Bijgewerkt: 14 augustus 2025 | Leestijd: 5 minutenEr gaat inmiddels geen maand voorbij zonder dat een krant kopt dat een vrouw vermoord is door haar (ex-)partner. In veel gevallen gaat daar een vorm van herkenbaar psychisch geweld aan vooraf. En dit samen maakt aandacht voor dit onderwerp urgent en nodig. Mede op basis van internationale afspraken die o.m. zijn vervat in het Verdrag van Istanbul, heeft dit ertoe geleid dat beleidsprogramma’s, campagnes en hulpstructuren zich in toenemende mate richten op vroegsignalering. Het doel: bescherming van vrouwen én hun kinderen tegen fysiek, seksueel, economisch en psychisch geweld door mannen, alsmede het hopelijk beëindigen van femicide.
Wat het publieke en online discours echter nauwelijks aansnijdt, is de variant waarbij de vrouw de pleger is en de man en/of de kinderen slachtoffer zijn, terwijl in deze familierechtpraktijk ook dit geweld frequent wordt gezien. De ervaring is echter dat mannen nauwelijks op enige erkenning kunnen rekenen als ze psychisch huiselijk/ex-partnergeweld melden bij Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming of Rechtspraak.
Bovendien is de ervaring dat het online discours direct wegstuurt van het bespreekbaar maken van dit type geweld door vrouwen. Daarbij worden tactieken ingezet zoals whataboutism. Dit betekent bijvoorbeeld dat een poging dit bespreekbaar te maken wordt gevolgd door opmerkingen als: “Ja maar, mannen zijn gewelddadig en vermoorden hun ex-partner ook’. of: “Heb je ooit een man met een AWARE-knop gezien?” Een andere variant is dat geweld tegen mannen wordt geframed als vooral voorkomend in homoseksuele relaties (en waarbij dus wederom mannen de daders zijn). Het zijn klassieke retorische trucs die tot doel hebben het debat te keren naar slechts één richting: mannen als daders van geweld tegen vrouwen en kinderen of andere mannen.
Nogmaals, het doel ‘bescherming van vrouwen en kinderen’ tegen misogyne gevaarlijke mannen is absoluut nodig. Dit hoeft echter niet ten koste te gaan van een normaal en open debat over de bescherming van álle slachtoffers van huiselijk en ex-partnergeweld. Het is notabene het Verdrag van Instabul ook beoogt. Iets anders zou bovendien discriminatie zijn.
Geen verwaarloosbare fractie
Dat ook mannen en kinderen slachtoffer zijn van (psychisch) huiselijk geweld volgt bijvoorbeeld uit cijfers van het CBS en het NJi. Zo gaf in 2024 6,9% van de vrouwen en 4,9% van de mannen aan slachtoffer te zijn geweest van psychisch geweld in huiselijke kring. De pleger was in 41% van de gevallen een partner, in 19% een ex-partner — maar ook kinderen zelf en andere familieleden werden genoemd als plegers (CBS Prevalentiemonitor 2024).
Specifiek voor kinderen geldt dat naar schatting 90.000–127.000 kinderen per jaar slachtoffer zijn van mishandeling, waarbij in een substantieel deel de moeder de pleger is (NJi – Cijfers Huiselijk Geweld).
De blinde vlek en de gevolgen
Dat het publieke debat zo hard gynocentrisch is, hetgeen ook wordt gesteund door thought leaders uit de veiligheidsketen, dreigt een grote groep situaties buiten de boot te vallen. Het leidt potentieel tot een onvolledig slachtofferschapsbeeld waardoor gewelds- en slachtoffercijfers en analyses vertekenen. Stagnatie van ontwikkeling van gericht hulp- cq beschermingsaanbod dreigt. De beperkte erkenning van slachtofferschap bij mannen en kinderen kan ertoe leiden (en leidt er naar ervaring ook toe) dat slachtoffers zich minder snel durven te melden.
‘Mankind’: Een genderneutrale benadering als tegenreactie tegen gynocentrisme
Deze dilemma’s zijn bijvoorbeeld ook onderkend in het Verenigd Koninkrijk waar het in 2001 aanleiding is geweest voor het oprichten van het Mankind Initiative. The ManKind Initiative is een Britse liefdadigheidsorganisatie die zich tot doel stelt om mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld en hun kinderen te ondersteunen.
De organisatie biedt een landelijke telefonische hulplijn, voorlichting, en beleidsadvies, en zet zich in voor gelijke erkenning van mannen in wetgeving, hulpverlening en publieke campagnes. Hun missie is zowel praktische hulpverlening als agendering: ze willen doorbreken dat huiselijk geweld uitsluitend als een vrouwenprobleem wordt gezien.
In het Verenigd Koninkrijk heeft ManKind aanzienlijke tractie in het publieke en politieke discours opgebouwd; hun cijfers en rapporten worden regelmatig geciteerd in parlementaire debatten, media-artikelen en beleidsdocumenten, en ze hebben met succes invloed uitgeoefend op onderdelen van de Domestic Abuse Act en de implementatie van het Verdrag van Istanbul om mannelijke slachtoffers expliciet mee te nemen. Dit mede als gevolg van sterke publiekscampagnes zoals “Geweld is geweld“.
Een vergelijkbaar voorbeeld buiten Europa is het Canadian Centre for Men and Families (CCMF). Deze landelijke organisatie biedt hulplijnen, opvang, peer-supportgroepen, juridische begeleiding en beleidsadvies voor mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld en hun kinderen. CCMF heeft in meerdere provincies centra geopend en speelt een steeds zichtbaardere rol in het Canadese beleids- en mediadebat over gendergelijkheid in slachtofferhulp.
Slot
De strijd tegen huiselijk en/of (ex-)partnergeweld kan alleen effectief zijn als zij álle slachtoffers — vrouwen, mannen en kinderen — erkent, ongeacht wie de pleger is. Dat betekent ook: het onder ogen zien van psychisch en fysiek geweld door vrouwen tegen zowel hun (ex-)partner als hun kinderen. Alleen dan ontstaat beleid dat recht doet aan de werkelijkheid en niet in de laatste plaats recht doet aan artikel 1 van de Grondwet.
Voorbeelden zoals het ManKind Initiative in het Verenigd Koninkrijk en het Canadian Centre for Men and Families laten zien dat het wél mogelijk is om vanuit een gendergelijkheidsperspectief specifieke erkenning en hulp te organiseren voor mannelijke slachtoffers, zonder de noodzakelijke aandacht voor geweld tegen vrouwen te ondermijnen.
De vraag is of Nederland de moed en visie heeft om in eigen land een vergelijkbare stap te zetten — of dat het eerst een “Nederlands Mankind” nodig heeft om deze blinde vlek eindelijk zichtbaar te maken en effectief te agenderen.
Wist je dit?
Lees ook dit
- V&A: Hoe herken ik een welwillende ouder?
- V&A: Is inter-ouder strijdgedrag kindermishandeling?
- V&A: Wat zijn ouderschapsnormen?
- Visie: Educatieve Maatregel Goed (Inter) Ouderschap
Meer opinie
- Opinie-startpagina
- Opinie: Maak de band-bevorder-plicht onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
- Opinie: Maak goed-interouderschap onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.