Verhuizen met een kind Sub-thema

Bijgewerkt: 11 oktober 2025 | Wetsingang: Art. 1:253a lid 1 BW | Leestijd: 40 minuten

Een verhuizing van het kind is één van de tientallen gezagsbeslissingen waarbij bij gezamenlijk gezag toestemming nodig is van de andere gezaghebbende ouder. Lukt dit niet in overleg met de andere ouder, dan kun je de familierechter vragen om hierin een beslissing te nemen.

De ouder die de hoofdverblijfplaats heeft van het minderjarige kind heeft in beginsel de vrijheid ergens anders een gezinsleven en toekomst op te bouwen. We zien veel dat ouders hier niet samen uitkomen en dat de kinderen hiervan uiteindelijk het meeste last hebben.

De verhuizing kan een ingrijpende impact hebben op het kind. Bijvoorbeeld door een noodzakelijke verandering van school of een toegenomen reistijd tussen de ouders. De twee grootste componenten in de impact voor het kind zijn o.i. echter de mogelijke invloed op de band (en het contact) dat het kind met de andere ouder heeft en het de-centraliseren van de sociale context van het kind.

Een ouder met gezamenlijk gezag die het hoofdverblijf heeft die wil verhuizen, moet vooraf toestemming hebben van de andere ouder. Als die toestemming niet wordt gegeven, dan kan de verhuizende ouder vervolgens de rechtbank ‘vervangende toestemming’ vragen voor de verhuizing. Hiertoe moet deze een verzoekschriftprocedure starten. In spoedeisende zaken, kan dit ook via een kort geding.

De rechter beoordeelt dan of de verhuizing in het belang is van het kind. De rechter moet bij een dergelijke beslissing alle omstandigheden van het geval in acht nemen. Dit volgt o.m. uit deze uitspraak van de Hoge Raad.

Dit kan er ook toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind. Wel dient het belang van het kind “een overweging van de eerste orde” te zijn bij de belangenafweging. In beginsel worden hierbij vaste afwegingskaders gehanteerd. Lees “Wat de rechter o.a. weegt” hierna.

Een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming soms nodig

Voelt de rechter zich onvoldoende voorgelicht om een beslissing te nemen, dan kan deze de Raad voor de Kinderbescherming om advies vragen. Daarbij kunnen bijvoorbeeld de volgende vragen worden meegegeven aan de raad:

  • Hoe staat het kind tegenover verhuizing naar de andere woonplaats?
  • Hoe verhouden de belangen van het kind zich tot een eventuele verhuizing (en, daaruit volgend, wisseling van school, afscheid nemen van vriendjes, etc.)
  • Is de andere ouder in staat de zorg voor en de opvoeding van het kind te dragen, wanneer  de verzoekende ouder geen vervangende toestemming voor de verhuizing zal krijgen en de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de andere ouder zal worden bepaald?
  • Hoe staat het kind tegenover een eventuele bepaling van het hoofdverblijf bij de andere ouder?
  • Welke zorg- en contactregeling is het meest in het belang van het kind en komt het meest tegemoet aan de rechten van de andere ouder, wanneer het hoofdverblijf van het kind bij de verzoekende ouder (in die woonplaats) wordt bepaald?
  • Welke zorg- en contactregeling is het meest in het belang van het kind en komt het meest tegemoet aan de belangen van de verzoekende ouder, wanneer het hoofdverblijf van de minderjarigen bij de andere ouder wordt bepaald?

Tijdens het raadsonderzoek wordt de beslissing meestal aangehouden. Dit betekent dus dat de situatie in principe onveranderd blijft tot de rechter uitspraak doet. Rechters zijn overigens niet gebonden aan adviezen voor de Raad voor de Kinderbescherming.

Niet altijd een inhoudelijke weging van de verhuiscriteria

Rondom verhuizingen wordt er in de rechtspraak veel zelfbepalend gedrag gezien, waarbij hoofdverblijfouders toch zonder (vervangende) toestemming vooraf verhuizen. Wat we dan veelal zien is dat de rechter dan toch nog een inhoudelijke afweging maakt op basis van de verhuiscriteria. Dit ondermijnt o.i. de rechtszekerheid van ouders doordat het de kracht van de ‘consultatie- en (vervangende) toestemming-vooraf-plicht’ ondermijnt.

Dat er geen noodzaak is om die inhoudelijke weging altijd te maken blijkt o.a. uit deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam. Hierin was de moeder zonder (vervangende) toestemming vooraf verhuisd. Het hof vond het niet nodig om – net als de rechtbank daarvoor – de afweging op basis van de verhuiscriteria te maken, omdat bij toewijzing van het verzoek ‘het belang van de kinderen doorslaggevend is’.

Toestemming niet altijd nodig

Toestemming van de andere gezaghebbende ouder lijkt overigens niet in alle situaties een vereiste. Zie voor een voorbeeld deze uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. Ouders met zeer jonge kinderen hadden in het eerste levensjaar van de kinderen op diverse plekken gewoond en omdat er geen sprake van was van een ‘stabiele woonsituatie’ achtte de rechtbank toestemming (van i.c. de vader) om te verhuizen niet nodig.

Verhuist de niet-hoofdverblijf (co-)ouder? Lees V&A: Verhuizen als ik geen hoofdverblijf heb, kan dat?

Wist je dit?

Fiduon is een nationaal actieplan gestart. Het doel: verbetering van de rechtsbescherming van kinderen bij 'zorgen'. We hebben een stip op de horizon gezet: dat ná 2027 een minderjarig kind alleen nog 'uit contact met een ouder gaat' nadát een rechter heeft bepaald dat dit in het belang van het kind is. Dit is nu verre van vanzelfsprekend. Het actieplan richt zich op alle situaties van contactverlies (gegrond en niet-gegrond). Lees alles over dit initiatief en verspreid het pamflet via je socials!

💬
Je bent niet alleen. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 mensen antwoorden in onze kennisbank. Voor hulp of advies: neem gerust contact op.
Lees hierna onze inzichten en voorbeelden van rechterlijke uitspraken in vergelijkbare situaties. Is een rechtszaak onvermijdelijk? Ontdek ook onze kostenbesparende 'litigation support'.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Inzichten

  1. Het is belangrijk om als verhuizende ouder met het hoofdverblijf bij een voorgenomen verhuizing de procedure die ervoor staat gewoon te volgen. Dit is slechts anders als er dermate zware contra-indicaties verbonden zijn aan het wachten op die toestemming dat dit redelijkerwijs niet in het belang van het kind kan worden geacht (denk hierbij bijvoorbeeld aan situaties waarin sprake is van extreme onveiligheid).
  2. Voor de ouder met het hoofdverblijf is ook verhuizen naar het buitenland mogelijk. Dit wordt echter lastig bij een min-of-meer gelijke verdeling van de zorg- en opvoeding.
  3. Als vervangende toestemming voor verhuizen niet wordt gegeven en de verhuizing wordt toch doorgezet, dan kan dit ertoe leiden dat een opvolgend of voorwaardelijk verzoek van de andere ouder voor het wijzigen van de hoofdverblijfplaats van het kind succesvol is. Het is ook mogelijk om als verwerende (niet-hoofdverblijf) ouder de rechter te verzoeken om de hoofdverblijfplaats van het kind voorwaardelijk te wijzigen.
  4. Niet verhuizen, bekent ook de sociale context van het kind niet verhuizen. In het rechtspraak overzicht een uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland waarin de rechter dat zelfs met een dwangsom kracht bijzette.
  • De noodzaak om te verhuizen.
  • De mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid.
  • De door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren.
  • De mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg.
  • De rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving.
  • De verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg.
  • De frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing.
  • De leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist gewend is aan verhuizingen.
  • De (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
  • Toetsing aan: Recommendation CM/Rec(2015)4 on preventing and resolving disputes on child relocation

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Rechtspraak

Je leest een selectie. Deze wordt regelmatig bijgewerkt. Meer uitspraken of research nodig? Contact ons voor hulp.

Verhuizing toegestaan

Een moeder wil met haar nieuwe partner gaan samenwonen en daartoe naar een andere stad verhuizen met jaar 8 jarige kind, waarover haar ex-partner, de vader, eveneens het ouderlijk gezag heeft. Moeder heeft met haar nieuwe partner ongeveer een jaar geleden een kindje gekregen. De vader is het niet eens met de verhuizing, omdat de verhuizing onvoldoende doordacht is, er geen noodzaak is en de omgang tussen het kind en de vader teveel zou veranderen. Moeder heeft daarnaast zonder de toestemming van de rechtbank af te wachten met haar partner al een huis gekocht.

In eerste aanleg wijst Rechtbank Amsterdam het verzoek voor vervangende toestemming van moeder af. Het hof ziet het echter anders. Door de beslissing van de rechtbank is er een situatie van dubbele woonlasten voor de moeder ontstaan. Bovendien vindt het hof dat de moeder een zwaarwegend recht heeft om een gezin met haar nieuwe partner en hun kind te vormen. Moeder krijgt ook vervangende toestemming voor het inschrijven van het kind op een nieuwe basisschool in de plaats waar ze naartoe verhuist.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam toont het systeem de weg hoe je met zelfbepalend gedrag uiteindelijk toch je zin kunt krijgen als moeder. Het is bovendien onbegrijpelijk dat het hof de band tussen het kind en de vader niet meer recht doet door een veel ruimere zorgverdeling vast te stellen zoals elk weekend en bijvoorbeeld een groter deel van de vakanties.

Een moeder wil gaan samenwonen in een dorp waar haar nieuwe partner woont die eveneens kinderen heeft uit een eerdere relatie. De vader gaat in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank waarin het verzoek voor vervangende toestemming door de moeder is toegewezen.

De vader beroep zich op de afspraken in het ouderschapsplan en dat er geen noodzaak is voor de moeder. De kinderen moeten bovendien langer reizen. Het is echter niet zover weg dat de zorgregeling moet wijzigen.

Het hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank en verleent moeder vervangende toestemming.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Opmerkelijk is het standpunt van moeder dat zij een beoordeling ex-nunc verzoekt oftewel naar de stand van ‘nu’. Ze heeft haar woning al verkocht en kan niet naar een woning terugkeren als de vervangende toestemming alsnog wordt afgewezen. Het hof neemt dit verzoek niet expliciet mee in de afweging.

Een moeder wil met haar nieuwe partner die ook een zorgtaak heeft voor zijn 2 kinderen gaan samenwonen. De vader is het hier evenwel niet mee eens. Dit enerzijds omdat de ouders in het ouderschapsplan zijn overeengekomen dichtbij de huidige woonplaats te blijven wonen en anderzijds omdat de toegenomen reistijd (+15km/18 autominuten) vooral de kinderen in hun sociale activiteiten zou gaan belemmeren.

De rechter passeert de argumenten van de vader evenwel en ziet in de toegenomen afstand en de afspraak in het ouderschapsplan onvoldoende reden om geen vervangende toestemming aan de moeder te verlenen. Verhuizing tevens voldoende doordacht.

Volledige uitspraak

Naschrift:

O.i. zijn de argumenten van deze vader logisch. Het zijn uiteindelijk de kinderen die naarmate ze ouder worden zullen moeten omgaan met twee sociale contexten. Deze uitspraak toont ook dat afspraken zoals deze ouders hebben gemaakt slechts beperkte kracht/waarde/houdbaarbeid hebben.

Een moeder wil met haar kind verhuizen, op grote afstand van de vader, om te gaan samenwonen met haar nieuwe partner. De ouders gaan in overleg over de voorwaarden waaronder de verhuizing wel mogelijk zou zijn. Uiteindelijk komen ouders toch niet tot overeenstemming omdat de vader op het laatst nog een extra voorwaarde stelde. De rechtbank verleent de moeder vervangende toestemming, omdat vader zich feitelijk niet heeft verzet tegen de verhuizing. Moeder zegt bovendien toe extra te zullen investeren in de band tussen het kind en vader.

Volledige uitspraak

Naschrift:

De belangrijkste tip die hieruit volgt: Wil je dat je kind niet ver weg verhuist, maak dat dan heel erg duidelijk.

Een moeder wil met haar kind van 3 jaar naar haar partner verhuizen, verder weg van de vader van haar kind. De vader heeft haar mishandeld, waarvoor hij in eerste instantie is veroordeeld. Er zou sprake zijn van een ‘code-rood-situatie’ gezien het dreigende ‘onbeheersbare’ gedrag van de vader dat al twee jaar voortduurt.

De voorzieningen rechter overweegt als volgt: “Het belang van [minderjarige] is dat zij moet kunnen rekenen op een beschikbare moeder die zonder angst en problemen haar de opvoeding kan bieden die zij nodig heeft. Dit belang weegt onder de gegeven omstandigheden zwaarder dan het belang van de man bij een verbod aan de moeder om op verdere afstand van hem met [minderjarige] in West-Friesland te gaan wonen.”

Volledige uitspraak

Naschrift:

Het is nu aan vader om “alles op alles te zetten om zijn houding en de wijze waarop hij zich opstelt te veranderen”, aldus de voorzieningenrechter.

Verhuizing afgewezen

Een moeder wil verhuizen en op 60 km afstand gaan wonen van de plaats waar eerst de voormalige gezamenlijke woning was. De vader heeft de moeder uitgekocht. De moeder verhuist vóórdat zij (vervangende) toestemming heeft en wil alsnog vervangende toestemming van de rechter. Tevens verzoekt ze vervangende toestemming voor het inschrijven van de kinderen op een school in die plaats.

De rechter (en ook de raad) gaat niet mee in het verzoek van de moeder omdat er onvoldoende noodzaak is gebleken. Ook zou de verhuizing van de kinderen met de moeder een drastisch effect hebben op de (gelijke) zorgverdeling.

Omdat de moeder reeds is verhuisd stelt de rechter voorlopig een om het weekend-regeling vast voor de moeder. Vader heeft tevens verzocht dat de moeder op straffe van een dwangsom dient terug te verhuizen. Dit wordt door de rechtbank afgewezen op basis van het vrije vestigingsrecht van de moeder.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Andermaal een uitspraak waarin zelfbepalend gedrag door de rechtspraak wordt vergoelijkt. Doordat de moeder niet wordt verplicht om terug te verhuizen krijgen de kinderen feitelijk de rekening gepresenteerd. Lees in dit kader ook de Opinie: Toetsing belang kind bij verhuizing ouder is onvoldoende.

Een moeder wil verhuizen van een afstand van de school van haar kinderen van 5 km naar 15 km afstand. De rechter wijst dit verzoek af en overweegt o.m dat:

De verhuizing zal veel gevolgen hebben voor [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)] . Anders dan de moeder vindt de rechtbank niet zo zeer het aantal kilometers tussen de huidige woning van de moeder en de school (en vlakbij school het huis van de vader) relevant. Belangrijker is het verschil in reistijd. De afstand van de huidige woning van de moeder naar de school van de kinderen is 5,2 kilometer. Partijen zijn het erover eens dat dit ongeveer tien minuten rijden met de auto is en dat de afstand in een kwartier kan worden gefietst. De afstand van het nieuwe huis van de moeder in [plaats 4] naar school is 15 kilometer. Vader heeft onbetwist gesteld dat het in de spits 16 tot 22 minuten kost om dat stuk met de auto te rijden en dat de afstand in drie kwartier kan worden gefietst. In de praktijk betekent dat dat de kinderen niet zelfstandig op de fiets naar (de basis)school zullen gaan. Zij zijn afhankelijk van het halen en brengen met de auto door de moeder, hetgeen zeker ’s ochtends redelijk wat tijd in beslag neemt en onrustig is. Dat, terwijl zij de leeftijd naderen dat zij vanuit [plaats 2] wel zelfstandig tussen huis en school (en de vader) kunnen fietsen. Vast staat dat de kinderen hun sociale leven in [plaats 1] hebben. De moeder zegt dat zij het halen en brengen naar school en ook speelafspraken wil (blijven) faciliteren door heen en weer te rijden. De kinderen komen echter, zoals de vader naar voren heeft gebracht, op een leeftijd dat zij stapje voor stapje zelfstandig van en naar school en sociale activiteiten kunnen, maar ook wíllen gaan. Hun vrienden en vriendinnen wonen grotendeels in de buurt van school, en als zij bij hun vader zijn kunnen de kinderen makkelijk zelf even bij een vriend(in) langs. De situatie die moeder beoogt, waarbij steeds heen en weer gereden moet worden met de auto, past daar niet bij. Dat vergroot de onrust maar werkt ook belemmerend bij buitenschoolse activiteiten. Dat is voor de kinderen een groot nadeel.

De moeder heeft echter al een woning aangekocht met een anti-speculatiebeding zonder (vervangende) toestemming vooraf. Dit komt voor haar risico.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Moeder heeft aangegeven toch te zullen gaan verhuizen. De vader heeft echter geen voorwaardelijke verzoeken over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling gedaan. De ouders moeten dus, al dan niet door tussenkomst van hun advocaten, met elkaar in overleg over wat deze beslissing betekent voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling, aldus de rechter.

Een moeder wil met haar nieuwe partner gaan samenwonen en koopt op grote afstand een stuk grond waarop zij een huis in aanbouw heeft. Ze verzoekt vervangende toestemming om met de kinderen daar naartoe te verhuizen.

De rechter gaat hierin niet mee en overweegt o.a.:

De rechtbank is van oordeel dat het in het belang van de kinderen en de vader is dat de kinderen in (of, in ieder geval, in de buurt van) [geboorteplaats] blijven wonen. Bij continuering van de huidige situatie, waarbij beide ouders in [geboorteplaats] wonen, kunnen de kinderen gemakkelijk tussen hun ouders heen en weer. Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer activiteiten zij ook buitenshuis zullen hebben. Hoe langer de reistijd tussen de ouders, hoe lastiger het wordt om in een weekend waarin ook wordt gesport, met vrienden wordt afgesproken of wordt gewerkt, nog naar de andere ouder toe te gaan. De kinderen hebben met beide ouders een goede band. Weliswaar verblijven de kinderen op dit moment meer tijd bij de moeder dan bij de vader, maar de kinderen zouden graag meer tijd met hun vader willen doorbrengen. De kans dat een verhuizing van de kinderen naar [plaats 2] het contact met de vader onder druk zal zetten, is dan ook groot – te meer nu de verstandhouding tussen de ouders niet erg goed is.

Nu de moeder aangeeft om tocht te zullen gaan verhuizen en de rechter toch wil dat de moeder gedurende haar zorgtijd in de oorspronkelijke woonplaats verblijft bepaalt de rechter ook dat:

de moeder en de kinderen in de week dat zij bij de moeder verblijven, in [geboorteplaats] dienen te verblijven;

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een uitspraak waarin de rechter wél het daadwerkelijke belang van de kinderen in ogenschouw neemt en zich niet laat beïnvloeden door argumenten die zich binnen de invloedsfeer van de verhuizende ouder bevinden.

Een moeder wil met haar twee kinderen van 8 jaar 250 km van Rotterdam naar Nieuwediep (Drenthe) verhuizen, waar haar ouders wonen. Daarvoor voert ze o.m. aan dat ze niet kan wortelen in de Randstad en dat het lastig voor haar is om in Rotterdam geschikte woonruimte te vinden. Ze toont echter niet aan dat ze niet voor een woning in de regio in aanmerking komt. Ook stelt ze dat wonen in Rotterdam slecht is voor haar gezondheid.

De moeder handelt evenwel voorbarig (en dus zelfbepalend). “Als voorbereiding op de verhuizing heeft de vrouw een huurcontract getekend voor een woning in Nieuwediep, een school gevonden voor de minderjarigen die aansluit bij het huidige onderwijs van de minderjarigen en ervoor gezorgd dat de minderjarigen hun sporten (beeball en turnen) kunnen voortzetten.”

De rechter vindt de gehele verhuizing onvoldoende doordacht en wijst alle verzoeken van de moeder af.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een casus waarin er slechts 1 oordeel kan zijn. Geen noodzaak gebleken voor een verhuizing zo ver weg, dan geen toestemming. Echter in deze casus opnieuw evident zelfbepalend handelen door de moeder die ‘alles al in gereedheid heeft gebracht’ inclusief getekend voor een woning, zónder verhuistoestemming. Verder miskent de rechter in de uitspraak volledig de belasting die het reizen de kinderen oplevert, alsmede wat de gescheiden sociale contexten voor de kinderen betekenen. De vraag die opkomt is wanneer ‘verhuizen’ kindermishandeling wordt.

Een moeder wil met haar kind van 4 jaar verhuizen van Zeeuws-Vlaanderen naar West-Brabant om daar met haar nieuwe partner te gaan samenwonen van wie ze inmiddels zwanger is. Het kind is echter elk weekend bij de vader en de vader vervult ook anderszins een belangrijke zorgrol voor het kind.

De moeder verzoekt vervangende toestemming en daarvoor voert ze verder o.m. aan dat ze in de nieuwe woonplaats sinds kort haar werk heeft. De moeder heeft verder geen sociaal netwerk in die plaats.

De moeder verzoekt verder ook dat de zorgregeling tussen het kind wordt aangepast naar een om-het-weekend-regeling.

De rechter vindt de gehele verhuizing onvoldoende doordacht en wijst alle verzoeken van de moeder af.

Volledige uitspraak

Naschrift:

Een casus waarin er slechts 1 oordeel kan zijn. Niet alleen is de verhuizing niet voldoende doordacht. Ook toont de moeder zich met haar keuze om in de plaats van haar nieuwe partner reeds een baan te aanvaarden zelfbepalend. O.i. zou deze handelswijze nooit tot een toewijzing moeten kunnen leiden, noodsituaties uitgezonderd.

Contact ons voor hulp.
Lees hierna verder ↴

Meer verdiepen?