Erkenning Thema

Bijgewerkt: 23 maart 2025 | Wetsingang: artikel 1:204 lid 3 BW | Leestijd: 27 minuten

Ben je voor of na de geboorte van je kind uit elkaar gegaan en kan je als biologische vader je kind niet erkennen? Dan is het in beginsel mogelijk om alsnog je kind te erkennen door de rechter vervangende toestemming te vragen. Dit is ook mogelijk niet-biologisch ouders die een kind hebben gekregen met behulp van een Donor.

Het erkennen van je kind is zeer belangrijk voor je rechtspositie en ook toekomstige vooruitgang voor wat betreft omgang en gezag. Wacht hier dan ook niet te lang mee. Dien binnen 3 maanden nadat je aan de moeder kenbaar hebt gemaakt dat je wilt erkennen een verzoekschrift vervangende toestemming tot erkenning in. Handel je te traag dan kán het ertoe leiden dat de moeder een ander je kind laat erkennen.

Het zachte toetsingskader van de rechter maakt de uitkomst van een verzoek tot vervangende toestemming tot erkenning onzeker. De uitkomst is in de meeste gevallen ook afhankelijk van het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en de Bijzondere Curator.

Je kind door een ander erkend?
Mocht iemand je kind met toestemming van de moeder al hebben erkend, dan is het niet altijd zeker dat je alsnog in staat zult worden gesteld om je kind te erkennen. Lees hier hoe je de eerdere erkenning ongedaan kunt laten maken. Slechts onder specifieke omstandigheden kan die erkenning dan worden vernietigd. Lees deze uitspraak van Rechtbank Den Haag voor een voorbeeld waarin de biologisch vader niet succesvol was.

Mocht dit aan de orde zijn, dan is het overigens gebruikelijk om een gecombineerd verzoek in te dienen bij de rechter, waarin eerst vernietiging van de eerdere erkenning wordt verzocht en een opvolgend verzoek voor vervangende toestemming tot erkenning.

Wil je erkennen (al dan niet met tussenkomst van de rechter), let dan goed op op de wijze waarop je communiceert met de moeder. Vermijd strijd, ook met het umfeld van moeder. Documenteer al je inspanningen goed en stel redelijke termijnen.

Ondervind je bij erkenning al weerstand, dan is er waarschijnlijk nog een lange weg te gaan met mogelijk meerdere rechtszaken. Het beste is om daar vanaf het begin ook naar te handelen.

Mocht je je kind alsnog niet kunnen erkennen? Dan is het nog steeds mogelijk om een omgangsregeling te krijgen, mits je kunt aantonen dat het niet toekennen daarvan bij jezelf mogelijk leidt tot een schending van jouw recht op privéleven (‘private life’) volgens art. 8 lid 1 EVRM. Of dit wordt toegewezen is echter zeer afhankelijk van jouw (positieve) gedragingen voorafgaande aan het verzoek. Hoe meer je je inspant, hoe groter de kans dat het wordt toegewezen.

Voor een succesvol beroep op ‘private life’ is essentieel dat je duidelijk maakt dat contact met en toegang tot je het kind een belangrijk deel betreft van je identiteit. Dit doe je door jezelf toegewijd te tonen aan het ouderschap, dat je je vasthoudend toont om contact met je kind te bewerkstelligen en dat je bijvoorbeeld voorbereidingshandelingen hebt getroffen zoals het inrichten van een kinderkamer, en dat je op tijd het juridische traject inleidt als duidelijk wordt dat het in onderling overleg niet gaat lukken. Lees voor een voorbeeld, deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Ben je een niet-biologisch ouder?
De rechter toetst aan artikel 1:204 lid 4 BW, t.w.:

  • Of je de levensgezel van de biologisch moeder was.
  • Of je hebt ingestemd met de daad die de verwekking tot gevolg had.
  • Of de erkenning in het belang van het kind is.

Als moeder hierover een vraag?
Er kunnen redenen zijn om de biologisch vader niet te laten erkennen. Welke redenen zoal, lees je in het rechtspraakoverzicht onderaan deze pagina onder het kopje: ‘Erkenning afgewezen’. Lees daarnaast ook onze V&A: Kan ik erkenning door vader weigeren? en V&A: Zijn kind genegeerd en ineens wil hij alles. Kan dat?

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.
Lees hierna onze inzichten en voorbeelden van rechterlijke uitspraken in vergelijkbare situaties. Is een rechtszaak onvermijdelijk? Ontdek ook onze kostenbesparende 'litigation support'.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Inzichten

  1. Het uitgangspunt is dat zowel het kind als de biologische vader er aanspraak op hebben dat hun relatie rechtens wordt erkend als een familierechtelijke rechtsbetrekking.
  2. De wettelijke hoofdredenen tot afwijzing van de erkenning zijn dat (i) als dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt of (ii) een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrang komt. In principe wordt van ‘psychische nood’ bij de moeder niet snel uitgegaan zonder medische onderbouwing. Alleen ‘emotionele weerstand’ is onvoldoende. De emotionele gevolgen voor moeder van een verdere ‘rechtenverwerving’ van de juridisch ouder in spé kan ervoor zorgen dat erkenning toch niet wordt toegewezen.
  3. Soms wordt er een (impliciet) beroep gedaan op het zogenaamde ‘stepping-stone-argument’ door de verwerende moeder. Het standpunt is dan dat de vader door de erkenning in een betere omstandigheid komt te verkeren voor verdere rechtenverwerving zoals gezamenlijk gezag of (meer) omgang. Dit punt is behandeld in de conclusie van P.G. mr. F.F. Langemeijer, dat door de Hoge Raad in dit arrest is gevolgd. Hieruit volgt dat het toetsingskader bij (vervangende toestemming voor) erkenning losstaat van het toetsingskader bij gezag en/of omgang en niets zegt over een beslissing over gezag, zorg of omgang.
  4. Psychische indicaties of gedragingen aan de zijde van de biologische vader kunnen van voldoende gewicht zijn om het argument van ‘psychische nood’ bij de moeder aan te nemen.
  5. Het is van groot belang om de termijnen in de gaten te houden. Is er een wens tot erkenning aan de moeder (schriftelijk) overgebracht dan moet het verzoekschrift daartoe binnen 3 maanden volgen.
  6. Het komt voor dat in plaats van een opdracht aan de moeder om te werken aan het (psychisch) leren omgaan met een nieuwe situatie (waarin de biologisch vader heeft kunnen erkennen), er toch tegen erkenning wordt besloten.
  7. Houd er rekening mee dat niet-erkennen uit rancune of om de moeder financieel te raken een contra-indicatie is voor een beroep op ‘private life’.
  8. In beginsel geldt zowel voor de erkenning op zich, als een eventueel beroep op ‘private life’, dat je in een betere uitgangspositie bent als je kunt aantonen dat je altijd in het belang van het kind hebt gedacht en gehandeld en dat de gejuridiseerde verhouding met de moeder (min of meer) buiten jouw schuld is ontstaan.
  • Hoe en wanneer de verwekker kenbaar gemaakt heeft dat deze het kind (alsnog) wil erkennen.
  • Hoeveel tijd er is verstreken tussen het eerste moment van het kenbaar maken van de wens tot erkenning aan de moeder en het indienen van het verzoekschrift. (3 maandstermijn!)
  • In hoeverre vast staat dat de man die wil erkennen echt de biologische vader is.
  • De leeftijd van het kind.
  • Indien een ander dan de verwekker al heeft erkend met toestemming van de moeder, onder welke omstandigheden deze erkenning tot stand is gekomen.
  • In hoeverre de verwekker eerder wel toestemming heeft verleend aan de erkenning door een ander.
  • In hoeverre de erkenning de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt.
  • In hoeverre een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrang komt met de erkenning.

Soms zien we legitieme redenen waardoor een moeder (nog) niet heeft ingestemd met de erkenning van het kind door de verwekker. Dat zijn dan bijvoorbeeld situaties waarin huiselijk geweld van de vader naar de moeder heeft plaatsgevonden.

Regelmatig zien we echter ook tactisch gedrag van de moeder zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hierin tracht de moeder de erkenning door de biologisch vader te voorkomen door een ander (haar partner) het kind te laten erkennen. Wat de rechtspraak in dit soort situaties nog onvoldoende oppikt is wat dit gedrag zegt over de aannemelijkheid dat de moeder zich – na het wél aan de biologisch vader toekennen van vervangende toestemming het kind te erkennen – zal houden aan de verplichtingen die samenhangen met de ouderlijke verantwoordelijkheid, zoals de plicht om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen, de informatie- en consultatieplicht en de plicht om een normale ouderschapsrelatie met de andere ouder te bewerkstelligen.

Een beslissing zoals in de genoemde uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden om de vader vervolgens (nog) geen ouderlijk gezag toe te kennen, is feitelijk een beloning van dit soort niet-welwillend gedrag. De rechtspraak zou in haar beslissingen hoge gedragsnormen moeten neerleggen voor moeders die dit gedrag vertonen, zeker indien zij in zo een situatie eenhoofdige beslissingsmacht houden. Dit gebeurt nu onvoldoende en is o.i. een ontwikkeldoel voor de rechtspraak.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Rechtspraak

Je leest een selectie. Deze wordt regelmatig bijgewerkt. Meer uitspraken of research nodig? Contact ons voor hulp.

Erkenning toegestaan

Een biologisch vader wil zijn kind erkennen. Na de geboorte heeft hij op allerlei wijze kenbaar gemaakt aan de moeder dat hij zijn kind zoals elke vader gewoon wil verzorgen en opvoeden. De moeder werkt echter niet mee. De vader start een procedure teneinde vervangende toestemming te krijgen van de rechter.

De moeder verweert zich met het argument dat onrust en stress bij de moeder als gevolg van de erkenning de belangen en het kind zullen schaden. De rechtbank gaat hierin echter niet mee omdat het (kennelijk) feitelijk niet meer is dan ‘emotionele weerstand’, hetgeen onvoldoende is. De vader mag zijn kind daarom erkennen.

De vader wil ook omgang en gezamenlijk gezag. Deze beslissingen worden echter aangehouden in afwachting van een hulpverleningstraject BOR 2 en/of de vader het kind daadwerkelijk erkent.

Volledige uitspraak

Een biologisch vader wil zijn kind erkennen nadat hij de eerste 8 jaren in het leven van het kind niet betrokken is geweest. Omdat ze er onderling niet uitkomen maakt de vader kenbaar aan de moeder een juridisch traject te zullen gaan starten. 4 Dagen daarna laat de moeder haar partner die met haar samenwoont, en die eveneens voor haar kind zorgt, haar kind erkennen onder gelijktijdige toekenning van het ouderlijk gezag.

Volgens het hof is in deze zaak sprake van een zogenaamde ‘voorwaardelijke toestemming tot erkenning door de partner’ zoals bedoeld in deze uitspraak van de Hoge Raad. De voorwaardelijke toestemming heeft alleen gevolg als de vervangende toestemming (door de biologische vader) na een definitieve uitspraak door de rechter is geweigerd. Volgens het hof is hiervan sprake. Vervolgens verleent het hof de biologische vader vervangende toestemming het kind te erkennen. et verzoek van de vader om eveneens het ouderlijk gezag te krijgen wordt evenwel afgewezen.

Volledige uitspraak

Een vader wil zijn kind erkennen start een procedure voor vervangende toestemming. Omdat de moeder niet meewerkt, gelast de rechtbank een DNA-onderzoek. De moeder werkt echter andermaal niet mee.

De rechtbank beslist tot het toekennen van het verzoek tot vervangende toestemming van vader. De vader heeft voldoende concrete omstandigheden aangevoerd op basis waarvan aannemelijk is dat hij de verwekker van het kind is. Ook stelt de rechtbank, zoals verzocht door vader, een informatieregeling vast.

Volledige uitspraak

Een vader en een moeder hebben een kind van 2 jaar en de relatie eindigt terwijl de moeder zwanger is van de tweede. De vader heeft het eerste kind erkend en hij heeft omgang met hem. De moeder wegert echter erkenning van het tweede kind door vader omdat ze stelt dat de erkenning haar in een ‘onevenwichtige toestand’ brengt (wat ze echter niet aantoont).

Het hof verleent vader daarom vervangende toestemming echter stelt een zeer summiere voorlopige omgangsregeling vast van 1 uur per week bij de moeder thuis, waarbij de moeder op de achtergrond aanwezig is.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Als gevolg van de weerstand van moeder tegen de erkenning in combinatie met dat ze in beide zaken niets ‘steekhoudends’ naar voren brengt sorteert deze situatie o.i. voor op een situatie van ouderverstoting in de toekomst. O.i. zou gemonitored moeten worden in hoeverre ouders zich aan de ouderschapsnormen houden met specifieke aandacht voor de plicht van moeder, als ouder met het eenhoofdig gezag, om de banden van haar zoon met de vader te bevorderen.

Een vader en een moeder scheiden terwijl een kind hebben en daarnaast een kind op komst hebben. De vader heeft het eerste kind erkend/kunnen erkennen. Moeder voert verweer tegen de erkenning van het tweede kinderen. Daarvoor voert ze onder meer aan dat vader haar zou bedreigen en dat vader daarvoor strafrechtelijk veroordeeld zou zijn. Ook zou vader haar samengevat veelvuldig lastigvallen. De vader voert aan dat hij is vrijgesproken van de bedreiging en voert ook aan dat hij slechts tweemaal met de moeder contact heeft gezocht.

Het hof ziet in het geheel niet dat moeder in een onevenwichtige toestand zou komen te verkeren en bekrachtigt de rechtbankuitspraak waarbij vader in eerste instantie al vervangende toestemming had gekregen. Het ‘stepping-stone’-argument dat moeder aanvoert wordt ook gepasseerd.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Het is een uitspraak als velen waarbij aantijgingen kennelijk niet/onvoldoende worden gesubstantieerd. De vraag die ook opkomt is waarom het hof artikel 21RV niet van stal heeft gehaald. Moeder vertelt kennelijk opzettelijk onwaarheden over vader (dat deze strafrechtelijk veroordeeld zou zijn). Dit had het hof ook kunnen aangrijpen om gewoon een beslissing te nemen zoals het hof goeddunkt (t.w. bekrachting). Dit gedrag is wat ons betreft een rode vlag voor de welwillendheid van moeder.

Erkenning afgewezen

Een vader wil zijn kind erkennen. Er is echter sprake geweest van bedreiging en staking van moeder. Momenteel verblijft de vader ook in de gevangenis.

Na de rechtbank vindt ook het gerechtshof het gedrag van de vader naar de moeder zo ernstig dat er sprake is van ‘meer dan emotionele weerstand’ en wijst ook het hof het verzoek van de vader om hem vervangende toestemming te verlenen af.

Volledige uitspraak

Ondanks dat de vader wel aanwezig was bij bijvoorbeeld de bevalling en wordt geconcludeerd dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekkig/family life tussen zijn kind en hem, kan hij toch zijn kind niet erkennen, krijgt hij geen ouderlijk gezag en ook geen omgangsregeling. Dit is samengevat het resultaat dat hij ‘onbetrouwbaar’ is gebleken, de moeder stalkte, voor financiële problemen zorgde en ook een strafrechtelijk verleden had. De moeder had angst voor de vader en dit kwam de rechtbank als reëel voor.

Volledige uitspraak

Een vader heeft 2 kinderen met de moeder. De oudste heeft hij met toestemming van de moeder erkend. Voor de jongste geeft de moeder echter geen toestemming, De vader verzoekt vervangende toestemming om ook zijn tweede kind te erkennen. Dit wordt echter zowel bij de rechtbank als bij het gerechtshof afgewezen.

Eén van de bepalende overwegingen van het hof: “Vaststaat dat de kinderen in voor hen ongunstige en onveilige omstandigheden zijn opgegroeid en nog steeds in onrustige omstandigheden verkeren. De man heeft een uitgebreid strafblad; hij is (onder meer) voor geweldsdelicten en voor drugshandel veroordeeld en heeft als gevolg daarvan in detentie verbleven. Daarnaast is de man wegens belaging (stalking) van de vrouw, door de strafkamer van dit hof op 12 april 2022 (in hoger beroep van een vonnis van de politierechter van 23 juni 2021) veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met als bijzondere voorwaarde een contact- en locatieverbod met de vrouw gedurende de proeftijd van drie jaar. De man heeft niet weersproken dat hij, ondanks het aan hem opgelegde contactverbod, toch contact met de vrouw heeft gezocht.

Volledige uitspraak

Een vader, die aantoonbaar de verwekker is, wil zijn kind van 7 jaar erkennen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst dit echter af. Hof Den Bosch bekrachtigt deze beslissing, mede op advies van de benoemde bijzondere curator. Er is sprake geweest van bedreiging, stalking en diskwalificatie van moeder door vader. Vader toont samengevat geen inzicht in de impact van zijn gedrag op zowel moeder als zijn kind. Gedrag dat het hof zowel voor als tijdens de mondelinge behandeling zelf heeft kunnen waarnemen.

Volledige uitspraak

Een vader wil zijn kind van 7 jaar erkennen. De Haagse rechtbank wijst dit echter af. De vader had dit eerder kunnen doen. Een beroep op dat hij een verslavingsverleden had, op straat leefde en nu zijn leven gebeterd heeft slaagt niet. De moeder heeft geen misbruik gemaakt van haar bevoegdheid om haar partner kort na indiening van haar verweerschrift haar kind te laten erkennen.

Volledige uitspraak

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Meer verdiepen?