Bijgewerkt: 25 maart 2025
Vechtscheidingen worden gekenmerkt door huiselijk geweld, soms fysiek vaker psychisch, waarbij het geweld ook doorgaat nadat ouders uit elkaar zijn. Zo eenvoudig is het. Dit betekent dat een beroep op het Verdrag van Istanbul mogelijk is.
Op de V&A-pagina: Hoe herken ik niet-welwillend gedrag? zijn diverse verschijningsvormen van geweld beschreven die in de familierechtpraktijk worden gezien. Daaruit blijkt dat er vele vormen van geweld zijn, zowel rechtstreeks naar de ex-partner (m/v) als via het kind of derden. Er zijn natuurlijk ook situaties waarin dit geweld al aanwezig was gedurende de relatie. Soms zien we strafrechtelijke veroordelingen doorwerken in familierecht beslissingen. Dit gebeurt dan niet expliciet, maar veelal als een omstandigheid op basis waarvan de rechter een bepaalde beslissing (niet) in het belang van het kind vindt.
Geringe adoptie door rechters
We zien het Verdrag van Istanbul (hierna ook: het verdrag of het VVI) in de familierechtspraak voor het eerst verschijnen in deze uitspraak van Gerechtshof Amsterdam. Hierin beroept de moeder zich op het verdrag onder verwijzing naar (vermeend) geweld door de vader. Het blijkt echter een onterecht beroep. Volgens het hof onderbouwt de moeder namelijk onvoldoende dat zij daadwerkelijk slachtoffer is van huiselijk geweld.
Het is een duidelijk signaal voor de praktijk. Niet elk beroep op het verdrag blijkt gerechtvaardigd en de rechter moet goed onderzoek doen of de argumenten steekhoudend zijn. Verder stelt het hof dat het verdrag slechts verplichtingen schept voor de staat en dat een direct beroep door een individu niet mogelijk is. Uit latere rechtspraak blijkt overigens dat dit directe beroep wél mogelijk is, net zoals bijvoorbeeld bij artikel 8 EVRM (het recht op familie- en privéleven).
In de gepubliceerde rechtspraak zijn er slechts 31 uitspraken (stand begin 2025) waarin er een beroep op het verdrag is gedaan. Zeer weinig als we bedenken dat er jaarlijks heel veel uitspraken zijn waarin een vorm van geweld (naar ex-partner en/of kind) wordt beschreven.
Familierechters passen het Verdrag van Istanbul dus nog nauwelijks toe. Het is onduidelijk waarom, doch mogelijk wordt dit veroorzaakt doordat:
- De Nederlandse wet op zich de mogelijkheden biedt voor familierechters om een gevolg te verbinden aan de aanwezigheid van (een geschiedenis van) huiselijk geweld, zoals via de ‘optimale-ontwikkel-plicht‘ en het klem-criterium.
- De wet de rechter in diverse bepalingen de ambtshalve mogelijkheid om in het ‘zwaarwegende belang van het kind’ een andere beslissing te nemen (omgang/informatie/consultatie). Bij erkenningen is in de wet bovendien expliciet voorzien in het meewegen van de ‘belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind’. Overigens blijkt uit deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem Leeuwarden dat een beroep op het VVI ook in erkenningszaken mogelijk is.
- Er ogenschijnlijk binnen één gerechtshof discussie kan zijn of het verdrag kan worden toegepast bij bijvoorbeeld erkenningen of dat het slechts/vooral ziet op omgang en gezag. Vergelijk deze uitspraak en deze uitspraak, beiden van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In deze uitspraak van Rechtbank Noord-Holland vindt de Raad voor de Kinderbescherming overigens dat het verdrag wel van toepassing is op erkenningssituaties.
- De rechtspraak mogelijk worstelt met het begrip ‘huiselijk geweld’ en wanneer daarvan precies volgens het verdrag sprake is. Is daarvan bijvoorbeeld alleen sprake als er een strafrechtelijke veroordeling is of ook al als de familierechter zelf vindt dat het gedrag van een ouder naar de andere ouder en/of het kind kwalificeert als geweld? O.i. is bezien vanuit het kind alles wat niet omvat het naleven van de wettelijke ouderlijke actieve inspanningsplichten (lees over: ouderschapsnormen, informatieplicht en consultatieplicht) een vorm van kindermishandeling. En het niet-naleven van die plichten vormt de wortel van alle vechtscheidingen.
- Tot slot zien we in veel uitspraken dat de rechters de strijd (lees: het geweld) tússen de ouders plaatsen en als iets zien dat beiden toepassen, of waarin beide ouders een bepalende factor zijn. Soms is dat juist. In veel vechtscheidingssituaties echter is het één van beide ouders die zich bedient van ex-partner geweld (al dan niet via het kind) en o.i. een ‘niet-goed-genoeg’-ouder is. Lees in dit kader ook de opinie: Maak goed-interouderschap onderdeel van de veertien voorwaarden voor goed-genoeg-ouderschap!
Het Verdrag van Istanbul in de Nederlandse familierechtspraak
Sinds de inwerkingtreding van het verdrag in Nederland op 1 januari 2016, hebben diverse familierechters het verdrag wel toegepast bij hun beslissing. Het artikel waar dan een beroep wordt gedaan is artikel 31 VVI. Dit artikel stelt het volgende:
1. De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat bij de vaststelling van de voogdij en omgangsregeling voor de kinderen rekening wordt gehouden met gevallen van geweld die vallen onder de reikwijdte van dit Verdrag.
2. De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat de uitvoering van een omgangsregeling of de voogdij niet ten koste gaat van de rechten en de veiligheid van het slachtoffer of de kinderen.
VVI toegepast
Onterecht beroep op VVI
Een divers geweldsspectrum
Uit de gepubliceerde uitspraken volgt dat het geweldsspectrum – waarbij een beroep op het Verdrag van Istanbul succesvol is gedaan – heel divers is.
Aan de ene kant staan zaken waarbij er zeer ernstig en ook aanhoudend geweld heeft plaatsgevonden en/of nog plaatsvindt, inclusief strafrechtelijke veroordelingen van de pleger. Ook aan die kant zien we uitspraken waarin de rechter vindt dat er ook sprake is van een ongelijkwaardige relatie en dwingende controle, zoals in deze uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden of bijvoorbeeld stalkingsgedrag zoals beschreven in deze uitspraak van Rechtbank Amsterdam. Mannen waren in alle bestudeerde zaken de plegers.
Aan de andere kant staan ‘lichtere’ gedragingen die we veel vaker zien in vechtscheidingen, zoals in deze uitspraak van Rechtbank Gelderland. In de praktijk zien we die gedragingen bij zowel mannen als vrouwen (waarbij dus ook mannen en kinderen de slachtoffers zijn).
Hieruit volgt de conclusie: Als je te maken hebt met geweld zoals beschreven op de V&A-pagina: Hoe herken ik niet-welwillend gedrag? doe dan een beroep op het Verdrag van Istanbul, ongeacht of je als slachtoffer vrouw, man of kind bent. Het is natuurlijk van belang om de vorm, de ernst en duur van dit geweld aan te tonen. Het is vervolgens aan de rechter of die het verdrag daadwerkelijk bij de beoordeling betrekt.
Lees ook dit
Meer vraag en antwoord
Meer kennisbank
Contact ons voor hulp
We begrijpen voor welke opgave je staat, zowel juridisch als persoonlijk. Vijf dagen per week helpen we ouders zoals jij. We zijn landelijk actief. Lees over:
- Onze aanpak.
- Diensten & kosten.
- Wanneer ons in te zetten.
- Hoe we waarde toevoegen t.o.v. een advocaat familierecht.
- Waarom ons in te zetten ook al heb je recht op een sociaal advocaat.
Is procederen onvermijdelijk? Laat ons opstelwerk verrichten. Lees over: 'litigation support'.
Tijdens kantooruren bel 085‑3013044 of stuur een e-mail naar team@fiduon.nl. Een eerste kennismaking is kosteloos. Lees enkele klantervaringen.