Bijgewerkt: 6 maart 2025 | Leestijd: 18 minutenBeschikkingen over omgang en gezagsvraagstukken, worden door de familierechter zelden goed afgehecht. Weinig maakt dit zo goed duidelijk als het werkwoord ‘hopen’ in een overweging, maar er zijn meer verschijnselen. Wat bovenal echter opvalt, is het gebrek aan gezag in de rechterlijke beslissingen. Gezag, waarmee een bestendige gedragsverandering bij ouders wordt geprikkeld. Dit gebrek aan gezag schaadt het belang van het kind en faciliteert niet-welwillende ouders. Enkele suggesties.
Een gebrek aan gezag in de Nederlandse familierechtspraak geen onbekend fenomeen
Het geringe gezag van rechterlijke uitspraken is een fenomeen dat ook door het Expertteam Ouderverstoting is vastgesteld. Op pagina 90 van het advies staat het volgende (onderstreping o.z.): “Allereerst dient opgemerkt te worden, dat de samenwerking tussen hulpverlening en de rechterlijke macht in de USA en het VK anders verloopt dan in Nederland. Het zijn meer hiërarchische maatschappijen (met een grotere ‘machtsafstand’), en rechterlijke uitspraken hebben daar meer gezag.
Een voorbeeld van zo een uitspraak met gezag in een situatie van oudervervreemding is deze uitspraak van The High Court of Justice Family Devision (London). Wat opvalt aan de uitspraak is dat er bijvoorbeeld een fact finding hearing heeft plaatsgevonden en het standpunt van de rechter in r.o. 96: “I am in no doubt that her actions amount to coercive and controlling behaviour towards the children and towards the father and I so find.” De moeder wordt het contact met de kinderen ontzegt tot de kinderen 18 jaar zijn en wordt tevens in de proceskosten van vader vanaf 2021 veroordeeld voor een bedrag van £240,954.
Een jaar geleden is het Reflectierapport familie- en jeugdrechters “Recht doen aan kinderen en ouders” gepubliceerd, met daarin diverse verbeterpunten waaraan de rechtspraak zou (moeten) gaan werken. In de praktijk zien we hier echter nog te weinig resultaten van.
5 Hoofdoorzaken voor een gebrek aan gezag
- Als eerste wordt dit veroorzaakt doordat de gedragingen/resultaten die van ouders (en betrokken professionals) worden verwacht, onvoldoende specifiek of regelmatig ook niet zijn omschreven. Het gevolg is dat elke ouder de verwachte inspanningen/resultaten naar eigen inzicht kan (blijven) interpreteren, terwijl de wet heel duidelijk is over de ouderlijke plichten. Daarnaast is het boeken van positieve resultaten altijd in het belang van het kind.
- Ten tweede omdat we regelmatig interne inconsistenties lezen in rechterlijke uitspraken. Dit betekent dat rechterlijke overwegingen en beslissingen in een uitspraak regelmatig (op onderdelen) haaks op elkaar staan. Dit leidt tot multi-interpreteerbare beslissingen of ten minste grond voor ouders (en advocaten) om de discussie te blijven voeren (ook al is de geest van de beslissing wél duidelijk).
- Ten derde vanwege bijvoorbeeld vaag en onzorgvuldig taalgebruik door de betrokken rechters. En (deel)beslissingen die toch weer uitgaan van samenwerkende ouders. Een verschijningsvorm van het laatste is dat rechters regelmatig punten ongeregeld laten waarvan in de praktijk (zeker bij familierechters) bekend is of zou moeten zijn dat dit weer nieuwe geschillen tussen de ouders kan/zal veroorzaken en waardoor het kind klem gaat blijven. NB: We hebben het hier bijvoorbeeld over procedures waarin tevens een ‘in goede justitie’-beslissing van rechters is gevraagd, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. Dit betekent dat de rechter in beginsel (binnen de kaders van de rechtsstrijd) alle vrijheid heeft om in het belang van het kind tot een oordeel te komen dat de situatie goed afhecht. Ook kan het gaan om verzoeken die algemeen verwoord zijn, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (“… verzoekt de GI om naast de reguliere zorgregeling ook de overige belangrijke (feest)dagen, vakanties en (telefonische) contactmomenten vast te leggen.”)
- Ten vierde omdat ouders feitelijk zonder directe consequenties (de geest van) een uitspraak naast zich neer kunnen leggen, kunnen doorprocederen, ongefundeerde standpunten naar voren kunnen brengen of een volgende procedure kunnen uitlokken. Ook zijn er geregeld situaties waarin de rechter wel strenge woorden of een laatste kans in de beschikking opneemt, doch uiteindelijk toch geen/nauwelijks opvolging geeft daaraan.
- Ten vijfde omdat zelfbepalend gedrag en eigenrichting te vaak nog leidt tot een beslissing die dit gedrag niet begrenst en die ouder uiteindelijk precies geeft wat zij/hij wil.
- Ten zesde omdat als er dan tóch een ‘grote’ beslissing volgt zoals wijziging hoofdverblijf, bijvoorbeeld de raad of een gecertificeerde instelling op de rem trapt onder het mom van dat het rechtsgevolg ‘zorgvuldig’ moet worden geëffectueerd omdat het anders het belang van de kinderen schaadt.
In het belang van het kind moet en kan dit anders.
Enkele uitspraken die een gebrek aan gezag tonen (je leest een selectie)
Suggesties voor een familierechtspraak met meer gezag
Hierna enkele suggesties voor zaken waarin o.a. over gezag, omgang, verhuizen en/of informatie/consultatie wordt geprocedeerd:
- Help rechters (en juridisch medewerkers) een andere beslis- en schrijfstijl te vinden en valideren, één die ouders (en betrokken professionals) wél stuurt naar resultaten, één met meer gezag. We hebben daarover natuurlijk ideeën echter dit zou de rechtspraak eigenlijk intern moeten doen en dit vraagt een andere mindset. Er zijn hier absoluut quickwins te behalen die nauwelijks een verandering in werkwijze vragen. Verder zou de rechtspraak bijvoorbeeld:
- uit zichzelf nieuwe drang/dwangvormen moeten valideren, zoals opgeschorte dwangmaatregelen of gevolgen, ‘super-compensatie‘ bij onterechte niet-nakoming van een vastgestelde omgang etc.
- vaker de ambstalve bevoegdheden die de wet aan de rechter toekent gebruiken (bijv. deskundigenonderzoek ex artikel 186 lid 1 Rv en ambtshalve kostenveroordeling ex artikel 289 Rv jo. 237 Rv);
- moeten stoppen met het geven van ‘laatste kansen’ aan niet-welwillende ouders (zie ook de opinie: Familierechters moeten de argumenten voor hun beslissing beter wegen);
- ‘in goede justitie’-verzoeken moeten gebruiken om situaties waar mogelijk af te hechten op basis van gevalideerde routes.
- Introduceer bij dit type zaken standaard toetsmomenten óf de vereiste gedragsverandering ook wordt gerealiseerd en bestendigt, ook wanneer er geen ondertoezichtstelling is of wanneer de rechter de zaak niet aanhoudt.
- De Rechtspraak zou de Raad voor de Kinderbescherming opdracht moeten (kunnen) geven om ook nadat er een eindbeslissing in een zaak is genomen te (blijven) toetsen of de opdracht van de rechter wordt nageleefd. Wanneer niet of onvoldoende, dan zou er op initiatief van de raad een ‘fast track’ terug naar de behandelend rechter moeten zijn.
- Breid de gedrags-diagnostische capaciteit/kwaliteit van de Rechtspraak en/of de Raad voor de Kinderenbescherming uit. Zorg voor meer kennis bij deze organisaties over welwillend en niet-welwillend gedrag.
- Sanctioneer vaker het naar voren brengen van ‘zorgelijke feiten en omstandigheden’ die achteraf onjuist blijken en slechts bijvoorbeeld uitstel van een verzochte uitbreiding van omgang tot doel hebben gehad.
- Geef voorlichting aan ouders die het systeem in komen over hun ouderlijke plichten en de (toenemende) gevolgen indien ze daar niet aan voldoen.
- Onderwijs kinderen in de basisschoolleeftijd over hun kinderrechten én over de plichten van ouders die daarvan het uitvloeisel zijn.
De bovenstaande systeemwijzigingen zullen waarschijnlijk niet snel gerealiseerd zijn. Zo is de ambtshalve dwangsom door de Hoge Raad in dit arrest geblokkeerd en dit betekent dat op dit vlak de wetgever aan zet is. Er is echter ook laaghangend fruit en dit begint bij rechtspraak met beslissingen met (nieuw) gezag. Overigens durven we best de voorspelling aan dat vanaf het moment dat de rechtspraak ouders consitent gaat houden aan hun positieve inspanningsplichten zoals verwoord in boek 1 BW en dit signaal ook via de gepubliceerde rechtspraak de praktijk in stuurt, het aantal draaideurzaken drastisch gaat terugvallen.
Wist je dit?
Meer opinie
- Opinie-startpagina
- Opinie: Maakt SMART in rechterlijke uitspraken het verschil?
- Opinie: Familierechters moeten de argumenten voor hun beslissingen beter wegen
- Opinie: Een vechtscheiding is geen communicatieprobleem
Draag bij aan onderzoek
Heb je in je eigen situatie een (ongepubliceerde) beslissing waaruit blijkt dat de betreffende rechter wel met meer gezag oordeelde? Stuur hem dan in via de onderzoekspagina (o.v.v. ‘meer gezag’). Zorg dat je vóór het insturen alle persoonsnamen van jezelf, de andere ouder en je kind(eren) verwijdert. Voor meer informatie over anonimisering, lees ook de anonimiseringsrichtlijn van De Rechtspraak.
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.