Bijgewerkt: 20 maart 2025
Doet de gezinsvoogd zijn/haar werk niet, te traag of niet naar behoren, dan zijn er globaal 7 routes om dit te adresseren, afhankelijk van het soort tekortkoming waarom het gaat. Lees ook: Wat mag ik van de gezinsvoogd verwachten?
Helaas zien we bij alle GI’s dat je een gezinsvoogd kunt treffen die de rechterlijke opdracht niet of niet naar behoren uitvoert. Ook in de rechtspraak zien we hiervan voorbeelden. In deze uitspraak bijvoorbeeld van Rechtbank Noord-Nederland had de GI de opdracht van de rechtbank om de begeleide omgang op te starten genegeerd. De rechter legde aan de GI vervolgens een dwangsom op. Blijkens deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden weigerde de GI uitvoering te geven aan de beslissing van Rechtbank Noord-Nederland om een wijziging van het hoofdverblijf van het kind te effectueren.
Verschijningsvormen van wanpresteren door GI’s
Het wanpresteren kan verschillende verschijningsvormen hebben, zoals:
- Het Plan van Aanpak is niet SMART of wordt niet (tijdig) aangeleverd. De Bepaling Jeugdhulp wordt niet nagekomen.
- Er wordt helemaal niets gedaan, bijvoorbeeld door continue wisselingen van gezinsvoogden of als een vorm van drang tijdens het dwangtraject, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Den Haag.
- Rapportages worden niet aangepast aan de actualiteit, of er wordt in rapportages toegeschreven naar een vooropgezet doel (bijv. één van de ouders op afstand houden). Er wordt feitelijk onjuiste informatie verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming en de rechter.
- Er wordt al heel vroeg aangestuurd op een vorm van Parallel Ouderschap.
- Er wordt aangestuurd op het ‘zo laten’ van de situatie, wat vooral speelt bij ouderafwijzing door een kind vanaf 10-12 jaar.
- Er wordt geen uitvoering gegeven aan de opdracht van de rechter de omgang op te starten, te hervatten of uit te breiden, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
- Afspraken worden niet nagekomen.
- Er worden geen redelijke reactie-termijnen gehanteerd of er wordt in het geheel geen reactie gegeven op normale vragen. Wanneer een ouder herinneringen stuurt om bijv. vragen beantwoordt te krijgen, worden er communicatievoorwaarden gesteld die tot doel hebben om contactbeperkend te werken (lees: de vragende ouder wordt monddood gemaakt).
- Er zijn steeds andere gezinsvoogden (vanwege ziekte, verloop of organisatorische beslissingen) of er wordt nooit een vast iemand toegewezen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland.
Meest voorkomend bij ‘vechtscheidingssituaties’ is echter dat niet wordt gewerkt aan het z.s.m. hervatten van coöperatief ouderschap (lees: weer gezamenlijk soepel invulling geven aan de ouderlijke verantwoordelijkheid), hoewel dit wel volgt uit de OTS-beschikking die min of meer standaard is bij vechtscheidingen. In plaats daarvan wordt er, alvorens het inter-oudergedrag voorafgaande aan de OTS zorgvuldig is geanalyseerd, ingezet op parallel ouderschap.
Standaard elementen in een OTS-beschikking bij vechtscheidingen
Deze rechtelijk OTS beslissing bevat globaal de volgende elementen:
- Ontwikkelingsbedreiging 1: Ex-partnerstrijd (veelal ook over de as van het kind).
- Ontwikkelingsbedreiging 2: Loyaliteitsconflict in het kind en/of weerstandsgedrag bij een kind naar één van beide ouders en/of kind-eigen problematiek.
- Conclusie dat het niet te verwachten is dat hulp in het vrijwillig kader de situatie (binnen afzienbare tijd) zal verbeteren.
- Conclusie dat met hulp in het gedwongen kader ouders wel in staat zullen zijn om de ontwikkelingsbedreigingen (genoemd onder 1 en 2) binnen een – gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn – weg te nemen en daarmee opnieuw invulling te geven aan de ouderschapsnorm van art. 1:247 lid 2 BW.Artikel 1:247 lid 2 BW:
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
Deze wijze van toetsing volgt rechtstreeks uit art. 1:255-1 BW.
De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen.
Voorwaarde voor de ondertoezichtstelling is dus dat de rechter verwacht dat ouders (red: meervoud) met toezicht wel in staat zullen zijn om de onder 1 en 2 genoemde ontwikkelingsbedreigingen binnen ‘een aanvaardbare termijn’ weg te nemen, opnieuw gezamenlijk invulling te gaan geven aan ouderlijke verantwoordelijkheid en om vanuit die gezamenlijke basis weer te voldoen aan 1:247 lid 2 BW.
Een kindgerichte focus die de grondslagen negeert en verbetering in de weg staat
Wat we veel zien is dat gezinsvoogden de ‘eenvoudige weg’ kiezen door zich primair te richten op ontwikkelingsbedreiging 2 (tw. de effecten in het kind van de omstandigheden die door de ouders worden veroorzaakt). Dit leidt ertoe dat er allerlei hulpverlening wordt ingezet voor het kind, doch dat de dwingende (en dringende) analyse van de grondslagen van de dynamiek tussen de ouders niet eens wordt gestart, laat staan voldoende diep wordt geanalyseerd. Sterker, wat we regelmatig vaststellen is dat een gezinsvoogd één van beide ouders ‘uit de wind houdt’ en dat (actief/passief) niet-welwillend gedrag gewoon kan doorgaan, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland. In de meeste situaties die wij zien is dit overigens de hoofdverblijfouder.
Het spreekt voor zich dat deze wijze van benadering van vechtscheidingscasussen o.i. onjuist is. Beide ouders dienen onvoorwaardelijk eigenaarschap te nemen voor de ouderschapsnormen en de informatie- en consultatieplicht. Inter-ouderstrijd is volgens vaste rechtspraak tenslotte een vorm van kindermishandeling. De mate waarin ouders eigenaarschap nemen, is wat o.i. als eerste getoetst moet worden (en tot consequenties moet leiden zoals genoemd in deze uitspraak van Hof Den Bosch) en dit vraagt een objectieve en grondige analyse van de inter-oudercommunicatie en de gedragsdynamiek.
Een gebrek aan snelle resultaten door niet te sturen op een ‘aanvaardbare termijn’
Onderdeel van een OTS-beschikking is bijna altijd het aspect van de ‘aanvaardbare termijn’. Hierover nemen critici het standpunt in dat het aspect van de ‘aanvaardbare termijn’ vooral ziet op uithuisplaatsingen, om het kind niet onnodig in onzekerheid te laten over waar deze gaat wonen. Hoewel de ‘aanvaardbare termijn’ daar oorspronkelijk wel op ziet, zijn wij van mening dat het belang van het kind vereist dat bij vechtscheidingen ouders wel worden gehouden aan een aanvaardbare termijn voor het wegnemen van ontwikkelingsbedreiging 1. M.a.w. het is in het belang van het kind dat ouders direct tonen hoe zij eigenaarschap nemen voor dat deel van de ontwikkelingsbedreigingen waar zij met hun gedrag direct invloed op hebben.
Bovendien volgt o.i. de toepasselijkheid van de ‘aanvaardbare termijn’ één op één uit de standaard OTS-toetsing door de rechter, omdat deze het aspect van de ‘aanvaardbare termijn’ veelal wel meeneemt, ook in zaken waarin een uithuisplaatsing niet aan de orde is, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord Holland. Daarnaast zijn er diverse voorbeelden waarin rechters OTS-en juist korter laten duren dan 12 maanden om zo vinger aan de pols te houden of er op korte termijn voortgang wordt geboekt (zie bijv. deze uitspraak). Zo besloot bijv. Rechtbank Zeeland-West-Brabant in deze uitspraak dat een OTS niet aan de orde was omdat het niet aannemelijk was dat er binnen een aanvaardbare termijn resultaten zouden worden geboekt.
Tot slot kan het eindeloos laten voortduren van de OTS, geen doortastende beslissingen nemen en ineffectieve interventies inzetten strijd opleveren met het recht op familieleven. Zie in dit kader de opinie: Oudervervreemding en ouderverstoting. EHRM: L.D. v. Polen
De gezinsvoogd moet werken aan alle aspecten in de beschikking
Als de gezinsvoogd niet ontvankelijk is voor jou als welwillende ouder in je pogingen om samen met de andere ouder ontwikkelingsbedreiging 1 weg te nemen, dan is dit onjuist. Het is de taak van de GI om te zorgen dat zowel het kind als beide ouders hulp en steun wordt geboden zodat de ontwikkelingsbedreigingen binnen de door van de OTS wordt weggenomen, aldus Rechtbank Noord-Holland in deze uitspraak.
7 opties wanneer de gezinsvoogd de OTS-beschikking niet uitvoert
Wanneer de gezinsvoogd de OTS-beschikking niet uitvoert, start dan eerst een (schriftelijke) dialoog om langs deze weg een positieve koerswijziging te bewerkstelligen. Lukt dat niet, dan heb je 8 opties:
- Klachtenprocedure: Laagdrempelig, traag, wekt de schijn dat je aan het strijden bent, via klachtencommissie.
- Tuchtklacht: Meer omvattend/ingewikkelder, traag, wekt de schijn dat je aan het strijden bent, via de SKJ-tuchtrechter. Let op! Per 1 november 2022 is er een hogere drempel voor toegang tot tuchtrechtspraak. Er kan ook consultatie of mediation worden ingezet.
- Vervanging GI: Laagdrempelige verzoekschriftprocedure, advocaat niet verplicht (zie artikel 1:265k lid 1 BW), via de kinderrechter, snel (gem. binnen 1 maand op zitting), wekt de schijn dat je aan het strijden bent, wordt zelden toegewezen. Lees: Wanneer wordt een verzoek vervanging GI toegewezen?
- Geschillenregeling OTS: Verzoekschriftprocedure, advocaat verplicht (zie artikel 1:265k lid 1 BW), via de kinderrechter, snel (gem. binnen 1 maand op zitting), kan neutraler worden ingestoken waarbij zoveel mogelijk de schijn wordt voorkomen dat je aan het strijden bent. Lees: Wat is de Geschillenregeling OTS en wanneer succesvol?
- Analoge toepassing van geschillenregeling artikel 1:253a BW, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Verzoekschriftprocedure, advocaat verplicht, via de kinderrechter, snel, kan neutraler worden ingestoken waarbij zoveel mogelijk de schijn wordt voorkomen dat je aan het strijden bent.
- Het verzoeken van een dwangsom bij het niet uitvoeren van een concrete opdracht van de rechter, bijvoorbeeld om de omgang uit te breiden, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. Een andere variant is het starten van een kort geding teneinde de GI te bewegen een deel van de (wettelijke) taak uit te voeren, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
- Een verzoek de OTS te beëindigen of niet te verlengen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland.
- Accepteren.
Heb je te maken met zo een situatie, dan lijkt de Geschillenregeling OTS (route 4) dus te prefereren.
Wil je liever een andere gezinsvoogd, en lukt dit niet in overleg met de GI, dan zijn er 3 routes t.w. route 1, 2 en 3. Route 4, de geschillenregeling, is niet bedoeld om dit te bewerkstelligen, aldus Rechtbank Oost-Brabant in deze uitspraak.
Ineffectieve middelen om als ouder weestand te bieden
Het is moeilijk om niet cynisch te worden. Het systeem lijkt te zijn ingericht om de betrokken welwillende ouders onmachtig te houden om de koers van een gezinsvoogd/GI bij te sturen, ook niet als dit evident in het belang van het kind zou zijn. Ons advies is steeds hetzelfde; blijf constructief en opbouwend. Dit geeft je uiteindelijk het beste uitgangspunt en is ook het meest in het belang van je kind. Lukt dit niet, zoek hulp.
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Lees ook dit
- V&A: Wanneer wordt een verzoek vervanging GI toegewezen?
- V&A: Wat is de Geschillenregeling OTS en wanneer succesvol?
- V&A: Wat mag ik van de gezinsvoogd verwachten?
- V&A: Kan de gezinsvoogd een gezagsgeschil oplossen?
- V&A: Is de gezinsvoogd verplicht tot waarheidsvinding?
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.