Bijgewerkt: 4 oktober 2025 | Leestijd: 6 minuten
In het kort: Dit artikel is een vervolg op het eerdere betoog voor integrale digitale bewijsvoering in het familierecht. Waar deel 1 pleitte voor de principiële keuze voor exports en analyse, wordt in dit artikel de volgende stap geconcretiseerd: het hoe. Hoe kan de rechter, ondersteund door forensische experts, de waarheid ontleden uit de complexe werkelijkheid van digitale communicatie? Het voorstel: een kader voor een projustitia-onderzoek, uitgevoerd door het NFI en NIFP, dat de feitenvaststelling kan transformeren.

De volgende stap: van principe naar praktijk

De oproep om integrale digitale exports als standaard te omarmen is fundamenteel, maar roept een praktische vraag op: wat doen we met deze schat aan data? De rechter is een jurist, geen data-analist. De overvloed aan berichten, e-mails en logbestanden kan even overweldigend zijn als de selectieve screenshot. De oplossing ligt in het gestructureerd inzetten van gespecialiseerde expertise. Net zoals in het strafrecht een forensisch onderzoek wordt ingesteld, kan in complexe familierechtzaken een projustitia-onderzoek door het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) en het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) de brug slaan tussen ruwe data en juridische toetsing.

Dit onderzoek kent twee complementaire sporen, die samen het volledige plaatje schetsen: het ‘Wat?’ (NFI) en het ‘Hoe?’ en ‘Waarom?’ (NIFP). Alle vragen leiden feitelijk tot de beantwoording van dé essentiële hoofdvraag:

In hoeverre voldoet elke ouder individueel jegens het kind en de andere ouder aan de verplichting die op hem/haar rust zoals beschreven in artikel 1:247 lid 2 BW?

1. Het NFI-onderzoek: vaststelling van het objectieve feitenrelaas

Deze vragenlijst is in ontwikkeling

Het NFI beantwoordt de neutrale, technische vragen. Het richt zich op wat er onomstotelijk vaststaat in de data, vrij van interpretatie van intenties. Deze analyse legt de basis waarop de gedragsduiding van het NIFP kan rusten.

Communicatiepatronen:

  • “Wat is de volledige chronologie en inhoud van de uitgewisselde communicatie (sms, e-mail, app-berichten, ouderportaal) tussen de ouders in de onderzoeksperiode [specifieke periode]?”
  • “Wat zijn de kwantitatieve patronen in reactiesnelheid, initiatiefname (wie neemt contact op, over welke onderwerpen) en het beantwoorden of niet-beantwoorden van vragen?”

Informatievoorziening en uitsluiting:

  • “Welke objectieve sporen (uitnodigingen, bevestigingen, kennisgevingen) tonen dat informatie over school, gezondheid of sociale activiteiten wel of niet is gedeeld?”
  • “Welke aanwijzingen zijn er dat toegang tot informatie is beperkt of gewijzigd (bijv. geen inloggegevens verstrekt, afspraken aangepast zonder kennisgeving)?”

Authenticiteit en manipulatie:

  • “Welke metadata (afzenderinformatie, tijdstempels, consistentie in logica/inhoud) bevestigen of ondermijnen de authenticiteit van de communicatie?”
  • “Zijn er digitale aanwijzingen voor gebruik van valse accounts, het verwijderen van berichten, ‘spoiling’ van bewijs of andere vormen van manipulatie?”

Fysieke aanwezigheid en betrokkenheid:

  • “Wat tonen objectieve registraties (schoolaanwezigheidslogs, medische dossiers, verenigingsinschrijvingen, betaalgegevens) over praktische aanwezigheid en algehele betrokkenheid?”
  • “Zijn er onafhankelijke bronnen (foto’s, video’s, getuigenverklaringen van derden) die de aanwezigheid of afwezigheid van een ouder bij het kind ondersteunen?”

Gedocumenteerde gedragingen en incidenten

  • “Welke objectieve bronnen (politie-aangiften, proces-verbaal, (contact)verboden, verklaringen van school/arts/hulpverlening) zijn er die duiden op concreet gedrag dat de fysieke of psychische veiligheid van ouder of kind aantast?”
  • “Welke sporen (in communicatie of via verklaringen) wijzen op een patroon van controlerend, intimiderend of systematisch lasterlijk gedrag?”

2. Het NIFP-onderzoek: duiding van gedrag en dynamiek

Deze vragenlijst is in ontwikkeling

Met het feitenrelaas van het NFI op tafel, kan het NIFP de cruciale vervolgvragen beantwoorden. Hun expertise ligt in het interpreteren van de vastgestelde patronen binnen een psychologische en relationele context.

Kwaliteit van interactie/bevorderen neutrale ouderschapsrelatie:

  • “Hoe kan de communicatiestijl van elke ouder worden gekarakteriseerd (bijv. samenwerkend, vermijdend, conflictgericht, constructief) en wat betekent dit voor gezamenlijk beslissen?”
  • “In hoeverre laat elke ouder zien dat hij/zij de emotionele lading uit de communicatie kan halen en kan focussen op de behoeften van het kind?”

Faciliteren van de ouder-kindrelatie:

  • “Welke concrete uitspraken en gedragingen laten zien dat ouder A de band van het kind met ouder B bevordert, respecteert of juist belemmert (en vice versa)?”
  • “Hoe beschrijven ouders de relatie van het kind met de andere ouder, zowel tegenover het kind zelf als tegenover derden (school, familie, onderzoeker)?”

Omgaan met geschil en conflictmanagement

  • “Welke strategieën laat elke ouder zien bij meningsverschillen en wat is het effect daarvan op het conflictniveau?”
  • “In hoeverre toont elke ouder het vermogen tot zelfreflectie en herstel na conflicten?”
  • “Hoe verhoudt het conflictgedrag zich tot de objectief vastgestelde incidenten uit het NFI-spoor?”

Risico- en beschermende factoren:

  • “Welke beschermende opvoedingsvaardigheden (emotionele beschikbaarheid, responsiviteit, voorspelbaarheid, grenzen stellen) zijn observeerbaar bij elke ouder?”
  • “Welke risicovolle patronen (instrumentaliseren van het kind, creëren van loyaliteitsconflicten, negatief spreken over de andere ouder) zijn observeerbaar bij elke ouder?”

Impact op kind en (inter-)ouderlijke verantwoordelijkheid:

  • “Hoe beïnvloeden de vastgestelde gedragspatronen (tussen de ouders) de relationele veiligheid van het kind en hoe manifesteren deze zich in het welbevinden of gedrag van het kind?”
  • “In hoeverre voldoet de opvoedingssituatie bij elke ouder aan art. 1:247 BW (veiligheid, verzorging, emotionele steun, bevorderen van de band met beide ouders)?”

3. De Synthese: integratie en weging ten behoeve van de rechter

Het ultieme doel is niet twee aparte rapportages, maar een geïntegreerde weging. Dit is waar de expertises samenkomen om de rechter een sluitend, onderbouwd advies te geven.

Consistentie en tegenstrijdigheden:

  • “Waar ondersteunen objectieve data (NFI) de gedragsduiding (NIFP)?”
  • “Waar zijn er tegenstrijdigheden tussen wat ouders zeggen en wat data laten zien, en hoe worden die verklaard?”

Patroonherkenning en onzekerheid:

  • “Welke conclusies worden gedragen door meerdere bronnen (communicatiepatronen + schooldata + observaties)?”
  • “Waar is de data ontoereikend of dubbelzinnig? Hoe wordt die onzekerheid benoemd en wat betekent dit voor de interpretatie?”

Risico–veiligheidsafweging:

  • “Welke combinatie van risicofactoren en beschermende factoren bepaalt het veiligheids- en ontwikkelingsprofiel van het kind bij elke ouder?”
  • “Welke arrangementen zijn, op basis van deze analyse, noodzakelijk en toereikend om de fysieke en psychische veiligheid van het kind te waarborgen én een gezonde ontwikkeling in relatie tot beide ouders te faciliteren?”

Conclusie: naar een forensisch onderbouwde familierechtspraak

De voorgestelde onderzoeksagenda is geen blauwdruk voor elke zaak, maar een robuust kader voor de meest complexe. Het maakt de beloften uit het eerste artikel – het zichtbaar maken van subtiele dynamieken, het waarborgen van artikel 6 EVRM en het nakomen van verplichtingen uit het Verdrag van Istanbul – praktisch uitvoerbaar.

Door de krachten van het NFI en NIFP te bundelen in een projustitia-onderzoek, krijgt de rechter niet alleen meer data, maar vooral meer inzicht. Het transformeert een stroom van berichten in een helder, onderbouwd en betrouwbaar beeld van de ouderlijke interactie. Dit is de logische volgende stap in de professionalisering van de familierechtspraak: een stap weg van de retoriek van partijen, en een stap naar een beslissing die steunt op een diepgaande, forensisch onderbouwde analyse van de feiten. Zo baseren we ingrijpende beslissingen over het leven van kinderen op de meest zorgvuldige en complete rechtspraak die mogelijk is.

Meepraten?

Deelnemen aan discussie over dit onderwerp kan op Linkedin. Reageer je liever niet publiek via Linkedin, stuur dan een email naar team@fiduon.nl o.v.v. Een data-driven projustitia-onderzoek bij complexe scheidingen.

Lees ook dit

Meer opinie

Contact ons voor hulp

We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:

Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.

Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.