechtelijk zijn veroordeeld.
Is een anti-kinderontvoeringsmaatregel mogelijk?
Heb je een serieuze verdenking, dan lijkt het logisch om van te voren al maatregelen te treffen om de kans op ontvoering te verkleinen of geheel weg te nemen. Echter, de kans op een succesvolle juridische actie is klein als er niet hard bewijs is van het voornemen, bijvoorbeeld in de vorm van aantoonbare voorbereidingshandelingen.
Een dergelijke zaak was bijvoorbeeld aan de orde in deze uitspraak van Gerechtshof Den Haag. Een vader trachtte de moeder het ouderlijk gezag te ontnemen omdat er een voornemen zou zijn dat de kinderen met de moeder, zonder toestemming van de vader, zouden emigreren naar het buitenland. De vader slaagde er echter niet in om het voornemen van moeder voldoende concreet te maken. Ook gaf de moeder er blijk van bekend te zijn met de regels die er zijn voor reizen naar het buitenland met een minderjarige.
Verder vond het gerechtshof nog van belang dat het land waar moeder ‘vermeend de kinderen naartoe zou kunnen ontvoeren’ was aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Dit verdrag regelt in dit soort situaties dat het kind en de achtergebleven ouder in principe z.s.m. worden herenigd. Zowel de rechtbank als Gerechtshof Den Haag wees het verzoek van vader om moeder het ouderlijk gezag te ontnemen uiteindelijk af.
De kinderen mogelijk naar een niet-HCCH-land?
Uit de hiervoor genoemde uitspraak van Gerechtshof Den Haag zou je indirect de conclusie kunnen trekken dat als het ontvoeringsvoornemen naar een land is dat niet is aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag de kans op een ‘anti-kinderontvoeringsmaatregel’ groter is.
Dat gezegd; waar het praktisch gezien uiteindelijk om draait is hoe effectief de grenscontroles en hoe afschrikwekkend eventuele strafrechtelijke sancties zijn voor de ouder met dit eventuele voornemen.
Welke landen wel en niet zijn aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag vind je op de website van het HCCH (de landen met een ‘A’, hebben het aanvaard, met een ‘R’ hebben het geratificeerd als ‘wet’).
Het valselijk melden van allerlei vermeende strafbare feiten (of vermeende voorbereidingen daartoe) is helaas een aspect dat veel voorkomt rondom (vecht)scheidingen. Dit betekent, dat als je een juridische actie overweegt, je dit zeer zorgvuldig moet inleiden om niet de schijn tegen je te krijgen. Jou kan worden verweten dat je dit slechts doet om de andere ouder bij de instanties in een kwaad daglicht te stellen. Dit kan uiteindelijk weer tegen je gaan werken.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 november 2024
De rechter kan het ouderlijk gezag van een ouder of van ouders tijdelijk schorsen. Echter slechts op verzoek van o.a. de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie en niet op verzoek van een ouder, die verzoekt het gezag van de andere ouder te schorsen/tijdelijk te beëindigen.
Dit is de uitkomst van dit arrest van de Hoge Raad en deze conclusie (zie 2.12-2.14) waarin dit expliciet is gewogen. Hiermee komt (vooralsnog) een eind aan experimenten van rechtbanken/gerechtshoven die dit wel deden w.o. de volgende uitspraak:
- Rechtbank Midden-Nederland. Die in deze uitspraak overwoog dat artikel 1:253n jo. artikel 251a BW (lees: het klem-verloren-criterium) een grondslag biedt om het gezamenlijk gezag van ouders te beëindigen en één van de ouders met het eenhoofdig gezag te belasten. Dit biedt ook ruimte om het gezamenlijk gezag te schorsen en tijdelijk één van de ouders met het eenhoofdig gezag te belasten. Waar het meerdere geldt, kan ook het mindere worden toegewezen.
Het tijdelijk schorsen van het gezag wordt af en toe toegepast. Zie hierna een beknopt overzicht van zaken:
- In deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam wordt de schorsing van het gezag van de moeder door het hof bekrachtigd.
- In deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland ontneemt de rechter de vader aan wie een contactverbod met de moeder is opgelegd vanwege stalking, ook het gezag voor de duur van 1 jaar.
- In deze uitspraak van Rechtbank Gelderland, wordt het gezag van vader geschorst omdat het kind klem dreigt te raken.
- In deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam, worden het gezag van beide ouders over een kind dat onder toezicht staat tijdelijk geschorst.
- In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van Rechtbank Amsterdam oordeelt dat een vordering tot schorsing van het gezag van de andere ouder alleen kan wanneer er een ernstig vermoeden is dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd. Bovendien moet de maatregel noodzakelijk zijn om een acute en ernstige bedreiging voor de kinderen weg te nemen.
- In deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant wordt nadat de vader ook ouderlijk gezag heeft gekregen het gezag van beide ouders geschorst en tijdelijk toegewezen aan de GI als voogd, primair teneinde de vader in een betere positie te brengen.
Overigens kan de omgang ook tijdelijk worden geschorst. Bijvoorbeeld in afwachting van de uitkomst van een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Een Parallel Ouderschap kan duurzaam goed functioneren als beide ouders zich onvoorwaardelijk toewijden aan de onderstaande punten, en dit ook blijven doen.
Wanneer is een Parallel Ouderschap succesvol?
O.i. is een Parallel Ouderschap succesvol wanneer er bezien vanuit het kind een ‘nieuw normaal’ ontstaat waarin beide ouders zich ondanks kaders op inter-ouderniveau onverminderd onvoorwaardelijk toewijden aan de ouderschapsnormen en zich bijvoorbeeld mede verantwoordelijk voelen voor een fijne thuissituatie voor het kind bij de andere ouder. Dit betekent bijvoorbeeld dat ondanks dat er niet over elk detail hoeft te worden overlegd, er wél vooraf wordt geïnformeerd en geconsulteerd als een eigen beslissing mogelijk een negatieve impact heeft in de thuissituatie van de andere ouder en/of dat de afstand tussen de eilanden, waarop de ouders zich spreekwoordelijk met het kind terugtrekken, voor het kin onoverbrugbaar wordt.
8 tips
- Bepaal gezamenlijk aan welk ‘resultaat’ bezien vanuit jullie kind jullie je onvoorwaardelijk toewijden.
- Erken de andere ouder in diens ouderschap. Dit omvat in principe alle dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen, zoals sociaal gedrag binnen het gezin bij die ouder en naar derden, maar ook zaken zoals kleding, eten, vriendjes, slaaptijden, persoonlijke hygiëne, sport etc.
- Wees transparant over de zaken genoemd onder 2. en zorg er actief voor dat deze zaken bezien vanuit het kind niet uit balans raken, althans niet op een wijze die tot loyaliteitsbeïnvloeding leidt.
- Bepaal gezamenlijk vooraf welke beslissingen méér zijn dan dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen doch nog geen gezagsbeslissingen. Het is een voorwaarde van Parallel Ouderschap dat ouders daarover vooraf in overleg gaan en afstemmen.
- Identificeer en erken gezamenlijk vooraf welke beslissingen door jullie als gezagsbeslissingen worden gezien.
- Bepaal in welke vorm, welke toon en welke frequentie er wordt overlegd over alles dat meer is dan dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen. Leg daarbij ook vast hoe om te gaan met conflicten tussen het kind en de andere ouder over dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen. Denk er over na hoe jullie samen zorgdragen voor coherentie tussen jullie als ouders bezien vanuit het kind.
- Leg vast wie wordt betrokken als jullie niet tot een eensluidende beslissingen komen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om iemand te mandateren om knopen door te hakken. Dit kan bijvoorbeeld een gezamenlijke vertrouweling of professional zijn. Het kan ook een ‘netwerkberaad’ zijn dat bestaat uit meer personen.
- Leg ook vast hoe jullie je opstellen bij onenigheid over ‘méér dan dagelijkse zorg-/opvoedbeslissingen’ of gezagsbeslissingen. Wel of niet procederen en in welke ’toon’?
Wat je onderling ook overeenkomt en eventueel schriftelijk vastlegt, realiseer je dat geen enkele overeenkomst 100% sluitend gemaakt kan worden en een rechter in het belang van het kind er altijd van kan afwijken. De kans is bovendien groot dat ‘het normale leven’ allerlei onverwachte situaties opwerpt die tot discussie kunnen leiden. Het is dan ook van belang om als ouder altijd voor ogen te houden dat de grootste bedreiging voor het kind feitelijk is gelegen in twee ouders die zich niet onvoorwaardelijk toewijden aan hun ouderlijke verplichtingen (naar elkaar).
Tot slot, voor alle tips geldt; geen woorden maar daden.
Voor jeugdbeschermers en hulpverleners
Heb je een suggestie voor verbetering van deze pagina? Zend hem naar team@fiduon.nl. Input wordt gewaardeerd.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 november 2024
Als de moeder van je kind jou als vader (of meemoeder) het gezamenlijk ouderlijk gezag weigert, dan sta je voor een heldere keuze; er wel of geen ‘punt’ van maken.
Zijn jullie (nog) wel in een relatie, dan is een dergelijke weigering mogelijk een symptoom van een eigen problematiek van de moeder of een onderliggende vertrouwensbreuk. Als de onderliggende vertrouwensbreuk niet is op te lossen, dan is het einde van de relatie mogelijk snel aanstaande. Is jullie relatie al wel beëindigd, dan is het ook verstandig om hierover het gesprek te initiëren. De wijze waarop je dit doet kan het verschil maken.
Niet ieder argument dat een moeder aanvoert tegen gezamenlijk ouderlijk gezag is onzin overigens. Er zijn in de praktijk zijn wel degelijk situaties waarin gezamenlijk gezag niet wordt toegekend. Lees hiervoor de rechtspraak in ons thema over dit onderwerp.
Wil de moeder echt niet, dan ontkom je uiteindelijk niet aan een rechtszaak als de moeder zich ook niet door een mediator of een 4-gesprek met advocaten laat bewegen. Hoe je je naar de moeder en/of je kind hebt gedragen kan dan bepalend worden. Het is hoe dan ook in het belang van je kind (en je positie bij de rechter) om je te gedragen conform de ouderschapsnormen, ook al zijn die volgens de letter van de wet nog niet op jou van toepassing.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 21 mei 2022
Hoewel het ‘opgeven van het ouderlijk gezag’ om uit de strijd te komen in sommige situaties wellicht een goede oplossing lijkt, ligt het in de praktijk niet zo eenvoudig.
Het beëindigen van het gezamenlijk gezag staat niet ter vrije beoordeling van de ouders. Dit blijkt onder meer uit deze uitspraak van
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. En dit is ook logisch, omdat het ouderlijk gezag betekent dat een ouder naast rechten ook plichten heeft naar het kind èn de andere ouder (lees over de ouderschapsnormen).
Er zal dus een verzoekschriftprocedure moeten worden gestart. Hierin beoordeelt de rechter of een beëindiging van het ouderlijk gezag van een ouder in het belang van het kind is. Hierbij wordt het ‘normale gerechtelijke wegingskader’ gehanteerd van artikel 1:251a lid 1 BW.
De rechter kan na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed op verzoek van de ouders of van één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
Lees ook dit
- V&A: Wat wordt verstaan onder klem of verloren?
- V&A: Wat zijn ouderschapsnormen?
- Thema: Van eenhoofdig naar gezamenlijk gezag
- Thema: Van gezamenlijk naar eenhoofdig gezag
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 10 november 2022
In de praktijk is standaard dat na scheiding het gezamenlijk gezag gewoon wordt voortgezet. Een verslechtering van verhoudingen na de scheidingsmelding wordt als ‘normaal’ gezien. Dit als zodanig vormt onvoldoende grond voor eenhoofdig gezag.
In 1999 overweegt de Hoge Raad in deze uitspraak hierover het volgende: “Het middel betoogt terecht dat het ontbreken van een goede communicatie tussen de ouders, in het bijzonder in de periode waarin de echtscheiding en de daarmee verband houdende kwesties nog niet zijn afgewikkeld, niet zonder meer meebrengt dat in het belang van het kind het ouderlijk gezag aan een van de ouders moet worden toegekend.”
Wat van belang is of de situatie en bijvoorbeeld het gebrek aan communicatie leidt tot een situatie waarin het kind klem of verloren is of dreigt te raken. De rechter zal in dat geval ook daaraan toetsen. Let wel, ook als er wèl wordt geconcludeerd dat aan het klemcriterium is voldaan betekent dit nog niet automatisch dat er eenhoofdig gezag zal worden toegekend.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 25 juli 2024
Het blokkeren van je ex-partner op bijvoorbeeld WhatsApp, e-mail of telefoon omdat je ex je met zijn/haar communicatie overvraagt is iets dat we sterk ontraden. Open communicatielijnen is niet alleen in het belang van je kind, het kan ook een bepalende factor zijn in een rechtszaak over ouderlijk gezag.
Om te voorkomen dat een kind klem raakt tussen beide ouders, is er een vorm van overleg nodig. Dit kan gaan over kleine dagelijkse zaken die samenhangen met zorg en welzijn van het kind. Ook kan het nodig zijn om (met spoed) gezamenlijk een gezagsbeslissing te nemen. Zelf gekozen onbereikbaarheid (al is deze tijdelijk) schaadt dan het kind en is volgens vaste rechtspraak een belangrijke factor om een ouder (uiteindelijk) het ouderlijk gezag te ontnemen.
In deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch bijvoorbeeld had de vader de moeder geblokkeerd op zijn telefoon. Dit in combinatie met dat de vader ook zelf geen initiatief nam om informatie te vergaren over de kinderen bij school, leidde voor het hof tot de conclusie dat samengevat: gezamenlijk gezag niet meer in het belang van de kinderen was omdat het gezamenlijk overleg onmogelijk maakte.
In deze uitspraak van Gerechtshof-Leeuwarden dwarsboomde de vader het normaal functioneren van het ouderlijk gezag, o.m. door regelmatig onbereikbaar te zijn en ook zijn nieuwe telefoonnummer niet aan de moeder en de betrokken Gecertificeerde Instelling kenbaar te maken.
Ondanks wat de bovenstaande rechtspraak suggereert zien we communicatieblokkades in de praktijk meer toegepast worden door niet-welwillende hoofdverblijfouders, bijvoorbeeld om zo richting derden te kunnen veinzen dat er een noodzaak zou zijn voor zo een blokkade. De blokkades kunnen bepaalde middelen/media treffen, maar ook bijvoorbeeld praktisch worden geeffectueerd door niet vlot te reageren of bijvoorbeeld telefoons tijdelijk uit te zetten.
Critici van het blijven inzetten op open communicatielijnen stellen dat een communicatieblokkade kan bijdragen aan rust. Hierop is ook de zogenaamde schottenaanpak gebaseerd. Daarmee wordt echter één belangrijk aspect miskend. Wanneer er wél rechtstreekse communicatie tussen de ouders is, al is deze grensoverschrijdend, dan biedt dit bij uitstek een kans om (negatieve) interactiepatronen inzichtelijk te krijgen en maken. Dít is een andere de reden waarom niet-welwillende ouders kiezen voor een communicatieblokkade. Zo denken ze te voorkomen dat er negatief eigen gedrag bewijsbaar wordt. We zien dit veelal in combinatie met het naar voren schuiven van het kind als degene met wie de andere ouder in overleg moet (zgn. onder het mom van ‘het erkennen van de toenemende mondigheid van het kind naarmate deze ouder wordt’). Het is één van de vele vormen van actief en passief strijdgedrag in vechtscheidingen dat dit soort ouders inzetten.
De aanwezigheid van een WhatsApp/telefoon/email-blokkade leidt bovendien af van waar beide ouders zicht voor behoren in te zetten, namelijk:
Gezaghebbende ouders dienen onvoorwaardelijk elkaars ouderschap te ondersteunen, zich te houden aan de afspraken die er zijn met betrekking tot omgang en belangrijke (gezags)beslissingen over het kind, en alles in het werk te stellen zodat de relatie op ouderniveau bezien vanuit het kind tot rust komt en blijft, aldus o.m. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in deze uitspraak. Daarnaast hebben gezaghebbende ouders de plicht om een goede ouderschapsrelatie te bewerkstelligen, aldus Rechtbank Den Haag in deze uitspraak. Het behoort bovendien tot de ouderlijke verantwoordelijkheid te blijven zoeken naar mogelijkheden om de invulling van de gezamenlijke ouderlijke taken te optimaliseren, aldus Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in deze uitspraak.”
Er zijn natuurlijk wel uitzonderingen, bijvoorbeeld als een rechter heeft bepaald dat er sprake is van stalking (artikel 285b Sr). We zien dan bijvoorbeeld tijdelijke contactverboden opgelegd worden.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 13 september 2024
Verschillen van inzicht tussen ouders kunnen zich op allerlei vlakken manifesteren, zoals bedtijden, snoep, vriendjes of bijvoorbeeld hoe en in welke mate huiswerkbegeleiding wordt gegeven. Het lijkt dan logisch om daarover een rechterlijke uitspraak te proberen te krijgen. Dit blijkt in de praktijk (momenteel) echter onmogelijk.
De reden hiervoor is dat dit soort kleine dagelijkse zorgvragen niet als gezagsbeslissingen worden gezien door de rechtspraak en dat daarom ook de weg van de geschillenregeling niet openstaat, zoals dat wél het geval is voor bijvoorbeeld omgang, belregeling, schoolkeuze, medische behandeling of reizen buitenland (hoewel geredeneerd langs die lijn dit laatste ook discutabel is).
Een dergelijke situatie was aan de orde in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch. Het hof overwoog: “kunnen de (subsidiaire) verzoeken van de moeder ten aanzien van de huiswerk- en opvangregeling niet worden aangemerkt als geschillen over de gezamenlijke uitoefening van het gezag. Met dergelijke geschillen moet gedacht worden gedacht aan geschillen over de hoofdverblijfplaats en zorgregeling, verhuizing, medische aangelegenheden of inschrijving op een school. De verzoeken die de moeder aan het hof voorlegt hebben echter betrekking op zo alledaagse zaken dat het de verantwoordelijkheid van de ouders is om hierover overeenstemming te bereiken. Dergelijke verzoeken lenen zich niet voor een oordeel van de rechtbank c.q. het hof.”
Deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch troont een zgn. ‘open norm’. Hoewel rondom diverse onderwerpen het duidelijk is dat het wél een gezagsbeslissing is waarover een oordeel van een rechter kan worden verkregen, is er een grijs gebied dat door het hof wordt omschreven als ‘alledaagse zaken’.
Hoe dan ook, komen de ouders er niet uit en leidt dit tot problemen voor/in het kind en/of leidt het tot hoog oplopende ouderconflicten, dan kan het uiteindelijk wél een zaak van De Rechtspraak worden, bijvoorbeeld in het kader van een verzoek tot ondertoezichtstelling of doordat één van de ouders dit aangrijpt om een wijziging in het gezag of de zorgverdeling te verzoeken.
Een ‘educatieve maatregel’ zou een tussenvorm kunnen zijn. Zie voor meer uitleg ons voorstel.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 mei 2023
Zijn je ex-partner en jij het oneens over het laten besnijden van jullie zoon, dan kan je dit net zoals bijvoorbeeld vaccinaties aan de rechter voorleggen om daarin een beslissing te nemen. NB: Meisjesbesnijdenis is strafbaar en kan ook een reden zijn om een meisje niet naar het buitenland te laten reizen.
In de Nederlandse familierechtspraak is besnijdenis hoogst zelden een onderwerp dat aan de rechter wordt voorgelegd.
Rechtbank Zutphen oordeelde in deze uitspraak waarin een moeder een beroep deed op hygiënische overwegingen, dat vanwege de afwezigheid van een medische noodzaak en de onomkeerbaarheid van de ingreep dit niet in het belang van het kind moest worden geacht. Bovendien vond de rechtbank dat als het kind ouder zou zijn, hij zich daarover zelf een oordeel zou kunnen vormen.
Ook in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland is een verzochte vervangende toestemming om de zoon te besnijden afgewezen. De rechtbank verwijst in haar beschikking naar het standpunt van het KNMG. Het KNMG ziet niet-therapeutische circumcisie bij minderjarigen (jongensbesnijdenis) als een schending van de integriteit van het lichaam. Het zonder medische reden chirurgisch verwijderen van de voorhuid bij jongens is schadelijk en een ernstige schending van fundamentele kinderrechten. Daarbij overweegt de rechter, dat het kind zelf later in zijn leven hierover een beslissing kan nemen.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 4 september 2023
Mogen je kinderen van je ex-partner niet deelnemen aan een begrafenis of crematie van een familielid? Dan is dat niet alleen stuitend en verbijsterend, maar ook een kansrijk doel om na te streven in een kort geding.
In deze uitspraak van Rechtbank Overijssel was zo een situatie aan de hand. Een moeder weigerde de zorgregeling eenmalig aan te passen zodat de kinderen de crematie van hun opa aan vaderszijde konden bijwonen. Moeder gaf als argument dat ze op die dag een weekendje Efteling had geboekt. Zelfs het aanbod van vader dat hij zou zorgdragen voor vervoer naar de Efteling kon moeder niet op andere gedachten brengen.
De voorzieningen rechter maakte hiermee korte metten en gaf aan dat een gebeurtenis als deze de kinderen altijd zou bijblijven en dat zij niet door hun moeder mogen worden buitengesloten daarvan. De rechter legde een dwangsom op aan de moeder van EUR 5.000 als ze haar medewerking niet zou verlenen. Ook werd moeder veroordeeld de proceskosten van vader te betalen.
In deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant werd een moeder van 2 kinderen van 5 en 4 jaar veroordeeld tot een dwangsom van EUR 10.000 indien zij beide kinderen niet de uitvaard van de oma aan vader’s zijde zou laten bijwonen. De moeder kwam niet opdagen en werd bij verstek veroordeeld. Het vonnis is van 30 augustus. De uitvaart was 1 september 2023.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Je mag zoveel informatie van de andere ouder over je kind verwachten als nodig om aangehaakt te blijven aan het leven van je kind (bij die ouder), dat je kunt deelnemen aan besluitvorming over gewichtige verzorgings- en opvoedaspecten én zodat de informatieverstrekking de band bevordert die je hebt met je kind. Dat is wat samengevat de informatieplicht van ouders omvat.
Dit antwoord is echter veel meer omvattend dan in de rechtspraak gebruikelijk is. Hierin zien we overwegend dat ouder worden opgeroepen zich er aan te houden. Aan het zich er niet of onvoldoende aan houden wordt evenwel zelden tot nooit consequenties verbonden en hier ligt o.i. nadrukkelijk een opdracht voor de rechtspraak. Voor een voorbeeld van zo een oproep lees je in deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam. Hierin overweegt de rechter o.a.:
Niet slechts informatie over ‘belangrijke’ zaken
Over het type onderwerpen dat de informatieplicht omvat is in de Memorie van Toelichting van wetsvoorstel 23012 o.a. het volgende opgemerkt;
In de Memorie van Toelichting staat echter ook het volgende:
Samengevat zijn gewichtige aangelegenheden dus het minimum en dient de ouder met het gezag de andere ouder dus te betrekken bij niet-gewichtige aangelegenheden indien deze ouder op dat niveau betrokken wil zijn bij de verzorging- en opvoeding van het kind (hetgeen in de praktijk veelal het geval zal zijn).
Vastgestelde informatieregelingen met onvoldoende kwaliteit en frequentie
Verzoekt een ouder de rechter een informatieregeling vast te stellen, dan zien vooral regelingen die ouders op achterstand houden. Dit gebeurt door van de hoofdverblijfouder geen ruimhartige en intensieve informatieverstrekking te verlangen. Tevens wordt de verplichting die deze ouder heeft om de andere ouder te raadplegen (de consultatieplicht) veelal volledig genegeerd, wat haaks staat op de wettelijke plicht van deze ouder. De rechtsingang voor de informatie- en consultatieplicht is bij eenhoofdig gezag artikel 1: 377b BW en bij gezamenlijk gezag artikel 1:253a lid 2 onder c BW.
1. De ouder die met het gezag is belast, is gehouden de niet met het gezag belaste ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en deze te raadplegen - zo nodig door tussenkomst van derden - over daaromtrent te nemen beslissingen. Op verzoek van een ouder kan de rechter ter zake een regeling vaststellen.
2. Indien het belang van het kind zulks vereist kan de rechter zowel op verzoek van de met het gezag belaste ouder als ambtshalve bepalen dat het eerste lid van dit artikel buiten toepassing blijft.
3. Artikel 377e is van overeenkomstige toepassing.
Informatieregelingen zijn veelal eenmaal per 1 tot 3 maanden een bericht op hoofdlijnen, zie voor een voorbeeld deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch. Er worden zachte kwalificaties gebruikt als ‘de ouder op de hoogte houden’ en informatieverstrekking over ‘het welzijn en de ontwikkeling van het kind’. Het zijn bijna altijd regelingen die de ouder met de informatievoorsprong niet prikkelen om kwalitatief hoogwaardige informatie te verstrekken.
Het spreekt voor zich dat zo een informatieregeling in de meeste gevallen totaal niet voldoende is om te voldoen aan het hiervoor omschreven doel. De berichten die er wél komen zijn (vanzelfsprekend) veelal ‘jubel’-berichten, zoals hoe goed het gaat met het kind (lees: zonder de aanwezigheid van de andere ouder), of hoezeer het kind nog leidt onder waar die andere ouder schuld aan zou hebben.
Als de hoofdverblijfouder er zich (opzettelijk) makkelijk van afmaakt door nauwelijks zinvolle informatie te verstrekken of zelfs bijvoorbeeld oude foto’s toezendt, dan komt die ouder in de meeste gevallen er gewoon mee weg. Niet alleen is een rechtszaak over nakoming van de informatieregeling meestal te kostbaar, ook wordt zelden tot nooit een dwangmiddel verbonden aan de kwalitatieve aspecten van de informatieregeling.
Een positieve uitzondering hierop is deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam. Deze verdient o.i. navolging en daarom lichten we hem hier ook uit. Het betreft een situatie waarin een moeder geen contact meer heeft met haar 3 kinderen waarvan er 2 nog minderjarig zijn en waarin bij een eerdere zitting een 2-wekelijkse informatieregeling is vastgesteld. De vader wil naar 1 keer per maand omdat er ‘niet altijd iets te melden is’.
De rechter is het hiermee niet eens en overweegt het volgende:
Hoe de rechter hier redeneert juichen we toe. Het verstrekken van informatie dient meerdere doelen. Hiervan is één omdat het voor de moeder (persoonlijk) van ‘wezenlijk belang’ is, hetgeen volledig invoelbaar is. Hoewel het niet zo is geformuleerd door de rechter, is op basis van hoe de rechter hier redeneert o.i. te stellen dat het in onvoldoende mate verstrekken van informatie een schending oplevert van ‘het recht privéleven’ van 8 lid 1 EVRM.
Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
In een een andere zaak, ditmaal bij Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, wordt een moeder die een minimale omgang heeft met haar kind het ouderlijk gezag ontnomen. Hierdoor verliest moeder de mogelijkheid om zelfstandig informatie te vragen bij o.m. professionals. Het hof overweegt in deze uitspraak dat juist in de situatie dat de moeder geen gezag heeft, het van groot belang is dat de moeder voldoende betrokken blijft om goed invulling te kunnen geven aan haar rol als ouder. Ook deze normstelling juichen we toe, echter zien we deze door de rechtspraak nog niet uniform toegepast worden in vergelijkbare situaties. Ook is het andermaal een subjectieve norm. Wie bepaalt tenslotte wanneer vader voldoende informatie verstrekt? Dit zal moeder dan weer gerechtelijk moeten laten toetsen. En dit geeft o.i. teveel ruimte aan een hoofdverblijfouder, ruimte die we hier in de praktijk veel misbruikt zien worden.
Tot slot deze uitspraak van Gerechtshof Den Haag. Hierin had Rechtbank Den Haag de vader het ouderlijk gezag ontnomen omdat geparafraseerd: ‘de communicatie te slecht zou zijn’. Zodra de vader zijn gezag verloor nam de moeder evenwel diverse belangwekkende gezagsbeslissingen zonder de vader daarover te informeren (of consulteren, toevoeging o.z.). De strijd die hieruit vervolgens voortvloeide tussen de ouders vond het hof niet in het belang van de kinderen, wat één factor was om het ouderlijk gezag aan de vader weer terug te geven.
Kan de GI bij een ondertoezichtstelling hierin vooruit stappen?
Als een ouder zich niet houdt aan de informatieplicht (en de consultatieplicht) dan staat dit in de meeste gevallen in de weg aan het bereiken van het doel dat elke ondertoezichtstelling in beginsel beoogt; namelijk: dat ouders weer in staat (zullen) zijn om de gezamenlijke ouderlijke verantwoordelijkheid uit te oefenen.
Volgens deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch kan het van een ouder met het gezag gevergd worden dat deze informatie verstrekt en in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant stapte de betrokken GI vooruit en gaf i.c. de vader een schriftelijke aanwijzing om de moeder maandelijks van informatie te voorzien. De vader volgde die echter niet op en daarom verzocht de GI de rechter om de informatieregeling te bekrachtigen, hetgeen deze deed onder oplegging van een dwangsom bij niet-nakoming.
Overigens in deze zaak misten zowel de GI, de Raad voor de Kinderbescherming én de rechter dat de vader ook een consultatieplicht en toestemmingsplicht heeft aangaande gezagsbeslissingen. Door dit niet ook expliciet te regelen gaf de rechter de vader feitelijk indirect mandaat om zich hier niet aan te houden (overigens dus zonder deugdelijke motivering).
Een andere variant is dat de rechter de inhoud, vorm en frequentie van de informatieregeling kan overlaten aan de betrokken GI. Zo een beslissing lees je in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Informatieregeling die verder gaan dan de huidige standaard
De informatieplicht begrenst door een onderzoeksplicht?
We zien soms dat er een verantwoordelijkheid wordt neergelegd de andere gezaghebbende ouder om zelf informatie te vergaren. Dit argument wordt dan ingezet om het niet-naleven van de informatieplicht – door de ouder die over de informatie beschikt – te vergoelijken. Zo ook de Raad voor de Kinderbescherming in deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam.
De informatieplicht van een gezaghebbende ouder jegens de andere ouder wordt in de wet (artikel 1:377b BW) echter slechts beperkt door het belang van het kind (wat een ouder overigens niet vrijelijk kan interpreteren), zie bijvoorbeeld deze uitspraak van Rechtbank Den Haag. Dit betekent dat er geen wettelijke basis is om een vermeende onderzoeksplicht de informatieplicht te laten begrenzen.
Verder is het algemeen bekend dat de meeste professionals zich helemaal niet bezighouden met de vraag of er nog een andere ouder met het gezag is en op basis van de toestemming van één ouder overgaan tot bijvoorbeeld medische behandelingen. Dit maakt het dan ook feitelijk onmogelijk voor de andere ouder om deze informatie zelfstandig te vergaren. Zorgverzekeraars bijvoorbeeld leggen een expliciete blokkade op informatie over het kind in de systemen als deze op de polis bij de andere ouder is ingeschreven, zgn. vanwege de privacy van de polishouder.
Het omdenken van informatieregelingen
Het is van belang dat informatieregelingen worden ‘omgedacht’, met name door de rechtspraak. De rechtspraak dient consistent te gaan verlangen dat ouders ruimhartig omgaan met het (wederzijds) verstrekken van informatie over het kind of deze plicht bij die ouder wegnemen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Amsterdam. Dit niet doen creëert de fundatie voor het klem raken (en blijven) van het kind. Het weerstand bieden tegen een ‘intensieve informatieregeling’ zou o.i. altijd een contra-indicatie moeten zijn voor de welwillendheid van een ouder. Het zonder rechterlijk mandaat niet-ruimhartig verstrekken van informatie is een vorm van (voortdurende) ex-partnerstrijd en daarmee een vorm van kindermishandeling.
Dit is vooral van belang in situaties waarin de andere ouder geen of weinig contact met het kind heeft, of bij ouderafwijzing. Geen of marginale informatie verstrekken leidt er bijvoorbeeld toe dat die ouder onvoldoende aangehaakt blijft en bijvoorbeeld niet meer (leedtijds-)adequaat bij het kind kan aansluiten. En dát is in strijd met de plicht van die ouder om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.
Overigens zien we wel af en toe dat er dwangsommen worden verbonden aan het geheel niet nakomen van een informatieregeling, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Echter, ook in die zaak is er niets gezegd over de kwaliteit van de door de moeder te verstrekken informatie. Onbegrijpelijk ons inziens.
Grenzen aan de informatieplicht
In de rechtspraak zien we af en toe situaties waarin een ouder wordt ontheven van de informatieplicht. Dit zijn dan veelal zaken waarin tevens ernstig huiselijk geweld heeft gespeeld. Zie voor een voorbeeld deze uitspraak van Rechtbank Amsterdam waarin de rechter de informatieplicht van de moeder ambtshalve terzijde stelt.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 13 juli 2023
In het algemeen kan je stellen dat een belregeling 1 tot 2 maal per week maximaal een half uur is. Voor meer tussentijdse contactmomenten moet er een zwaarwegende reden zijn.
Een realistische belregeling is als eerste een regeling die voor alle partijen werkt. Wat dit is, blijkt regelmatig niet vanzelfsprekend. Daarom zien we rechtszaken waarin de rechter om een belregeling wordt verzocht.
Voor een voorbeeld waarin er een belregeling van 1 maal per week werd vastgesteld zie deze uitspraak van Rechtbank Amsterdam, deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland, deze uitspraak van Rechtbank Amsterdam en deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam. Voor een voorbeeld van twee belmomenten per week zie deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam, met een moeder die in Zweden woonachtig was en er verder weinig contact was.
Het kan echter ook gebeuren dat de rechter geen belregeling vaststelt, ondanks dat dit wel is verzocht. Zie daarvoor bijvoorbeeld deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In deze zaak verzocht de vader een zeer intensief belschema van 3 maal per week. Het hof concludeerde samengevat echter dat; de kinderen de vader regelmatig zien en dat de langste periode dat ze elkaar niet zien van vrijdagmorgen tot woensdagavond 1 maal in de 14 dagen is. Wel stelde het hof er van uit te gaan dat de ouders de kinderen ruimte voor contact zouden bieden bij ‘belangrijke gebeurtenissen’ of indien zij ‘anderszins de behoefte zouden hebben aan bel/videocontact’.
Ga ervan uit dat een contact maximaal 30 minuten duurt, aldus de Raad voor de Kinderbescherming (en de rechter) in deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam.
We zien regelmatig dat rechters de beltijd niet maximeren en/of het beltijdstip niet vastleggen. Dit is o.i. niet in het belang van het kind.
Het niet bevorderen van belmomenten, danwel geen enkel tussentijds belmoment toestaan, zeker wanneer het kind langere aaneengesloten perioden niet bij de andere ouder is (bijv. tijdens meerweekse vakanties), staat o.i. haaks op de plicht die een ouder heeft om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.
Andersom is overmatig contact met het kind wanneer deze bij de andere ouder is, hier eveneens mee in strijd, ook wanneer dit op eigen initiatief van het kind is. De ouder bij wie het kind niet is, en zeker indien deze ouder de hoofdloyaliteit geniet, moet het kind ondersteunen om ‘los te komen’ van die ouder. Dit betekent dus ook dat de contactmomenten niet te lang moeten duren.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 25 juli 2024
Gezaghebbende ouders zijn verplicht om elkaar te informeren waar het kind normaal gesproken met de andere ouder verblijft (lees: woont). Dit is slechts anders bij bijzondere omstandigheden, zoals ernstige veiligheidsrisico’s.
Een situatie waarin een ouder niet wilde openbaren waar hij met het kind verbleef was aan de orde in deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. De rechter kon de vader ook niet dwingen om wél te openbaren waar hij woonde, dus vond hij een tussenoplossing door de omgang vast te stellen op een adres wat bij beide ouders bekend was voor de duur dat de vader zijn adres niet wilde openbaren.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 18 juli 2023
Soms zijn er situaties waarin het gedrag van een ouder dermate ernstig of schadelijk is dat dit een contra-indicatie vormt voor omgang en/of ouderlijk gezag. Dit soort beslissingen worden echter nooit zomaar defintief. Er kan veel tijd overheen gaan, tijd waarin de betreffende ouder ook inkeer kan tonen of een gedragsverandering kan doormaken. Niet altijd wordt dan ook het vertrouwen hersteld dat er geen terugval kan plaatsvinden en we zien regelmatig dat rechters een gebrek aan openheid over behaalde resultaten zwaar laten wegen.
Een voorbeeld van zo een zaak is deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch. De vader had zich in deze zaak ernstig misdragen. Hij stelde in behandeling te zijn geweest doch overlegde daarover geen informatie. Het hof overwoog dat het:
Spelen er ernstige problematieken, zoals geweld, psychische problemen of middelenmisbruik dan ligt het op de weg van die ouder om transparant te zijn over behaalde resultaten. Het is o.i. dan ook niet vreemd om hierover openheid te verlangen, alvorens bijvoorbeeld mee te werken aan een hervatting of uitbreiding van omgang.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 25 juli 2024
Nee, de gezinsvoogd heeft geen doorslaggevende stem ten aanzien van een gezagsgeschil zoals bijvoorbeeld inschrijving op een school of vaccinatie. Anders dan omgang-gerelateerde verzoeken welke mogelijkheid rechtstreeks volgt uit artikel 1:265g lid 1 BW, zien we soms dat Gecertificeerde Instellingen (GI’s) geschillen op zitting brengen terwijl het eigenlijk een geschil tussen gezaghebbende ouders is. In lijn hiermee lijkt het dus mogelijk. Er is echter geen eenduidig beleid en ook geen uniforme omgang hiermee door de rechtspraak.
Een voorbeeld waarin de GI dit deed lees je in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De GI verzocht vervangende toestemming voor inschrijving van het kind op een onderwijsinstelling. De rechter was het echter niet eens met de juridische grondslag die de GI had gekozen en verklaarde de GI ‘niet ontvankelijk’ in haar verzoek.
Op zich is de conclusie in deze uitspraak juist, echter tegelijk opmerkelijk. In andere zaken hebben we namelijk gezien dat de rechter vervolgens overging tot een beoordeling alsof het door de ouders op basis van de geschillenregeling van artikel 1:253a BW zou zijn aangebracht. Tegelijk wekt de wijze waarop de betrokken GI (Stichting Jeugdbescherming Brabant) ook de indruk van een partijdige GI die zich schaarde achter het standpunt van de moeder. Samen met het afwijzen van een inhoudelijke behandeling van het verzoek, heeft de rechter hiermee ook daarvoor een stokje gestoken (indien dit aan de orde was).
Daar tegenover staat deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam waarin de GI de geschillenregeling van artikel 1:262b BW koos en volgens de rechter wel ontvankelijk was in het verzoek. De GI wilde een impasse doorbreken en het kind laten inschrijven op een specifieke peuterspeelzaal waar de vader tegen was. Opmerkelijk hierin is, dat ouders dit ook onderling hadden kunnen regelen via de geschillenregeling van artikel 1:253a BW.
Een ander voorbeeld van een procederende GI in een gezagskwestie is deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland. Een moeder wil haar kind laten vaccineren volgens het Rijksvaccinatieprogramma. De vader is het hiermee niet eens. Het kind staat onder toezicht. De gecertificeerde instelling is het met moeder eens en start een procedure voor het verkrijgen van vervangende toestemming op basis van artikel 1:265h BW, terwijl de moeder ook op basis van de geschillenregeling van artikel 1:253a BW naar de rechter zou kunnen. De rechter concludeert dat er niet is voldaan aan de ‘medische noodzaak’ die nodig is voor 1:265h BW, echter verleent toch vervangende toestemming omdat de moeder aangeeft dat ze enerzijds geen geld heeft voor een advocaat en anderzijds dat het starten van de procedure de verhoudingen met de vader waarschijnlijk zou verslechteren.
Op zich zou het goed zijn dat GI’s hierin meer vooruit stappen, termeer als je bedenkt dat de gezinsvoogd in beginsel acteert op hetzelfde niveau als een ouder met het gezag (zei het met restricties). Stagneert besluitvorming tussen ouders ten aanzien van een gezagsbeslissing terwijl er een ondertoezichstelling is, dan zou de GI hierin o.i. standaard vooruit moeten stappen. De rechtspraak zou deze zaken dan natuurlijk ook standaard inhoudelijk moeten beoordelen, waarbij wel moet worden gewaakt voor misbruik door GI’s van deze route.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 13 september 2024
De aanmelding van een kind bij een sport- of vrijetijdsvereniging is één van de tientallen gezagsbeslissingen die bij gezamenlijk gezag gezamenlijk dienen te worden genomen.
Zo een situatie was bijvoorbeeld aan de orde in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De vader wilde zijn dochter van 8 jaar aanmelden bij de korfbalvereniging, echter de moeder weigerde toestemming te geven. Desondanks meldde de vader zijn dochter voorlopig aan en startte een kort geding voor vervangende toestemming. De moeder verweerde zich en stelde dat het kind al naar dansles ging en daarom al voldoende lichaamsbeweging had. De vader vond het juist belangrijk dat ze een teamsport zou gaan doen.
Ondanks dat er voor de standpunten van beide ouders wat te zeggen is wijst de voorzieningenrechter de vordering van de vader uiteindelijk af, omdat niet kan worden vastgesteld of de inschrijving in het belang van het kind is. Net zoals de betrokken Gecertificeerde Instelling en de Raad voor de Kinderbescherming, vindt de rechter de voortdurende strijd tussen de ouders zorgwekkend.
De standpunten van beide ouders bevatten elementen die in het belang van het kind geacht zouden kunnen worden. Wat we echter veel zien is dat de ouder met de meeste invloed op het kind uiteindelijk zijn/haar eigen wil via het kind doordrukt. Dit kan bijvoorbeeld samenhangen met een wens om vooral de eigen sociale context te willen handhaven of in een bepaalde richting (niet) te willen uitbreiden. De vraag is dan natuurlijk in hoeverre het in het belang van het kind is dat een ouder daarin wordt gefaciliteerd door gewoon géén toestemming te geven, zelfs niet als het kind – zoals ook in het voorbeeld aan de orde was – aangeeft wel die sportactivteit te willen uitoefenen. Een andere situatie die we af en toe zien is dat één van beide ouders bijvoorbeeld niet beschikt over een auto wat wordt misbruikt door de andere ouder om de eigen betrokkenheid bij het kind – in de tijd van het kind met de andere ouder – te vergroten ten koste van de andere ouder.
Opmerkelijk in deze zaak is dat moeder de vader verwijt dwingend in zijn communicatie te zijn. Een ander perspectief hierop is dat de moeder zich ook ‘dwingend controlerend’ gedraagt door toestemming te onthouden en inschrijving dus te traineren/blokkeren. O.i. zou bij dit type situaties nauwkeurig gekeken moeten worden naar het algemene communicatiepatroon tussen de ouders. De vraag is dan óf het daadwerkelijk een communicatieprobleem is. Zie voor een voorbeeld deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 15 december 2023
Het kan voorkomen dat een kind beter af is bij de ouder zonder ouderlijk gezag. De ouder met het gezag kan het kind dan in principe opeisen. Zou daarmee het belang van het kind geschaad worden, dan is het mogelijk om bij rechter een ‘verwijderingsverbod’ te vorderen .
Zo een situatie was bijvoorbeeld aan de orde in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland West-Brabant. De moeder met eenhoofdig gezag had vrijwillig meegewerkt aan de plaatsing van de kinderen bij de vader zonder ouderlijk gezag. Daar verbleven ze nu al meer dan een jaar. De kinderen hadden geen fysiek contact met de moeder. Wel waren er online contactmomenten.
De vader maakte zich zorgen dat de moeder de kinderen zou meenemen naar het buitenland en om dit te voorkomen startte de vader een kort geding. De voorzieningenrechter vond in de feiten voldoende reden om het ‘verwijderingsverbod/verhuisverbod’ toe te wijzen.
De vader wilde ook gezag in kort geding. Dat vond de rechter een brug te ver. De rechter gaf de Raad voor de Kinderbescherming wel opdracht om onderzoek te verrichten naar welke gezagssituatie in het belang van de kinderen zou zijn.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 4 april 2025
Bij gerechtelijke procedures over omgang en ouderlijk gezag wordt er soms een deskundigenonderzoek door de rechtbank bevolen. Veelal gebeurt dit op verzoek van één van beide partijen, echter dit kan ook ambtshalve – dus op eigen initiatief – door de rechter. De onderzoeksvraag is vanzelfsprekend afhankelijk van de exacte problematiek binnen de situatie. Tegen deze beslissing staat in beginsel geen hoger beroep open.
De zogenaamde ‘rechtsingang’ van dit type onderzoek is anders dan in situaties waarin er een kinderbeschermingsmaatregel speelt, namelijk artikel 186 lid 1 Rv (voorheen artikel 194 Rv) in samenhang met artikel 284 lid 1 Rv versus artikel 810a lid 2 Rv.
Er zijn naast onderzoeken over gezag en omgang nog andere situaties waarin een deskundigenonderzoek op basis van artikel 186 Rv gebruikelijker is; namelijk bij DNA-onderzoek en financiële zaken zoals waarde aandelenbelangen. Dit type situaties wordt hierna niet behandeld.
Een verzoek voor een deskundigenonderzoek in reguliere gezag en omgang zaken wordt in veel situaties afgewezen. Hiervoor kunnen diverse redenen zijn, waaronder:
- dat ouders niet voldoende financieel draagkrachtig zijn;
- dat de rechter zichzelf voldoende voorgelicht vindt om een beslissing te nemen, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam;
- dat het kind onder toezicht staat;
- dat het te belastend zou zijn voor het kind, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch; of
- dat bijv. een ouderschapsonderzoek te lang zou duren, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Het (op jouw verzoek) betrokken raken van een deskundige is bovendien geen garantie voor een voor jou positieve uitkomst. Het is ook mogelijk om zelf een deskundigenrapport in te brengen. Dit kan op basis van artikel 810a lid 1 Rv. Deze wordt in beginsel door de rechter toegelaten mits het voor de zaak relevant is.
Hierna zijn enkele voorbeelden van uitspraken beschreven waarbij een artikel 194 Rv-verzoek leidde tot de benoeming van een deskundige. Bij elke zaak staan de onderzoeksvragen die de rechter aan de deskundige meegaf. Ook de kosten van het deskundigenonderzoek zijn weergegeven. Soms komt een deel of het geheel ten laste van Rijks kas. Dit betekent dat er ook zaken zijn waarin de ouders het volledige factuurbedrag van de deskundige gezamenlijk hebben moeten betalen.
Voorbeelden artikel 194 RV onderzoek
Onderzoeken op basis van artikel 810a Rv veel gedetailleerder
Bij uithuisplaatsingen en in het bijzonder bij beoordelingen van mogelijke terugplaatsingen en/of herstel in het ouderlijk gezag zijn de deskundigenonderzoeken veelal veel omvangrijker/gedetailleerder en ook uitgevoerd door het KSCD of het NIFP. Deze onderzoeken hebben overigens een andere rechtsingang namelijk artikel 810a Rv.
We zouden graag zien dat deze mate van gedetailleerdheid ook zou terugkomen in situaties waarin het geen kinderbeschermingsmaatregel betreft zoals in een vechtscheiding die jaar na jaar voortduurt en/of bij oudervervreemding/ouderverstoting/ouderafwijzing.
Voorbeelden artikel 810a lid 2 RV onderzoek
Hoe nu verder?
In de meeste zaken die wij zien wordt er onvoldoende onderzoek verricht naar hoe ouders daadwerkelijk invulling hebben gegeven aan hun positieve inspanningsplichten, zoals hun informatieplicht en consultatieplicht, alsmede hun plicht om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen en ook om zorg te dragen voor goed-genoeg-(inter-) ouderschap. Onderzoek naar de (inter-ouder) gedragspatronen van ouders kan de rechter zicht geven op de veroorzakende en instandhoudende factoren van de ontwikkelingsbedreiging die het kind treft. De vraag die opkomt is waarom de rechtspraak niet min of meer standaard gebruik maakt van haar bevoegdheid om zo een onderzoek ambtshalve te bevelen, temeer nu de Raad voor de Kinderbescherming, aldus haar standpunt in deze uitspraak van Rechtbank Limburg kennelijk vindt dit niet haar taak te vinden.
Dit onderzoek zou zich o.i. juist meer moeten toespitsen op details en feitenvinding. Het onderzoek zou zich wat ons betreft moeten toespitsen op daadwerkelijk gedrag en dit begint primair bij het beoordelen van de inter-oudercommunicatie en de zaken die daaruit volgen. Dit is anders dan bijvoorbeeld nu door instanties als Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming wordt gedaan; namelijk dat in principe slechts aan ouders wordt gevraagd hoe zij de situatie voor het kind en het gedrag van de andere ouder bezien.
De vraag is vervolgens welk type professional/organisatie hiertoe geschikt is. Wat ons betreft zou aansluiting moeten worden gezocht bij professionals voor wie ‘hogere onderzoeksnormen’ normaal zijn, oftewel professionals die ook door bijvoorbeeld het NIFP/KDCD worden ingezet. Deze zouden ook zo snel mogelijk moeten worden ingezet.
Lees ook dit:
- Opinie: Waarom niet (meer) NIFP bij ‘complexe’ scheidingen?
- Opinie: Maak goed-interouderschap onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
- Opinie: Maak de band-bevorder-plicht onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
- Opinie: Een vechtscheiding is geen communicatieprobleem
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 25 maart 2025
Ja, de andere ouder moet je raadplegen/consulteren over een voorgenomen beslissing over jullie kind, die meer is dan een dagelijkse basale zorg- en/of opvoedbeslissing. Dit geldt ook voor die beslissingen die impact hebben op jouw (privé)leven met je kind en bij gezagsbeslissingen waarbij tevens de (vervangende) toestemming-vooraf-plicht geldt.
De consultatieplicht van gezaghebbende ouders staat naast de informatieplicht beschreven in het eerste lid van artikel 1:377b BW: “en deze te raadplegen”.
1. De ouder die met het gezag is belast, is gehouden de niet met het gezag belaste ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en deze te raadplegen - zo nodig door tussenkomst van derden - over daaromtrent te nemen beslissingen. Op verzoek van een ouder kan de rechter ter zake een regeling vaststellen.
2. Indien het belang van het kind zulks vereist kan de rechter zowel op verzoek van de met het gezag belaste ouder als ambtshalve bepalen dat het eerste lid van dit artikel buiten toepassing blijft.
3. Artikel 377e is van overeenkomstige toepassing.
Een uitspraak als dit is echter een uitzondering en o.i. mede als gevolg van het gebrek aan consistente toetsing en handhaving door de rechtspraak zien we de consultatieplicht in de praktijk veelvuldig geschonden worden. Dit is in het bijzonder opmerkelijk omdat het niet-naleven van deze plicht in conflictscheidingen één van de meest voorkomende vormen van ex-partnergeweld en dwingende controle is.
Het niet-naleven van de consultatieplicht betekent dat deze ouder zich zelfbepalend opstelt, voldongen feiten creëert en geen overleg initieert over zaken die deze ouder feitelijk – over het hoofd van het kind – doordrukt. Daarmee blijft het kind in een instabiele inter-oudersituatie, hetgeen ook een vorm van kindermishandeling is, ongeacht of dat de beslissing nu wel of niet uiteindelijk in het belang van het kind is.
Een plicht die geldt totdat deze buiten toepassing wordt verklaard
De consultatieplicht geldt tot het moment dat een rechter een ouder ontslaat van deze plicht. Bij de totstandkoming van dit artikel in 1995 is over de consultatieplicht namelijk het volgende in het Memorie van Antwoord opgemerkt:
De leden van de fractie van D66 merken terecht op dat het consultatierecht nieuw is. Het is een mooi voorbeeld van «de boodschap van dit wetsvoorstel», zoals deze leden dat noemden, namelijk dat ouders verantwoordelijk zijn en blijven voor het welzijn van hun kinderen. Ook ik erken daarbij dat niet alle strijd tussen ouders na een scheiding verleden tijd zal zijn. In die gevallen dat geen omgang mogelijk blijkt te zijn, is (afgezien van bij voorbeeld gevallen waarin de ouder die niet het gezag heeft zich onvindbaar houdt) vaak de relatie tussen de ouders ernstig verstoord en moet er van het raadplegen van de ene ouder door de andere ouder niet veel verwacht worden. Ik kan mij dan ook voorstellen dat de rechter in geval van afwijzing van het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling zo nodig ambtshalve bepaalt dat het raadplegen van de andere ouder buiten toepassing wordt gelaten.
Ik merk hierbij op dat de plicht tot raadpleging geldt, zolang deze niet krachtens rechterlijke beslissing (onderstreping o.z.: red) buiten toepassing wordt gelaten. (…)
Een dringende opgave voor de rechtspraak
Ondanks de duidelijke woorden in de wetsgeschiedenis is deze wettelijke plicht van ouders in de rechtspraktijk echter nauwelijks verder ontwikkeld. Tijdens de parlementaire geschiedenis is het geframed als ‘moeilijk’ echter o.i. heeft de rechtspraak hier juist een belangrijke taak te verrichten. De wet geeft rechters tenslotte een maatstaf om niet-welwillende ouders te prikkelen om de (passieve) ex-partnerstrijd – door de andere ouder niet te betrekken en steeds opnieuw voor voldongen feiten te plaatsen – te begrenzen.
Overigens zijn er in de rechtspraak wel degelijk voorbeelden waarin de naleving van de consultatieplicht wordt getoetst. Het wordt echter zelden tot nooit gekoppeld aan artikel 1:377b lid 1 BW en worden in die uitspraken door de rechter veelal woorden gebruikt als ‘zelfbepalend’ en ‘eigenrichting’ om het gedrag van die ouder te beschrijven. Het is vanaf dit punt o.i. slechts een kleine stap voor de rechtspraak om dit te gaan koppelen aan het betreffende wetsartikel en het is eigenlijk onbegrijpelijk dat dit niet gebeurt.
Zit je in een situatie waarin deze plicht (en de informatieplicht) wordt geschonden, verzoek de rechter dan om hier expliciet een woord aan te wijden en om (ook) een consultatieregeling op te nemen.
Beëindiging indien het belang van het kind dit vereist
De consultatieplicht, evenals de informatieplicht, kan worden beëindigd als het belang van het kind dat vereist, aldus het tweede lid van artikel 1:377b BW. Zeer ernstige bezwaren van het kind zijn op zich niet beslissend (HR 5 april 1991, NJ 1992, 24). Het gaat bij een beslissing hierover om conflicterende rechten van kind en ouder voortvloeiend uit art. 8 EVRM (privéleven en familie- en gezinsleven), aldus Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in deze uitspraak. Hieraan wordt overigens nog toegevoegd dat o.i. vooral de plicht van ouder met het gezag centraal dient te staan, die het resultaat is van de genoemde rechten. In zoverre is er ook een koppeling met de ouderschapsnormen.
Ook verplicht bij gezamenlijk gezag
In de praktijk dien we de consultatieplicht (rechtsingang voor regelingen artikel 1:253 a lid 2 sub c BW) ook in situaties van gezamenlijk veelvuldig geschonden worden. Het spreekt voor zich dat de plicht om te consulteren in het bijzonder geldt voor ouders die het gezag met een ander delen (want gezamenlijk gezag is feitelijk 2 maal 50% gezag). Ook hiervoor geldt echter dat de rechtspraak de wijze waarop deze ouder deze actieve inspanningsplicht invult onvoldoende en in veel gevallen te laat toetst. Er worden gemiddeld genomen bovendien onvoldoende consequenties verbonden aan het niet-nakomen van deze plicht. Tenzij uiteraard je een rechter treft zoals die van Rechtbank Rotterdam hierboven.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 1 april 2025
Gezagsbeslissingen zijn beslissingen die door ouders of voogden worden genomen over belangrijke aspecten in het leven van een kind. Deze beslissingen vallen onder het ouderlijk gezag. Ze gaan bijvoorbeeld over de zorgverdeling, opvoeding, ontwikkeling, verzorging en het welzijn van een kind. In Nederland hebben ouders die het ouderlijk gezag delen de plicht om beslissingen over dergelijke kwesties gezamenlijk voor te bereiden en te nemen. Komen ouders er niet uit, dan kan de rechter een beslissing nemen die in het belang van het kind is.
Gezagsbeslissingen, een niet-uitputtend overzicht
- Erkenning van het kind: Besluit of een andere ouder het kind formeel erkent. Bezoek thema erkenning.
- Ouderlijk gezag: Het instemmen met gedeeld gezag met een ander. Bezoek thema van eenhoofdig naar gezamenlijk gezag.
- Zorgverdeling: Hoe de zorg voor het kind tussen de ouders en/of derden (bijvoorbeeld opvang, grootouders) wordt verdeeld. Zie themapagina’s omgang opstarten, omgang hervatten, omgang wijzigen.
- Schoolkeuze: de beslissing welke school het kind zal bezoeken, alsmede het type onderwijs: kiezen voor regulier, speciaal of particulier onderwijs en/of met een bepaalde religieuze stroming. Bezoek themapagina schoolkeuze.
- Schoolreisjes of kampen: Toestemming voor deelname aan meerdaagse activiteiten of reizen met school.
- Religieuze opvoeding: beslissen of en welke religie het kind zal volgen.
- Medische behandelingen: toestemming geven voor operaties of andere ingrijpende behandelingen, alsmede vaccinaties: beslissen of/met welke vaccins/wanneer het kind gevaccineerd wordt. Bezoek themapagina vaccinaties. Tandheelkundige zorg: het wel of niet geven van toestemming voor orthodontie (bijvoorbeeld een beugel). Therapeutische zorg: besluiten over psychologische of psychiatrische behandelingen en/of diagnostiek, zoals intelligentie, persoonlijkheid. Huisartskeuze: Kiezen bij welke huisarts, tandarts of specialist het kind onder behandeling komt. Gebruik van alternatieve geneeswijzen: toestemming geven voor het gebruik van niet-reguliere medische behandelingen zoals homeopathie of natuurgeneeskunde.
- Hoofdverblijf van het kind: Besluit waar het kind het hoofdverblijf heeft. Bezoek thema hoofdverblijfplaats.
- Verhuizing: de beslissing om naar een andere stad of regio te verhuizen. Bezoek themapagina verhuizing.
- Verblijf in het buitenland: Een reis maken met het kind naar het buitenland. Bezoek themapagina vakantie buitenland
- Aanmelding sportclub: Toestemming geven voor lidmaatschap van een sportvereniging of andere activiteiten. Lees V&A: Is aanmelding bij een sportvereniging een gezagsbeslissing? Recreatieve keuzes: Toestemming voor deelname aan bepaalde activiteiten, zoals gamen of gebruik van technologie. Inschrijving voor buitenschoolse activiteiten: beslissen over deelname aan kunstlessen, muziekles, dansles of andere creatieve activiteiten.
- Toestemming voor paspoort: Het aanvragen van een paspoort of identiteitskaart voor het kind.
- Naamswijziging: Het wijzigen van de voor en/of achternaam van het kind. Het omzetten van de achternaam naar een dubbele achternaam van zowel de moeder als van de vader (zie deze uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant/betwist door deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland ).
- Leefstijlkeuzes: Keuzes over dieet, zoals vegetarisme of veganisme.
- Beslissingen over kledingstijl: Bepalen welke kleding passend is voor het kind, vooral in bepaalde religieuze of culturele contexten.
- Toestemming voor social media: beslissen of een kind social media mag gebruiken en onder welke voorwaarden.
- Gebruik van mobiele telefoon: Bepalen wanneer een kind een mobiele telefoon krijgt en hoe het gebruik ervan wordt gereguleerd. Hetzelfde geldt voor het aan het kind meegeven van een smartwatch (al dan niet met GPS) of een tracker. Lees ook: V&A: Kan ik mijn kind een smartwatch meegeven naar mijn ex?
- Wettelijke vertegenwoordiging: Optreden als vertegenwoordiger in juridische zaken, bijvoorbeeld bij een geschil of rechtszaak namens het kind.
- Toestemming voor piercings of tatoeages: Beslissen of een kind een piercing of tatoeage mag laten zetten.
- Levensonderhoud of alimentatie: Keuzes over de verdeling van kosten voor opvoeding, zoals schoolgeld en levensonderhoud.
- Zorgverzekering: Kiezen bij welke zorgverzekeraar het kind is verzekerd en welke aanvullende verzekeringen afgesloten worden.
- Beheer van financiën: Besluiten hoe geld of erfenis van het kind wordt beheerd, bijvoorbeeld door een spaarrekening aan te maken of beheren.
- Vertegenwoordiging van privacyrechten van het kind: Bijv. een verzoek aan veilig thuis om een dossier te vernietigen (zie: deze uitspraak van Rechtbank Rotterdam).
- Het online op sociale media plaatsen van foto’s/filmpjes van het kind op een wijze dat dit de privékring (familie/bekenden) van de betreffende ouder overstijgt.
Eenhoofdig gezag?
Ook al heb je eenhoofdig gezag dan betekent dit niet dat je alles rondom je kind zelf kunt bepalen. Hoewel je uiteindelijk wel zelf de beslissing kunt nemen, heb je voorafgaand aan het nemen daarvan een informatieplicht en een consultatieplicht naar de andere ouder. Ook dien je rekening te houden in hoeverre je beslissing inbreuk maakt op een vastgestelde omgang, de inter-ouderschapsrelatie en je plicht om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 november 2024
Het meegeven van een smartwatch met het kind naar de andere ouder vraagt altijd informatie en consultatie vooraf tussen de ouders, ook als je eenhoofdig gezag hebt. Hetzelfde geldt voor het meegeven van trackers en smartphones.
Er zijn allerlei redenen te bedenken waarom het zinvol zou kunnen zijn om een smart-apparaat mee te geven met je kind. Zo kan het inzicht geven in (in)activiteit en communicatie in noodgevallen mogelijk maken.
Zónder overleg en akkoord door de andere ouder vooraf een smartdevice met je kind meegeven naar de andere ouder schendt de informatieplicht en de consultatieplicht, en maakt inbreuk op het privéleven van het kind met de andere ouder. Zo handelen wordt door rechters wel gezien als een teken van overmatige (dwingende) controle.
Het maakt daarbij niet uit of de smartwatch beschikt over een GPS. Ook bijvoorbeeld (slechts) een stappenteller maakt inbreuk op de privacy van de ex-partner doordat het mogelijk wordt om de mate van (in)activiteit van het kind en de tijdstippen waarop dat gebeurt te monitoren.
Het meegeven van smartwatches waarmee gecommuniceerd kan worden, geeft bovendien een signaal dieper aan het kind, namelijk; dat het kind wél altijd op die ouder en bijvoorbeeld niet altijd op de andere ouder kan rekenen. Het verlaagt tevens de drempel voor het kind bij conflicten met de andere ouder en opent de weg om die ouder als raadgever/vertrouwenspersoon te gebruiken, in plaats van te leren hoe zelf conflicten op te lossen. Dat het kind dit zelf leert is in diens belang en is onderdeel twee ouderschapsnormen die in de wet staan, namelijk de ‘optimale-ontwikkel-plicht’ van artikel 1:247 lid 2 BW en de ‘band-bevorder-plicht’ van artikel 1:247 lid 3 BW.
Veel niet-welwillende ouders kiezen de tactiek om de wens in het kind aan te wakkeren om het smart-apparaat te gebruiken en altijd bij zich te hebben. Het is echter van belang om in gedachten te houden dat (aanvankelijk) zelfs slechts in de eigen thuissituatie een kind bepaalde smart-middelen te geven (of het kind aan het gebruik daarvan te laten wennen) een negatief effect kan hebben in de thuissituatie bij de andere ouder. Bijvoorbeeld als deze het kind daar nog niet aan toe vindt of strikte(re) gebruiksregels hanteert.
We zien het cadeau geven van smartdevices aan kinderen ook wel ingezet worden om de loyaliteit/gunst van het kind te kopen. Regelmatig gebeurt dit heel subtiel, bijvoorbeeld door het als een ‘leuk spelletje’ naar het kind te brengen of dat het kind dit herkent als een ‘groot cadeau’ en/of een statussymbool en/of een teken van affectie en/of wanneer de smartwatch ook over een betaalfunctie beschikt, een teken van de erkenning door die ouder van ‘de toegenomen eigen verantwoordelijkheid of het zelfbepalingsrecht van het kind’.
Wanneer dit niet op een zelfde wijze wordt gedragen/ondersteund door de andere ouder, dan kan dit soort beslissingen het kind direct in een conflictsituatie met de andere ouder brengen, hetgeen in strijd is met de ‘optimale-ontwikkel-plicht’ en de ‘band-bevorder-plicht’.
Het als ouder zelfbepalend handelen aangaande dit soort beslissingen, ook als het ‘een afdankertje’ van jezelf is, is daarnaast een vorm van ex-partnerstrijd en één van de vormen van niet-welwillend gedrag. Ouderstrijd op deze wijze is bovendien een vorm van kindermishandeling.
Het meegeven van smartwatches, smartphones en trackers zien we in de praktijk alleen goed functioneren wanneer beide ouders hier achter staan én ook beiden toegang hebben tot de informatie die wordt vergaard met deze devices én dat beide ouders het niet inzetten om het kind te kopen of overmatig aanwezig te zijn in het leven van het kind wanneer deze bij de andere ouder is.
In alle andere gevallen leidt het tot spanningen, wrevel en conflict of een toegenomen beroep op het kind om de verschillende thuissituaties in harmonie te overbruggen. Dit kan ertoe leiden dat het kind klem raakt tussen beide ouders, waarmee het kind in zijn/haar ontwikkeling wordt bedreigd. Daarmee betekent o.i. dat een smartdevice voor het kind feitelijk een gezagsbelissing is en daarmee ook buiten de ‘zelfbepalingspresumptie van parallel ouderschap‘ valt.
Tot slot, het heimelijk meegeven van een tracker, zoals een AirTag, met het kind naar de ex-partner is potentieel strafbaar.
Lees ook dit
- V&A: Hoe herken ik een welwillende ouder?
- V&A: Hoe herken ik niet-welwillend gedrag?
- V&A: Wat is een gezagsbeslissing?
- V&A: Ex heeft veelvuldig contact met ons kind wanneer bij mij. Wat nu?
- V&A: Moet mijn ex mij raadplegen?
- V&A: Hoeveel informatie over mijn kind mag ik verwachten?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 17 maart 2025
Gezaghebbende ouders hebben de plicht om voor hun kind ‘optimale opgroeicondities’ te bewerkstelligen en zich actief daarvoor in te spannen. Deze ouderschapsnorm staat beschreven in artikel 1:247 lid 2 BW en is op vele fronten een fundamentele plicht van ouders; zowel naar hun kind als naar de andere ouder.
In de wet staat het volgende:
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat ouders de plicht hebben om:
- Zorg te dragen voor ‘goed-genoeg opvoederschap‘, wat bijvoorbeeld omvat basale verzorging bieden, sensitief en responsief op het kind reageren.
- Zorg te dragen voor ‘goed-genoeg inter-ouderschap’, wat bijvoorbeeld omvat zaken die op ouderniveau tot conflicten leiden, buiten het kind te houden en actief eigenaarschap te nemen voor het staken van eventuele inter-ouderstrijd. Strijd op inter-ouderniveau (lees voorbeelden van passief of actief strijdgedrag), doet namelijk afbreuk aan de (psychische/emotionele) veiligheid van het kind en wordt door zowel de rechtspraak als de Raad voor de Kinderbescherming gekwalificeerd als een vorm van kindermishandeling. Een kind hiervan vrij houden is een verantwoordelijkheid die ouders zich moeten toe-eigenen als ware het een resultaatsverplichting. Ouders dienen derhalve tastbare positieve resultaten te bereiken. Ook inter-ouderstrijd die zich buiten het kind afspeelt moet worden gestopt, omdat het ertoe kan leiden dat de psychische belasting die dit ouders oplevert indirect het kind raakt (bijv. doordat ouders minder beschikbaar zijn). Rechtbank Den Haag verwoordt het in deze uitspraak als volgt: “(…) een goede ouderschapsrelatie met de vader te onderhouden (…) is immers wat van de moeder moet worden gevergd.” Rechtbank Gelderland in deze uitspraak noemt het gedrag van de moeder ‘ondermijnend voor het op een constructieve manier vormgeven van het gezamenlijk ouderschap’. In een situatie met huiselijk geweld verwees Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in deze uitspraak naar het Verdrag van Istanbul. In deze uitspraak stelt Gerechtshof Den Bosch dat de ouders gezien hun ouderlijke verantwoordelijkheden het aan hun kind verplicht zijn om er alles aan te doen zodat de strijd stopt.
- Rekening te houden met de toenemende mondigheid van het kind om zichzelf naar eigen inzicht te ontwikkelen.
De optimale-ontwikkel-plicht omvat door de ruime formulering o.i. ook andere zeer belangrijke actieve inspanningsplichten, zoals de band-bevorder-plicht, evenals de verzorg- en opvoedplicht, de informatieplicht en de consultatieplicht. Anders gezegd, het niet-invullen van deze specifiekere plichten doet afbreuk aan de optimale-ontwikkel-plicht. In de praktijk zien we het niet-naleven van de hiervoor genoemde specifieke plichten ook leiden tot de conclusie dat een kind in zijn/haar ontwikkeling wordt bedreigd, omdat daarmee niet wordt voldaan aan de optimale-ontwikkel-plicht.
Wanneer niet wordt voldaan aan de optimale-ontwikkel-plicht van artikel 1:247 lid 2 BW, dan kan dit aanleiding geven het kind onder toezicht te stellen. Lukt het een ouder (of de ouders gezamenlijk) niet meer om aan deze actieve ouderlijke inspanningsplicht te voldoen, dan kan dit ertoe leiden dat het kind uit huis wordt geplaatst en dat (op termijn) de omgang stopt en het ouderlijk gezag wordt beëindigd.
Lees ook dit
- Opinie: Maak goed-interouderschap onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
- Opinie: Maak de band-bevorder-plicht onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 maart 2025
Ouders met het ouderlijk gezag hebben een wettelijke actieve inspanningsplicht om elkaar te informeren, te consulteren en te overleggen over zaken die voor het kind belangrijk zijn. Hiertoe behoort ook overleg om tot een neutrale ouderschapsrelatie te komen. Soms kan het nodig zijn om tijdelijk de communicatie tussen de ouders te beperken. Dit kan echter alleen als beide ouders hiermee instemmen, of als een rechter toestemming geeft aan een gecertificeerde instelling om dit te regelen.
Het (tijdelijk) stoppen van communicatie in de praktijk
In de praktijk gebeurt het soms dat gezinsvoogden alle rechtstreekse communicatie tussen twee ouders stoppen óf één van de ouders toestemming geven om daarmee te stoppen. Dit kan soms worden gedaan als onderdeel van een traject naar ‘parallel ouderschap‘. Hoewel dit vanuit het perspectief van de gecertificeerde instelling een zinvolle interventie kan zijn om bijvoorbeeld ‘rust’ te bewerkstelligen of één van beide ouders (tijdelijk) uit de wind te houden (bijvoorbeeld zodat deze met hulp van de gecertificeerde instelling aan eigen problematieken kan werken), is dit een ingreep in de ouderlijk gezag waarvoor o.i. geen wettelijke basis bestaat.
Onderlinge ouderlijke plichten tot de rechter iets anders beslist
Ouders hebben volgens de wet een informatieplicht en consultatieplicht. Dit zijn plichten die gelden ‘van de ene naar de andere ouder‘ en dus niet van de ene ouder naar een derde en dan van die derde naar de andere ouder. Deze plichten kunnen slechts worden begrensd door de rechter, en ook slechts als dit nodig is voor het welzijn van het kind, aldus artikel 1:377b BW. Tot de rechter anders beslist, moeten ouders elkaar blijven informeren en raadplegen. Als een gecertificeerde instelling vindt dat er een beperking nodig is, moet zij dit via de rechter regelen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de geschillenregeling OTS.
In het zuiden van Nederland wordt sinds een aantal jaren de Schottenaanpak gehanteerd om dit te omzeilen. Lees hiervoor: V&A: Wat is de schottenaanpak (bij een OTS)? Deze aanpak is in andere delen van Nederland echter (nog) niet beschikbaar.
Voorbeeld uit de rechtspraak
In deze uitspraak van Gerechtshof Den Bosch vroeg een moeder, terwijl de kinderen onder toezicht stonden, om van haar informatieplicht te worden vrijgesteld. Het hof oordeelde echter dat zij deze verplichting moest blijven vervullen, ook al kon de vader via de gezinsvoogd informatie verkrijgen.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 22 januari 2025
Gezag wordt door de ouders gezamenlijk of door één ouder uitgeoefend. Is er gezamenlijk gezag, dan kan één ouder niet alleen beslissen over zogenaamde ‘gezagsbeslissingen’. Er is een actieve toestemming van de andere ouder nodig, meestal in de vorm van een handtekening.
Geen toestemming? Dan berusten of naar de rechter.
Wil jij dat jullie als ouders samen een bepaalde beslissing nemen en wordt de toestemming niet gegeven, dan kan de ouder die wil naar de rechter om daarvoor ’toestemming van de rechter te krijgen die de toestemming van de andere ouder vervangt’. Dit heet ook wel een ‘verzoek tot vervangende toestemming’. Dit geldt in beginsel voor alle gezagsbeslissingen. In de kennisbank zijn diverse sub-thema’s uitgewerkt voor specifieke situaties die veel voorkomen zoals; verhuizing, vakantie buitenland, schoolkeuze, hoofdverblijfplaats en vaccinatie. Daarin kun je ook lezen dat de rechter zo een verzoek niet altijd toewijst.
Toestemming-vooraf-plicht in de praktijk veel geschonden
De toestemming-vooraf-plicht wordt in de praktijk veel geschonden. Dit geldt ook voor de plicht die hieruit voortvloeit om de andere ouder te consulteren voorafgaand aan het nemen van de beslissing. Het meest voorkomend zijn hoofdverblijfouders die gezagsbeslissingen over het minderjarige kind zelfstandig nemen. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan over het verhuizen van het hoofdverblijf van het kind met die ouder, evenals in- en overschrijvingen, beëindigen van: opvang/school, huisarts, sportvereniging en zelfs medische behandelingen.
Zijn er professionals betrokken, dan wordt veelal op voorhand aangenomen dat wanneer er met de andere ouder geen contact is, dat één ouder zelfstandig mag handelen. Onbewust worden deze partijen deelgenoot gemaakt aan het creëren van voldongen feiten. Het standpunt van de zelfbepalend handelende ouder veelal: ‘mijn beslissing was in het belang van het kind’ of ‘het kind is nu eenmaal gewend aan de nieuwe situatie, dus het is beter het zo te laten’.
Ambivalente rechtspraak ondermijnt kracht toestemming-vooraf-plicht
Als je het als gezaghebbende ouder niet eens bent met het voldongen feit, dan word je veelal in positie gedrongen van: (i) berusten, (ii) een achterhoedegevecht starten tegen de betrokken professional (iii) een stap naar Veilig Thuis of (iv) een stap naar de rechter.
De rechtspraak is echter in het geheel niet consistent in het handhaven van de (vervangende) toestemming-vooraf-plicht. Twee voorbeelden zijn te lezen op deze pagina: Zonder toestemming verhuizen, kan dat? We zien dit soort uitspraken vaker (en slechts enkelen worden gepubliceerd). Het kan echter ook anders, zoals in deze uitspraak waarin Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden korte metten maakt met het zelfbepalende gedrag van de verhuizende ouder. Na eerder van de rechtbank alsnog – na het feit – vervangende toestemming te hebben verkregen, moest deze ouder van het hof toch nog terugverhuizen.
Naleving (vervangende) toestemming-vooraf-plicht in het belang van het kind
Het wél naleven van de toestemming-vooraf-plicht is altijd hetgeen een gezaghebbende ouder behoort te doen. Het niet-naleven is namelijk een vorm van ex-partnerstrijd en daarmee eveneens een vorm van kindermishandeling. Het houdt de situatie rondom het kind onrustig en sleurt het kind (soms letterlijk) heen en weer tussen de standpunten van ouders. Dit is in strijd met de optimale-ontwikkel-plicht van ouders.
Naleving ook verplicht bij een noodtoestand?
In situaties waarin er sprake is van een acute objectiveerbare noodtoestand waarbij het belang van het kind direct handelen eist (denk aan acute medische behandelingen) dan kan (en moet) je als gezaghebbende ouder handelen. Bereik je de andere ouder niet, zorg dan dat je die ouder in iedere geval informeert (via Voicemail, WhatsApp, SMS). Móet je de beslissing nemen, neem de beslissing.
De praktijk wijst uit dat bij een noodtoestand handelen een ouder zelden/nooit wordt aangerekend. Wat er mogelijk wel gebeurt is of er daadwerkelijk sprake was van een noodtoestand en of die zo urgent was dat (vervangende) toestemming redelijkerwijs niet behoefde te worden afgewacht. Slaagt het beroep op de aanwezigheid van een noodtoestand of de urgentie niet, dan kun je ervan uitgaan dat de rechter daaraan t.z.t. een consequentie hangt die de rechter goeddunkt.
Heb je te maken met een zelfbepalend handelende ouder?
Met vechtscheidingshulp.nl pleiten we voor een rechtspraak met meer gezag. We zijn van mening dat de rechtspraak wél consistent de ouderlijke plichten moet handhaven. Zie daarvoor ook de opinie: De familierechtspraak moet meer gezag krijgen en de opinie: Maak goed-interouderschap onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap! Hoewel er lichtpuntjes zijn in de rechtspraak zijn veel rechters nog huiverig om deze duidelijke koers te varen (onnodig o.i.). Wil je hulp? Neem contact op.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 februari 2025
Ouderlijk gezag betekent samengevat dat je als ouder officiële handelingen namens je kind mag verrichten voor zolang je kind ‘onder gezag’ staat. Het heeft betrekking op de persoon van het kind, diens vermogen en de vertegenwoordigingen bij burgerlijke handelingen. Met het ouderlijk gezag komen rechten én plichten. Zowel naar het kind als naar de andere ouder.
De moeder heeft van rechtswege alleen het gezag. Aan dit eenhoofdig gezag komt een einde met de erkenning door het kind van de vader/andere ouder, die sinds 1 januari 2023, automatisch ook het ouderlijk gezag krijgt. Er is vanaf dat moment sprake van gezamenlijk gezag. Hierna zal slechts worden ingegaan op de rechten en plichten van ouders met eenhoofdig ouderlijk gezag. Voor het onderscheid met gezamenlijk gezag lees: Wat is gezamenlijk ouderlijk gezag?
Rechten van de ouder met ouderlijk gezag
- Het recht om het kind te verzorgen en op te voeden (artikel 1:247 lid 1 BW).
- Het voeren van het bewind over het vermogen van het kind (artikel 1: 253i lid 3 BW)
- Het recht om een verzoek tot ondertoezichtstelling van het kind te doen, wanneer de Raad voor de Kinderbescherming hiertoe niet overgaat (artikel 1:255 lid 2 BW).
- Recht om vervanging van de gecertificeerde instelling te verzoeken wanneer het kind onder toezicht staat (artikel 1:259 BW). Lees ook: V&A: Wanneer wordt een verzoek vervanging GI toegewezen?
- Recht om geschil over de uitvoering van de ondertoezichtstelling van het kind aan de rechter voor te leggen wanneer het kind onder toezicht staat (artikel 1:262b BW). Lees ook: V&A: Wat is de Geschillenregeling OTS en wanneer succesvol?
Plichten van de ouder met ouderlijk gezag
- Plicht om het kind te verzorgen en op te voeden (artikel 1:247 lid 1 BW en artikel 7 lid 1 IVRK).
- Plicht om te zorgen en verantwoordelijkheid nemen voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Alsmede de plicht om geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe te passen (artikel 1:247 lid 2 BW). Lees ook: Wat wordt verstaan onder de ‘optimale-ontwikkel-plicht’?
- Plicht om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen (artikel 1:247 lid 3 BW). Lees ook: De kind-ouder band bevorderen. Wat is dat? Plicht om het recht op familieleven van het kind te respecteren (artikel 8 EVRM).
- Plicht om na scheiding ‘gelijkwaardig ouderschap’ te bevorderen (artikel 1:247 lid 4 BW). Lees ook: Wat is een gelijkwaardige verzorging na scheiding?
- Plicht om de andere ouder informatie over het kind te verstrekken. Lees: V&A: Informatieplicht: Hoeveel informatie mag ik verwachten?
- Plicht om de andere ouder te consulteren bij belangrijke beslissingen over het kind. Lees: V&A: Consultatieplicht: Moet mijn ex mij raadplegen?
- Plicht tot waarborgen vrijheid en veiligheid van het kind (artikel 5 lid 1 EVRM en artikel 9 lid 1 EVRM).
- Plicht tot waarborgen vrijheid van meningsuiting van het kind (artikel 10 EVRM en artikel 13 IVRK).
- Plicht tot het opvolgen van een schriftelijke aanwijzing (artikel 1:263 lid 2 BW). Lees ook: V&A: Wat is een schriftelijke aanwijzing?
Let op! Dit is een globaal overzicht van de belangrijkste rechten en plichten die relevant zijn voor onze praktijk. Er zijn nog meer rechten die direct en indirect voortvloeien uit wet en verdragen. Daarnaast zijn er nog rechten en plichten die indirect voortvloeien uit gerechtelijke interpretaties van de bepalingen.
Lees ook dit
- V&A: Wat is gezamenlijk ouderlijk gezag?
- V&A: Welke rechten en plichten heeft een vader zonder gezag?
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Bijgewerkt: 14 februari 2025
Gezamenlijk ouderlijk gezag betekent samengevat dat 2 ouders gezamenlijk officiële handelingen namens het kind mogen verrichten voor zolang het kind ‘onder gezag’ staat. Er is feitelijk sprake van elk 50% gezag. Dit betekent dat één ouder dus niet bevoegd is, acute noodsituaties uitgezonderd. Met het gezamenlijk gezag komen specifieke rechten én plichten. Zowel naar het kind als naar de andere ouder.
Wordt het kind geboren uit een wettelijke verbintenis, dan ontstaat het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte van het kind. Is het kind geboren uit een ‘affectieve relatie’, dan komt sinds 1 januari 2023 gezamenlijk gezag tot stand met de erkenning door de vader van het kind.
Zie voor de rechten en plichten van gezaghebbende ouders ook: Wat is ouderlijk gezag? Hierna worden slechts de rechten en plichten behandeld die specifiek zien op de gezamenlijkheid. De overige plichten van ouders die alleen het gezag hebben, gelden dus onverminderd.
Rechten van de ouder met gezamenlijk ouderlijk gezag
- Het recht om een geschil over de uitoefening van het ouderlijk gezag voor te leggen aan de bevoegde rechter (artikel 1:253a BW). Dit omvat enkele specifieke onderdelen zoals, verdeling van de zorg, het hoofdverblijf, informatie en consultatie.
- Het voeren van het bewind over het vermogen van de minderjarige, ook alleen, mits de andere ouder daartegen geen bezwaar heeft (artikel 1:253i lid 1 BW).
Plichten van de ouder met ouderlijk gezag
- De plicht om na scheiding ‘gelijkwaardig ouderschap’ te bevorderen (artikel 1:247 lid 4 BW). Lees ook: Wat is een gelijkwaardige verzorging na scheiding?
- De plicht om mee te werken aan het aanpassen van de afspraken indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd (artikel 1:247 lid 5 BW).
- Plicht om mee te werken aan het opstellen van een ouderschapsplan (artikel 1:247a BW).
- Het informeren en consulteren van de andere ouder met het ouderlijk gezag over aangelegenheden die betrekking hebben op het kind.
Let op! Dit is een globaal overzicht van de belangrijkste rechten en plichten die relevant zijn voor onze praktijk. Er zijn nog meer rechten die direct en indirect voortvloeien uit wet en verdragen. Daarnaast zijn er nog rechten en plichten die indirect voortvloeien uit gerechtelijke interpretaties van de bepalingen.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. Is procederen onvermijdelijk? Ontdek onze kostenbesparende 'litigation support'. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen. We zijn landelijk actief.
Heb je een vraag waarop het antwoord ook voor anderen relevant kan zijn en mis je hem in dit overzicht?
Mail hem als suggestie naar team@fiduon.nl.
Lees nog veel meer over deze onderwerpen in onze thema’s en specials. Die vind je via het kennisbank-hoofdmenu of op deze overzichtspagina.