Bijgewerkt: 3 oktober 2025 | Leestijd: 6 minuten
In het kort: De kritiek op MASIC in delen één en twee van deze reeks is fundamenteel. Dit hoeft niet te betekenen dat er geen plaats is voor een instrument dat (ex-)partnergeweld uitvraagt, wel dat hervorming noodzakelijk is. Dit derde deel presenteert een concreet, rechtvaardig model voor het gebruik van MASIC, gebaseerd op o.m. artikel 3 IVRK en artikel 6 EVRM. De kern is dat MASIC als startpunt kan dienen voor een open proces dat ultimo onder regie van de rechter komt, waarbij de rechtspositie van ouders wordt versterkt en de feitenvaststelling wordt verbeterd. Dit model beëindigt de huidige praktijk van gesloten interviews en open verslaglegging en transformeert MASIC tot een instrument dat bijdraagt aan een rechtspleging die daadwerkelijk in het belang van het kind is.

De kern van het voorstel: MASIC als aanleiding voor een ‘openbaar’ partijdebat

Dit model is in ontwikkeling.

Het huidige gebruik van MASIC kenmerkt zich door geslotenheid: een verslag met conclusies komt (via de vrije bewijsleer) bij de rechter terecht, vaak zonder dat ouders de volledige onderliggende antwoorden kennen of hier adequaat op kunnen reageren. Dit voorstel draait dit principe om.

  • MASIC als verzameling van standpunten, niet als oordeel: De MASIC-afname resulteert niet in een verslag met conclusies, maar in een neutrale letterlijke weergave van de door elke ouder gegeven antwoorden, inclusief zichtbaar de nadien aangebrachte correcties en aanvullingen. Het instrument fungeert puur als gestructureerde methode om de percepties en standpunten van beide ouders in kaart te brengen.
  • Volledige en onmiddellijke openlegging: direct na vastlegging worden de letterlijke goedgekeurde antwoorden van beide ouders gelijktijdig en volledig aan de wederpartij (en diens advocaat) geopenbaard. Er is geen ruimte voor verrassingen; alle informatie is direct voor iedereen inzichtelijk.
  • Het recht op een uitgebreide inhoudelijke reactie: na openlegging krijgen beide ouders (bijgestaan door hun advocaat) de wettelijk gegarandeerde gelegenheid om een schriftelijke reactie (zienswijze) te formuleren. In deze reactie kunnen zij:
    • Reageren op de antwoorden van de andere ouder.
    • Tegenspraak aanbrengen en context geven.
    • Aanvullend bewijs overleggen dat bepaalde stellingen weerlegt of relativeert.
    • Aanvullend bewijs verlangen van de standpunten van de andere ouder.
  • Beoordeling door de Rechter (en eventueel de Raad): het complete dossier – bestaande uit de MASIC-antwoorden en de wederzijdse reacties – wordt aan de rechter voorgelegd. De rechter (en in de adviesfase de Raad voor de Kinderbescherming) krijgt zo een rijk beeld dat veel meer substantie geeft aan het partijdebat. Het stelt de rechter in staat om gericht door te vragen op de punten waar de antwoorden sterk uiteenlopen, waar ouders juist of onjuist (artikel 21 Rv) verklaard hebben of nadere vragen moeten worden beantwoord (artikel 22 Rv) of deskundigenonderzoek moet plaatsvinden (artikel 186 lid 1 Rv). Het herstelt de regie daar waar deze thuishoort: bij de rechter, en niet bij personen wier opleiding niet is gericht op het produceren van stukken voor een juridische context.

Juridische verankering: IVRK, EVRM en zorgvuldigheid

Dit model is geen vrijblijvende suggestie; het is een logisch uitvloeisel van bestaande juridische principes.

  • Artikel 3 IVRK: Het belang van het kind eist een zorgvuldige beslissing. Een beslissing die tot stand komt na een open partijdebat, waarin alle standpunten volledig zijn gehoord en weerlegd kunnen worden, is per definitie zorgvuldiger dan een beslissing op basis van een gesloten, niet-getoetst verslag.
  • Artikel 6 EVRM: Het waarborgt de “equality of arms” en het recht op een effectieve verdediging. Ouders worden niet verrast door een afgesloten oordeel, maar kunnen actief deelnemen aan de feitenvaststelling.
  • Artikel 8 EVRM: Vereist dat de overheid effectieve maatregelen neemt om het gezinsleven te respecteren. Procedures die de rechtsbescherming van ouders uithollen, zijn hiermee in strijd.
  • Artikel 21/22 Rv i.c.m. het nieuwe bewijsrecht: de noodzaak voor procespartijen om feiten volledig en naar waarheid naar voren te brengen en de mogelijkheid voor de rechter om door te vragen en nadere informatie te verzoeken, én consequenties te verbinden aan het niet-naleven van die verplichting.
  • Artikel 49 en 51 Verdrag van Istanbul: benadrukken de noodzaak van onpartijdige en effectieve procedures. Een systeem dat valse beschuldigingen mogelijk maakt, schaadt het vertrouwen in die procedures en victimiseert het slachtoffer opnieuw. Het recht op verdediging tegen dergelijke beschuldigingen vereist inzicht in de standpunten.

Een oproep aan de praktijk: kader MASIC in het juridisch partijdebat

De implementatie van dit model vraagt een mentaliteitsverandering bij alle betrokken partijen.

  • Voor rechters en de Raad: Zie de MASIC niet als een kant-en-klaar oordeel, maar als de start van een te voeren debat. Eis van partijen dat de antwoorden worden opengelegd en stimuleer de uitwisseling van zienswijzen.
  • Voor Advocaten: Benut deze procedurele ruimte ten volle. Dring aan op volledige openbaarmaking en help uw cliënt een gedegen, onderbouwde reactie te formuleren.
  • Voor beleidsmakers en beroepsgroepen: Creëer richtlijnen en protocollen. Verbied de productie van interpreterende MASIC-verslagen en verplicht tot openbaarmaking van de ruwe antwoorden in het belang van het kind.

Conclusie: van gesloten oordeel naar open proces

De kracht van een rechtsstaat schuilt in openheid en tegenspraak. Dit voorstel haalt de MASIC uit de schaduw van onbekende expertises, belangen en bias (a.k.a. een black box) en plaatst hem in het volle licht van het open partijdebat. Het beschermt welwillende ouders tegen ongefundeerde conclusies, geeft de rechter betere informatie en dient daarmee uiteindelijk het belang van het kind: een beslissing die op zorgvuldige en eerlijke wijze tot stand is gekomen. Het is tijd om MASIC te hervormen van iets dat de rechtsstaat ondermijnt, naar een instrument voor helderheid.

Naschrift: Voor situaties waarin aantoonbare extreme onveiligheid speelt

Dit model is in ontwikkeling.

Voor situaties waarin het model van openbaarmaking ten behoeve van een ‘open partijdebat’ – om gegronde redenen – te risicovol wordt geacht, bijvoorbeeld bij concrete aanwijzingen voor ernstig fysiek geweld, dreiging met wraakacties, of een reëel gevaar voor hertraumatisering van het slachtoffer, dient een alternatief paraat te liggen dat eveneens de objectiviteit en rechtsbescherming beter waarborgt. Een beknopt verslag zou dan in de basis wel moeten kunnen.

Het spreekt voor zich dat voor de rechter het integrale MASIC-dossier wél open dient te liggen, teneinde bijvoorbeeld te kunnen controleren of aan artikel 21 Rv wordt voldaan. Teneinde de rechtsbescherming van partijen te waarborgen biedt de inzet van een deskundigenbericht op grond van artikel 186 lid 1 Rv uitkomst. Bij deze variant worden de ruwe MASIC-antwoorden van beide ouders strikt geanonimiseerd (inclusief het geslacht van de ouder) en voorgelegd aan een onafhankelijke, door de rechter aangestelde deskundige. Deze deskundige, die niet bekend is met de identiteiten, analyseert uitsluitend de gedragspatronen in de antwoorden. Het rapport wordt vervolgens onderdeel van de processtukken.

Dit mechanisme is geen vervanging van openheid, maar een uiterst zorgvuldig correctiemiddel voor de allermeest extreme gevallen. Het stelt de rechter in staat om, ook bij hoogoplopende en potentieel gevaarlijke conflictsituaties, een onbevooroordeeld tweede oordeel in te winnen over de kern van de zaak, waarbij de fysieke of psychische veiligheid van de betrokkenen gewaarborgd blijft.

Meepraten?

Deelnemen aan discussie over dit onderwerp kan op Linkedin. Reageer je liever niet publiek via Linkedin, stuur dan een email naar team@fiduon.nl o.v.v. De toekomst van MASIC: Een model voor transparantie en rechtvaardige feitenvaststelling.

Wist je dit?

Fiduon is een nationaal actieplan gestart. Het doel: verbetering van de rechtsbescherming van kinderen bij 'zorgen'. We hebben een stip op de horizon gezet: dat ná 2027 een minderjarig kind alleen nog 'uit contact met een ouder gaat' nadát een rechter heeft bepaald dat dit in het belang van het kind is. Dit is nu verre van vanzelfsprekend. Het actieplan richt zich op alle situaties van contactverlies (gegrond en niet-gegrond). Lees alles over dit initiatief en verspreid het pamflet via je socials!
💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact met ons op.

Lees ook dit

Meer opinie

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:

Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.