Bijgewerkt: 6 augustus 2025
Kinderen vanaf globaal een jaar of 8 hebben een zogenaamde ‘informele rechtsingang’. Daarnaast kunnen kinderen door de rechter gehoord worden. Er is een trend om kinderen een grotere en ook steeds jonger een rol te geven in gerechtelijke procedures die over hen gaan. Enerzijds is dit een goede ontwikkeling, anderzijds levert (uitoefening van) dit recht ook loyaliteitsdruk op voor het kind.
De informele rechtsingang
De wet geeft op enkele punten kinderen van 12 jaar en ouder een zogenaamde ‘informele rechtsingang’. Het kind kan dan zelf een brief sturen naar de rechter om een beslissing te vragen over:
- Wie van de ouders gezag heeft (art. 1:251a lid 4 BW).
- Hoe de omgang/zorg verdeeld is (art. 1:377g BW i.s.m. artikel 1:377a BW en 1:377e BW bij een onderling overeengekomen zorgverdeling).
- Hoe en welke informatie wordt verstrekt (art. 1:377g BW i.s.m. artikel 1:377b BW).
- Het benoemen van een bijzondere curator (art. 1:250 BW).
De hierboven genoemde onderwerpen zijn limitatief. Dit betekent dat alleen dit soort onderwerpen via de informele rechtsingang aan de rechter kunnen worden voorgelegd. Andere beslissingen, zoals bijvoorbeeld een (vervangende toestemming) schoolkeuze, kunnen niet langs deze weg door het kind worden voorgelegd. Deze zaak was bijvoorbeeld aan de orde in deze uitspraak van Gerechtshof Den Haag. Tot slot kan het kind ook niet de erkenning ter discussie stellen, zoals blijkt uit deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.
In een uitzonderlijke zaak verklaarde de voorzieningenrechter van rechtbank Amsterdam in deze uitspraak een kind van 17 jaar wél ontvankelijk in haar verzoek tot vervangende toestemming voor een vakantiereis naar het buitenland. De essentie hiervan was dat het minderjarige kind in principe vertegenwoordigd moest worden door haar wettelijke vertegenwoordiger. Nu deze een tegengesteld belang had én er geen tijd zou zijn voor benoeming van een bijzondere curator, zou dit betekenen dat het kind het recht op toegang tot de rechtspraak zou worden ontzegd, hetgeen in strijd is met artikel 3 IVRK. Dit gegeven i.c.m. een gebrek aan legitieme bezwaren tegen de reis, leidde tot het oordeel dat het kind wel vervangende toestemming kreeg via de informele rechtsingang.
Het belang van het kind een overweging van eerste orde (artikel 3 IVRK)
Wordt een situatie door het kind aan de rechter voorgelegd, dan beslist deze op basis van alle feiten en omstandigheden, waarbij het belang van het kind ‘een overweging van eerste orde’ is. Zo wordt ook aan beide ouders in principe gevraagd wat zij van het verzoek van het kind vinden. Het kan gebeuren dat de rechter het verzoek van het kind toewijst, gedeeltelijk toewijst/afwijst of geheel afwijst. Dat laatste was bijvoorbeeld aan de orde in deze uitspraak van Rechtbank Gelderland en deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Verder kan er ook een ‘verwijzing’ volgen naar vrijwillige hulpverlening voor de ouders. Dit was aan de orde in deze uitspraak van Rechtbank Overijssel.
Ook voor kinderen jonger dan 12 jaar
Zelfs kinderen jonger dan 12 jaar kunnen een informele rechtsingang gebruiken. De rechter beoordeelt dan ook of het kind ‘in staat is om zijn/haar eigen belangen te waarderen en te verwoorden’. Voorbeelden van rechtspraak rondom de “eigen rechtsingang” voor kinderen jonger dan 12 jaar kun je bijvoorbeeld lezen in de onderstaande uitspraken:
- Een 10 jarige die de rechter een aanpassing van de omgangsregeling met zijn vader verzocht.
- Een 8 jarige die de rechter verzocht om niet meer naar zijn vader te hoeven.
Natuurlijk is het wel zo dat naarmate het kind ouder is, steeds meer waarde wordt gehecht aan zijn/haar mening. Gezaghebbende ouders dienen ook rekening te houden met een toenemende mondigheid van het kind en hun toenemende behoefte zich naar eigen inzicht te ontwikkelen.
Kenbaar maken op elke wijze. Er zijn bovendien geen eisen wat betreft de inhoud.
Het kind kan een brief naar de rechter schrijven, een email zenden, maar ook gewoon met de rechtbank bellen bijvoorbeeld om het te starten. Afgezien dat duidelijk is wie het kind is en hoe het kind bereikbaar is, is in principe voldoende.
Extra aandacht voor beïnvloeding door een ouder
We zien de informele rechtsingang vooral ingezet worden in situaties waarin er al rechtszaken zijn gevoerd tussen de ouders. Dat een kind een informele rechtsingang kiest is daarom vooral een teken van het (blijvend) falen van de (gezamenlijke) ouderlijke verantwoordelijkheid.
De indirecte vraag die de rechter natuurlijk moet beantwoorden is in hoeverre het verzoek van het kind werkelijk op basis van de vrije wil van het kind tot stand is gekomen. Anders gezegd; in hoeverre een ouder daarin heeft gestuurd of een bepalende rol heeft gehad. In deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland bijvoorbeeld legt de rechter de verzoeken van het kind over omgang en gezag naast zich neer omdat deze kennelijk zijn overgeschreven, aldus de rechter.
Starten van de informele rechtsingang ‘op elk moment’, in principe
In beginsel kan een minderejarige op elk moment een informele rechtsingang kiezen door een brief te verzenden, ook bijvoorbeeld wanneer er een hoger beroep dient in een zaak tussen beide ouders die een gelijk doel dient, aldus de Hoge Raad in deze uitspraak.
Soms echter is wat het kind vraagt al onderwerp geweest van een eerdere rechtszaak, zoals over gezamenlijk gezag. Deze beslissing kan dan niet terzijde worden geschoven op basis van een vraag van de kinderen via een informele rechtsingang, aldus Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in deze uitspraak.
Ook hoger beroep is mogelijk
Leidt de informele rechtsingang bij de rechtbank tot een (deel-)beschikking, dan is hoger beroep tegen die beschikking ook mogelijk. Het kind heeft dan opnieuw een informele rechtsingang, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Geen procesreglement en verschillende ‘protocollen’ per gerecht; druk op rechtsbescherming ouders
De rechtsbescherming en de processuele aspecten rondom de informele rechtsingang voor ouders zijn (nog) niet geformaliseerd. Daarnaast is het proces tussen de rechtbanken niet uniform. We zijn van mening dat er voor de informele rechtsingang een uniform processchema moet komen, zoals dat er in de vorm van het procesreglement voor bijvoorbeeld verzoekschriftprocedures wel is.
Aan ouders die een uitnodigingsbrief krijgen voor een zitting wordt bijvoorbeeld geen uitleg gegeven over de gronden, althans niet verder dan benoeming van het hoofdonderwerp; bijvoorbeeld omgang – en/of gezag. Ook staat er niets over het al dan niet meenemen of verplicht zijn van een advocaat.
Als ouder zou je er in beginsel van uit mogen gaan dat de rechter tijdens op op basis van de eerste zitting niet zomaar ‘grote definitieve beslissingen’ neemt, zonder de ouders in de gelegenheid te stellen hiervan wat te vinden en nader bewijs in te te dienen en eventueel zelf verzoeken te doen. Rechters vragen ook wel of een ouder de verzoeken van het kind wil ‘overnemen’. De informele rechtsingang evolueert in een situatie van gezamenlijk gezag dan naar een zogenaamde artikel 1:253a BW procedure (geschillenregeling), waarna de ‘normale procesregels’ gaan gelden. Wil je als ouder je schriftelijk verweren en/of zelf verzoeken, dan heb je een advocaat nodig.
Dat de rechter in beginsel geen ‘grote definitieve beslissingen’ neemt in/na een eerste zitting na een informele rechtsingang wil niet zeggen dat er niet wel ‘voorlopige beslissingen’ kunnen worden getroffen door de rechter. Deze kunnen een enorme impact hebben, zeker wanneer deze voorlopige beslissing inbreekt op een vastgestelde en lopende omgang. Dit aspect vormt ook het grootste bezwaar tegen de informele rechtsingang.
Als ouder krijg je pas op de zitting te horen wat je kind heeft aangegeven. Hierdoor kan het moeilijk zijn om hierop goed te reageren. Er kunnen voorlopige beslissingen worden genomen die een nieuwe situatie creëren, die wel degelijk effecten voor de lange termijn kunnen hebben.
Gezien de standpunten die we ingenomen zien worden is het o.i. overigens waarschijnlijk dat tenminste één ouder wél op de hoogte is van de inhoud van wat het kind naar de rechtbank heeft gezonden. Ook dit ondermijnt o.i. de rechtsbescherming van de ouder die daaraan primair onderworpen is omdat die zich pas op zitting inhoudelijk kan verweren en zich ook niet inhoudelijk kan voorbereiden op de door het kind (in afstemming met de andere ouder) ingenomen standpunten.
Informele rechtsingang / volgt wens kind
Informele rechtsingang / volgt wens kind niet
Het recht om gehoord te worden
Afgezien van de informele rechtsingang is er ook nog het recht van het kind om gehoord te worden (art. 12 IVRK en art. 809 Rv).
Kinderen van 8 jaar en ouder (voor 1 januari 2025 12 jaar en ouder) worden in de gelegenheid gesteld hun mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken wanneer een gezagsvoorziening, een omgangsregeling, een informatie- of consultatieregeling of een regeling omtrent de verblijfplaats wordt gevraagd. In zaken waarin alleen kinderalimentatie wordt gevraagd, kunnen kinderen van zestien tot achttien jaar in beginsel hun mening schriftelijk geven.
Dit ‘horen’ is alleen aan de orde als de ouders een procedure aanhangig maken over zaken die het kind rechtstreeks aangaan. Zo worden kinderen in zaken over bijvoorbeeld partneralimentatie niet gehoord.
Het is ook niet zeker dat aan de stem van het kind enig gewicht wordt toegekend. Zo overwoog Rechtbank Den Haag en deze uitspraak dat niet te doen omdat het kind zich in een loyaliteitsconflict bevond. Deze uitspraak is gevolgd door deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin het hof besloot om een kind van 10 jaar niet te horen omdat er sprake zou zijn van parentificatie en loyaliteitsproblemen.
Enkele waarschuwende woorden
Voor ouders die de informele rechtsingang en/of het horen mogelijk als oplossing zien om het kind de hete kolen uit het vuur te laten halen de volgende waarschuwing: Het het kind aanzetten om actief zelf een standpunt in te nemen richting de rechter kan tegen je werken omdat je hiermee feitelijk het kind tussen jou en de andere ouder in plaatst. Dit is een vorm van kindermishandeling. Je kunt ervan uitgaan dat de rechter scherp zal zijn op mogelijke indicaties van een beïnvloedende ouder.
Wist je dit?
Lees ook dit
- Overheidsinformatie voor het kind over het kindgesprek.
- Rapport WODC over de procespositie en het hoorrecht van kinderen.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Opinie
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.
